Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Leeuwarden

Instructie voor de leerplichtambtenaar

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Leeuwarden
Officiële naam regelingInstructie voor de leerplichtambtenaar
CiteertitelInstructie voor de leerplichtambtenaar
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

De Leerplichtwet 1969 zoals deze gewijzigd is bij Staatsblad 1994, 255 en in werking is getreden bij Staatsblad 1994, 469

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

  • 1.

    Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-04-201116-01-2015nieuwe regeling

09-11-2010

Huis aan Huis; 13 april 2011

1947
01-09-199614-04-2011nieuwe regeling

27-08-1996

Huis aan Huis; 09-10-1996

27-08-1996

Tekst van de regeling

Intitulé

Instructie voor de leerplichtambtenaar

(B. en W. 09-11-2010)

Inhoudsopgave:

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

Artikel 2. Preventie

Artikel 3. Leerlingenadministratie en controle absoluut verzuim

Artikel 4. Leerling-dossier

Artikel 5. Verlof wegens andere gewichtige omstandigheden

Artikel 6. Relatief verzuim leerplichtigen

Artikel 7. Absoluut verzuim van leerplichtigen

Artikel 8. Kennisgeving in- en afschrijvingen, (dreigend) voortijdig schoolverlaten van leerplichtigen en jongeren van 18 t/m 22 jaar zonder startkwalificatie (met inbegrip van verwijdering)

Artikel 9.Vervangende leerplicht

Artikel 10. Vrijstelling van de leerplicht wegens het volgen van ander onderwijs

Artikel 11. Vrijstelling van de inschrijvingsplicht

Artikel 12. Bepalen of een onderwijsvoorziening een school is, in de zin van de Leerplichtwet

Artikel 13. Aanwijzing deskundige

Artikel 14. Melding aan de Raad voor de Kinderbescherming

Artikel 15. Zorgmelding aan Bureau Jeugdzorg

Artikel 16. Melding aan de inspectie van het Ministerie van Sociale zaken en Werkgelegenheid

Artikel 17. Melding aan de Sociale Verzekeringsbank

Artikel 18. Melding verwijsindex

Artikel 19. Jaarverslag

Artikel 20. Samenwerking in de regio

Artikel 21. Samenwerking met diensten en instellingen

Artikel 22. Beleidsontwikkeling

Artikel 23. Slotbepalingen

Bijlage 1. Toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • In deze instructie wordt verstaan onder:

    • a.

      de  Leerplichtwet: de Leerplichtwet 1969;

    • b.

      de RMC-wetgeving: de regeling van de regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten volgens de Wet van 6 december 2001 (Stb 2001, 636);

    • c.

      college: burgemeester en wethouders van de gemeente;

    • d.

      leerplichtambtenaar: de ambtenaar, door burgemeester en wethouders benoemd in de functie van leerplichtambtenaar, die de eed of belofte als bedoeld in artikel 16 van de wet heeft afgelegd;

    • e.

      MBO leerplichtambtenaar: de ambtenaar, door burgemeester en wethouders benoemd in de functie van leerplichtambtenaar, die de eed of belofte als bedoeld in artikel 16 van de wet heeft afgelegd en tevens belast is met de werkzaamheden die voortvloeien uit de RMC-wetgeving;

    • f.

      trajectcoördinator: de ambtenaar die belast is met de werkzaamheden die voortvloeien uit de RMC-wetgeving;

    • g.

      administratief medewerker: de ambtenaar die belast is met de ondersteuning van de medewerker leerplicht/RMC, onder andere door het verrichten van de leerlingenadministratie en controle;

    • h.

      directeur: hoofd in de zin van artikel 1 onder d van de wet, dat wil zeggen degene die met de leiding van de school of de instelling is belast: dan wel degene die in opdracht van het bevoegd gezag de opgave van voortijdig schoolverlaten doet als bedoeld in artikel 28 Wet voortgezet onderwijs (VO), artikel 47 a Wet op de Expertisecentra (WEC) en artikel 8.1.8. Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB);

    • i.

      de ouders: de in artikel 2, eerste lid, van de wet bedoelde personen;

    • j.

      de jongere: een persoon in de leeftijd van 5 tot 18 jaar die leerplichtig is; of een persoon in de leeftijd van 18 tot 23 jaar die een startkwalificatie dient te halen;

    • k.

      Regio RMC: Regio Fryslân Noord.

Artikel 2 Preventie

1.    Door middel van voorlichting op onder andere het internet, in schoolgidsen, brochures en beantwoording van telefonische vragen wordt pro-actief en in een zo vroeg mogelijk stadium informatie verschaft aan leerlingen, ouders en betrokken instellingen.

