Organisatie | Maashorst |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels adresonderzoek BRP |
Citeertitel | Beleidsregels Adresonderzoek gemeente Maashorst |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Beleidsregels adresonderzoek 2018 gemeente Uden, zoals vastgesteld op 30 november 2017, en het Adresonderzoeksprotocol BRP gemeente Landerd 2020, zoals vastgesteld op 2 februari 2020.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-11-2023 | nieuwe regeling | 31-10-2023 | 47584-2023 |
Het College van burgemeester en wethouders van Gemeente Maashorst;
gelet op artikel 1.11 e.v. van de Wet Basisregistratie Personen (BRP), artikel 7 e.v. Regeling basisregistratie personen 1 en artikelen 1:3, vierde lid, en 4:81, eerste lid en 4.84 van de Algemene wet bestuursrecht;
b e s l u i t vast te stellen de
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
Artikel 6 Opneming deelresultaat adresonderzoek
Als tijdens het adresonderzoek geconstateerd wordt dat een persoon feitelijk niet (meer) woont op het geregistreerde adres, kan dit deel van het adresonderzoek opgenomen worden op de persoonslijst. Zo is in de BRP zichtbaar dat een persoon niet langer op het adres woont, waarop hij ingeschreven staat maar dat het onderzoek nog loopt. Hierdoor kunnen eventuele problemen voor de nieuwe of oude medebewoners voorkomen worden. De waarde 089999 wordt opgenomen in rubriek 08.83.10 Aanduiding gegevens in onderzoek.
Er wordt integrale samenwerking gezocht met de andere organisatieonderdelen binnen de gemeente, zodat er gezamenlijk onderzoek gedaan kan worden indien nodig (bijvoorbeeld bij uitkeringsfraude). Gemeentelijke afnemers hebben een terugmeldingsplicht, artikel 2.34 Wet BRP, als er kennis is van afwijkingen van de persoonsgegevens zoals deze in de BRP staan vermeld. Zie ook de “Circulaire Wanneer terugmelden van afwijkende gegevens aan de BRP”
Indien een vermoedelijke verblijfplaats van een ingeschrevene is gelegen in een andere gemeente dan de gemeente Maashorst, kan die gemeente bij het onderzoek worden betrokken. Het college van de andere gemeente kan in een dergelijk geval beter in de gelegenheid zijn om, bijvoorbeeld door een huisbezoek op het vermoedelijke adres.
Artikel 9 Eisen aan dossiervorming (interne werkinstructie)
Voeg informatie toe verkregen via internet/Social, hier zijn voorwaarden aan verbonden:
Het kan voorkomen dat betrokkene niet te achterhalen is via de reguliere bronnen. In dat geval kan binnen het adresonderzoek in tweede instantie ook een internet onderzoek worden uitgevoerd. Onder internet onderzoek wordt verstaan: het zoeken van informatie over de feitelijke verblijfplaats van de ingeschrevene via het publiekelijk toegankelijke net, zoals Google, Facebook, LinkedIn en andere Social media. Het doel daarbij is om bewijs te verzamelen teneinde een foutieve en oneigenlijke inschrijving in de BRP aan het licht te brengen en ambtshalve te kunnen corrigeren. Het gaat hier om gericht onderzoek naar betrokkene.
Uden, 31 oktober 2023
Burgemeester en wethouders van gemeente Maashorst,
de secretaris,
J.A.G.M. van Aaken
de burgemeester,
M.J.D. Donders-de Leest (wnd.)
Bijlage 1 Omschrijving risicosignalen
Doorgangsadressen zijn adressen waarop veel in- en uitschrijvingen plaatsvinden. De inschrijvingen zijn vaak van korte duur.
Soms laat de hoofdbewoner andere personen gebruikmaken van zijn adres; een inschrijving tegen betaling zonder dat er feitelijk wordt ingewoond.
