Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Amsterdamse culturele infrastructuur, hoofdlijnen en kunstenplan 2023 |
Citeertitel | Verordening Amsterdamse culturele infrastructuur, Hoofdlijnen en Kunstenplan 2023 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 149 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-11-2023 | nieuwe regeling | 09-11-2023 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze subsidieverordening wordt verstaan onder:
Hoofdstuk 2 Totstandkoming van het Kunstenplan en de rolverdeling tussen de verschillende hierbij betrokken partijen
Het college verstrekt de kunstraad in verband met zijn adviestaak informatie betreffende de zakelijke kwaliteit van een aanvrager, financiële aandachtspunten en de aangevraagde subsidie voor het meerjarenonderhoudsplan aan de hand van door de aanvrager overgelegde jaarrekeningen, meerjarenbegrotingen en meerjarenonderhoudsplan.
De Verordening Amsterdamse culturele infrastructuur, Hoofdlijnen en Kunstenplan 2019 blijft van toepassing op subsidies die op grond van die verordening zijn verleend. De hiervoor bedoelde verordening vervalt met ingang van de achtste dag na die waarop de laatste subsidie die op grond van die verordening is verleend, is vastgesteld.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 9 november 2023
De voorzitter
Femke Halsema
De raadsgriffier
Jolien Houtman
bij de Verordening Amsterdamse culturele infrastructuur, Hoofdlijnen en Kunstenplan 2023
De Verordening Amsterdamse culturele infrastructuur, Hoofdlijnen en Kunstenplan 2023 is de opvolger van de huidige Verordening Amsterdamse culturele infrastructuur, Hoofdlijnen en Kunstenplan 2019. In de gewijzigde verordening wordt, net als bij haar voorganger in het algemeen ingegaan op de wijze van totstandkoming van het Kunstenplan en de rolverdeling tussen de verschillende hierbij betrokken instellingen.
Het college kan begrotingspostsubsidies verlenen aan de culturele instellingen die in de Hoofdlijnen zijn aangewezen. Andere culturele instellingen kunnen subsidie aanvragen bij het Amsterdams Fonds voor de Kunst (AFK).
De Hoofdlijnen 2025-2028 bevatten het beleidskader voor de komende Kunstenplanperiode waarin tevens omschreven wordt op welke wijze een culturele instelling voor subsidie in aanmerking kan komen. Daarbij worden in de Hoofdlijnen de beoordelingscriteria, zoals genoemd in artikel 2 van deze verordening, nader uitgewerkt en wordt aangeven op welke wijze deze dienen te worden toegepast. De toelichting op deze verordening is dan ook grotendeels te vinden in de Hoofdlijnen.
AFK besluit binnen de door de raad en het college gestelde kaders zelfstandig over aanvragen om subsidies die zijn aangevraagd op basis van de vierjarige subsidieregeling en de projectsubsidieregeling. Deze regelingen worden door het college vastgesteld. Het AFK is niet bevoegd tot het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften. Dit volgt uit de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak inzake SCE- Eindhoven. Het AFK wordt geattribueerd subsidie te verstrekken op basis van de subsidieregelingen die het college - op voordracht van het AFK - vaststelt.
AFK is tevens bevoegd tot het in eigen naam afhandelen van bezwaarschriften naar aanleiding van door het AFK afgegeven subsidiebesluiten.
De gemeenteraad acht het van belang dat AFK alleen subsidies toekent binnen het inhoudelijke en financiële kader van de Hoofdlijnen en vindt het voorts van belang dat aanvragers en derden dezelfde rechtsbeschermingsmogelijkheden behouden als voorheen. Om dat te realiseren moet het AFK als bestuursorgaan in de zin van artikel 1:1, eerste lid, aanhef en onder b van de Algemene wet bestuursrecht functioneren. Het AFK kan - functionerend als bestuursorgaan - subsidies verstrekken in de zin van de subsidietitel van de Awb, met alle rechtsbeschermingsmogelijkheden voor aanvragers en derde belanghebbenden van dien.
De gemeente baseert zich hiermee op de lijn die de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft uitgezet in zijn uitspraak van 17-09-2014, ECLI:NL:RVS:2014:3394. Hierin heeft de Raad van State bepaald dat privaatrechtelijke rechtspersonen die geldelijke uitkeringen voorzieningen aan derden verstrekken (zoals AFK), aangemerkt kunnen worden als bestuursorgaan in de zin van artikel 1:1, eerste lid, aanhef en onder b, ook als geen openbaar gezag bij wettelijk voorschrift wordt toegekend.
Hierbij dient te worden voldaan aan twee cumulatieve eisen:
Aan beide eisen wordt in het geval van het AFK voldaan. Met betrekking tot de eerste eis geldt dat de regelingen die AFK voordraagt, door het college worden vastgesteld. Aan de tweede eis wordt ook voldaan, aangezien de gemeente de subsidies die het AFK in dit kader verstrekt volledig financiert.