2.    Om vroege inschrijving op school te stimuleren wordt periodiek een uitdraai gemaakt van de 4 jarigen, die 3 maanden voordat zij 5 jaar worden, nog geen schoolinschrijving hebben. De ouders van deze groep ontvangen een brief om hen te stimuleren hun kind in te schrijven.

3.    Er wordt een overzicht gemaakt van de jongeren die het VMBO verlaten (geslaagd) en bij het ROC wordt actief gecontroleerd of deze jongeren zich al hebben aangemeld/ingeschreven voor een opleiding. Indien nodig en gewenst bemiddelt de leerplichtambtenaar en de trajectcoördinator naar een vervolgopleiding.

4.    Er vindt afstemming plaats met het onderwijsveld. Er wordt gewezen op de aandachtspunten en de afspraken omrent het melden en vervolgen van verzuim.

5.    Er is georganiseerde (preventieve) afstemming en deelname aan overleggen met relevante ketenpartners waaronder het onderwijsveld en zorginstanties, Zorg- en adviesteams (ZAT), Centrum voor Jeugd en gezin (CJG). Ketenpartners bespreken jongeren met een complexe problematiek. Er wordt afgestemd welke acties vereist zijn en wie, welke taken op zich neemt. Ontwikkelingen rondom acties worden teruggekoppeld.

Artikel 3 Leerlingenadministratie en controle absoluut verzuim

  • (artikel 19 Leerplichtwet; artikel 3 Leerplichtregeling)

     

    • 1.

      Er is een leerlingenadministratie, die wordt bijgehouden door de administratief medewerker.

    • 2.

      In de leerlingenadministratie worden de persoonsgegevens opgenomen van alle in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens opgenomen personen in de leeftijd van 0 tot en met 22 jaar.

    • 3.

      De mutaties in de basisadministratie persoonsgegevens met betrekking tot de in lid 2 bedoelde personen worden wekelijks in de leerlingenadministratie verwerkt.

    • 4.

      De administratief medewerker controleert of de mutaties van de verschillende scholen voor basisonderwijs met betrekking tot in- en afschrijvingen van jongeren binnengekomen zijn. De leerplichtambtenaar onderneemt actie naar directeuren van scholen en instellingen die in gebreke gebleven zijn.

    • 5.

      De administratief medewerker controleert of de mutaties van de verschillende scholen voor voortgezet en middelbaar onderwijs zijn binnengekomen. De leerplichtambtenaar onderneemt actie naar de Dienst Uitvoering Onderwijs indien zij in gebreke gebleven zijn.

    • 6.

      Blijkt uit het contact met de directeur dat deze verwijtbaar in gebreke blijft, dan roept de leerplichtambtenaar de directeur op voor een gesprek en zendt hij het procesverbaal van zijn bevindingen aan de officier van justitie.

    • 7.

      De administratief medewerker controleert aan het begin van het schooljaar voor het basis onderwijs, het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs en daarna wekelijks of alle leerplichtigen en kwalificatieplichtigen overeenkomstig de bepalingen van de wet als leerling op een school of onderwijsinstelling zijn ingeschreven. Bij een vermoeden van absoluut verzuim wordt een brief verstuurd. Waneer er geen reactie is gekomen op een tweede brief en de verdenking van absoluut verzuim blijft bestaan volgt een actie zoals beschreven is in artikel 7 van deze instructie (absoluut verzuim).

    • 8.

      Tegenover een bericht van afschrijving van de ene school staat voor jongeren tot 18 jaar zonder startkwalificatie een bericht van inschrijving van een andere school. Als de registratie niet sluitend is, volgt in eerste instantie contact met de school die de afschrijving (zonder kennisgeving van bestemming) gemeld heeft. Waneer deze geen duidelijkheid kan geven wordt schriftelijk contact gezocht met de ouders van de jongeren.

    • 9.

      Bij verhuizing buiten de regio worden de schoolhistorische gegevens gezonden naar de nieuwe woongemeente.

Artikel 4 Leerlingdossier

    • 1.

      De (MBO) leerplichtambtenaar/trajectcoördinator legt slechts een leerlingdossier aan  over een jongere indien de (MBO)leerplichtambtenaar/trajectcoördinator mondelinge, telefonische, e-mail- of schriftelijke contacten heeft met de jongere of derden over diens:

    • a. vervangende leerplicht;

    • b. vrijstelling van inschrijving;

    • c. vrijstelling van schoolbezoek;

    • d. (vermoeden van) absoluut verzuim;

    • e. (vermoeden van) relatief verzuim;

    • f. (vermoeden van) voortijdig schoolverlaten;

    • g. situatie die leidt tot bespreking in een (preventief) georganiseerd overleg (ZAT/verzuimspreekuur, RMC-consultatieteams);

    • h. gedrag dat leidt tot melding van maatregelen zoals schorsing;

    • i. signalen die uiteindelijk kunnen leiden tot een van bovenstaande situaties;

    • j. melding in de verwijsindex

    • 2.

