Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Meierijstad

Verordening geurhinder en veehouderij Veghels Buiten

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMeierijstad
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening geurhinder en veehouderij Veghels Buiten
CiteertitelVerordening geurhinder en veehouderij Veghels Buiten
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpGeurhinder

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 6 van de Wet geurhinder en veehouderij
  2. artikel 8 van de Wet geurhinder en veehouderij
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-11-2023Nieuwe regeling

02-11-2023

gmb-2023-493540

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening geurhinder en veehouderij Veghels Buiten

 

Verordening geurhinder en veehouderij Veghels Buiten

De raad van de gemeente Meierijstad;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 26 september 2023,

gelet op de artikelen 6 en 8 van de Wet geurhinder en veehouderij;

besluit vast te stellen de

Verordening geurhinder en veehouderij Veghels Buiten

Artikel 1: Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • A.

    Dierenverblijf: al dan niet overdekte ruimte waarbinnen dieren worden gehouden;

  • B.

    Geurbelasting: de waarde ter plaatse van de gevel van het gevoelige object, berekend met V-Stacks, uitgedrukt in Europese odour units per kubieke meter lucht;

  • C.

    Geurgevoelig object: een geurgevoelig object in de zin van artikel 1 van de Wet geurhinder en veehouderij dan wel de rechtsopvolger hiervan;

  • D.

    Kaart: de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaartbijlage (‘Werkingsgebied gebiedsgerichte geurverordening’, BRO 2023);

  • E.

    Odour units (ouE/m3. P98): geurconcentratie als aantallen Europese odour units in een volume-eenheid lucht (ouE/m3), gemeten volgens de NEN-EN 13725:2003 “Luchtbepaling van de geurconcentratie door dynamische olfactometrie”. In deze verordening wordt voor de geurbelasting uitgegaan van het gebruikelijke 98-percentiel geurconcentratie. Dat betekent dat de – met een verspreidingsmodel – berekende geurconcentratie gedurende 98 procent van de tijdseenheid niet wordt overschreden.

  • F.

    Veehouderij: inrichting die tot een krachtens artikel 1.1, derde lid, van de Wet milieubeheer aangewezen categorie behoort en is bestemd voor het fokken, mesten, houden, verhandelen, verladen of wegen van dieren;

  • G.

    Vergunning: omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht dan wel de rechtsopvolger hiervan;

  • H.

    Wet: Wet geurhinder en Veehouderij dan wel de rechtsopvolger hiervan.

Artikel 2: Aanwijzing gebieden

  • 1.

    Bij een beslissing inzake de vergunning voor het oprichten of veranderen van een veehouderij neemt het bevoegd gezag de in artikel 3 en 4 vermelde waarden in acht.

  • 2.

    Als gebied als bedoeld in artikel 6, eerste, derde en vierde lid, van de Wet wordt aangewezen het volgende gebied: het gebied als aangeduid op de kaart zoals bedoeld in artikel 1 van deze verordening.

  • 3.

    Voor de gebiedsindeling zoals onderscheiden in de artikelen 3 en 4 van deze verordening wordt verwezen naar de kaart zoals bedoeld in artikel 1 van deze verordening.

Artikel 3: Andere waarden voor de geurbelasting

Op grond van artikel 6.1, eerste lid, van de Wet en in afwijking van artikel 3, eerste lid, van de Wet bedraagt de maximale waarde voor de geurbelasting van een veehouderij op een geurgevoelig object in het gebied aangeduid als ‘Veghels Buiten’ op de kaart zoals bedoeld in artikel 1 van deze verordening 5 ouE/m3.

Artikel 4: Andere waarden voor de afstanden

Op grond van artikel 6.1, derde lid, van de Wet en in afwijking van artikel 4.1, eerste lid, van de Wet bedraagt de afstand tussen een veehouderij, voor zover gelegen binnen het gebied ‘Veghels Buiten’ en/of ‘Randzone Veghels Buiten’, en waar dieren worden gehouden van een diercategorie waarvoor niet bij ministeriële regeling een geuremissiefactor is vastgesteld tot de buitenzijde van een geurgevoelig object binnen het gebied aangeduid als ‘Veghels Buiten’ op de kaart zoals bedoeld in artikel 1 van deze verordening ten minste 50 meter bedraagt;

Artikel 5: Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als de “Verordening geurhinder en veehouderij Veghels Buiten”.

Artikel 6: Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie.

