Organisatie | Maashorst |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Briefadres Gemeente Maashorst |
Citeertitel | Beleidsregels Briefadres gemeente Maashorst |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Beleidsregels briefadres gemeente Uden, zoals vastgesteld op 4 maart 2020, en de Regeling briefadres gemeente Landerd 2020, zoals vastgesteld op 21 december 2021.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-11-2023 | nieuwe regeling | 31-10-2023 |
Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Maashorst;
gelet op de artikelen 1.1, 2.23, 2.38 tot en met 2.42, 2.45, 2.27, 2.52 en 4.17 van de Wet basisregistratie personen (Wet BRP), artikel 29 van het Besluit basisregistratie personen (Besluit BRP), de artikelen 17, 18 en 19 van de Regeling basisregistratie personen (Regeling BRP), artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht, de circulaire BRP en briefadres (2016-0000656211) van de minister van BZK van 18 oktober 2016, het Protocol voor ondersteuning door Burgerzaken aan achterblijvers in geval van vermissing (NVVB-2016) en de handreiking van Divosa (2022), ondersteunt door de Rijksdienst van Identiteit en Gegevens;
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
het adres waar betrokkene woont, waaronder begrepen het adres van een woning die zich in een voertuig of vaartuig bevindt, indien het voertuig of vaartuig een vaste stand- of ligplaats heeft, of, indien betrokkene op meer dan één adres woont, het adres waar hij naar redelijke verwachting gedurende een half jaar de meeste malen zal overnachten, of
Artikel 3 Afwegingskader tijdelijk briefadres artikel 2 lid a
Uitgangspunt is het woonadres: wanneer duidelijk is dat er sprake is van een woonadres, dient de inschrijving in de BRP met het betreffende woonadres plaats te vinden. Leidend uitgangspunt in de Wet BRP is dat de gemeente ingezetenen zo feitelijk mogelijk registreert, met het adres waar inwoners verblijven. Wanneer er twee of meer woonadressen zijn, wordt hierbij het adres aangehouden waar iemand gedurende een half jaar de meeste malen zal overnachten. Als het woonadres ontbreekt zoals hiervoor bedoeld, dan wordt het adres aangehouden waar iemand gedurende drie maanden tenminste twee derde van de tijd zal overnachten;
Het is aan de gemeente om te beoordelen of er maatwerk nodig is; burgers kunnen dat niet als recht afdwingen. De gemeente mag daarbij medewerking van de inwoner verwachten. De gemeente heeft voor de BRP immers een inlichtingenplicht: de aanvrager briefadres/briefadreshouder moet aangeven waar hij feitelijk verblijf houdt. Er wordt samen met Sociaal Domein onderzocht of er hulpverlening gewenst is en of er een woonadres/opvang beschikbaar is al dan niet met hulpverlening op de woonlocatie;
Artikel 4 Voorwaarden (tijdelijk) briefadres
In geval van aangifte op basis van artikel 2 lid 2, 3 en 4 worden indien nodig bewijsstukken gevraagd naast de volledig ingevulde aangifte, maar alleen bij twijfel over de aangifte. Indien er sprake is van aangifte op basis van artikel 2 lid 1 sub a t/m f worden standaard aanvullende stukken gevraagd.
Artikel 5 Aanvullende bewijsstukken
Overzicht bewijsstukken bij mogelijke doeleinden briefadres
Onverminderd hetgeen is bepaald in het eerste tot en met het derde lid, is diegene op wie het briefadres betrekking heeft en een ander adres krijgt, gehouden om in de periode tussen vier weken vóór de beoogde verhuisdatum tot en met de vijfde dag na verhuisdatum hiervan aangifte te doen bij de gemeente waar hij zijn nieuwe adres heeft;
Er worden maximale termijnen in acht genomen voor de toekenning van de briefadressen. Hierbij wordt na de maximale termijn opnieuw onderzocht en getoetst op de voorwaarden uit deze regeling.
Artikel 8b Bewaking termijnen briefadres
Wanneer een burger aangeeft registratie op briefadres nog steeds wenselijk te achten, toetst de behandelaar of er een nieuw officieel verzoek tot registratie op een briefadres moet worden ingediend. Daarnaast toetst de behandelaar briefadres op dat moment of betrokkene (nog) aan alle voorwaarden voldoet om de registratie op een briefadres te handhaven;
Als vanwege bijzondere omstandigheden een strikte toepassing van het bepaalde in deze regeling zou leiden tot een onbillijkheid, kan worden afgeweken van het bepaalde in deze regeling.