      In de leerlingenadministratie wordt een incident aangemaakt in de dossiermodule.

    • 3.

      In het leerling-dossier neemt de (MBO)leerplichtambtenaar/ trajectcoördinator de volgende gegevens op:

    • a. burgerservicenummer, onderwijsnummer of administratienummer;

    • b. voornamen en achternaam;

    • c. geslacht;

    • d. geboortedatum en -plaats;

    • e. nationaliteit;

    • f. naam, voornamen, voorletters, titulatuur, geslacht, adres, postcode,  woonplaats, telefoonnummer en soortgelijke gegevens van de ouders, voogden of verzorgers;

    • g. school (scholen) van inschrijving, met gevolgde klassen en/of  onderwijssoort;

    • h. kennisgeving(en) van beroep op vrijstelling van inschrijfplicht;

    • i. kennisgeving(en) van (vermoedelijk) schoolverzuim;

    • j. aanvragen en behandeling van aanvragen voor vrijstelling van schoolbezoek;

    • k. afschrift van correspondentie met betrekking tot de jongere;

    • l. verslagen van gesprekken met dan wel over de jongere;

    • m. aantekeningen en notities met betrekking tot de jongere.

    • n. afschrift van de melding aan de Sociale Verzekeringsbank;

    • o. afschrift van proces-verbaal van de jongere;

    • p. eventueel behaalde diploma’s;

    • q. persoonlijke omstandigheden doe voor het halen van een startkwalificatie meegewogen moeten worden.

    • r. aanmelding verwijsindex

    • 4.

      De (MBO)leerplichtambtenaar/trajectcoördinator verstrekt slechts gegevens uit het leerling-dossier aan derden binnen de grenzen die daaraan worden gesteld door de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) en het Vrijstellingsbesluit Wbp, in het bijzonder artikel 20 van het Vrijstellingsbesluit.

     

Artikel 5 Verlof wegens andere gewichtige omstandigheden

  • (artikel 14, derde lid, tweede volzin Leerplichtwet)

     

    • 1.

      De leerplichtambtenaar bevestigt de ontvangst van een aanvraag en vermeldt in de ontvangstbevestiging de termijn waarbinnen hij een besluit zal nemen. Het streven is binnen een termijn van ten hoogste 4 weken een besluit te nemen. Indien de periode tussen de ontvangst van de aanvraag en de aanvang van het gevraagde verlof korter is  dan de termijn van 4 weken die redelijkerwijs nodig is om tot een besluit te komen,  deelt de ambtenaar dit bij de ontvangstbevestiging aan de aanvrager mee en wijst hij de aanvrager op de mogelijkheid dat de aanvrager de wet overtreedt indien de aanvraag niet of niet geheel wordt gehonoreerd.

    • 2.

      De leerplichtambtenaar geeft de aanvrager een termijn van (ten minste een week en ten hoogste drie weken) om een onvolledig ingediende aanvraag aan te vullen.

    • 3.

      De leerplichtambtenaar hoort de directeur over de aanvraag en draagt er zorg voor dat het oordeel van de directeur over de aanvraag schriftelijk wordt vastgelegd.

    • 4.

      De leerplichtambtenaar draagt er zorg voor dat de zienswijze van de aanvrager bij een voorgenomen beslissing die geheel of gedeeltelijk van de aanvraag afwijkt, schriftelijk wordt vastgelegd.

    • 5.

      De leerplichtambtenaar kan de jongere en/of de ouders/verzorgers in de gelegenheid stellen zijn zienswijze kenbaar te maken.

    • 6.

      De leerplichtambtenaar legt de behandeling van de aanvraag zorgvuldig vast in het leerling-dossier.

    • 7.

      Bij de beoordeling van een aanvraag, controleert de leerplichtambtenaar of er sprake is van een medische of sociale indicatie. De leerplichtambtenaar neemt een beslissing en deelt deze schriftelijk mee aan de ouders/verzorgers. Een afschrift van de brief wordt aan de betreffende directeur van de school of instelling gezonden.

    • 8.

      De leerplichtambtenaar kan aan een directeur op diens verzoek advies geven over de behandeling en beoordeling van een aanvraag verlof te verlenen wegens andere gewichtige omstandigheden voor een periode van 10 schooldagen of minder. Indien de       leerplichtambtenaar een dergelijk advies geeft, deelt de  directeur aan de leerplichtambtenaar de beslissing op de aanvraag mee.

