Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Amsterdam

Verordening Amsterdamse culturele infrastructuur, hoofdlijnen en kunstenplan 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAmsterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Amsterdamse culturele infrastructuur, hoofdlijnen en kunstenplan 2023
CiteertitelVerordening Amsterdamse culturele infrastructuur, Hoofdlijnen en Kunstenplan 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 149 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-11-2023nieuwe regeling

09-11-2023

gmb-2023-497575

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Amsterdamse culturele infrastructuur, hoofdlijnen en kunstenplan 2023

De raad van de gemeente Amsterdam,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 oktober 2023,

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet,

 

besluit de volgende verordening vast te stellen:

 

Verordening Amsterdamse culturele infrastructuur, hoofdlijnen en kunstenplan 2023

 

1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze subsidieverordening wordt verstaan onder:

 

a.

AFK

Amsterdams Fonds voor de Kunst;

b.

kunstraad

Amsterdamse Kunstraad;

c.

college

college van burgemeester en wethouders van Amsterdam;

d.

Contouren

de vooruitblik op een komende Kunstenplanperiode met een korte beschrijving van de beleidsdoelstellingen die de basis vormt voor gesprekken met de cultuursector;

e.

Amsterdamse culturele infrastructuur

het samenhangend geheel van door de gemeente Amsterdam en het AFK gesubsidieerde instellingen die samen een belangrijk deel van het culturele leven van Amsterdam bepalen;

f.

gemeenteraad

gemeenteraad van Amsterdam;

g.

Hoofdlijnen

de door de gemeenteraad vastgestelde nota waarin het inhoudelijke beleid ten aanzien van de kunst en cultuur, de cultuurpolitieke doelen en het financiële kader voor een periode van vier jaar uiteen is gezet;

h.

inrichtingseisen

de door de gemeenteraad vastgestelde eisen behorende bij de Hoofdlijnen over de wijze waarop een aanvraag wordt ingediend en welke informatie door een culturele instelling dient te worden verstrekt bij de aanvraag;

i.

Kunstenplan

de door de gemeenteraad ter uitwerking van de Hoofdlijnen vastgestelde nota over het gemeentelijk beleid en een overzicht van de door het college en door het AFK te subsidiëren instellingen;

j.

culturele instelling

professionele instelling met rechtspersoonlijkheid gevestigd in Amsterdam die binnen de gemeente Amsterdam activiteiten uitvoert op het gebied van kunst en cultuur;

k.

Kunstenplanperiode

vierjaarlijkse periode waarbinnen subsidie kan worden verstrekt aan culturele instellingen door het college en het AFK;

l.

Verkenning

het door de kunstraad halverwege de kunstenplanperiode geschetst beeld van het culturele landschap, aanwezige functies en hun spreiding binnen de stad, een overzicht van de sterkten en zwakten binnen de cultuursector, de relatie met andere portefeuilles en stadsdelen.

Hoofdstuk 2 Totstandkoming van het Kunstenplan en de rolverdeling tussen de verschillende hierbij betrokken partijen

Artikel 2 Verkenning, Contouren en Hoofdlijnen

  • 1.

    Op grond van de Verordening op de Amsterdamse Kunstraad stelt de kunstraad halverwege de Kunstenplanperiode de Verkenning op.

  • 2.

    Het college heeft, volgend op de Verkenning, tot taak om de Contouren op te stellen.

  • 3.

    Het college stelt uiterlijk twee maanden voorafgaand aan de termijn waarin de vierjarige Kunstenplansubsidies kunnen worden aangevraagd met inachtneming van de Verkenning en de Contouren, de Hoofdlijnen op en legt deze ter vaststelling voor aan de gemeenteraad.

  • 4.

    De Hoofdlijnen bevatten in ieder geval:

    • a.

      de beleidsdoelstellingen binnen de culturele infrastructuur ter realisatie waarvan activiteiten voor subsidie in aanmerking komen;

    • b.

      een lijst van de culturele instellingen die een aanvraag kunnen doen voor een begrotingspost subsidie in de zin van artikel 4:23 lid 3 onder c van de Awb; in het kader van het Kunstenplan bij de gemeente;

    • c.

      de criteria en de uitwerking daarvan die bij de beoordeling van de subsidieaanvragen gehanteerd worden;

    • d.

      het financieel kader waarbinnen de subsidieverstrekking geschiedt en

    • e.

      de subsidieregelingen en op basis waarvan subsidies in het kader van het Kunstenplan worden verstrekt.

