Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nieuwkoop

Verordening op de gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Nieuwkoop 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNieuwkoop
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Nieuwkoop 2023
CiteertitelVerordening op de gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Nieuwkoop 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening op de Erfgoedcommissie gemeente Nieuwkoop 2018.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 108 van de Gemeentewet
  2. artikel 149 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

13-10-2022

gmb-2023-496752

183418

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Nieuwkoop 2023

De raad van de gemeente Nieuwkoop;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 september 2022;

 

gelet op de artikelen 108 en 149 van de Gemeentewet en afdeling 17.2 van de Omgevingswet;

 

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

 

Verordening op de gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Nieuwkoop 2023.

 

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    commissie: gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in artikel 17.9 van de wet, genaamd Adviescommissie omgevingskwaliteit gemeente Nieuwkoop 2023.

  • -

    goede omgevingskwaliteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.3 van de wet;

  • -

    wet : de Omgevingswet.

Paragraaf 2. Adviestaak

Artikel 2. Taak en werkzaamheden

  • 1.

    De commissie heeft als taak de raad en burgemeester en wethouders te adviseren bij de uitoefening van hun taken en bevoegdheden op grond van de wet. Daaronder wordt in elk geval begrepen het geven van voorlichting over de doelstelling van een goede omgevingskwaliteit en over de werkzaamheden van de commissie.

  • 2.

    Ter uitvoering van haar taak:

    • a.

      adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders over een aanvraag om of een ontwerpbesluit voor een omgevingsvergunning voor:

      • 1.

        een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een monument;

      • 2.

        een omgevingsplanactiviteit die betrekking heeft op een voorbeschermd gemeentelijk monument of een gemeentelijk monument of beschermd dorpsgezicht;

      • 3.

        een omgevingsplanactiviteit in geval de commissie in het omgevingsplan als adviseur is aangewezen;

      • 4.

        een andere activiteit in geval burgemeester en wethouders een advies nodig achten met het oog op het bereiken en in stand houden van een goede omgevingskwaliteit;

    • b.

      adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders over het door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aanwijzen van een onroerende zaak als rijksmonument ingevolge artikel 3.1, tweede lid, van de Erfgoedwet of over het aan een locatie geven van de functieaanduiding gemeentelijk monument op grond van artikel 4.2, eerste lid, van de wet;

    • c.

      adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders of uit eigen beweging over het ontwikkelen van beleid inclusief omgevingsvisie, omgevingsplan en maatwerkregels voor de omgevingskwaliteit;

    • d.

      adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders in een geval van een verkenning als bedoeld in artikel 5.48, tweede lid, van de wet en in andere gevallen waarin burgemeester en wethouders een advies nodig achten in verband met een verkenning van een mogelijk bestaande of toekomstige opgave in de fysieke leefomgeving;

    • e.

      informeert en begeleidt de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders planindieners en ontwerpers gedurende het ontwerpproces;

    • f.

      voert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders vooroverleg met planindieners over een in te dienen aanvraag om een omgevingsvergunning;

    • g.

      adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders over het stellen van maatwerkvoorschriften in verband met het uiterlijk van bouwwerken, de zorg voor cultureel erfgoed en andere zaken die de omgevingskwaliteit betreffen;

    • h

      adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders bij de behandeling van subsidieverzoeken voor gemeentelijke monumenten.

Paragraaf 3. Aanwijzing van besluiten waarover verplicht advies moet worden gevraagd

Artikel 3. Verplichte advisering

Burgemeester en wethouders winnen advies van de commissie in omtrent een te nemen beslissing als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder a, onderdelen 1 ̊tot en met 3 ̊, en onder b en h.

 

Paragraaf 4. Samenstelling en inrichting

Artikel 4. Centrale erfgoedcommissie

  • 1.

    De raad benoemt de centrale adviescommissie van stichting ‘Dorp, Stad en Land’ tot haar commissie en mandateert de bevoegdheid aan het college om de commissie aan te vullen met maximaal twee burgerleden.

  • 2.

    Het mandaat aan de commissie van stichting ‘Dorp, Stad & Land’ geldt voor onbepaalde tijd.

  • 3.

    De commissie telt gelet op artikel 17.9, eerste lid, van de wet enkele leden deskundig op het gebied van de monumentenzorg.