    • 9.

      De leerplichtambtenaar kan aan de directeuren gevraagd of ongevraagd een advies geven over het te voeren beleid met betrekking tot aanvragen voor verlof wegens andere gewichtige omstandigheden voor 10 schooldagen of minder, met het oog op het bevorderen van de rechtsgelijkheid.

Artikel 6 Relatief verzuim van leerplichtigen

  • (artikelen 2, lid1, 4a, 21 en 22 Leerplichtwet)

      

    • 1.

      De meldingen van schoolverzuim worden ontvangen door deadministratief medewerker. Jongeren die onderwijs volgen aan het voortgezet onderwijs of middelbaar beroepsonderwijs worden gemeld via de Dienst Uitvoering Onderwijs  Jongeren die onderwijs volgen aan het primair, (voortgezet) speciaal onderwijs en het niet –bekostigd onderwijs worden gemeld middels een kennisgeving  ongeoorloofd verzuim. Er wordt een leerling dossier aangemaakt, of de kennisgeving wordt toegevoegd in het reeds aanwezige dossier.

    • 2.

      Binnen twee weken meldt de administratief medewerker via de Dienst Uitvoering Onderwijs betreffende jongeren die onderwijs volgen aan het voortgezet onderwijs of het middelbaar beroeps onderwijs, welke acties er naar aanleiding van de kennisgeving  worden ondernomen. Voor jongeren die onderwijs volgen aan het  primair onderwijs,  (voortgezet) speciaal onderwijs en het niet bekostigd onderwijs meldt de (MBO)leerplichtambtenaar binnen  twee weken aan de schoolinstelling welke acties er naar aanleiding van de kennisgeving worden ondernomen.

    • 3.

      De (MBO) leerplichtambtenaar zoekt na ontvangst van een kennisgeving contact met de  ouders, stelt hen in de gelegenheid om nadere uitleg over het gemelde verzuim te geven en informeert hen over de procedures en eventuele consequenties. Indien het verzuim een jongere van 12 jaar of ouder betreft, zoekt de (MBO)leerplichtambtenaar ook contact met de jongere zelf.

    • 4.

      Indien er daadwerkelijk sprake is van ongeoorloofd verzuim heeft de  (MBO)leerplichtambtenaar een gesprek met de ouders/leerling. De (MBO)leerplichtambtenaar maakt een verslag van het gesprek. De (MBO)leerplichtambtenaar verstrekt aan de ouders/jongere op hun verzoek een kopie van het gespreksverslag. Van de gemaakte gespreksverslagen maakt de (MBO)leerplichtambtenaar een notitie in het leerlingen dossier. Indien het gaat om een leerling welke woonachtig is in een andere gemeente koppelt de  (MBO)leerplichtambtenaar de uitkomsten van het gesprek schriftelijk terug aan de leerplichtambtenaar van de woongemeente.

    • 5.

      De (MBO)leerplichtambtenaar onderhoudt zo vaak als nodig contact met de ouders/jongere en betrokken organisaties om de verzuimsituatie zo spoedig mogelijk  te beëindigen.

    • 6.

      De (MBO)leerplichtambtenaar draagt zorg voor terugkoppeling in het  ZorgAdviesTeam van de school van zijn handelswijze, vorderingen in het onderzoek naar het vermeende verzuim of afspraken met de jongere, voor zover bekend zijn bij hem en alleen waneer de jongere al in het ZAT besproken is.

    • 7.

      De (MBO) leerplichtambtenaar legt een huisbezoek af wanneer hij dat nodig acht.

    • 8.

      De (MBO) leerplichtambtenaar kan een bemiddelende rol vervullen ten behoeve van de jongere en de ouders bij het zoeken naar een andere school of een zo goed mogelijk passende leerroute.

    • 9.

      De (MBO) leerplichtambtenaar draagt er zorg voor dat een kennisgeving van verzuim binnen een zo kort mogelijke periode wordt afgehandeld. De hoogste prioriteit ligt bij het beëindigen van de verzuimsituatie. Ter afronding van de afhandeling zendt de  (MBO)leerplichtambtenaar in ieder geval een schriftelijk bericht aan degene die de kennisgeving heeft gedaan, de ouders en, wanneer het een jongere van 12 jaar of ouder betreft, in beginsel ook aan de jongere zelf. De (MBO) leerplichtambtenaar doet mededeling van de afhandeling aan anderen die bij de verzuimsituatie zijn betrokken. De (MBO)leerplichtambtenaar sluit de melding voor jongeren die onderwijs volgen aan het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroeps onderwijs af bij het verzuimloket van de Dienst Uitvoering Onderwijs.

