Organisatie | Texel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gronduitgifte verordening 2002 der gemeente Texel |
Citeertitel | Gronduitgifte verordening 2002 der gemeente Texel |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-11-2001 | nieuwe regeling | 13-11-2001 Texelse courant | Geen. |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingenHoofdstuk 2 Bepalingen voor koop en erfpachtHoofdstuk 3 Bepalingen voor koopHoofdstuk 4 Bepalingen voor erfpachtHoofdstuk 5 Bepalingen voor openbare inschrijvingenHoofdstuk 6 Bepalingen die uitdrukkelijk van kracht moeten worden verklaard- Groep bebouwing- Groep woningen- Groep bedrijven- Groep algemeenDe raad der gemeente Texel:gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 30 oktober 2001, nummer 18, inzake de aanpassing van de verordening houdende 'algemene voorwaarden voor de uitgifte van onroerende zaken door de gemeente Texel' aan de invoering van de euro;gezien het advies van commissie Financiën, Werken en Milieu van 18 oktober 2001; besluit:vast te stellen de navolgende verordening:Gronduitgifteverordening 2002 ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE UITGIFTE VAN ONROERENDE ZAKEN DOOR DE GEMEENTE TEXELDefinities:Aflevering : Feitelijke ter beschikking stelling van de onroerende zaak.Algemene Uitgiftevoorwaarden : Deze voorwaarden van de gemeente Texel die bestemd zijn om te gelden bij gemeentelijke uitgifte- overeenkomsten.Canon : Een jaarlijks terugkerende vergoeding voor het recht van erfpacht.Erfpacht : Een zakelijk recht dat de erfpachter de bevoegdheid geeft een gemeentelijke onroerende zaak te houden en te gebruiken als ware hij eigenaar, waarvoor de erfpachter een canon aan de gemeente verschuldigd is.Grond : De over te dragen grond die het object vormt van de overeenkomst tot koop of uitgifte in erfpacht.Herzieningsperiode : De periode, waarbinnen krachtens de overeenkomst uitgifte in erfpacht de canon niet zal worden aangepast, berekend vanaf de ingangsdatum.Ingebruikneming : Het moment waarop de wederpartij voor het eerst feitelijk over de onroerende zaak beschikt door deze te betrekken, er feitelijke werkzaamheden in of op uit te voeren of er een afrastering omheen te zetten. Het uitvoeren van een sonderingsonderzoek of een milieukundig bodemonderzoek valt hier echter niet onder en kan gebeuren zonder dat er sprake is van ingebruikneming.Notariële akte : De voor overdracht vereiste akte van levering of van vestiging van het recht van erfpacht.Onroerende zaak : De grond en/of de opstallen die het object van de verkoop of uitgifte in erfpacht vormen waarop deze algemene voorwaarden betrekking hebben.Overdracht : Juridische eigendomsovergang door inschrijving in de openbare registersUitgifte : Verkoop van of vestiging van een recht van erfpacht op een of meer gemeentelijke onroerende zaken.Uitgifteovereenkomst : De overeenkomst tot verkoop of tot uitgifte in erfpacht waarop deze algemene voorwaarden van toepassing zijn; zij worden voorgelegd in de vorm van een conceptraadsbesluit casu quo conceptbesluit van Burgemeester en Wethouders. Verkoop : De overeenkomst waarbij de gemeente zich verbindt een onroerende zaak te leveren en de wederpartij om daarvoor een prijs in geld te betalen.Wederpartij : Koper of erfpachter.
Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN
De in de aanhef aangegeven definities zijn van toepassing op de termen aflevering, algemene uitgiftevoorwaarden, canon, erfpacht, grond, herzieningsperiode, (feitelijke) ingebruikneming, notariële akte, onroerende zaak, overdracht, uitgifte, uitgifteovereenkomst, verkoop en wederpartij.
Artikel 1.3 Wijze van gronduitgifte.
Behoudens ingeval van uitgifte van grond met een oppervlakte gelijk aan of minder dan het door Burgemeester en Wethouders beleidsmatig bepaalde minimum heeft in beginsel een ieder die grond van de gemeente wenst te verkrijgen de vrije keuze tussen koop en erfpacht.
Artikel 1.4 Prijsbepaling bij (her-)uitgifte van grond.
In afwijking van het bepaalde in het tweede lid vindt verkoop van oorspronkelijk in onbebouwde staat en tot dan toe in erfpacht uitgegeven grond welke inmiddels is bebouwd zonder dat de gemeente Texel op enigerlei wijze heeft bijgedragen in de bouwkosten of tot vergoeding van deze bouwkosten is overgegaan, plaats tegen een door de afdeling grondzaken op basis van in het vrije economisch verkeer algemeen toepasselijke taxatiebeginselen te bepalen en door Burgemeester en Wethouders vast te stellen marktprijs op de wijze als betrof het onbebouwde grond.
Artikel 1.6 Besluit tot uitgifte en tekening.
Het besluit tot uitgifte bevat in elk geval de koopsom dan wel de jaarlijks verschuldigde canon, de oppervlakte van de uit te geven gemeentelijke onroerende zaak, alsmede de aanduiding waaronder de onderwerpelijke gemeentelijke onroerende zaak plaatselijk is gemerkt -bij gebreke waarvan een zo nauwkeurig mogelijke omschrijving in de plaats treedt- alsmede de kadastrale aanduiding van de betreffende gemeentelijke onroerende zaak.
Van elke overeenkomst tot uitgifte van een gemeentelijke onroerende zaak maakt een tekening-door beide partijen voor echt erkend en als blijk daarvan door hen ondertekend- deel uit, waarop de situering en de over te dragen onroerende zaak staat aangegeven. Aan deze tekening die slechts indicatief van aard is kunnen geen exacte maatvoeringen worden ontleend.
Ter berekening van de koopsom casu quo canon zal strekken de in artikel 1.6 lid 1 gegeven oppervlakte van de uit te geven gemeentelijke onroerende zaak. Indien na opmeting door de landmeetkundige dienst van het kadaster mocht blijken dat de oppervlakte een andere is dan hierboven aangegeven dan zal geen verrekening wegens over- of ondermaat plaatsvinden.
Bij gelijktijdige, gehele of gedeeltelijke overdracht van de uit te geven gemeentelijke onroerende zaak door de wederpartij aan derden, zal uitsluitend de wederpartij aansprakelijkheid dragen voor de kadastrale uitmeting en de tenaamstelling in de openbare registers van het in eigendom over te dragen gedeelte van de uit te geven gemeentelijke onroerende zaak.
Hoofdstuk 2 BEPALINGEN VOOR KOOP EN ERFPACHT
Artikel 2.1 Geldigheid van de artikelen in dit hoofdstuk.
De artikelen 2.2 tot en met 2.13 gelden zowel bij overeenkomsten tot verkoop als bij overeenkomsten tot vestiging van een recht van erfpacht op gemeentelijke onroerende zaken.
Artikel 2.2 Staat van aflevering.
De onroerende zaak wordt vrij van hypotheken, hypothecaire inschrijvingen en beslagen overgedragen. Eventueel aan de zaak verbonden erfdienstbaarheden en kwalitatieve verplichtingen -waaronder tevens te begrijpen bijzondere speciaal op de onroerende zaak betrekking hebbende publiekrechtelijke lasten en beperkingen- welke worden vermeld en aanvaard in de uitgifteovereenkomst blijven er echter op rusten.
Artikel 2.3 Overdracht en aanvaarding.
De transportakte wordt ondertekend binnen een maand na het tot stand komen van het gemeentelijk besluit tot uitgifte. Indien de ondertekening later zou plaatsvinden is artikel 3.2 respectievelijk 4.6 lid b van toepassing. De keuze van de notaris ligt bij de wederpartij. Indien deze geen notaris kan of wil aanwijzen draagt de gemeente zorg voor de aanwijs van de notaris ter standplaats Texel.
Tenzij in de uitgifteovereenkomst of anderszins schriftelijk met het college van Burgemeester en Wethouders een ander moment is overeengekomen, kan de wederpartij de onroerende zaak eerst in eigen gebruik en genot aanvaarden, zodra de koopsom alsmede eventuele rente en omzetbelasting volledig is betaald en de notariële akte is ondertekend.
