Organisatie | Best |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels eenmalige energietoeslag Best 2023 |
Citeertitel | Beleidsregels eenmalige energietoeslag 2023 gemeente Best |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze beleidsregels vervallen op 1 september 2024.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-11-2023 | nieuwe regeling | 14-11-2023 |
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
referteperiode: dit is één volledige kalendermaand voorafgaand aan de peildatum (bij constante inkomsten) of het gemiddelde van de drie volledige kalendermaanden voorafgaand aan de peildatum (bij wisselende inkomsten). Voor ondernemers geldt: het laatste volledige kwartaal voorafgaand aan de peildatum.
Als de aanvrager niet in aanmerking komt voor een eenmalige energietoeslag kan het college, gelet op alle omstandigheden, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor een eenmalige energietoeslag, indien dringende redenen hiertoe noodzaken.
Aldus vastgesteld op 14 november 2023,
Het college van burgemeester en wethouders,
Hans Ubachs
Burgemeester
Jolie Hasselman
secretaris
De beleidsregel eenmalige energietoeslag 2023 staat niet op zichzelf, maar is gebaseerd op artikel 35 van de Participatiewet. Dit betekent dat wie niet aan de voorwaarden van de wet voldoet, bijvoorbeeld omdat die persoon op de peildatum geen rechthebbende is of omdat een uitsluitingsgrond geldt, geen aanspraak kan maken op de energietoeslag. Soms kan dat een hardheid inhouden. Daar voorziet artikel 5 in.
In artikel 2 wordt de doelgroep nader omschreven. Met vermogen wordt geen rekening gehouden.
Alleen huishoudens met een laag inkomen hebben recht op de energietoeslag. Het inkomen mag niet hoger zijn dan 120% van de toepasselijke bijstandsnorm exclusief vakantietoeslag. Daarbij is aangesloten bij het reguliere beleid bijzondere bijstand en minimaregelingen in onze gemeente.
Voor inwoners met problematische schulden in een schuldhulptraject, kan er ook bij een hoger inkomen recht bestaan op een energietoeslag als het feitelijk beschikbare inkomen hierdoor ligt op 95% van de bijstandsnorm (het zogenaamde Vtlbbedrag). Dit doen we door structureel bij beslaglegging, een minnelijke schuldregeling of een WSNP (wettelijke) schuldsanering rekening te houden met het feitelijk te besteden inkomen. Daar voorziet artikel 2 lid 5 sub a en b in.
Een ambtshalve toekenning is mogelijk als vaststaat dat de persoon op de peildatum recht heeft. Dit kan worden aangenomen bij huishoudens die algemene bijstand ontvangen of een uitkering IOAW of IOAZ.
Daar kan de gemeente andere groepen aan toe voegen, bijvoorbeeld personen die periodiek bijzondere bijstand ontvangen of een bijdrage op grond van gemeentelijke minimaregeling. Of dat mogelijk is zal afhangen van de vraag of de aanwezige gegevens voldoende zijn om vast te stellen dat zij op voorhand ook zullen voldoen aan de doelgroepomschrijving van artikel 2 en andere voorwaarden uit de Participatiewet.