    • 10.

      Blijkt uit het onderzoek als bedoeld in het derde lid dat er geen sprake is van vrijstelling, en blijkt dat er sprake kan zijn van verwijtbaar handelen of nalaten van de ouders en/of de jongere die de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt, dan kan de leerplichtambtenaar een melding doen bij de Sociale Verzekeringsbank, zoals omschreven staat in artikel 17 van deze instructie. Indien de leerplichtambtenaar voornemens is om een melding bij de Sociale Verzekeringsbank te doen, dan roept  hij de ouders en de jongere vanaf 16 jaar op voor een gesprek, waarbij hij betrokkenen uitdrukkelijk kenbaar maakt dat hij voornemens is een melding te doen bij de Sociale Verzekeringsbank.

    • 11.

      Blijkt uit het onderzoek als bedoeld in het derde lid dat er geen sprake is van rijstelling, en blijkt dat  er sprake kan zijn van verwijtbaar handelen of nalaten van ouders en/ of de jongere die de leeftijd van 12 jaar heeft bereikt, dan kan de  leerplichtambtenaar , die tevens bevoegd is als buitengewoon opsporingsambtenaar proces-verbaal opmaken van zijn bevindingen en zendt dit naar de officier van justitie. Indien hij voornemens is proces-verbaal op te maken roept de  leerplichtambtenaar de ouders en de jongere van 12 jaar of ouder op voor een gesprek, waarbij hij de betrokkenen uitdrukkelijk kenbaar maakt dat hij voornemens is een proces-verbaal op te maken. Het opmaken van een proces-verbaal en een melding doen bij de Sociale Verzekeringsbank kan gelijktijdig, maar ook volgend op elkaar plaatsvinden.

    • 12.

      De leerplichtambtenaar is bevoegd het opmaken van proces-verbaal achterwege te laten en de ouders en/of de jongere een schriftelijke waarschuwing te geven indien sprake is van verwijtbaar handelen of nalaten, maar er geen sprake is van kennelijke opzet tot het plegen van de overtreding.

    • 13.

      Zodra de (MBO)leerplichtambtenaar kennis neemt van schoolverzuim waarvan niet door een directeur is kennis gegeven, stelt de (MBO) leerplichtambtenaar een onderzoek in  naar de reden waarom de directeur het verzuim niet heeft gemeld. Blijkt de directeur onwillig of nalatig in het nakomen van deze verplichting, dan maakt de leerplichtambtenaar proces-verbaal op tegen de directeur van de school/instelling

    • 14.

      De (MBO) leerplichtambtenaar legt een weergave van zijn handelen vast in het  leerling-dossier.

    • 15.

      De (MBO)leerplichtambtenaar kan aan een directeur op diens verzoek advies geven over de aanpak van het verzuim van een bij de school ingeschreven jongere. Indien de (MBO)leerplichtambte- naar een dergelijk advies geeft, deelt de directeur aan de (MBO)leerplichtambtenaar mee op welke wijze hij met het advies omgaat.

    • 16.

      De (MBO) leerplichtambtenaar kan aan de directeuren gevraagd of ongevraagd een  advies geven over het te voeren beleid met betrekking tot het registreren van verzuim en het doen van kennisgevingen van verzuim, met het oog op het bevorderen van een effectief verzuimbeleid en de rechtsgelijkheid. De (MBO)leerplichtambtenaar kan directeuren uitnodigen om eerder een kennisgeving van verzuim in te dienen dan de wet voorschrijft indien dat doelmatig is met het oog op de verzuimbestrijding.

     

     

Artikel 7 Absoluut verzuim van leerplichtigen

  • (artikelen 2, lid 1, 3,4a en 4b Leerplichtwet)

    • 1.

      Indien hem blijkt dat een leerplichtige jongere niet als leerling is ingeschreven zonder dat een grond voor vrijstelling aanwezig is, onderzoekt de leerplichtambtenaar onverwijld, doch ten hoogste binnen vijf werkdagen, of wegens een administratieve     onvolkomenheid een bericht van inschrijving ontbreekt. (zie ook artikel 3 lid 7 van deze instructie)

    • 2.

      Indien niet is gebleken dat er sprake is  van een administratieve onvolkomenheid, zoekt de leerplichtambtenaar onverwijld contact met de ouders en stelt hen in de gelegenheid om nadere uitleg over het achterwege blijven van een inschrijving te geven. Indien het een jongere betreft die de leeftijd van 12 jaar heeft bereikt, zoekt de    leerplichtambtenaar tevens contact met de jongere.