In geval geen ander moment voor de aanvaarding in eigen gebruik en genot in de uitgifte- overeenkomst of anderszins schriftelijk met het college van Burgemeester en Wethouders is overeengekomen en de wederpartij de onroerende zaak niettemin daadwerkelijk in eigen gebruik en genot heeft aanvaard ofwel de toepasselijke termijnen gesteld in de Algemene Uitgiftevoorwaarden dan wel het reserveringsbericht heeft overschreden dan strekt de over de periode van daadwerkelijke aanvaarding in eigen gebruik en genot dan wel de over de periode van overschrijding van de toepasselijke termijn(en) betaalde casu quo verschuldigde reserveringsvergoeding tot het moment van betaling van de koopsom in tegenstelling tot het hiervoor in artikel 1.5 sub 9 bepaalde uitdrukkelijk niet in mindering op de koopsom.
Ingeval van daadwerkelijk aanvaarding in eigen gebruik en genot dan wel overschrijding van de toepasselijke termijn(en) als hiervoor sub c bedoeld sprake is, heeft de wederpartij de keuze tussen- storting in depot van de koopsom casu quo het eerste bedrag van de canon op een der rekeningen van de gemeente,dan wel- het zonder recht op verrekening als hiervoor sub c vermeld, verschuldigd zijn van rente wegens ingebruikname van de grond, berekend op de hiervoor in artikel 1.5 sub 6 aangegeven wijze.
Artikel 2.5 Perceelsomschrijving, meting, terreingrenzen.
Voor de datum van de feitelijke ingebruikneming van de onroerende zaak zullen de grenzen door de gemeente met piketten in het terrein worden aangeduid en aan de wederpartij op diens verzoek worden aangewezen. De wederpartij machtigt de gemeente de kadastrale aanwijs aan het kadaster te verzorgen.De wederpartij verplicht zich bij het plaatsen of doen plaatsen van gebouwen met de ambtenaar die daar het bouwtoezicht heeft overleg te plegen over de juiste plaatsing binnen de grenzen van de onroerende zaak conform het bestemmingsplan.
Artikel 2.6 Over‑ en ondermaat.
Verschil tussen de werkelijke oppervlakte en de oppervlakte zoals die door de gemeente is aangegeven wordt niet verrekend.
Artikel 2.7 Milieukundig onderzoek.
Omtrent de aanwezigheid van voor het milieu of de volksgezondheid gevaarlijke of niet aanvaardbare stoffen in de uit te geven grond, wordt een conform het bepaalde in de publicatie "onderzoeksstrategie bij verkennend onderzoek NEN 5740" van 1 januari 1998, dan wel conform het op het moment van het bekend worden van het onderzoek geldende regeling, indicatief onderzoek verricht.De resultaten van dit onderzoek worden vastgelegd in een rapport waarin de toestand van de grond wordt omschreven en waaruit blijkt dat er geen reden is om aan te nemen dat zich in de grond in onaanvaardbare mate stoffen bevinden, die naar de normen zoals omschreven in de vigerende leidraad Bodembescherming uitgegeven door de Staats Drukkerij en Uitgeverij (S.D.U.), dan wel naar de normen van de laatstelijk voor het verrichten van het indicatieve bodemonderzoek geldende regeling gemeten, schadelijk zijn te achten voor het milieu of de volksgezondheid, of die anderszins onaanvaardbaar zijn. De wederpartij heeft recht op inzage in het rapport.De gemeente verklaart dat er geen reden is om aan te nemen dat dergelijke stoffen zich in de grond zouden bevinden.Wanneer de resultaten van het onderzoek zodanig zijn dat deze verklaring niet kan worden afgegeven, zal met de wederpartij terzake overleg worden gevoerd en zijn partijen niet verplicht de overeenkomst tot koop of vestiging van het recht van erfpacht na te komen.
Artikel 2.8 Ontbinding casu quo opzegging in geval van verontreiniging.
De wederpartij heeft het recht de overeenkomst eenzijdig te ontbinden casu quo op te zeggen indien hij in het gekochte alsnog voor het milieu gevaarlijke of niet aanvaardbare stoffen volgens de normen zoals omschreven in de vigerende leidraad Bodembescherming uitgegeven door de Staats Drukkerij en Uitgeverij (S.D.U.), dan wel volgens de normen van de laatstelijk voor het verrichten van het indicatieve bodemonderzoek geldende regeling aantreft, waarvan hij aannemelijk maakt, dat deze al aanwezig waren op het tijdstip dat hem het bezit werd overgedragen, en dat deze van zodanige aard zijn dat van hem niet kan worden gevergd dat hij, zonder dat wordt gesaneerd, de onroerende zaak aanvaardt (met name ook als door deze verontreiniging de realisering van de door partijen op het gekochte beoogde bestemming in gevaar komt).
Een recht op ontbinding casu quo opzegging bestaat niet indien de redelijkheid en billijkheid zich wegens de geringe ernst van de verontreiniging verzetten tegen ontbinding casu quo opzegging en/of indien de verkoper zich (ook ingeval van ernstiger verontreiniging) verplicht om op zijn kosten passende maatregelen te nemen tot opheffing van de verontreiniging casu quo de schadelijke gevolgen daarvan.
Niet als aan de gemeente toe te rekenen verontreiniging wordt aangemerkt aanwezigheid van stoffen waarvan de gemeente op het tijdstip van bezitsoverdracht niet een verontreinigend karakter behoefde aan te nemen op grond van de vigerende leidraad Bodembescherming uitgegeven door de Staats Drukkerij en Uitgeverij (S.D.U.), dan wel op grond van de laatstelijk voor het verrichten van het indicatieve bodemonderzoek geldende regeling.
Onder voor het milieu gevaarlijke of niet aanvaardbare stoffen wordt niet verstaan: funderingsresten, puin of andere restanten van bouwkundige aard, noch stobben van bomen of struiken, noch de aanwezigheid van de draagkracht van de grond beïnvloedende omstandigheden. Op deze zaken heeft dit artikel derhalve geen betrekking.
De wederpartij is verplicht in geval er sprake is van erfpacht bij een eventueel eindigen van de erfpacht een omtrent de aanwezigheid van voor het milieu of de volksgezondheid gevaarlijke of niet aanvaardbare stoffen in de grond, indicatief bodemonderzoek te (laten) verrichten rekening houdende met het bepaalde in de publicatie "onderzoeksstrategie bij verkennend onderzoekNEN 5740" van 1 januari 1998, dan wel met het bepaalde in de op het moment van aanvang van het te verrichten indicatieve bodemonderzoek geldende regeling. De resultaten van dit onderzoek worden vastgelegd in een rapport waarin de toestand van de grond wordt omschreven en waaruit blijkt dat er geen reden is om aan te nemen dat zich in de grond in onaanvaardbare mate stoffen bevinden, die naar de alsdan geldende maatstaven schadelijk zijn te achten voor het milieu of de volksgezondheid, of anderszins onaanvaardbaar zijn. De gemeente heeft recht op inzage in het rapport.De wederpartij verklaart alsdan dat er geen reden is om aan te nemen dat dergelijke stoffen zich in de grond zouden bevinden.Ingeval de resultaten van het onderzoek zodanig zijn dat deze verklaring niet kan worden afgegeven, zal met de gemeente terzake overleg worden gevoerd en voor zover aannemelijk mocht zijn dat de voor de afgifte van deze verklaring belemmerende verontreiniging te wijten is aan de wederpartij of tot diens verantwoording moet worden gerekend zullen de kosten van de noodzakelijke bodemsanering te zijnen laste komen.
De wederpartij verklaart ermee bekend te zijn dat het zich eventueel op de uitgegeven grond bevindende boombestand zoveel mogelijk moet worden gespaard.Zich op en in de grond bevindende bomen mogen niet worden gekapt tenzij daarvoor door Burgemeester en Wethouders krachtens de desbetreffende bepalingen van de Kapverordening van de gemeente Texel vergunning is verleend.
Bij voorkomende noodzaak of wenselijkheid van drainage van de uitgegeven onroerende zaak staat het de wederpartij vrij aansluiting van het aan te leggen draineringsysteem te bewerkstelligen op het gemeentelijk hemelwaterriool na verkregen schriftelijke toestemming van de sectorhoofd gemeentewerken Texel.De kosten van de ten behoeve van de uitgegeven onroerende zaak eventueel door de wederpartij aangebrachte specifieke ontwateringvoorzieningen (zoals drainage of grondverbetering) komen overigens volledig en zonder enigerlei aanspraak op vergoeding van gemeentewege, ten laste van de wederpartij.