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 2 november 2023

De griffier,

A.F.J. Franken MSc,

De burgemeester,

ir. C.H.C. van Rooij

Toelichting

1. Achtergrond

Beschrijving gebied Veghels Buiten

Het gebied Veghels Buiten, dat is gelegen aan de oostflank van de kern Veghel, grofweg tussen de Udenseweg, de bestaande woonwijk Veghel-Zuid, de wegen Ham-Havelt en het waterwingebied van Brabant Water, wordt gekenmerkt door kleinere en grotere bebouwingsclusters. De kernvisie van Veghels Buiten is wonen in het landelijk gebied, waar in het landschap ruimte is voor zowel wonen als agrarische / bedrijfsmatige functies die naast elkaar kunnen bestaan.

De woonclusters zijn omgeven door agrarische gronden en/of door groen/water. Er is dan ook geen sprake van een harde komgrens van de kern Veghel. Vanwege het gemengd voorkomen van stedelijke ontwikkelingen en agrarische bedrijfsvoeringen binnen Veghels Buiten, is het wenselijk om te komen tot maatwerk voor wat betreft geurnormen en vaste afstanden die worden gehanteerd tussen veehouderijen en geurgevoelige objecten, een en ander in afwijking met het wettelijk kader maar in afstemming met de ruimte die in dit wettelijk kader wordt gegeven voor afwijken van de standaardnormstelling.

Geurverordening gemeente Veghel en ontwikkeling Veghels Buiten

Op 25 oktober 2010 heeft de raad van de (voormalige) gemeente Veghel een geurverordening vastgesteld. Deze geurverordening zorgde ervoor dat het gebied Veghels Buiten kon worden ontwikkeld conform de visie uit het masterplan Veghels Buiten, dat zich kenmerkt door een woonlandschap in het landelijk gebied, waar agrarische functies naast woonfuncties bestaan.In de destijds vastgestelde geurverordening gold voor Veghels Buiten een halvering van de vaste afstand tot veehouderijen (van 100 meter naar 50 meter) en een geurnorm van 8 ouE/m3 aan voorgrondbelasting.

Gemeentelijke herindeling en geurverordening

De geurverordening van de gemeente Veghel was nog van kracht ten tijde van de gemeentelijke herindeling op 1 januari 2017. Als gevolg van de gemeentelijke herindeling is deze geurverordening sinds 1 januari 2019 op grond van art. 28 van de Wet Arhi van rechtswege vervallen. Voor het project Veghels Buiten is dit echter niet de bedoeling geweest.

Op grond van de Wet geurhinder en veehouderij moet nu teruggegrepen worden naar de strengere normen voor de bebouwde kom (3 ouE/m3) en een vaste afstand van 100 meter voor veehouderijen zonder geuremissiefactor. Daardoor kunnen nu delen van Veghels Buiten niet meer worden ontwikkeld, waar wel woningbouw is voorzien (en in deelgebied Erpseweg Zuid ook al is bestemd).

Herstel gebiedsgericht geurbeleid Veghels Buiten

Middels deze gebiedsgerichte geurverordening wordt het van rechtswege vervallen van de geurverordening van de voormalige gemeente Veghel hersteld en kan weer uitvoering worden gegeven aan de ruimtelijke visie voor het gebied Veghels Buiten. Concreet betekent dit dat de oorspronkelijk beoogde ontwikkelingen in het gemengd gebied weer mogelijk worden gemaakt (combinatie agrarische functies en wonen).

2. Wettelijk kader geurnormen

In de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) zijn grenswaarden voor geurhinder opgenomen. Deze grenswaarden zijn bij dieren zonder geuremissiefactor (bijvoorbeeld melkrundvee)gesteld in een minimaal aantal meters en bij vee met geuremissiefactor (bijvoorbeeld pluimvee) in odeur units per kubieke meter lucht. In de Regeling geurhinder en veehouderij (Rgv) zijn de geuremissiefactoren per diersoort aangegeven.

De Wgv biedt de mogelijkheid om binnen bepaalde marges een eigen gemeentelijk beleid te ontwikkelen voor geurhinder vanuit veehouderijen. Dat gemeentelijk beleid kan worden neergelegd in een gebiedsvisie en een verordening zoals bedoeld in artikel 6 van de Wgv.

Bij het vaststellen van andere waarden of afstanden als in de Wet geurhinder en veehouderij opgenomen, dient de gemeenteraad een aantal aspecten, genoemd in artikel 8 van de Wgv te betrekken.