    • 3.

      Indien de ouders is aangeraden in het gesprek om de jongere in te schrijven dan wel  een andere actie op te volgen, wordt binnen vijf werkdagen gecontroleerd of hier inderdaad gehoor aan is gegeven. Als het advies is opgevolgd wordt dit verwerkt in het dossier. Is het advies niet opgevolgd dan volgt in principe een proces-verbaal en   een melding bij de Sociale Verzekeringsbank.

    • 4.

      Indien de jongere vóór het intreden van de situatie van absoluut verzuim wel op een school of instelling ingeschreven is geweest, neemt de leerplichtambtenaar contact op met de directeur van die school of instelling en vraagt diens zienswijze over het       opgetreden absolute verzuim.

Artikel 8 Kennisgeving in- en afschrijvingen, (dreigend) voortijdig schoolverlaten van leerplichtigen en jongeren van 18 t/m 22 jaar (met inbegrip van verwijdering)

  •  (artikel 18, eerste lid, Leerplichtwet, artikelen 28 en 118h WVO, artikelen 47a en 162b WEC, artikelen 8.1.8. en 8.3.2 WEB)

    • 1.

      De kennisgevingen van een  (voorgenomen) beslissing tot verwijdering van een  leerling, de kennisgeving van afschrijving en de melding van voortijdig schoolverlaten worden door de administratief medewerker ontvangen. Er wordt een leerling-dossier aangemaakt, of de kennisgeving wordt toegevoegd in het al aanwezige leerling-dossier.

    • Indien het om leerlingen gaat die onder de Leerplichtwet vallen, is artikel 6, leden 3 tot   en met 13  van toepassing.

    • 2.

      De administratief medewerker stuurt de niet leerplichtige voortijdige schoolverlater een brief met enquête, met het verzoek de vervolgopleiding en/of eventueel werk te melden en doet tevens het aanbod om contact op te nemen met de trajectcoördinator.

    • Bij niet reageren wordt er na twee weken een tweede enquête gestuurd.

    • 3.

      Wanneer er geen reactie is gekomen op de tweede enquête en het vermoeden van voortijdig schoolverlaten blijft bestaan,  wordt het dossier overgedragen aan de trajectcoördinator.

    • 4.

      Zodra de trajectcoördinator kennisneemt van verwijdering of van voortijdig schoolverlaten stelt de trajectcoördinator een onderzoek in naar de oorzaak hiervan.

      Indien er daadwerkelijk sprake is van voortijdig schoolverlaten heeft de trajectcoördinator een gesprek met de jongere. De trajectcoördinator maakt een verslag van dit gesprek. De trajectcoördinator verstrekt aan de jongere op hun verzoek een       kopie van het gespreksverslag.

    • 6.

      De trajectcoördinator onderhoudt zo vaak als nodig contact met de jongere en betrokken organisaties om het voortijdig schoolverlaten zo spoedig mogelijk te beëindigen.

    • 7.

      De trajectcoördinator legt een huisbezoek af wanneer hij dat nodig acht.

    • 8.

      De trajectcoördinator heeft een bemiddelende rol ten behoeve van de jongere bij het zoeken naar een andere school of een zo goed mogelijk passende leer/werkroute.

    • 9.

      Blijkt dat de jongere niet overeenkomstig de wettelijke bepalingen is gemeld, dan stelt de (MBO)leerplichtambtenaar/trajectcoördinator een onderzoek in naar de oorzaak hiervan. Als de directeur onwillig of nalatig is in het nakomen van deze verplichting, dan roept de (MBO)leerplichtambtenaar/trajectcoördinator de directeur op voor een gesprek en zendt hij een proces-verbaal aan de officier van justitie (bij overtreding van artikel 18 leerplichtwet) dan wel een bericht van zijn bevindingen aan de inspecteur van desbetreffende school of instelling (bij het niet nakomen van de verplichtingen krachtens artikel 28 WVO, artikel 47a WEC of artikel 8.1.8 WEB).

    • 10.

      De (MBO)leerplichtambtenaar/trajectcoördinator kan aan een directeur op diens verzoek advies geven over de aanpak van het voorkomen van verwijdering of voortijdig schoolverlaten van een bij school ingeschreven jongere. Indien de (MBO)leerplichtambtenaar/trajectcoördinator een dergelijk advies geeft, deelt de directeur aan de (MBO)leerplichtambtenaar/trajectcoördinator mee op welke wijze hij met het advies omgaat.

    • 11.