  • 5.

    Voorafgaand aan het eerste jaar van de Kunstenplanperiode informeert het college de gemeenteraad ter kennisname over de subsidies die het college aan culturele instellingen verstrekt en over de subsidies die het AFK op grond van de Hoofdlijnen en de daarbij behorende regelingen verstrekt.

  • 6.

    Het college kan de termijn als bedoeld in het derde lid, met ten hoogste een maand verlengen.

Artikel 3 De kunstraad

  • 1.

    De kunstraad is een adviescommissie ingesteld op grond van artikel 84 van de Gemeentewet, die het college en de gemeenteraad adviseert op verzoek of uit eigen beweging, over het te voeren beleid op het gebied van kunst en cultuur en over wet- en regelgeving.

  • 2.

    De Verordening op de Amsterdamse Kunstraad is op de taken, de bevoegdheden, de samenstelling en de werkwijze van de kunstraad van toepassing.

  • 3.

    De kunstraad adviseert het college over de subsidieaanvragen van de culturele instellingen die onder verantwoordelijkheid vallen van de gemeente.

Artikel 4 Het AFK

  • 1.

    Het AFK is bevoegd om, binnen het kader van de Hoofdlijnen, te besluiten over het verstrekken van subsidies ingevolge de regelingen die het college op grond van het tweede lid vaststelt.

  • 2.

    Het college is bevoegd subsidieregelingen, binnen het kader van de Hoofdlijnen, vast te stellen. Het AFK doet hiervoor een voordracht. Deze regelingen maken onderdeel uit van de Hoofdlijnen.

  • 3.

    Het college stelt het subsidieplafond vast voor de regelingen als bedoeld in het tweede lid. Het AFK is bevoegd om deelplafonds vast te stellen.

  • 4.

    Na de besluitvorming over de subsidieaanvragen informeert het college de gemeenteraad ter kennisname over de door het AFK gehonoreerde en afgewezen subsidieaanvragen.

Artikel 5 Advies kunstraad

  • 1.

    De kunstraad beoordeelt de aanvragen van de instellingen die worden genoemd in de Hoofdlijnen aan de hand van de criteria zoals genoemd in de Hoofdlijnen en adviseert het college over de mate waarin een instelling voldoet aan de criteria en over de hoogte van de subsidieverlening.

  • 2.

    Het college verstrekt de kunstraad in verband met zijn adviestaak informatie betreffende de zakelijke kwaliteit van een aanvrager, financiële aandachtspunten en de aangevraagde subsidie voor het meerjarenonderhoudsplan aan de hand van door de aanvrager overgelegde jaarrekeningen, meerjarenbegrotingen en meerjarenonderhoudsplan.

  • 3.

    Mocht de aanvraag naar de mening van de kunstraad inhoudelijk niet aan een of meerdere van de gestelde eisen voldoen, dan wordt de aanvrager door de kunstraad een redelijke termijn gegund om de aanvraag aan te passen.

Hoofdstuk 3 Slotbepaling

Artikel 6 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van publicatie in het Gemeenteblad.

  • 2.

    De eerste Kunstenplanperiode waarop deze verordening van toepassing is, vangt aan op 1 januari 2025.

  • 3.

    De Verordening Amsterdamse culturele infrastructuur, Hoofdlijnen en Kunstenplan 2019 blijft van toepassing op subsidies die op grond van die verordening zijn verleend. De hiervoor bedoelde verordening vervalt met ingang van de achtste dag na die waarop de laatste subsidie die op grond van die verordening is verleend, is vastgesteld.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening Amsterdamse culturele infrastructuur, Hoofdlijnen en Kunstenplan 202

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 9 november 2023

De voorzitter

Femke Halsema

De raadsgriffier

Jolien Houtman

Toelichting

bij de Verordening Amsterdamse culturele infrastructuur, Hoofdlijnen en Kunstenplan 2023

 

Algemeen

 

De Verordening Amsterdamse culturele infrastructuur, Hoofdlijnen en Kunstenplan 2023 is de opvolger van de huidige Verordening Amsterdamse culturele infrastructuur, Hoofdlijnen en Kunstenplan 2019. In de gewijzigde verordening wordt, net als bij haar voorganger in het algemeen ingegaan op de wijze van totstandkoming van het Kunstenplan en de rolverdeling tussen de verschillende hierbij betrokken instellingen.