Deze aspecten betreffen:

  • a.

    de huidige en de te verwachten geursituatie vanwege de veehouderijen in het gebied;

  • b.

    het belang van een geïntegreerde aanpak van de verontreiniging;

  • c.

    de noodzaak van een even hoog niveau van de bescherming van het milieu;

  • d.

    de gewenste ruimtelijke inrichting van het gebied.

Deze aspecten worden onder het kopje “gebiedsvisie” beschreven.

3. Gebiedsvisie Geur

  • A.

    De huidige en de te verwachten geursituatie vanwege veehouderijen in het gebied

Voor Veghels Buiten zijn twee veehouderijen van belang die van invloed zijn op de nieuwbouwplannen. Het betreffen Erpseweg 5 en 6. De overige veehouderijen liggen op zodanige afstand dat deze geen merkbare geurbelasting zullen veroorzaken in het plangebied. Gelet op het voorgaande is het gebied waarop de geurverordening is opgesteld beperkt tot het gebied van Veghels Buiten en de directe omgeving daarvan.

  • Huidige geursituatie

Erpseweg 5

Voor de varkenshouderij aan de Erpseweg 5 is in 2019 de volgende dierbezetting vergund:

  • Vleesvarkens

  • 660 gespeende biggen

De stal voor het huisvesten van 2.304 vleesvarkens is niet gerealiseerd, net als een luchtwasser achter een bestaande stal. Dit betekent dat de huidige geursituatie lager is dan vergund. Voor het bepalen van de geurcontouren is wel van de vergunde geurcontouren uitgegaan.

De ligging van de individuele geurcontouren (ook wel voorgrondbelasting genoemd) is weergegeven in figuur 1 hieronder. Hierop is de contour van 3 ouE/m3, 5 ouE/m3 en 8 ouE/m3 zichtbaar. De eerste is de geurnorm voor geurgevoelige objecten in de bebouwde kom. De tweede contour is de geurnorm in de voorliggende geurverordening en de laatste contour is de norm zoals die tot 1 januari 2019 was opgenomen in de geurverordening van de voormalige gemeente Veghel.

Figuur 1: kaart voorgrondbelasting Erpseweg 5

Erpseweg 6

De inrichting aan de Erpseweg 6 betreft een melkveehouderij. Uit de melding Activiteitenbesluit van 2015 blijkt dat de volgende dieren aanwezig zijn:

  • 127 melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar

  • 134 vrouwelijk jongvee tot 2 jaar

  • 10 paarden

Voor rundvee en paarden zijn geen geuremissiefactoren vastgesteld waarmee geurcontouren zijn te berekenen. Hier dient uit te worden gegaan van een vaste afstand van 100 meter tussen de veehouderij en een geurgevoelig object in de bebouwde kom. De thans geldende afstand werkt beperkend voor Erpseweg 6. Hier bedraagt de afstand ongeveer 70 meter tussen de stal en bouwveld 3200 van het vigerende bestemmingsplan Erpseweg-Zuid en 50 meter tussen het bouwvlak van Erpseweg 6 en bouwveld 3200.

Naast de hierboven beschreven geurcontouren en vaste afstanden is voor het woon- en leefklimaat de achtergrondbelasting relevant (cumulatieve geurhinder van alle veehouderijen in de omgeving). Voor de beoordeling van de achtergrondbelasting wordt vaak aangesloten bij de maximale waarden zoals opgenomen in de Interim omgevingsverordening van de provincie Noord-Brabant (hierna IOV). Die zijn 10 ouE/m3 voor geurgevoelige objecten in de bebouwde kom en 20 ouE/m3 voor geurgevoelige objecten in het buitengebied. De woningen van Veghels Buiten zullen voldoen aan de criteria die horen bij bebouwde kom, waardoor hier 10 ouE/m3 als norm voor de achtergrondbelasting geldt. In figuur 2 is de huidige achtergrondbelasting weergegeven.

Figuur 2: kaart achtergrondbelasting

Uit figuur 2 blijkt dat in de buurt van Erpseweg 5 merkbaar een verhoogde geurbelasting heerst die het plangebied beïnvloedt. Toch is deze niet maatgevend; de voorgrondbelasting weegt hier zwaarder.

  • Te verwachten geursituatie

De te verwachten geursituatie wordt enerzijds bepaald door de nieuwbouwplannen en anderzijds door uitbreidingsmogelijkheden en nieuwvestiging van veehouderijen. Nieuwvestiging van veehouderijen in het gebied waarop deze visie betrekking heeft zijn redelijkerwijs niet te verwachten. Het gebied waarop deze gebiedsvisie betrekking heeft kent immers een grote dichtheid aan geurgevoelige objecten (met name woningen).