De uitgegeven onroerende zaak moet binnen een jaar na aanvaarding in gebruik en genot als hiervoor in artikel 2.3 bepaald van een behoorlijke erfafscheiding worden voorzien en deze erfafscheiding zal als zodanig in stand gehouden moeten worden ten genoegen van Burgemeester en Wethouders.De kosten van het maken, aanbrengen en instandhouden van de hier bedoelde erfafscheiding komen geheel voor rekening van de wederpartij.
De wederpartij zal moeten gedogen dat al hetgeen wat ten behoeve van openbare voorzieningen op, in of boven de uitgegeven onroerende zaak is aangebracht wordt onderhouden en dat al hetgeen noodzakelijk is ten behoeve van openbare voorzieningen op, in of boven de bodem van de uitgegeven onroerende zaak zal worden aangebracht en onderhouden op de voor de uitgegeven onroerende zaak minst bezwarende wijze.
Artikel 2.13 Faillissement en beslag.
Indien de wederpartij voor de datum van ondertekening van de transportakte respectievelijk de akte van vestiging van het recht van erfpacht in staat van faillissement wordt verklaard of surséance van betaling heeft gekregen, alsmede wanneer er voor de datum van ondertekening van de notariële akte executoriaal beslag op zijn roerende en onroerende zaken wordt gelegd, isde gemeente bevoegd de overeenkomst als ontbonden te beschouwen, zonder dat enige ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst zal zijn vereist.
Indien in de uitgifteovereenkomst omtrent één en hetzelfde object meer dan één natuurlijke‑ of rechtspersoon als wederpartij van de gemeente staat vermeld, zijn deze personen ieder hoofdelijk aansprakelijk voor de nakoming van de verplichtingen die uit de uitgifteovereenkomst voortvloeien.
Artikel 2.15 Geschillenregeling.
Alle geschillen, die naar aanleiding van de uitgifteovereenkomst mochten ontstaan, van welke aard en omvang ook, daaronder mede begrepen die, welke slechts door één der partijen als zodanig worden beschouwd, zullen worden voorgelegd aan de volgens de wet daartoe bevoegde rechter, tenzij partijen terzake van die geschillen arbitrage bij het Nederlands Arbitrage Instituut overeenkomen.
Hoofdstuk 3 BEPALINGEN VOOR KOOP.
Artikel 3.1 Geldigheid van de artikelen in dit hoofdstuk.
De artikelen 3.2 tot en met 3.4 gelden uitsluitend bij overeenkomsten tot verkoop van onroerende zaken.
Binnen een maand na het tot stand komen van het gemeentelijk besluit tot verkoop, doch uiterlijk op de dag van de ondertekening van de notariële akte, dient volgens factuur de volledige koopsom en de eventueel daarover verschuldigde omzetbelasting casu quo overdrachtsbelasting te zijn voldaan aan de gemeente of aan de notaris die de akte verlijdt.
Indien de koopsom niet binnen de in het eerste lid van dit artikel gestelde termijn door de gemeente of de notaris is ontvangen, is de wederpartij in verzuim en zal daarover, overeenkomstig het bepaalde in artikel 6:83 BW zonder ingebrekestelling, over de periode vanaf die datum tot aan de datum van betaling de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW verschuldigd zijn.
Bij niet‑nakoming van enige verplichting, voortvloeiende uit de koopovereenkomst en het daarin van toepassing verklaarde deel van deze algemene voorwaarden, verbeurt de koper, na ingebrekestelling en na verloop van de in die ingebrekestelling bepaalde termijn, ten behoeve van de gemeente een onmiddellijk opeisbare boete van tien procent van de koopsom, op welk bedrag de door de gemeente terzake van de wanprestatie te lijden schade wederzijds onveranderlijk wordt bepaald.
Hoofdstuk 4 BEPALINGEN VOOR ERFPACHT.
Artikel 4.1 Geldigheid van de artikelen in dit hoofdstuk.
De artikelen 4.2. tot en met 4.18 gelden uitsluitend bij overeenkomsten tot uitgifte van onroerende zaken in erfpacht.
Artikel 4.2 Aanvang en duur van de overeenkomst.
Een overeenkomst tot uitgifte in erfpacht gaat in op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin het desbetreffende gemeentelijk besluit tot uitgifte is genomen. Het recht van erfpacht wordt gevestigd voor onbepaalde tijd, tenzij in de uitgifteovereenkomst een termijn is genoemd.
Artikel 4.3 Bepaling en verschuldigdheid van de canon.
Het onder sub a genoemde percentage wordt bij de aanvang van elke maand bepaald als het verschuivend twaalfmaandelijks gemiddelde van het effectieve rendement van de door de N.V. Bank voor Nederlandsche Gemeenten aan de gemeente verstrekte kennisgevingen voor leningen met een looptijd van ten minste tien en ten hoogste vijfentwintig jaar. Dit gemiddelde wordt telkens berekend over de periode van twaalf maanden die vooraf gaat aan de maand waarin het percentage wordt vastgesteld.
De canon is jaarlijks verschuldigd en moet telken jare bij vooruitbetaling worden voldaan vóór 1 januari van het jaar waarop de canon betrekking heeft, tenzij de uitgifteovereenkomst expliciete betaling van de canon in maandelijkse termijnen vermeldt, in welk geval betaling van de alsdan bij uitsluiting door burgemeester en wethouders op basis van annuïteiten vast te stellen maandelijkse termijn van de canon bij vooruitbetaling vóór de eerste van de maand waarop de desbetreffende maandelijkse termijn betrekking heeft, dient te geschieden. De verplichting tot betaling van de canon vangt aan op de ingangsdatum van de overeenkomst.
De hoogte van de canon ligt vast voor de volledige herzieningsperiode, tenzij artikel 4.5 van toepassing is. De herzieningsperiode is 5 jaar met dien verstande dat als eerste herzieningsperiode geldt de periode liggende tussen de dagtekening van de notariële akte houdende vestiging van het recht van erfpacht en 1 januari van het eerstvolgende jaartal eindigende op 0 of 5 nadat tenminste 5 jaar verstreken zijn.
Artikel 4.4 Aanpassing van de canon, rentewijziging.
Vaststelling van de canon geschiedt door toepassing van het op 1 januari van het jaar van vaststelling geldende verschuivend twaalfmaandelijks gemiddelde rentepercentage voor 25 jarige vaste geldleningen bij de Bank voor Nederlandse Gemeenten verhoogd met ½ %-punt, op de getaxeerde verkoopwaarde van de onroerende zaak overeenkomstig het bepaalde in artikel 1.4 sub 3.
Indien de erfpachter zich niet kan verenigen met de hoogte van de getaxeerde verkoopwaarde van de onroerende zaak, zal deze waarde, behoudens beroep op de terzake bevoegde rechter, worden vastgesteld door twee deskundigen gezamenlijk, waarvan ieder der partijen er een aanwijst. De kosten van deze vaststelling zullen door iedere partij bij helfte worden gedragen.
Artikel 4.5 Herziening van de canon na wijziging van het gebruik of de
De canon kan door het college van Burgemeester en Wethouders opnieuw worden vastgesteld:‑ indien op grond van een wijziging van de bestemming van de in erfpacht uitgegeven onroerende zaak een bouwvergunning wordt afgegeven, of ‑ indien anderszins een bouwvergunning wordt afgegeven op grond waarvan het bruto vloeroppervlak van de bebouwing op de in erfpacht uitgegeven grond groter kan worden dan krachtens het bij vestiging geldende bestemmingsplan mogelijk was, of‑ indien het feitelijk gebruik van de grond op basis van een gewijzigde bestemming veranderd is, of‑ indien de erfpachter op grond van sterk gewijzigde omstandigheden daarom verzoekt; van sterk gewijzigde omstandigheden is in elk geval sprake indien de gebruiksmogelijkheden van de onroerende zaak door een wijziging van de bestemming worden beperkt.De nieuwe canon zal in dit geval door Burgemeester en Wethouders worden vastgesteld zoals in artikel 4.4 lid a tot en met f is bepaald, uitgaande van de getaxeerde verkoopwaarde van de uitgegeven onroerende zaak in de nieuwe, gewijzigde situatie.
Artikel 4.6 Betaling van de canon.
Binnen een maand na het tot stand komen van het gemeentelijk besluit tot vestiging van het recht van erfpacht, doch uiterlijk op de dag van ondertekening van de notariële akte, dient volgens factuur te zijn voldaan aan de gemeente of aan de notaris bij wie de akte wordt ondertekend:- de canon verschuldigd over het restant van het lopende kalenderjaar, gerekend vanaf de ingangsdatum en,- de eventueel verschuldigde omzetbelasting over de gehele grondwaarde.