 

Het college kan begrotingspostsubsidies verlenen aan de culturele instellingen die in de Hoofdlijnen zijn aangewezen. Andere culturele instellingen kunnen subsidie aanvragen bij het Amsterdams Fonds voor de Kunst (AFK).

 

De Hoofdlijnen 2025-2028 bevatten het beleidskader voor de komende Kunstenplanperiode waarin tevens omschreven wordt op welke wijze een culturele instelling voor subsidie in aanmerking kan komen. Daarbij worden in de Hoofdlijnen de beoordelingscriteria, zoals genoemd in artikel 2 van deze verordening, nader uitgewerkt en wordt aangeven op welke wijze deze dienen te worden toegepast. De toelichting op deze verordening is dan ook grotendeels te vinden in de Hoofdlijnen.

 

Het AFK

AFK besluit binnen de door de raad en het college gestelde kaders zelfstandig over aanvragen om subsidies die zijn aangevraagd op basis van de vierjarige subsidieregeling en de projectsubsidieregeling. Deze regelingen worden door het college vastgesteld. Het AFK is niet bevoegd tot het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften. Dit volgt uit de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak inzake SCE- Eindhoven. Het AFK wordt geattribueerd subsidie te verstrekken op basis van de subsidieregelingen die het college - op voordracht van het AFK - vaststelt.

 

AFK is tevens bevoegd tot het in eigen naam afhandelen van bezwaarschriften naar aanleiding van door het AFK afgegeven subsidiebesluiten.

 

De gemeenteraad acht het van belang dat AFK alleen subsidies toekent binnen het inhoudelijke en financiële kader van de Hoofdlijnen en vindt het voorts van belang dat aanvragers en derden dezelfde rechtsbeschermingsmogelijkheden behouden als voorheen. Om dat te realiseren moet het AFK als bestuursorgaan in de zin van artikel 1:1, eerste lid, aanhef en onder b van de Algemene wet bestuursrecht functioneren. Het AFK kan - functionerend als bestuursorgaan - subsidies verstrekken in de zin van de subsidietitel van de Awb, met alle rechtsbeschermingsmogelijkheden voor aanvragers en derde belanghebbenden van dien.

 

De gemeente baseert zich hiermee op de lijn die de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft uitgezet in zijn uitspraak van 17-09-2014, ECLI:NL:RVS:2014:3394. Hierin heeft de Raad van State bepaald dat privaatrechtelijke rechtspersonen die geldelijke uitkeringen voorzieningen aan derden verstrekken (zoals AFK), aangemerkt kunnen worden als bestuursorgaan in de zin van artikel 1:1, eerste lid, aanhef en onder b, ook als geen openbaar gezag bij wettelijk voorschrift wordt toegekend.

 

Hierbij dient te worden voldaan aan twee cumulatieve eisen:

  • 1.

    de inhoudelijke criteria voor het verstrekken van geldelijke uitkeringen of voorzieningen worden in beslissende mate bepaald door een bestuursorgaan van de gemeente (gemeenteraad - Hoofdlijnennota en college - regelingen).

  • 2.

    de verstrekking van deze uitkeringen of voorzieningen worden in overwegende mate, dat wil zeggen in beginsel voor twee derden of meer, gefinancierd door een of meerdere bestuursorganen.

Aan beide eisen wordt in het geval van het AFK voldaan. Met betrekking tot de eerste eis geldt dat de regelingen die AFK voordraagt, door het college worden vastgesteld. Aan de tweede eis wordt ook voldaan, aangezien de gemeente de subsidies die het AFK in dit kader verstrekt volledig financiert.