Erpseweg 5

In het kaartje van figuur 1 zijn naast de geurcontouren ook de toetspunten (‘geurgevoelige objecten’) weergegeven die min of meer samenvallen met kadastrale percelen die bestemd kunnen worden voor woningbouw. Ter plaatse van de te ontwikkelen percelen tussen het Melven en de Erpseweg heerst een veelal hogere voorgrondbelasting dan de thans voor de bebouwde kom geldende 3 ouE/m3, als gevolg van de veehouderij aan de Erpseweg 5. Hier is bovendien de voorgrondbelasting hoger dan de helft van de achtergrondbelasting, zodat de voorgrondbelasting maatgevend is voor het woon- en leefklimaat. De IOV hanteert 10 ouE/m3 als maat voor de achtergrondbelasting binnen de bebouwde kom. Dat komt wat hinderbeleving overeen met een voorgrondbelasting van 5 ouE/m3. Ook deze 5 ouE/m3 wordt overschreden op een deel van kadastraal perceel 1403. Hiermee wordt rekening gehouden in de verdere uitwerking van de nieuwbouwplannen voor Veghels Buiten.

Erpseweg 6

Zoals eerder geconstateerd wordt niet voldaan aan de afstand van 100 meter. Omdat de veehouderij niet voldoet aan de wettelijk aan te houden afstand kan deze niet uitbreiden in aantallen te houden koeien of jongvee. Omdat er sprake is van vergunde rechten kan de inrichting in de huidige omvang blijven bestaan. Ook zonder de nieuwbouwplannen voor Erpseweg-Zuid kan de veehouderij niet verder groeien, omdat bouwvlak 3200 al bestemd is.

  • B.

    Het belang van een geïntegreerde aanpak van de verontreiniging

Met het belang van een geïntegreerde aanpak van de verontreiniging wordt bedoeld dat afwenteling van de verontreiniging op een ander milieucompartiment moet worden voorkomen. Hierbij moet een hoog niveau van bescherming voor het milieu in zijn geheel worden bevorderd. Bij het opstellen van een gemeentelijke verordening moet derhalve niet alleen worden gekeken naar de geursituatie maar ook naar de gevolgen daarvan voor andere milieucompartimenten (zoals ammoniak, geluid, energie en dergelijke).

Ten aanzien hiervan wordt overwogen dat vanwege de versoepeling van de geur- en afstandsnorm, gezien de omvang van het gebied waarvoor de andere norm geldt en de in het gebied reeds aanwezige bebouwing, het aantal veehouderijen niet zal toenemen. Hierdoor zal de druk op het milieu, door bijvoorbeeld een sterke toename van de ammoniakemissie, niet toenemen. Ten aanzien van de andere milieuaspecten dan geur zullen dan ook geen belangrijke veranderingen doorgevoerd worden. Bovendien geldt dat deze in het kader van een eventuele vergunningprocedure goed te beoordelen en te reguleren zijn.

  • C.

    De noodzaak van een even hoog niveau van de bescherming van het milieu

Een even hoog niveau van de bescherming van het milieu wil zeggen dat het bereikte niveau van bescherming door het stellen van algemene regels in plaats van individuele regels even hoog moet zijn als in het geval van een toets aan de individuele regels. Bij het opstellen van een verordening worden geen generieke regels gesteld die individuele regels vervangen. Het beschermingsniveau voor de toepassing van de individuele regels wordt aangepast.

Zoals hiervoor is aangegeven zal vanwege het wijzigen van de geur- en afstandsnorm het aantal veehouderijen in de omgeving van de nieuwbouwlocatie niet toenemen. Daarnaast geldt dat bij het verlenen van een omgevingsvergunning milieu de beste beschikbare technieken moeten worden toegepast en het mogelijk is om hieromtrent voorschriften op te nemen. Hiermee wordt gewaarborgd dat voor het milieu in zijn geheel een ten minste gelijkwaardig niveau van bescherming is gewaarborgd in vergelijking met de situatie waarin alle bedrijven individueel en zonder verordening zouden worden beoordeeld.

  • D.

    De gewenste ruimtelijke inrichting van het gebied

De gewenste ruimtelijke ontwikkeling betreft de voltooiing van het nieuwbouwproject Veghels Buiten. Hiermee wordt de bebouwde kom van Veghel uitgebreid. Veghels Buiten vormt een woongebied gelegen aan de rand van de kern Veghel. Het sluit aan op het overgangsgebied tussen de woonkern en het agrarische buitengebied.