Indien de som van de in lid a bedoelde bedragen niet binnen de in lid a van dit artikel gestelde termijn door de gemeente of de notaris is ontvangen, is de wederpartij in verzuim en zal daarover, overeenkomstig het bepaalde in artikel 6:83 BW zonder ingebrekestelling over de periode, vanaf die datum tot aan de datum van betaling de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW verschuldigd zijn.
Ten behoeve van de betaling van de jaarlijkse canon wordt aan het begin van elk jaar een acceptgirokaart verzonden. De canon dient jaarlijks aan de gemeente te worden voldaan binnen dertig dagen na ontvangst van deze acceptgirokaart, doch (ook in geval niet tijdig een acceptgirokaart is ontvangen) uiterlijk per 1 maart van het jaar waarover de canon moet worden betaald. Bij betaling na 1 maart is/zijn behalve de eventueel door de gemeente gemaakte kosten wegens invordering en/of administratie over de periode vanaf 1 maart tot aan de dag van betaling de wettelijke rente verschuldigd over het te laat betaalde bedrag.
Artikel 4.7 Vrijwaring door de erfpachter.
De erfpachter is aansprakelijk voor alle aanspraken van derden op vergoeding van schade die na de vestiging van het recht van erfpacht ontstaat door het gebruik of door verontreiniging door de erfpachter van de onroerende zaak of door gehele of gedeeltelijke instorting van opstallen die op de in erfpacht uitgegeven grond zijn of worden gebouwd.
De erfpachter kan geen aanspraak maken op schadevergoeding dan wel op vermindering, kwijtschelding of teruggave van de canon wegens het gehele of gedeeltelijke gemis van het genot van het onroerend goed wegens welke andere oorzaak dan ook, behoudens in die gevallen dat de schade of het gemis van het genot direct te wijten is aan opzet of grove nalatigheid van de gemeente.
Erfpachter heeft het recht om de onroerende zaak waarop het te zijnen name staande recht van erfpacht is gevestigd te kopen zoveel mogelijk overeenkomstig de regeling voor koop en de bij vestiging van het recht van erfpacht van toepassing verklaarde voorwaarden uit hoofdstuk 5 van deze algemene uitgiftevoorwaarden
Gedurende de eerste vijf jaar na dagtekening van de notariële akte van vestiging van het recht van erfpacht bedraagt de koopsom de in deze notariële akte opgenomen waarde van de onroerende zaak.Daarna bedraagt de koopsom de getaxeerde verkoopwaarde. Artikel 4.4 lid c is van overeenkomstige toepassing.
Erfpachter is verplicht de grond te bebouwen en te gebruiken overeenkomstig de daaraan op het moment van vestiging van het recht van erfpacht in het betreffende (ontwerp)bestemmingsplan gegeven bestemming, en overeenkomstig eventuele in de overeenkomst tot vestiging van het recht van erfpacht nader aangegeven gebruiksbepalingen van de in erfpacht uitgegeven onroerende zaak.
Erfpachter is tevens verplicht, zowel tijdens de bebouwing als daarna, voorzover in redelijkheid van hem kan worden gevergd, al datgene te doen c.q. na te laten waardoor schade, gevaar of ontoelaatbare hinder ‑in welke vorm dan ook‑ kan worden voorkomen c.q. ontstaan. Eventuele redelijke aanwijzingen van de gemeente daartoe, voor zover vallend binnen de grenzen door de wet bepaald, moeten worden opgevolgd.
Artikel 4.10 Instandhouding grond en opstallen, verzekeringsplicht.
De erfpachter is verplicht de onroerende zaak en de daarop aanwezige opstallen in zodanige technische staat te brengen en te houden dat deze de in artikel 4.9 bedoelde bestemming en het daar bedoelde gebruik op behoorlijke wijze kunnen dienen. Daartoe dient de erfpachter het perceel grond met opstallen in alle opzichten goed te onderhouden en waar nodig tijdig te vernieuwen.
Burgemeester en Wethouders kunnen op verzoek van de erfpachter vrijstelling verlenen van de in lid a en c genoemde verplichtingen. Aan een verleende vrijstelling kunnen door Burgemeester en Wethouders voorwaarden of een tijdsbepaling worden verbonden, waaronder vaststelling van een nieuwe canon als bedoeld in artikel 4.5.
Artikel 4.11 Overdracht, overgang en ondererfpacht.
De erfpachter is verplicht in geval van gehele of gedeeltelijke overdracht van het recht van erfpacht, de vestiging van ondererfpacht of een beperkt recht waardoor het gebruik van de onroerende zaak door anderen wordt verkregen, in de daartoe op te maken akte van overdracht c.q. vestiging de bepalingen waaronder het recht is verleend, op te nemen of daarnaar te verwijzen.
De erfpachter is tevens verplicht de overdracht of de vestiging van een recht als bedoeld in lid a uiterlijk op de dag van overdracht of vestiging schriftelijk aan Burgemeester en Wethouders te melden. Deze meldingsplicht bestaat ook voor de inbreng in een (andere) vennootschap van het recht van erfpacht en voor de scheiding tussen gezamenlijke rechthebbenden op het recht.
Artikel 4.12 Splitsing en samenvoeging.
De erfpachter is tot splitsing van het recht van erfpacht, tot splitsing in appartementsrechten als bedoeld in artikel 5:106 BW of tot samenvoeging van rechten van erfpacht slechts bevoegd na voorafgaande schriftelijke toestemming van Burgemeester en Wethouders. Voor de toepassing van dit artikel wordt met de in de eerste zin bedoelde handelingen gelijkgesteld het door deerfpachter verlenen van rechten van deelneming en/of lidmaatschap die betrekking hebben op het gebruik van de onroerende zaak en daarop staande opstallen.
Burgemeester en Wethouders beslissen binnen een maand na het schriftelijk verzoek omtoestemming voor de rechtshandelingen als bedoeld in lid a. Deze termijn kan door Burgemeester en Wethouders door een schriftelijke mededeling aan de erfpachter ten hoogste eenmaal met een maand worden verlengd. Indien binnen een dan wel indien van toepassing twee maand(en) niet op het verzoek is beslist, zonder dat zulks aan de erfpachter is toe te rekenen, wordt de toestemming geacht te zijn verleend. Burgemeester en Wethouders kunnen aan de toestemming voorwaarden verbinden waaronder herziening van de canon als bedoeld in artikel 4.5, alsmede ten aanzien van het onderhoud van de opstallen na de splitsing.
Artikel 4.13 Verplichtingen ten opzichte van hypotheekhouders.
In geval het recht van erfpacht met een of meerdere hypotheekrechten is bezwaard, is de erfpachter verplicht om binnen een maand na ontvangst van een daartoe strekkend verzoek, aan Burgemeester en Wethouders een authentiek afschrift van de akte(n) van hypotheekverlening over te leggen. De kosten die hieraan zijn verbonden komen voor rekening van de erfpachter. Burgemeester en Wethouders zullen de hypotheekhouder tijdig in kennis stellen van een voornemen tot opzegging van het recht van erfpacht, of wijziging van de grondwaarde waarop de canon is gebaseerd. Wijziging of splitsing van het recht van erfpacht kan uitsluitend plaatsvinden met voorafgaande schriftelijke toestemming van de hypotheekhouder.
Artikel 4.14 Opzegging in het algemeen belang.
Niet zal worden vergoed de waarde van hetgeen in strijd met enige bepaling of voorwaarde in de akte van vestiging of in een akte houdende wijziging van het recht van erfpacht is gesticht, noch zal worden vergoed de schade terzake van het beëindigen van een activiteit die in strijd met enige bepaling of voorwaarde in de akte van vestiging of in een akte houdende wijziging van het recht van erfpacht op de onroerende zaak wordt uitgeoefend, tenzij Burgemeester en Wethouders daartoe schriftelijk toestemming hebben verleend.
Indien de erfpachter zich niet kan verenigen met de door de gemeente aangeboden vergoeding, doet hij hiervan binnen twee maanden na ontvangst van de aangetekende kennisgeving van de vergoeding, schriftelijk mededeling aan Burgemeester en Wethouders. Indien geen overeenstemming wordt bereikt over de hoogte van de vergoeding, wordt deze vastgesteld door drie deskundigen, aan te wijzen door de president van de arrondissementsrechtbank te Alkmaar.