  • 4.

    De disciplines die de leden in gezamenlijkheid vertegenwoordigen zijn: cultuurhistorie, bouw- en architectuurhistorie, restauratiearchitectuur, landschap, stedenbouw, architectuur en archeologische monumentenzorg.

  • 5.

    De commissie kan onverminderd het bepaalde in artikel 17.9, eerste lid, van de wet en artikel 2, derde lid, de advisering over een aanvraag om een omgevingsvergunning of over de voorbereiding van een andere beschikking onder verantwoordelijkheid van de commissie overlaten aan een of meer daartoe aangewezen leden, of een subcommissie.

  • 6.

    De leden zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur.

Artikel 5. Burgerleden

  • 1.

    Een burgerlid kan benoemd worden voor een periode van vier jaar met de mogelijkheid tot herbenoeming voor maximaal één periode.

  • 2.

    De burgerleden bezitten onder andere deskundigheid op het gebied van cultuurhistorie, kunsthistorie, architectuurhistorie, historische stedenbouw, restauratiekunde, archeologie, architectuur, bouwkunst, bouwkunde, bouwgeschiedenis en/of lokale geschiedenis.

  • 3.

    De burgerleden zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur.

Artikel 6. Ondersteuning van de commissie

  • 1.

    De commissie wordt ambtelijk ondersteund door een of meerdere ambtelijke medewerkers.

  • 2.

    Een van de leden zorgt voor verslaglegging/ secretariaat hierbij ondersteund door Dorp, Stad en Land en/of een of meerdere ambtelijke medewerkers.

  • 3.

    Deze zijn voor hun werkzaamheden voor de commissie uitsluitend verantwoording schuldig aan de commissie.

 

Paragraaf 5. Advisering en standpuntbepaling

Artikel 7. Adviestermijn

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen aangeven binnen welke termijn een advies wordt verwacht.

  • 2.

    In geval burgemeester en wethouders geen termijn hebben gesteld brengt de commissie advies uit binnen een termijn van vier weken.

Artikel 8. Beraadslaging en standpuntbepaling

  • 1.

    De vergaderingen waarin een of meer adviezen over aanvragen om omgevingsvergunning door of namens de commissie worden vastgesteld zijn openbaar. De agenda voor de vergadering van de commissie wordt op een geschikte wijze bekendgemaakt. Indien burgemeester en wethouders – al dan niet op verzoek van de aanvrager – een verzoek doen tot niet-openbare behandeling, dan dienen burgemeester en wethouders daaraan klemmende redenen op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur ten grondslag te leggen. De openbaarheid geldt zowel voor de beraadslagingen, de beoordeling als de adviezen. De openbaarheid geldt niet voor informeel vooroverleg of bij de beleidsgerichte, opgavegerichte of ontwerpgerichte advisering.

  • 2.

    De aanvrager van de omgevingsvergunning of zijn gemachtigde heeft de mogelijkheid tot toelichting van de aanvraag ten overstaan van de commissie. Een belanghebbende heeft alleen in toelichtende zin spreekrecht in de door de commissie gehouden openbare vergadering. Tijdens de beraadslagingen is er geen spreekrecht.

Artikel 9. Adviseurs

  • 1.

    De commissie kan zich voor het inwinnen van inlichtingen wenden tot ter zake kundige ambtenaren van de gemeente Nieuwkoop.

  • 2.

    De commissie kan zich laten bijstaan door andere personen, voor zover dat voor de vervulling van haar taak nodig is.

  • 3.

    De in het eerste en tweede lid bedoelde personen kunnen op uitnodiging van de commissie als adviseur deelnemen aan de beraadslagingen.

Artikel 10. Verwerking van het advies

In geval burgemeester en wethouders een beschikking geven in afwijking van het door de commissie uitgebrachte advies verzenden zij een afschrift van die beschikking aan de commissie.

 

Paragraaf 6. Werkwijze

Artikel 11. Reglement van orde

  • 1.

    De commissie stelt haar werkwijze binnen de kaders van deze verordening nader vast in een reglement van orde.

  • 2.