De ervaring leert dat de actualiteit van de inschrijvingen op dit soort adressen te wensen over laat. Een huisbezoek is hierbij vereist omdat vaak meerdere partijen zijn betrokken en van belang is de feitelijke situatie te onderzoeken.
De afgelopen 12 maanden zijn er op dit adres minstens 3 'losse' inschrijvingen (=inschrijfdata) geweest, onafhankelijk van elkaar. Daarbij geldt dat:
Signaalspecifieke instructie voor het adresonderzoek
Beoordeel de inschrijvingen en recente verhuizingen op het adres in kwestie.
Beoordeel het adres op samenstelling van bewoning en of dit adres al vaker bij een onderzoek betrokken is geweest. Raadpleeg openbare bronnen. Mogelijk wordt het adres in advertenties aangeboden als inschrijfadres.
Probeer te achterhalen waarom er zo vaak wisselingen zijn op het adres.
Probeer te achterhalen of iedere 'verhuizer' wel werkelijk op het adres komt wonen.
Vermoed je (moedwillig) misbruik van het adres? Plaats dan een aantekening bij het adres in de BRP om collega’s erop te attenderen toekomstige inschrijvingen en andere BRP-mutaties goed te beoordelen.
Artikel 2 Schijnbewoning/VOW-adres
Het gaat om woonadressen waarvandaan in de afgelopen 2 jaar meer dan 3 personen 'vertrokken onbekend waarheen' (VOW) zijn in- of uitgeschreven. In- of uitschrijvingen van dezelfde datum tellen als één mutatie en VOW-mutaties van personen jonger dan 18 jaar tellen niet mee.
De ervaring is dat VOW’ers die zich later weer inschrijven vaak alleen een inschrijfadres willen hebben, terwijl zij feitelijk ergens anders wonen. Als dit patroon zich op een adres herhaalt, kan dat wijzen op schijnbewoning of een doorgangsadres.
De adressen zijn geselecteerd op basis van de volgende criteria (in willekeurige volgorde):
Signaalspecifieke instructie voor adresonderzoek VOW-adres
Raadpleeg de historische bewoning: is er veel verloop op het adres en/of staan personen er kort ingeschreven?
Ga na of degene die toestemming tot inschrijving geeft hiertoe bevoegd is. Zo niet, dan kan er sprake zijn van illegale onderverhuur. Staat de eigenaar zelf op het adres ingeschreven? Wordt de eigenaar en/of bewoner genoemd in de huurovereenkomst? Of geeft de langst ingeschrevene toestemming tot inwoning?
Binnengemeentelijke samenwerking
Een integrale aanpak van het adresonderzoek is belangrijk voor de dossieropbouw. Toets bijvoorbeeld bij collega’s van Team Ruimte of er vergunningen voor kamerverhuur zijn verstrekt en zoek samenwerking met collega’s van sociale zaken; misschien kennen zij de persoon.
Zet bij twijfel het onderzoek aan de deur voort en vraag om tastbare bewijzen van de bewoners. Wees je ervan bewust dat medebewoners het in geval van onterechte inschrijving vaak voor elkaar opnemen.
Wordt het adres gebruikt voor bijvoorbeeld 'schijn'-inschrijvingen? Plaats dan een aantekening (een signalering) in de BRP bij het adres om nieuwe situaties van misbruik op dit adres te voorkomen.
Bij het signaal van overbewoning gaat het om adressen waarbij het gemiddelde woonoppervlak per persoon kleiner is dan 16 m2. Daarvoor wordt de oppervlakte van de woonruimte zoals vastgelegd in de BAG gedeeld door het aantal bewoners op dat adres. Overbewoning kan diverse oorzaken hebben:
Signaalspecifieke instructie voor het adresonderzoek
Heb je een vermoeden dat het adres oneigenlijk wordt gebruikt? Dan kun je het onderzoek gezamenlijk uitvoeren met Afdeling Ruimte, met de medewerker die verantwoordelijk is voor Wonen.