Indien het recht van erfpacht ten tijde van het eindigen van het recht met hypotheek is bezwaard, wordt in afwijking van lid d de schadevergoeding, na aftrek van al hetgeen aan de gemeente met betrekking tot het recht van erfpacht, de grond en de opstallen nog verschuldigd is, aan de hypotheekhouder(s) uitgekeerd tot een door Burgemeester en Wethouders vast te stellen bedrag, gelijk aan het bedrag dat aan de hypotheekhouder(s) zal toekomen indien het een verdeling geldt van de koopprijs in geval van gerechtelijke verkoop van het recht van erfpacht. Een daarna overblijvend bedrag van de schadevergoeding wordt uitgekeerd aan de erfpachter. Uitsluitend voor de toepassing van dit artikel worden met rechtmatig verkregen gebruiksrechten gelijkgesteld anderszins door derden verkregen gebruiksrechten, welke naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders geen bezwaren opleveren.
Artikel 4.16 Herstel door de gemeente.
Indien de erfpachter enige verplichting, voortvloeiende uit deze algemene of de bijzondere voorwaarden niet, niet tijdig of niet behoorlijk nakomt, kunnen Burgemeester en Wethouders deze verplichting op kosten van de erfpachter doen uitvoeren. Krachtens deze algemene voorwaarden zijn Burgemeester en Wethouders na kennisgeving en ingebrekestelling, alsmede na verloop van de in lid b genoemde termijn, tot zodanige uitvoering jegens de erfpachter uitdrukkelijk gemachtigd. Tevens zijn Burgemeester en Wethouders onder dezelfde voorwaarden gemachtigd op kosten van de erfpachter al datgene ongedaan te maken, wat in strijd met enige verplichting door de erfpachter is verricht.
Burgemeester en Wethouders geven bij aangetekend schrijven kennis aan de erfpachter en de hypotheekhouder van hun voornemen gebruik te maken van de bevoegdheid als bedoeld in lid a. Zij doen de kennisgeving vergezeld gaan van een opgave van het vermoedelijke bedrag van de kosten die met de uitvoering gemoeid zullen zijn, van een ingebrekestelling ten aanzien van de verzuimde verplichting of de strijdige verrichting en van een aanmaning om een en ander binnen een redelijke termijn te voldoen.
Onverminderd de verschuldigdheid van andere kosten, schade en rente bij de gemeente ontstaan als gevolg van de nalatigheid van de erfpachter, is de erfpachter verplicht op eerste aanzegging van Burgemeester en Wethouders de kosten die gemoeid zijn geweest met het herstel te voldoen. Burgemeester en Wethouders doen de aanzegging vergezeld gaan van een gespecificeerde opgave van de kosten.
Artikel 4.17 Bijzondere wijze van opzegging van het recht van erfpacht.
Uitsluitend indien de erfpachter niet of niet tijdig heeft voldaan aan zijn bouwverplichting of wanneer hij gedurende meer dan twee jaren niet heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling van de canon, zijn Burgemeester en Wethouders gerechtigd om, met inachtneming van het bepaalde in dit artikel, het recht van erfpacht op te zeggen. Opzegging vindt plaats bij deurwaardersexploot en met inachtneming van een termijn van tenminste twee maanden. Deze opzegging moet op straffe van nietigheid binnen acht dagen tevens betekend worden aan de hypotheekhouder en aan anderen die als beperkt gerechtigden of beslagleggers op het recht van erfpacht in de openbare registers staan ingeschreven.
Het op grond van lid b aan de erfpachter dan wel aan de gemeente toekomende bedrag zal, behoudens beroep op de terzake bevoegde rechter, worden vastgesteld door deskundigen overeenkomstig artikel 4.15, tenzij voor het einde van het recht de gemeente, de erfpachter, de hypotheekhouder en eventueel andere belanghebbenden anders overeenkomen.
De erfpachter is niet gerechtigd de erfpacht op te zeggen gedurende de eerste vijfentwintig jaren na vestiging van het recht van erfpacht. Bij opzegging door de erfpachter is de gemeente niet verplicht een vergoeding voor eventueel op de onroerende zaak achtergebleven, door de erfpachter gebouwde opstallen te betalen en kan de gemeente als voorwaarde voor acceptatie van de opzegging stellen, dat in slechte staat verkerende opstallen door en voor rekening van de erfpachter voor het einde van de overeenkomst tot uitgifte in erfpacht worden gesloopt. Opzegging door de erfpachter geschiedt op de zelfde wijze als opzegging door de gemeente.
Bij niet‑nakoming van enige verplichting, voortvloeiende uit de overeenkomst tot uitgifte in erfpacht en de daarbij behorende algemene voorwaarden, verbeurt de erfpachter, behoudens herstel overeenkomstig artikel 4.16, na ingebrekestelling en na verloop van de daarin gestelde termijn, ten behoeve van de gemeente een onmiddellijk opeisbare boete van twee maal de jaarlijkse canon, op welk bedrag de door de gemeente ter zake van de wanprestatie te lijden schade wederzijds onveranderlijk wordt bepaald.
Hoofdstuk 5 BEPALINGEN VOOR OPENBARE INSCHRIJVINGEN.
Artikel 5.1 Verkoop bij openbare inschrijving.
Uitsluitend indien hiertoe uitdrukkelijk is besloten door het college van Burgemeester en Wethouders kan verkoop van de onroerende zaak plaats vinden bij wijze van openbare inschrijving.
Artikel 5.2 Wijze van inschrijven.
De bepalingen en bedingen, van toepassing op de openbare inschrijving, alsmede de omschrijving van hetgeen te koop wordt aangeboden, eventuele bijzondere bedingen en een verwijzing en van toepassing verklaring van deze algemene uitgiftevoorwaarden, voor zover daarvan in de bijzondere verkoopbedingen niet is afgeweken worden vermeld op een bij het inschrijvingsformulier te voegen concept-akte.
Artikel 5.3 Opening inschrijvingsformulieren.
Opening van de ingeleverde inschrijvingsformulieren geschiedt te allen tijde in een openbare zitting door het daartoe door burgemeester en wethouders van Texel aangewezen lid van hun college op een daartoe op de inschrijvingsformulieren aan te geven plaats en tijdstip, waarbij de naam van de inschrijver met het hoogste bod alsmede diens bod wordt voorgelezen.
De gemeente behoudt zich het recht voor om zich omtrent gunning of niet-gunning te beraden gedurende 24 uur na het uur van de opening van de inschrijfformulieren. Verstrijkt die termijn, zonder dat gunning plaats heeft gehad, dan zijn de inschrijvers van hun verplichtingen bevrijd.
Wanneer twee of meer personen tezamen koper zijn geworden is ieder van hen hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de koopsom met alle kosten en voor de nakoming van alle verdere uit de koop voortvloeiende verplichtingen.
Artikel 5.9 Eigendomsoverdracht.
De eigendomsoverdracht geschiedt door de overschrijving ten kadaster van de hiervoor in artikel 5.15 sub 2 genoemde notariële transportakte.
Artikel 5.10 Leveringsverplichting.
1. De gemeente is verplicht voor het verkochte als een goed huisvader te zorgen en het verkochte te leveren in de staat en de toestand waarin het zich ten tijde van de inschrijving bevindt.2. De koper heeft het recht om op de dag waarop de akte van kwijting koopsom getekend zal worden dan wel de dag onmiddellijk daaraan voorafgaand -niet zijnde een zon- of algemeen erkende feestdag- zich op de hoogte te stellen van de staat waarin het verkochte zich alsdan bevindt. De gemeente is verplicht de koper hiertoe in de gelegenheid te stellen.
1. De gemeente is verplicht aan de koper recht van eigendom, respectievelijk erfpacht te leveren dat:
2. Indien de door de gemeente opgegeven maat of grootte van het verkochte of een andere opgave, van de gemeente in de notariële akte, als bedoeld in artikel 5.12 lid 5, niet juist of onvolledig is, zal geen der partijen daaraan enig recht ontlenen. Dit lijdt ten opzichte van de koper uitzondering indien:
3. De gemeente verleent geen vrijwaring voor haar ongekende gebreken.
4. Alles wat op en in de bij openbare inschrijving aangeboden onroerende zaak is en het bewijsbaar eigendom is van huurders of andere derden, wordt uitbedongen en dus niet mede verkocht.
