Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sociaal

Beleidsregels 'Ik-doe-mee-premie' Drechtsteden

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSociaal
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingBeleidsregels 'Ik-doe-mee-premie' Drechtsteden
CiteertitelBeleidsregels 'Ik-doe-mee-premie' Drechtsteden
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 4:83 van de Algemene wet bestuursrecht
  3. artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht
  4. artikel 10a van de Wet werk en bijstand
  5. artikel 31 van de Participatiewet
  6. Verordening werk en inkomen Alblasserdam
  7. Verordening werk en inkomen Dordrecht
  8. Verordening werk en inkomen Hardinxveld- Giessendam
  9. Verordening werk en inkomen Hendrik-Ido-Ambacht
  10. Verordening werk en inkomen Papendrecht
  11. Verordening werk en inkomen Sliedrecht
  12. Verordening werk en inkomen Zwijndrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-11-2023nieuwe regeling

13-11-2023

bgr-2023-1114

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels 'Ik-doe-mee-premie' Drechtsteden

Het Dagelijks Bestuur,

 

overwegende dat

het gewenst is om beleidsregels vast te stellen omtrent een 'Ik-doe-mee-premie', omdat hiermee bijstandsgerechtigden, inwoners met een IOAW of IOAZ-uitkering en nuggers die zich gemeld hebben voor een re-integratietraject, ondersteund en gestimuleerd kunnen worden bij hun participatie en re-integratie;

 

omdat hiermee duidelijkheid gegeven kan worden voor de uitvoering en voor de inwoner over het gebruik van de bevoegdheden en de hierin te nemen belangenafwegingen;

 

 

gelet op

  • artikel 4:81 lid 1, artikel 4:83 en artikel 1:3 lid 4 Algemene wet bestuursrecht (Awb);

  • artikel 10a, lid 6, artikel 31, lid 2, onderdeel j en k van de Participatiewet;

  • artikel 2.15 van de Verordening werk en inkomen van de gemeenten Dordrecht, Zwijndrecht, Sliedrecht, Papendrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Hardinxveld-Giessendam en Alblasserdam;

de afstemming met de Stichting cliëntenraad regio Drechtsteden, waaraan de beleidsregels zijn gezonden met verzoek om advies;

 

b e s l u i t:

 

vast te stellen, de navolgende Beleidsregels 'Ik-doe-mee-premie' Drechtsteden.

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    Belanghebbende(n): de persoon behorend tot de doelgroep die woonachtig is binnen de Drechtsteden een aanspraak maakt op voorziening(en) of aan wie voorziening(en) wordt aangeboden en partner indien van toepassing;

  • b.

    Drechtsteden: de gemeenten Alblasserdam, Dordrecht, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht;

  • c.

    Ioaw: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

  • d.

    Ioaz: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

  • e.

    Nugger(s): niet-uitkeringsgerechtigde(n).

 

Artikel 2. Doelgroep

  • 1.

    In aanmerking voor de 'Ik-doe-mee-premie' komt de belanghebbende(n) die voldoet aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      de belanghebbende(n) is woonachtig binnen de Drechtsteden; en

    • b.

      de belanghebbende(n) verricht onbetaalde activiteiten in het kader van activering middels participatieplekken en/of vrijwilligerswerkplekken; en

    • c.

      de belanghebbende(n) behoort tot de doelgroep van de Participatiewet of is een nugger die zich gemeld heeft voor een re-integratietraject; en

    • d.

      de belanghebbende(n) ontvangt een (aanvullende) uitkering krachtens de Participatiewet, Ioaw, Ioaz of is nugger die zich gemeld heeft voor een re-integratietraject; en

    • e.

      de belanghebbende(n) heeft toestemming van de GR Sociaal om de onbetaalde activiteiten met behoud van uitkering te verrichten; en

    • f.

      de belanghebbende(n) heeft een inkomen dat niet hoger is dan 110% van het wettelijk sociaal minimum.

  • 2.

    In aanvulling op het eerste lid gelden voor Ioaw-klanten, Ioaz-klanten en nuggers de volgende criteria: het vermogen bedraagt niet meer dan de grenzen genoemd in artikel 34, derde lid van de Participatiewet.

     

Artikel 3. Activiteiten

  • 1.

    Onbetaalde activiteiten in het kader van dit artikel is het geheel van activiteiten uitgevoerd door een belanghebbende(n), zonder salaris, bij een organisatie met een maatschappelijk doel, hetzij voor andere individuen, groepen of de samenleving in haar geheel en zonder familiaire banden.

  • 2.

    De onbetaalde activiteiten zijn voorafgaand aan de aanvraag gedurende minimaal zes maanden voor gemiddeld minimaal vier uur per week verricht.

  • 3.

    Tussen de organisatie waar de activiteiten worden uitgevoerd en de belanghebbende(n) is een overeenkomst opgemaakt, waarin de taken van belanghebbende(n) en de omvang van de activiteiten zijn vastgelegd.

  • 4.

    De onbetaalde activiteiten vormen geen belemmering voor werkaanvaarding, en/of het volgen van een re-integratietraject, maar dragen hieraan bij.

 

Artikel 4. Hoogte en verstrekking

  • 1.

    De hoogte van de premie bedraagt maximaal € 250,- per persoon per twaalf maanden.

  • 2.

    De premie wordt op aanvraag verstrekt.

  • 3.

    De premie staat los van, en wordt niet in mindering gebracht op eventuele andere tegemoetkomingen zoals een onkostenvergoeding, bonussen en een Persoonlijk Minimabudget, die de belanghebbende(n) op grond van de Participatiewet ontvangt, met inachtneming van de maximale vrijstellingsbedragen zoals die in artikel 31 van de Participatiewet staan vermeld.

  • 4.

    De belanghebbende(n) is zelf verantwoordelijk voor het afstemmen van het verrichten van vrijwilligerswerk met een eventuele andere uitkeringsinstantie en de Belastingdienst in verband met mogelijke consequenties voor het bepalen van het inkomen.

 

Artikel 5. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

  • 1.

    Het Dagelijks Bestuur kan, indien de toepassing van bepalingen in deze beleidsregels in de individuele situatie tot onbillijkheden van overwegende aard leidt voor zover het de bevoegdheid betreft die voortvloeit uit deze beleidsregels, afwijken van deze beleidsregels.

  • 2.

    In gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien, beslist het Dagelijks Bestuur.

 

Artikel 6. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking op de dag na de bekendmaking, onder intrekking van de Beleidsregels 'Ik-doe-mee-premie' Drechtsteden vastgesteld op 28 augustus 2023.

  • 2.

    Deze beleidsregels worden aangehaald als Beleidsregels 'Ik-doe-mee-premie' Drechtsteden.

 

 

Aldus besloten in de vergadering van het Dagelijks Bestuur van 13 november 2023,

drs. D.J. van Maanen, drs. P.J. Heijkoop

secretaris, voorzitter