Bij het signaal van veelverhuizers gaat het om personen die vaak van adres wisselen. Doelgroepen die hierbij in beeld komen zijn bijvoorbeeld arbeidsmigranten, expats en (buitenlandse) studenten. Uit de praktijk blijkt dat deze groepen vaak gebruik maken van adressen waar ze tijdelijk ingeschreven staan. Daarbij zijn er minder prikkels om de adresregistratie actueel te houden.
Het gaat hier om ouders met jonge kinderen, waarvan één van de ouders op een ander adres staat ingeschreven (de verlater) dan de andere ouder en de kinderen. Er bestaat twijfel of de vertrokken ouder daadwerkelijk is verhuisd of slechts op een ander adres staat ingeschreven en dus (nog) bij de andere ouder (achterblijver) en het kind woont.
De ouder die met de kinderen achterblijft kan een substantieel voordeel aan toeslagen ontvangen. Als de verlater weer ingeschreven wordt bij het gezin, worden deze toeslagen gekort of zelfs stopgezet.
Het signaal komt tot stand omdat de volgende gegevens twijfel geven over de juistheid van adresgegevens:
* De specifieke combinatie van BRP-gegevens is:
Artikel 6 Briefadressen (anders dan vermeld in artikel 2.40 Wet BRP)
Een briefadres is een adres waarop een persoon zijn post van de overheid wil ontvangen, maar daar niet woont. Deze persoon is op dat adres dan wel bereikbaar maar niet benaderbaar. Bij dit signaal is de onderzoeksvraag of het briefadres (nog) rechtmatig wordt gebruikt.
Voor dit signaaltype geldt dat iemand minstens 9 maanden een briefadres heeft op een adres met woonfunctie. Daarnaast kan er sprake zijn van één van de volgende situaties:
LET OP! Hierbij is het van belang te controleren of er sprake is van maatwerk briefadresverstrekking. Stem dit af met de collega’s die de bijzondere briefadressen verstrekken. Er kan sprake zijn van een sociale- en/of financiële problematiek en een eventueel al lopend hulpverleningstraject.
Signaalspecifieke instructie voor het adresonderzoek
Artikel 7 Hervestiging vanuit VOW
Deze signalen hebben betrekking op adressen waar zich in het afgelopen jaar personen hebben ingeschreven als wonend op het adres die daarvoor VOW waren. Bij deze groep is risico op schijnbewoning groter. Mogelijk is de reden voor inschrijving de aanvraag van een nieuw rijbewijs of paspoort.
De adressen zijn geselecteerd op basis van de volgende criteria (in willekeurige volgorde):
Signaalspecifieke instructie voor het adresonderzoek
Bij dit signaaltype gaat het om adressen waarop meerdere personen staan ingeschreven met bovendien een opvallende samenstelling. Het kan hier bijvoorbeeld gaan om pensions en studentenhuizen, maar ook om adressen waar een gezin staat ingeschreven plús één of meerdere personen zonder duidelijke relatie. Uit praktijkervaring van gemeenten blijkt dat deze extra personen daar soms feitelijk niet (meer) wonen.
Voor het signaaltype samenwoners worden adressen geselecteerd waar 5 of meer 'entiteiten' (personen die volgens de BRP eerste graad familie zijn, behoren tot dezelfde entiteit) staan ingeschreven.
Signaalspecifieke instructie voor het adresonderzoek
Beoordeel de actuele inschrijvingen op het adres in kwestie. Bekijk bijvoorbeeld:
Artikel 9 Behandeling risicosignalen
Er wordt vooronderzoek gepleegd op het adres of het risicosignaal van toepassing is. Is het betreffende risicosignaal van toepassing, dan wordt de procedure adresonderzoek gevolgd. Blijkt het risicosignaal foutief of is er een geldige verklaring voor de afwijking in de BRP, dan wordt een notitie geplaatst op het betreffende adres in de BRP om deze afwijking te verklaren. Dit voorkomt onnodig onderzoek in de toekomst.