Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Tilburg

Verordening op de heffing en invordering van begraafplaatsrechten 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTilburg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van begraafplaatsrechten 2024
CiteertitelVerordening begraafplaatsrechten 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Deze regeling vervangt de Verordening begraafplaatsrechten 2023.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet
  2. Wet op de lijkbezorging
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-11-2023nieuwe regling

09-11-2023

gmb-2023-498937

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van begraafplaatsrechten 2024

De raad van de gemeente Tilburg;

 

  • -

    gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

  • -

    gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en de Wet op de lijkbezorging.

Besluit

vast te stellen de 'Verordening op de heffing en invordering van begraafplaatsrechten 2024'.

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    begraafplaats: de algemene begraafplaats van de gemeente, genaamd Centrale begraafplaats West, ongeacht welke bijzondere bestemming een of meer gedeelten daarvan gekregen hebben;

  • b.

    bijzonder graf (kelder): een graf op het daarvoor bestemde gedeelte van de begraafplaats ten aanzien waarvan het recht tot begraven wordt verleend voor 20 jaar, welk recht op verzoek in blokken van 10 jaar kan worden verlengd;

  • c.

    eerste klas graf: een graf op het daarvoor bestemde gedeelte van de begraafplaats ten aanzien waarvan het recht tot begraven wordt verleend voor 20 jaar, welk recht op verzoek in blokken van 10 jaar kan worden verlengd;

  • d.

    tweede klas graf: een graf op het daarvoor bestemde gedeelte van de begraafplaats ten aanzien waarvan het recht tot begraven wordt verleend voor 20 jaar, welk recht op verzoek in blokken van 10 jaar kan worden verlengd;

  • e.

    kindergraf: een graf op het daarvoor bestemde gedeelte van de begraafplaats ten aanzien waarvan het recht tot begraven wordt verleend voor 20 jaar, welk recht op verzoek in blokken van 10 jaar kan worden verlengd;

  • f.

    graf op het urnenveld: een graf op het voor urnenveld bestemde gedeelte van de begraafplaats ten aanzien waarvan het recht tot begraven wordt verleend voor 20 jaar, welk recht op verzoek in blokken van 10 jaar kan worden verlengd;

  • g.

    verlenging tot 10 jaar: verlenging van het grafrecht, van de begraving van een lijk of asbus in een graf waarin reeds een lijk of asbus is begraven, aangevuld tot 10 jaar na de bijplaatsing van het lijk of de asbus;

  • h.

    asbus: een gesloten bus, bevattende as van een lijk, als bedoeld in het Crematoriumbesluit;

  • i.

    graftekenen: op graven aanwezige grafstenen;

  • j.

    het daarvoor bestemd gedeelte van de begraafplaats: het op de bij deze verordening gevoegde overzichtstekening aangegeven deel van de Centrale begraafplaats West waar de diverse soorten graven gelegen zijn;

  • k.

    algemeen graf: een graf op het daarvoor bestemde gedeelte van de begraafplaats dat wordt uitgegeven voor de duur van 10 jaar, waarna niet verlengd kan worden. Op een algemeen graf mag geen grafteken geplaatst worden. Een algemeen graf kan zijn een volwassenen graf of een kindergraf. In een algemeen graf kunnen maximaal 3 overledenen worden begraven, die meestal vreemden van elkaar zijn.

Artikel 2 Aard der rechten

Ten behoeve van de gemeente worden voor het gebruik van de begraafplaats, alsmede voor de diensten, welke in verband daarmede vanwege de gemeente worden verleend, rechten geheven als in de navolgende artikelen omschreven.

Artikel 3 Begrafenisrechten

  • 1.

    Voor het begraven van een lijk is verschuldigd indien het begraven geschiedt:

    a.

    in een bijzonder graf

    576,40

    b

    in een eerste klas graf

    576,40

    c.

    in een tweede klas graf

    576,40

    d

    in een algemeen volwassenengraf

    576,40

  • 2.

    Voor het begraven van een asbus is verschuldigd indien het begraven geschiedt:

    a.

    in een bijzonder graf

    335,65

    b.

    in een eerste klas graf

    335,65

    c.

    in een tweede klas graf

    335,65

    d.

    in een graf op het urnenveld

    335,65

    e.

    in een kindergraf

    335,65

  • 3.

    Vervallen.

  • 4.

    Voor het begraven van een lijk van een kind beneden de 12 jaren in een kindergraf, algemeen kindergraf of voor bijplaatsing in een bestaand ouderlijk graf is verschuldigd: € 335,65

  • 5.

    Voor het begraven van een levenloos geboren kind of vrucht in een kindergraf, algemeen kindergraf of voor bijplaatsing in een bestaand ouderlijk graf is verschuldigd: € 335,65

  • 6.