1. De aanvaarding in bezit en genot geschiedt nadat de koper aan zijn verplichtingen heeft voldaan. Van de dag van aanvaarding treedt inschrijver in alle rechten en verplichtingen ten aanzien van eventueel lopende pacht- en huurovereenkomsten.2. Zo nodig zal de koper zelf op zijn kosten voor opzegging van pacht- en huurovereenkomst en voor ontruiming moeten zorgen.3. De gemeente staat niet in voor de gegoedheid van pachters en huurders of voor de betalingvan huur- of pachtsommen.4. Indien en voor zover de gemeente de bij openbare inschrijving aangeboden onroerende zaak zelf in gebruik heeft, is zij verplicht de onroerende zaak op de dag van aanvaarding vrij en ontruimd ter beschikking van de koper te stellen.
Artikel 5.11 Risico en verzekering.
Indien het verkochte vóór de ondertekening van de akte van kwijting koopsom door overmacht schade ondervindt, geeft de gemeente daarvan terstond, doch uiterlijk binnen veertien dagen na het onheil, schriftelijk kennis aan koper. In die kennisgeving deelt de gemeente tevens aan de koper mede of zij garandeert dat de schade vóór de overeengekomen datum van betaling van de koopsom volledig zal zijn hersteld.
a. Bij gebreke van tijdige kennisgeving door de gemeente van het onheil of van die garantie is de overeenkomst van rechtswege ontbonden door schriftelijke kennisgeving door koper aan de gemeente dat hij geen nakoming wenst.
b. Heeft die kennisgeving door koper op de overeengekomen datum van betaling van de koopsom nog niet plaatsgehad en heeft dan ook nog geen volledig herstel plaatsgevonden, dan is de overeenkomst alsnog van rechtswege ontbonden op de dag, vallende veertien dagen na die datum. Deze ontbinding vindt echter niet plaats, indien koper vóór de dag, vallende veertien dagen na de overeengekomen datum van betaling van de koopsom, schriftelijk verklaart dat hij uitvoering van de overeenkomst verlangt, in welk geval de gemeente aan koper het verkochte in eigendom overdraagt in de staat waarin het zich bevindt met alle rechten, welke de gemeente terzake van het onheil - hetzij uit hoofde van verzekering, hetzij uit anderen hoofde - jegens derden toekomen.
Heeft de gemeente wèl een garantie als in lid 2 bedoeld verstrekt doch heeft volledig herstel op de overeengekomen datum van betaling van de koopsom niet plaatsgevonden, dan is de overeenkomst eveneens van rechtswege ontbonden op de dag, vallende veertien dagen na die datum. Ook deze ontbinding vindt echter niet plaats indien koper vóór de dag, vallende veertien dagen na de overeengekomen datum van betaling van de koopsom schriftelijk verklaart dat hij uitvoering van de overeenkomst verlangt. Hetgeen dienaangaande in lid 3 sub b tweede alinea is bepaald, vindt dan overeenkomstige toepassing.
Artikel 5.12 Overneming van verplichtingen.
Indien op de gemeente verplichtingen van obligatoire aard zijn gelegd, welke zij op haar beurt van koper dient te bedingen en zo vervolgens (kwalitatieve verplichtingen), is koper gehouden de in de artikel 5.12 sub 5 vermelde concept-akte vermelde kwalitatieve verplichtingen op zich te nemen en na te komen en die ook van zijn opvolger in de eigendom te bedingen.
Verbeteringen en/of herstellingen, na de gunning vanwege de overheid en/of nutsbedrijven voorgeschreven en niet voordien aan de gemeente vanwege de overheid en/of nutsbedrijven aangekondigd, komen voor rekening van koper. In afwijking hiervan komen voor rekening van de gemeente de kosten van voorgeschreven herstel van schade, die ingevolge artikel 20 voor rekening en risico van de gemeente komt. Indien voor rekening van de gemeente komende voorgeschreven verbeteringen en/of herstellingen op de datum van eigendomsoverdracht nog niet (geheel) zijn uitgevoerd en/of vanwege de overheid en/of nutsbedrijven goedgekeurd, is de gemeente verplicht terzake voldoende zekerheid te stellen.
Artikel 5.13 Betaling en verrekening.
De betaling van de koopprijs en de verrekening van de zakelijke lasten geschieden via één der rekeningen van de hiervoor in artikel 2.3 sub a bedoelde notaris en wel zodanig, dat die rekening uiterlijk per de dag dat de betaling verschuldigd is wordt gevaluteerd. Partijen zijn verplicht mede te werken aan een notariële akte waarin kwijting voor de koopsom wordt verleend.
Indien één der partijen, na bij schriftelijke kennisgeving of mededeling in gebreke te zijn gesteld, gedurende tien dagen - waarbij de dag waarop de ingebrekestelling heeft plaatsgevonden is inbegrepen - met de nakoming van één of meer van haar verplichtingen, nalatig blijft, is deze partij in gebreke.De wederpartij heeft alsdan de keus tussen:a. nakoming van de koopovereenkomst te verlangen, in welk geval de nalatige voor elke sedert de datum van ingebrekestelling verstreken dag tot aan de dag van nakoming een onmiddellijk opeisbare boete verschuldigd is van drie promille van de koopprijs; ofb. de koopovereenkomst na een schriftelijke verklaring zonder rechterlijke tussenkomst voor ontbonden te verklaren en betaling van een onmiddellijk opeisbare boete te vorderen van tien procent van de koopprijs; onverminderd haar recht tot het vorderen van volledige schadevergoeding met rente en kosten.
Hoofdstuk 6 BEPALINGEN DIE UITDRUKKELIJK VAN KRACHT MOETEN WORDEN VERKLAARD.
Artikel 6.1 Geldigheid van de artikelen in dit hoofdstuk.
Elk van de artikelen 6.2 tot en met 6.21 is slechts geldig, indien en voorzover deze in de uitgifteovereenkomst uitdrukkelijk van toepassing is verklaard.GROEP BEBOUWING.
Artikel 6.2 Bebouwing bij koopovereenkomsten.
De koper is verplicht de grond te bebouwen met de in de uitgifte‑ overeenkomst aangegeven bebouwing, welke al naar gelang de bestemming van de grond (een) woning(en), bedrijfsgebouw(en) of kanto(o)r(en) of bijzondere‑ of andere nader omschreven bebouwing kan betreffen, overeenkomstig bestek en tekeningen goedgekeurd bij de op de onroerende zaak betrekking hebbende bouwvergunning. In het geval de grond de bestemming bedrijven- casu quo industrieterrein heeft dient koper de bouw van een eventueel daarop mede te stichten woning gelijktijdig aan te vangen en parallel te voltooien met de aanvang of voltooiing van de te realiseren bedrijfsbebouwing dan wel eerst na voltooiing van de bedrijfsbebouwing te realiseren.
Zolang niet is voldaan aan de in lid b vermelde verplichting mag de koper de grond niet zonder toestemming van Burgemeester en Wethouders in eigendom of economische eigendom overdragen, in erfpacht uitgeven, met beperkte rechten bezwaren, verhuren of verpachten. Voor vestiging van het recht van hypotheek is geen toestemming nodig. Aan deze toestemming kunnen voorwaarden worden verbonden.
De in lid c bedoelde toestemming wordt geacht te zijn verleend als de overdracht van de onderhavige grond geschiedt ter uitvoering van een tussen de in de uitgifteovereenkomst genoemde koper en diens wederpartij(en) gesloten koop‑/aannemingsovereenkomst, waarbij genoemde koper zich tegenover die wederpartij verplicht, de in de uitgifteovereenkomst genoemde en in de daarbij vermelde tekening nader gedetailleerde opstallen te bouwen.
Indien na verloop van de in lid b genoemde termijn de bebouwing wel is aangevangen maar nog geen 50% van de bebouwing gereed is, verlenen Burgemeester en Wethouders uitstel van de bouwplicht voor de periode van de geschatte bouwtijd van het restant van de bebouwing. Indien na verloop van die verlenging nog steeds een wezenlijk deel van de bebouwing moet geschieden is de koper aan de gemeente een schadevergoeding verschuldigd ter grootte van 10% van de koopsom.
Indien na verloop van de in lid b genoemde termijn de bebouwing is aangevangen, maar meer dan 50% van de bebouwing gereed is, verlenen Burgemeester en Wethouders uitstel van de bouwplicht voor de periode van de geschatte bouwtijd van het restant van de bebouwing. Indien na verloop van die verlenging nog steeds een wezenlijk deel van de bebouwing moet geschieden is de koper aan de gemeente een schadevergoeding verschuldigd overeenkomstig het bepaalde in lid g, onverminderd het recht van de gemeente om de volledige nakoming van de bouwplicht te vorderen.