      De (MBO)leerplichtambtenaar/trajectcoördinator kan aan de directeuren gevraagd of ongevraagd een advies geven over het te voeren beleid met betrekking tot het voorkomen van voortijdig schoolverlaten, met het oog op het bevorderen van een effectief startkwalifcatiebeleid en de rechtsgelijkheid. De (MBO)leerplichtambtenaar/trajectcoördinator kan directeuren uitnodigen om eerder een melding van voortijdig schoolverlaten te doen dan de wet voorschrijft, indien dat doelmatig is met het oog op de belangen van de schoolloopbaan van de jongeren.

     

         

Artikel 9 Vervangende leerplicht

  • (artikelen 3a en 3b Leerplichtwet)

    • 1.

      De leerplichtambtenaar besluit namens ons college over aanvragen tot het toestaan van vervangende leerplicht, als bedoeld in de artikelen 3a en 3b van de wet.

    • 2.

      Blijkt aan de leerplichtambtenaar dat een jongere vermoedelijk in de omstandigheden verkeert als bedoeld in artikel 3a dan wel 3b van de wet, dan draagt de ambtenaar er zorg voor dat de noodzakelijke gesprekken met betrekking tot het aangepaste onderwijs- en begeleidings­programma en de praktijktijd (artikel 3a) dan wel arbeid van lichte aard (artikel 3b) binnen een zo kort mogelijke periode worden gevoerd.

    • 3.

      De leerplichtambtenaar draagt er zorg voor dat de afspraken die in de gesprekken worden gemaakt schriftelijk worden vastgelegd. Hij draagt er zorg voor dat de vastgelegde afspraken in het leerlingdossier worden opgenomen en hij draagt er zorg voor dat degenen die betrokken zijn bij het ontwerpen van het aangepaste    onderwijs- en begeleidingsprogramma en de inrichting van de praktijktijd dan wel de arbeid van lichte aard tijdig over de gemaakte afspraken worden geïnformeerd.

    • 4.

      De leerplichtambtenaar draagt er zorg voor dat het programma op voor hen begrijpelijke wijze aan de ouders en de jongere wordt uitgelegd en hij draagt er zorg voor dat de ouders het verzoek tot het toestaan van vervangende leerplicht ondertekenen en indienen.

    • 5.

      De leerplichtambtenaar informeert de Arbeidsinspectie over de toestemming voor  vervangende leerplicht die op grond van artikel 3b is verleend.

Artikel 10 Vrijstelling van de leerplicht wegens het volgen van ander onderwijs

  • (artikel 4a en 15 Leerplichtwet)

    • 1.

      De leerplichtambtenaar besluit namens het college  op een aanvraag tot toepassing van de vrijstelling als bedoeld in artikel 15 van de wet.

    • 2.

      Bij de beoordeling of de jongere op andere wijze voldoende onderwijs geniet, slaat de leerplichtambtenaar acht op:

    • - de vraag of het onderwijs bijdraagt aan het bereiken van een startkwalificatie; en

    • - de vraag of de hoeveelheid tijd die met het onderwijs is gemoeid in redelijke verhouding staat tot de omvang van het onderwijs bij een programma krachtens de leerplicht.

Artikel 11 Vrijstelling van de inschrijvingsplicht

  • (artikel 5 aanhef en onder a, b en c, artikelen 6, 7, 8 en 9 Leerplichtwet).

     

    • 1.

      De leerplichtambtenaar neemt de kennisgeving als bedoeld in artikel 6 van de wet in  ontvangst. Hij zendt de ouders een ontvangstbe-vestiging waarin hij meedeelt op welke termijn de ouders een bericht zullen ontvangen over de ontvankelijkheid van het       beroep op vrijstelling.

    • 2.

      Indien het vermoeden bestaat dat ouders een beroep willen doen op de grond bedoeld in artikel 5 onder a van de wet,  probeert de leerplichtambtenaar te bewerkstelligen dat   de aangewezen deskundige binnen 20 werkdagen de jongere onderzoekt en een       schriftelijke verklaring over de geschiktheid van de jongere geeft.

    • 3.

      Indien de kennisgeving betrekking heeft op de grond bedoeld in artikel 5 onder a, dan is de termijn voor een bericht aan de ouders binnen 10 werkdagen na ontvangst van de verklaring van de deskundige.

    • 4.

      Indien de ouders een beroep willen doen op de grond bedoeld in artikel 5 onder b, dan is de termijn voor een bericht aan de ouders ten hoogste 20 werkdagen. Als gegronde redenen aanwezig zijn voor een langere termijn, dan deelt de leerplichtambtenaar deze termijn binnen 20 dagen aan de ouders mee.

    • 5.