    Voor het opgraven en herbegraven van een lijk of van een asbus voor zover dit niet plaats vindt krachtens rechterlijk bevel, is verschuldigd het dubbele van het tarief voor het begraven van een lijk of de asbus in de klasse waarin het herbegraven vindt.

  • 7.

    Voor het opgraven van een lijk of van een asbus, voor zover dit niet plaatsvindt krachtens rechterlijk bevel, is verschuldigd het dubbele van het tarief voor het opgraven van een lijk of de asbus in de klasse waarin het herbegraven plaatsvindt.

Artikel 4 Grafrechten

  • 1.

    Voor het recht tot het begraven in een graf, als bedoeld in artikel 1, en voor het schoonhouden/onderhoud van de graven, daaronder niet begrepen de graftekenen, door de gemeente is verschuldigd voor de eerste termijn van uitgifte, wanneer dit betreft:

    a.

    in een bijzonder graf

    10.774,20

    b.

    in een eerste klas graf

    4.251,60

    c.

    in een tweede klas graf

    1.928,15

    d.

    in een graf op het urnenveld

    1.928,15

    e.

    In een algemeen volwassenengraf

    964,10

  • 2.

    Voor het recht tot het begraven van een kind beneden de 12 jaren in een kindergraf is verschuldigd:

    a.

    indien het betreft een kind beneden het jaar (0-1 jaar)

    332,65

    b.

    Indien het betreft een kind van 1 tot beneden 12 jaren

    402,70

    c.

    indien het betreft een levenloos geboren kind of vrucht

    332,65

  • 3.

    Bij verlenging van het recht tot begraven in een graf, als bedoeld in artikel 1, voor het schoonhouden/onderhoud van de graven, daaronder niet begrepen de graftekenen, door de gemeente en voor een verwijderingsbijdrage van de gedenksteen na beëindiging van de verlenging, is verschuldigd voor elke termijn van 10 jaar:

    a.

    in een bijzonder graf

    5.710,30

    b.

    in een eerste klas graf

    2.252,80

    c.

    in een tweede klas graf

    1.029,95

    d.

    in een graf op het urnenveld

    1.029,95

    e.

    In een kindergraf (0-1/levenloos)

    185,70

    f.

    In een kindergraf (1-12 jaar)

    220,70

Artikel 5 Stichting grafkelder

Voor het stichten van een grafkelder is verschuldigd: € 3.207,10

Artikel 6 Plaatsingsrecht graftekenen

Voor het hebben van een grafteken op een graf is verschuldigd wanneer het betreft:

Artikel 7 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van het gebruik of de diensten, dan wel degene ten behoeve van wie het gebruik of de diensten worden aangevraagd of verleend.

Artikel 8 Wijze van heffing

  • 1.

    De rechten worden geheven bij wege van gedagtekende kennisgeving, nota of andere schriftuur.

  • 2.

    Het verschuldigde bedrag wordt in de kennisgeving, de nota of de andere schriftuur vermeld.

  • 3.

    Het college van burgemeester en wethouders stelt de modellen van de in dit artikel bedoelde bescheiden vast.

Artikel 9 Betaling en inning

  • 1.

    De rechten zijn verschuldigd en moeten worden betaald op het tijdstip, waarop het gebruik aanvangt casu quo de dienst wordt verleend.

  • 2.

    Indien het verschuldigde bedrag niet op het in het eerste lid genoemd tijdstip kan worden vastgesteld, moeten de rechten worden betaald binnen tien dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving, de aanslag of de andere schriftuur.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de begraafplaatsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Inwerkingtreding, overgangsrecht en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

  • 3.

    De 'Verordening begraafplaatsrechten 2023' van 14 november 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voordien hebben voorgedaan.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening begraafplaatsrechten 2024'.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van

de griffier,

de voorzitter,

Bijlage 1 Overzichtstekening Centrale begraafplaats West

 

Memorie van toelichting behorende bij de "Verordening begraafplaatsrechten 2024"

Tarieven

 

De tarieven voor 2024 zijn ten opzichte van 2023 gestegen met 7,16 %

 

Kosten en opbrengsten (€1.000)

 

Omschrijving

Rekening 2022

Begroting 2023

Begroting 2024

 

Kosten taakveld(en) incl omslagrente

185

174

190

Inkomsten taakveld(en) incl. omslagrente

0

0

0

Netto kosten taakveld

185

174

174

 

Toe te rekenen kosten:

Overhead incl. omslagrente

66

66

66

BTW

23

31

31

Totale kosten

274

271

271

 

Opbrengst heffingen

295

250

250

Dekkingspercentage

108%

92%

92%