Artikel 6.3 Bebouwing bij erfpacht.
De erfpachter is verplicht de grond te bebouwen met de in de uitgifte‑ overeenkomst aangegeven bebouwing overeenkomstig de vigerende bestemming, hetgeen al naar gelang de bestemming van de grond (een) woning(en), bedrijfsgebouw(en), kanto(o)r(en) of bijzondere‑ of andere nader omschreven bebouwing kan betreffen.
Indien na verloop van de in lid b genoemde termijn geen aanvang is genomen met de bebouwing heeft de gemeente het recht de overeenkomst tot uitgifte in erfpacht te ontbinden. Ontbinding vindt plaats door opzegging bij deurwaardersexploot en met inachtneming van een termijn van tenminste twee maanden. Deze opzegging moet op straffe van nietigheid binnen acht dagen tevens betekend worden aan de hypotheekhouder(s) en aan anderen die als beperkt gerechtigde of beslaglegger op het recht van erfpacht in de openbare registers staan ingeschreven.
Indien na verloop van de in lid b genoemde termijn de bebouwing is aangevangen, maar meer dan 50% van de bebouwing gereed is, verlenen Burgemeester en Wethouders uitstel van de bouwplicht voor de periode van de geschatte bouwtijd van het restant van de bebouwing. Indien na verloop van die verlenging nog steeds een wezenlijk deel van de bebouwing moet geschieden is de erfpachter aan de gemeente een schadevergoeding verschuldigd overeenkomstig het bepaalde in lid d, onverminderd het recht van de gemeente om de volledige nakoming van de bouwplicht te vorderen.
Artikel 6.4 Verplichting zelfbewoning en verbod doorverkoop.
De wederpartij verplicht zich de op de verkochte grond te bouwen woning uitsluitend te zullen gebruiken om die zelf (met zijn eventuele gezinsleden) te bewonen en die woning met de daartoe behorende grond niet aan derden te zullen doorverkopen dan wel te zullen verhuren (waaronder tevens te begrijpen kortstondig opeenvolgende perioden van seizoenmatige verhuur ten behoeve van toeristen). In geval van ongeoorloofde verhuur verbeurt de wederpartij een direct invorderbare en niet voor matiging vatbare boete ten behoeve van de gemeente Texel groot € 250,-- per dag dat de overtreding door een door burgemeester en wethouders aangewezen en daartoe bevoegde ambtenaar wordt geconstateerd tot een maximum van in totaal € 500.000,--, een en ander behoudens het vermelde in de hierna volgende leden. Overigens is het bepaalde in artikel 3.3 van toepassing.
Het bepaalde in het vorige lid is niet van toepassing in geval van:
Executoriale verkoop, onder -indien van toepassing- zowel voor de executeur als de wederpartij de verplichting tot inachtneming van het hierna sub e bepaalde met dien verstande dat alsdan voor de aldaar genoemde 'kosten van de oorspronkelijke verkrijging in eigendom van de grond en de eventueel inmiddels daar op in aanbouw zijnde of gestichte woning' gelezen dient te worden 'het bedrag van de nominale hypothecaire vordering vermeerderd met het bedrag van het aantoonbaar in de oorspronkelijke verkrijging in eigendom van de grond en de inmiddels daar op in aanbouw zijnde of gestichte woning geïnvesteerde eigen vermogen';
Het bepaalde in lid a en b vervalt nadat de wederpartij de desbetreffende woning gedurende vijf achtereenvolgende jaren heeft bewoond. Als maatstaf geldt hierbij de datum waarop en de tijd gedurende welke de wederpartij als bewoner van het desbetreffende adres in het bevolkingsregister is ingeschreven.
Ingeval de verkochte grond binnen vijf jaren na dagtekening van de kadastrale tenaamstelling door de wederpartij mocht worden verkocht of met een zakelijk genotsrecht mocht worden bezwaard, dan is de wederpartij verplicht aan de gemeente Texel te betalen ingeval de eigendomsovergang of het bezwaren van de verkochte grond kadastraal wordt geregistreerd vóór het verstrijken van het eerste, onderscheidenlijk het tweede, het derde, het vierde of het vijfde jaar na dagtekening van het stellen van de eigendom ten name van de wederpartij, eenhonderd, tachtig, zestig, veertig dan wel twintig procent van het bedrag, waarmede het bedrag van de waarde van de grond en de eventueel inmiddels daar op in aanbouw zijnde of gestichte woning het bedrag van de kosten van de oorspronkelijke verkrijging in eigendom van de grond en de eventueel inmiddels daar op in aanbouw zijnde of gestichte woning te boven gaat.
De aan de gemeente verschuldigde bedragen, als vermeld onder lid e, dienen te worden voldaan uiterlijk op de dag waarop de akte van eigendomsoverdracht of vestiging van het zakelijk recht notarieel wordt verleden. Indien het verschuldigde bedrag niet tijdig wordt betaald, dan zal, zonder dat enige ingebrekestelling is vereist, het verschuldigde bedrag worden verhoogd met een direct opeisbare boete groot € 50,-- per met één woning te bebouwen of bebouwde kavel grond voor elke dag dat de betaling achterwege blijft, waarbij een gedeelte van de dag wordt gerekend als een hele dag zulks onverminderd het recht van de gemeente op vergoeding van kosten, schade en interessen. De aldus ontstane vordering is direct opeisbaar en de debiteur raakt in verzuim door het enkele feit der niet tijdige betaling, zonder dat enige ingebrekestelling zal zijn vereist.
Voor de toepassing van het onder lid e bepaalde is de waarde tenminste gelijk aan die van de tegenprestatie. a. voor de toepassing van het onder lid e bepaalde wordt het bedrag van de kosten van het verkrijgen in eigendom van de grond en de eventueel inmiddels daar op in aanbouw zijnde of gestichte woning vermeerderd met het bedrag, waarmede het bedrag van de kosten van het verkrijgen in eigendom van de grond en de eventueel inmiddels daar op in aanbouw zijnde of gestichte woning, verminderd met het bedrag van de kosten van het uitgegeven perceel, en daarna vermenigvuldigd met de factor bedoeld onder b, het bedrag van de kosten van het verkrijgen in eigendom van de grond en de inmiddels daar op in aanbouw zijnde of gestichte woning, verminderd met het bedrag van de kosten van het uitgegeven perceel te boven gaat; b. de factor, bedoeld onder a, geeft aan hoeveel het globale kwartaalindexcijfer van de bouwkosten van woningen (maandstatistiek bouwnijverheid van het Centraal Bureau voor de Statistiek), laatstelijk bekend op de datum van het kadastraal registreren van de overgang of het bezwaren van de eigendom, uitmaakt van het globale indexcijfer over het kwartaal, waarin de datum van de oorspronkelijke kadastrale tenaamstelling op naam van de wederpartij valt.
Artikel 6.5 Aanleg parkeerplaats.
De wederpartij verbindt zich tegenover de gemeente om gelijktijdig met het gereedkomen van de woning(en), voor zijn rekening een van de openbare weg af met een auto toegankelijke parkeerplaats (bij elke woning) aan te leggen en in stand te houden.Bij niet nakoming van de verplichting tot het aanleggen en/of instandhouden van bedoelde parkeerplaats(en) is koper aan de gemeente een boete verschuldigd van € 50,-- voor elke dag dat de wederpartij in gebreke is.
De gemeente staat toe dat de wederpartij haar rechten op overdracht van de grond overdraagt aan de kopers van de woningen op de door haar te bouwen kavels, eventueel voordat die bebouwing is tot stand gekomen, onder voorwaarde dat:
Artikel 6.7 Betaling waarborgsom.
Indien de Raad of (bij delegatie) het College van Burgemeester en Wethouders niet tot uitgifte besluit, zal het in het eerste lid van dit artikel bedoelde bedrag vermeerderd met een vergoeding voor gederfde rente, berekend naar het rentepercentage voor kortlopende leningen van de Bank voor Nederlandse Gemeenten, worden terugbetaald.GROEP BEDRIJVEN.
Artikel 6.8 Verbod tot verkoop aan de consument.