      Indien de ouders een beroep doen op de grond bedoeld in artikel 5 onder b, dan onderzoekt de leerplichtambtenaar de bij de kennisgeving overgelegde bescheiden. Hij/zij nodigt de ouders uit voor een mondelinge toelichting op het beroep. Hij/zij       onderzoekt of de bedenkingen daadwerkelijk de richting van het onderwijs betreffen. De leerplichtambtenaar gaat na of de jongere eerder op een school of instelling ingeschreven is geweest.

    • 6.

      In het bericht aan de ouders, bedoeld in het eerste lid, deelt de leerplichtambtenaar aan de ouders mee of de ontvangen kennisgeving voldoet aan de eisen van de Leerplichtwet. Hij deelt tevens de gevolgen mee die verbonden zijn aan het al dan niet       voldoen aan de eisen van de Leerplichtwet.

    • 7.

      Indien de kennisgeving niet aan de eisen van de Leerplichtwet voldoet, geeft de leerplichtambtenaar de ouders een redelijke termijn, die doorgaans niet langer is dan 20 werkdagen om de jongere alsnog in te schrijven op een school of instelling.

    • 8.

      Indien de kennisgeving wel aan de eisen van de wet Leerplicht voldoet, deelt de leerplichtambtenaar aan de ouders mee voor welke periode de vrijstelling geldt en voor welke datum zij een kennisgeving moeten indienen indien zij opnieuw een beroep op een vrijstellingsgrond willen doen.

    • 9.

      Indien de kennisgeving betrekking heeft op de grond bedoeld in artikel 5 onder c, en de omstandigheden zijn van dien aard dat (nog) geen verklaring van de directeur van de buiten Nederland gelegen school of inrichting van onderwijs kan worden overlegd, dan deelt de leerplichtambtenaar aan de ouders mee op welke wijze, en op    welk moment, door hen zal moeten worden aangetoond dat de jongere in het buitenland onderwijs heeft gevolgd.

    • 10.

      De leerplichtambtenaar informeert de Arbeidsinspectie over de vrijstelling van de inschrijvingsplicht als deze betrekking heeft op jongeren die 16 jaar of ouder zijn.

     

Artikel 12 Bepalen of een onderwijsvoorziening een school is in de zin van de Leerplichtwet

  • (artikelen 1a,1 lid, 1a1 en 22 lid 4 Leerplichtwet

     

    • 1.

      Indien ouders aangeven dat zij voldoen aan hun verplichtingen volgens de Leerplichtwet doordat hun kind gebruik maakt van een niet uit de openbare kas bekostigde of aangewezen onderwijsvoorziening, dan neemt de leerplichtambtenaar contact op met de inspectie van het onderwijs met het verzoek een onderzoek in te stellen en binnen een in het verzoek aangegeven termijn een advies uit te brengen over de vraag of de onderwijsvoorziening kan worden beschouwd als een school in de zin van de Leerplichtwet.

    • 2.

      De leerplichtambtenaar volgt het advies van de onderwijsinspectie.

    • 3.

      Indien een school niet voldoet aan de criteria van de Leerplichtwet en niet langer een school in de zin van de wet is, stelt de leerplichtambtenaar de ouders van de leerlingen van de      onderwijsvoorziening binnen 7 dagen schriftelijk op de hoogte van het feit dat de onderwijsvoorziening niet langer een school is als bedoeld in de wet, of verzekert  hij er zich van dat de onderwijsvoorziening de ouders daarvan schriftelijk op de hoogte      heeft gesteld.

Artikel 13 Aanwijzing deskundige

  • (artikel 7 Leerplichtwet)

    De leerplichtambtenaar doet aan het college, telkens wanneer dat nodig is, een voorstel tot aanwijzing van een arts, pedagoog of psycholoog die een verklaring over de geschiktheid tot toelating op een school of instelling afgeeft.

Artikel 14 Melding aan de Raad voor de Kinderbescherming

  • (artikel 22, lid 5 Leerplichtwet)

    Indien de leerplichtambtenaar een proces-verbaal tegen de jongere in verband met relatief verzuim aan de Officier van Justitie zendt, ontvangt de Raad voor de Kinderbescherming een afschrift van dit proces-verbaal.

Artikel 15 Zorgmelding aan Bureau Jeugdzorg

Indien de (MBO) leerplichtambtenaar bij een onderzoek komt tot het vermoeden van verwaarlozing van de belangen van een kind, kan hij een rapport van zijn bevindingen naar het Bureau Jeugdzorg sturen (de zorgmelding) met het verzoek om een onderzoek te doen. Hij deelt zijn beslissing om een zorgmelding aan het Bureau Jeugdzorg te zenden in beginsel mee aan de betrokken ou­ders. Hij neemt het rapport op in het leerling-dossier.