    In het reglement van orde komt ten minste aan de orde:

    • a.

      de werkwijze bij de advisering zoals genoemd in artikel 2, tweede lid, onder b, respectievelijk onder c;

    • b.

      de inrichting van het vooroverleg zoals genoemd in artikel 2, tweede lid, onder f;

    • c.

      de wijze waarop de agenda openbaar wordt gemaakt en belanghebbenden worden uitgenodigd;

    • d.

      het vereiste quorum voor een besluitvormende vergadering, de vergaderorde en orde van de beraadslaging;

    • e.

      de notulering;

    • f.

      de wijze waarop de adviezen openbaar worden gemaakt;

    • g.

      de instelling van subcommissies;

    • h.

      de werkwijze bij afdoening onder verantwoordelijkheid van de commissie als bedoeld in artikel 9;

    • i.

      de selectie en voordracht van kandidaat-leden.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders dragen zorg voor bekendmaking van het door de commissie vastgestelde reglement van orde.

Artikel 12. Relatie met andere adviseurs

Bij het aanstellen van een supervisor, een kwaliteitsteam of een andere adviseur op het gebied van de omgevingskwaliteit, niet zijnde een lid of een adviseur van de commissie dragen burgemeester en wethouders zorg voor een goede afstemming tussen de werkzaamheden van deze adviseur en de commissie. Indien gewenst kan een lid of adviseur van de commissie deelnemen aan een kwaliteitsteam, een intaketafel of een omgevingstafel enz.

Artikel 13. Vergoeding

De leden van de commissie en de adviseurs als bedoeld in artikel 10 , tweede lid die op voordracht van Dorp, Stad en Land zijn benoemd of door de commissie zijn gevraagd ontvangen voor hun werkzaamheden een vergoeding op grond van de tarieven zoals jaarlijks afgesproken met Dorp, Stad en Land. Commissieleden of adviseurs die door de gemeente zijn voorgesteld of gevraagd ontvangen een vergoeding op grond van hun afspraken met de gemeente.

 

Paragraaf 7. Jaarverslag

Artikel 14. Jaarverslag

  • 1.

    De commissie brengt jaarlijks voor 1 juni verslag als bedoeld in artikel 17.9, zesde lid, van de wet uit van haar werkzaamheden in het voorafgaande kalenderjaar.

  • 2.

    In het jaarverslag komt ten minste aan de orde:

    • a.

      de wijze waarop toepassing is gegeven aan de kaders als bedoeld in artikel 17.9, derde lid, van de wet;

    • b.

      de wijze waarop uitwerking is gegeven aan de openbaarheid van vergaderen.

  • 3.

    De commissie kan in haar jaarverslag aanbevelingen doen ten aanzien van het gemeentelijk omgevingskwaliteitsbeleid in het algemeen en de aanpassing van toetsingskaders (als bedoeld in artikel 17.9, derde lid, van de wet) in het bijzonder.

 

Paragraaf 8. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 15. Onvoorzienbaarheid

In alle gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, alsmede bij gerezen geschillen, beslist het college, na de commissie te hebben gehoord.

Artikel 16. Overgangsrecht

  • 1.

    De op grond van de Bouwverordening 2012 en de Erfgoedverordening gemeente Nieuwkoop 2018 benoemde leden worden geacht te zijn benoemd op grond van dit besluit. De termijn van ten hoogste vier jaar als bedoeld in artikel 5, eerste lid, loopt vanaf de datum van de benoeming op grond van de Bouwverordening 2012 en de Erfgoedverordening gemeente Nieuwkoop 2018.

  • 2.

    Als voor de inwerkingtreding van de wet een aanvraag om een besluit is ingediend, blijft het oude recht, met betrekking tot de commissies op het gebied van welstand en monumentenzorg van kracht, met dien verstande dat de gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit wordt geacht de in artikel 8 van de Woningwet, dan wel de in artikel 9.1, eerste lid, onder a, van de Erfgoedwet in samenhang met artikel 15 van de Monumentenwet 1988 bedoelde commissie te zijn.

Artikel 17. Vervallen en intrekking oude regeling

De Verordening op de Erfgoedcommissie gemeente Nieuwkoop 2018 wordt geacht te zijn ingetrokken op het moment dat de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Nieuwkoop 2023 in werking treedt.

Artikel 18. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag van inwerkingtreding van de Omgevingswet.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Nieuwkoop 2023.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 13 oktober 2022 (2022-096)

De voorzitter,

De griffier,