Bij overtreding van het onder a van dit artikel bedoelde verbod zal de wederpartij een direct opeisbare boete verschuldigd zijn van € 2.500,‑‑ voor elke week, waarin bedoelde levering aan de consument plaatsvindt of op enigerlei wijze geconstateerd wordt, zulks nadat de wederpartij terzake van de overtreding door het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Texel bij aangetekend schrijven of deurwaardersexploot in gebreke is gesteld.
Artikel 6.9 Verbod tot losse verkoop (bedrijfs)woning.
Een eventueel op de grond krachtens de bepalingen van het toepasselijke bestemmingsplan bij de bedrijfsbebouwing gestichte of te stichten woning dient te allen tijde qua gebruik en bestemming een onlosmakelijk geheel te vormen met de bedrijfsbebouwing; afzonderlijke verkoop dan wel huur of gebruik van de woning als vorenbedoeld voor niet met de in de bedrijfsbebouwing uitgeoefende bedrijfsactiviteit noodzakelijk gerelateerde huisvestingsdoeleinden is behoudens schriftelijke ontheffing van de gemeente Texel uitdrukkelijk verboden. Vorenbedoelde ontheffing wordt door de gemeente reeds nu voor alsdan verleend voor het geval van executoriale verkoop overeenkomstig artikel 3:268 Burgerlijk Wetboek.
Bij overtreding van het onder a van dit artikel bedoelde verbod zal de wederpartij een direct en niet voor matiging vatbare boete verschuldigd zijn van € 100.000,-- zulks nadat de wederpartij terzake van de overtreding door het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Texel bij aangetekend schrijven of deurwaardersexploot in gebreke is gesteld.
De wederpartij verplicht zich tegenover de gemeente het terrein voor zijn rekening af te scheiden met een deugdelijke, niet‑ontsierende afrastering, zoals voor bedrijfsterrein gebruikelijk is.GROEP ALGEMEEN.
Artikel 6.11 Eerdere ingebruikneming.
Het is de wederpartij toegestaan om de onroerende zaak per de in de uitgifteovereenkomst genoemde datum in gebruik te nemen, voordat de notariële akte is ondertekend. Indien de wilsovereenstemming omtrent de uitgifteovereenkomst nog niet is tot stand gekomen door middel van een daartoe door de Gemeenteraad of Burgemeester en Wethouders genomen besluit, is het risico dat de wilsovereenstemming niet tot stand komt voor de wederpartij. Indien de wilsovereenstemming niet tot stand komt, zal de wederpartij de onroerende zaak weer, voor zoveel mogelijk, in de oorspronkelijke toestand aan de gemeente terugleveren. Eventuele gevolgen voor verschuldigdheid van omzetbelasting door de eerdere ingebruikneming zijn voor rekening van de wederpartij.
Over het tijdvak van ingebruikneming als hiervoor sub a bedoeld tot de dagtekening van de notariële akte is door de wederpartij aan de gemeente verschuldigd een uiterlijk gelijktijdig met de koopsom casu quo eerste betaling van de canon te betalen rentevergoeding(vermeerderd met de eventueel deswege verschuldigde belasting toegevoegde waarde) over de grondwaarde van de uit te geven onroerende zaak naar het op het moment van koopsom- casu quo canonbetaling effectieve rendement van de door de N.V. Bank voor Nederlandse Gemeenten verstrekte leningen met een looptijd van tenminste tien en ten hoogste vijfentwintig jaar tenzij storting van de koopsom casu quo betaling van de canon in depot bij de gemeente geschiedt.
Artikel 6.12 Opstalrecht voor kabels en leidingen.
Ten laste van een daartoe op de bij de uitgifteovereenkomst behorende tekening aangeduid gedeelte van de onroerende zaak en ten behoeve van de in de uitgifteovereenkomst aangegeven begunstigde wordt gevestigd een opstalrecht, inhoudende het recht om nutsvoorzieningen te hebben, te houden, te inspecteren, te onderhouden en zonodig te vernieuwen.
Bij dit opstalrecht wordt bepaald dat op, respectievelijk in of boven dat gedeelte van de onroerende zaak geen bouwwerken mogen worden opgericht, noch een gesloten wegdek worden aangebracht, ontgrondingen worden verricht of bomen, dan wel diepwortelende struiken worden geplant, of aan derden toestemming tot zulk een handeling worden verleend. Voor de vestiging van dit zakelijk recht is de begunstigde geen enkele vergoeding verschuldigd.
Artikel 6.13 Erfdienstbaarheden over en weer voor opstallen.
Ten behoeve en ten laste van het (de) in de uitgifteovereenkomst vermelde uit te geven gebouw(en) en ten behoeve en ten laste van het (de) in de uitgifteovereenkomst vermelde naastgelegen gebouw(en), worden gevestigd en aangenomen, als zodanige erfdienstbaarheden, waardoor de toestand waarin die percelen zich ten opzichte van elkaar bevinden, gehandhaafd blijft.
Artikel 6.14 Overdracht van rechten.
Het is partijen verboden om zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de wederpartij rechten en verplichtingen uit deze overeenkomst en/of eventuele met deze overeenkomst samenhangende overeenkomsten tussen partijen, geheel of gedeeltelijk over te dragen aan derden; partijen zijn bevoegd om aan het verlenen van toestemming voorwaarden te verbinden.
De wederpartij verbindt zich tegenover de gemeente de uitgegeven grond niet te bebouwen. Bij overtreding van het verbod is de wederpartij aan de gemeente een direct opeisbare boete verschuldigd van € 50,-- voor iedere dag dat de overtreding voortduurt. In bijzondere gevallen kan het college van Burgemeester en Wethouders op schriftelijk verzoek ontheffing van het verbod verlenen. Het verlenen van een bouwvergunning houdt niet in, dat ontheffing van dit verbod zou zijn verleend; deze ontheffing dient afzonderlijk te zijn afgegeven.
Artikel 6.17 Voorwaarde van financiering.
Deze overeenkomst is ontbonden, indien de wederpartij voor de in de uitgifteovereenkomst genoemde datum geen hypothecaire lening onder naar de situatie op de geldmarkt redelijk te achten condities heeft kunnen verkrijgen, nodig voor de financiering van de aan hem verkochteof in erfpacht uitgegeven onroerende zaak, en de daarop in eerste instantie te stichten bebouwing.
De wederpartij is verplicht en verbindt zich jegens de gemeente, die dit voor zich aanvaardt, het bepaalde in de daartoe in de uitgifteovereenkomst aangewezen artikelen bij overdracht van het geheel of een gedeelte van de onroerende zaak, alsmede bij de verlenging daarop van een zakelijk recht, aan de nieuwe eigenaar of zakelijk gerechtigde op te leggen en in verband daarmee, om het in die artikelen bepaalde in de notariële akte of verlening van zakelijk rechtwoordelijk op te nemen, zulks op verbeurte van een direct opeisbare boete van vijfentwintigduizend euro ten behoeve van de gemeente, met bevoegdheid voor deze laatste om daarnaastnakoming en/of de eventueel meer geleden schade te vorderen.
Op gelijke wijze als hierboven onder lid a bepaald, verbindt de wederpartij zich jegens de gemeente tot het bedingen bij wijze van derdenbeding van de nieuwe eigenaar of zakelijk gerechtigde dat ook deze zowel het bepaalde in de in lid a bedoelde artikelen, als de in lid a en in het onderhavige lid b opgenomen verplichting om dit door te geven zal opleggen aan diensrechtsopvolgers en/of zakelijk gerechtigden.Elke opvolgende vervreemder neemt daarbij namens en ten behoeve van de gemeente hetbeding aan.
Artikel 6.19 Kwalitatieve verplichting.
De in de uitgifteovereenkomst aangewezen artikelen blijven rusten op het registergoed en zullen van rechtswege overgaan op degene(n) die het goed onder bijzondere titel zal/zullen verkrijgen, waarbij tevens wordt bepaald dat mede gebonden zullen zijn degenen die van de rechthebbende een recht tot gebruik van het goed zullen verkrijgen. Aangezien van deze overeenkomst tussen partijen een notariële akte wordt opgemaakt die daarna zal worden ingeschreven in de openbare registers, is voldaan aan de eis van artikel 6:252 lid 2 BW.
Artikel 6.20 Kwaliteit bebouwing.
De wederpartij verklaart ermee bekend te zijn, dat de kwaliteit van de toekomstige bebouwing door de Welstandscommissie zal worden getoetst aan een gemeentelijk beeldkwaliteitplan dat is opgesteld voor het gebied waarbinnen de bebouwing wordt opgericht. Dit beeldkwaliteitplan is openbaar en kan worden ingezien.