4. Maatwerk geurnormering gemengd gebied Veghels Buiten

Het voor Veghels Buiten gewenste maatwerk is opgenomen in onderhavige Verordening geurhinder en veehouderij Veghels Buiten. Vanuit de visie voor Veghels Buiten werd in de vervallen geurverordening uit 2010 voor Veghels Buiten een norm van 8 ouE/m3 gehanteerd. Sindsdien zijn de inzichten over een aanvaardbaar woon- en leefklimaat echter veranderd.

Om die reden wordt in deze geurverordening gekozen voor het toestaan van een maximale waarde van 5 ouE/m3 voor de geurbelasting van een veehouderij op een geurgevoelig object in het gebied ‘Veghels Buiten’. Dit sluit aan bij de adviezen van de GGD en provincie voor acceptabele geurnormen die tegenwoordig worden gehanteerd voor een aanvaardbaar woon- en leefklimaat in gemengd gebied.

Advies GGD

Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid van de GGD Brabant/Zeeland (Bureau GMV) en het Institute for Risk Assessment Sciences (IRAS) van Universiteit Utrecht onderzochten in 2014 de relatie tussen geurbelasting afkomstig van veehouderijen en de ervaren geurhinder bij ruim 13.000 respondenten op het platteland en in kleinere kernen van Noord-Brabant en Noord-Limburg. De resultaten bevestigen volgens de GGD signalen dat er bij gegeven geurbelasting aanzienlijk meer geurhinder voorkomt dan op basis van de Handreiking Wgv (Wet geurhinder veehouderij) te verwachten zou zijn.

Bij woonfuncties achten de GGD’en daarom maximaal 2 ouE/m3 als acceptabele geurnorm in de woonkern. Bij gemengde functies (wonen en werken) zijn hogere geurnormen denkbaar. In deze gebieden hanteren de GGD’en maximaal 5 ouE/m3 als acceptabele norm aan voorgrondbelasting voor een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.

Achtergrondconcentratie (provinciale Interim Omgevingsverordening)

Om een uitspraak te doen over een aanvaardbaar woon- en leefklimaat is het van belang om ook de achtergrondconcentratie bij de afweging te betrekken. De Wgv en het Activiteitenbesluit kennen alleen normen voor de individuele veehouderij (voorgrondbelasting). De achtergrondbelasting is de gezamenlijke geurbelasting van alle rond een geurgevoelig object gelegen veehouderijen. Dit aspect is van belang voor het toepassen van een ‘goede ruimtelijke ordening’, omdat de achtergrondbelasting (net als de voorgrondbelasting) een maat is voor de aanvaardbaarheid van het woon- en leefklimaat. De provincie Noord-Brabant heeft voor de achtergrondbelasting normen vastgelegd in haar Interim omgevingsverordening, waar 10 ouE/m³ als maat voor de achtergrondbelasting binnen de bebouwde kom als aanvaardbaar wordt geacht. Deze waarde komt wat hinderbeleving overeen met een voorgrondbelasting van 5 ouE/m3.

Conclusie

Gelet op het GGD-advies en de provinciale norm voor de achtergrondbelasting achten wij een norm van 5 ouE/m3 passender voor Veghels Buiten dan 8 ouE/m3. Hiermee doen we enerzijds recht aan een aanvaardbaar woon- en leefklimaat en anderzijds aan het gemengde karakter van het gebied.

5. Halvering vaste afstand

Naast maatwerk ten aanzien van de geurnorm worden de vaste afstanden gehalveerd (van 100 meter naar 50 meter), tussen een veehouderij waar dieren worden gehouden van een diercategorie waarvoor niet bij ministeriële regeling een geuremissiefactor is vastgesteld tot de buitenzijde van een geurgevoelig object binnen het gebied ‘Veghels Buiten en Randzone’.

Beide gebieden zijn aangegeven op de bij onderhavige verordening behorende kaartbijlage.

Door middel van de halvering van de vaste afstanden wordt de situatie ten aanzien van de vaste afstanden teruggebracht naar de situatie toen de geurverordening van de voormalige gemeente Veghels van toepassing was, toen Veghels Buiten in ontwikkeling kwam.

6. Maatwerk gebiedsgerichte verordening

Aangezien het maatwerk alleen wordt geboden voor de aangeduide gebieden, en niet voor de gehele gemeente Meierijstad, is sprake van een gebiedsgerichte verordening.

Door het opnemen van het gewenste maatwerk in onderhavige Verordening geurhinder en veehouderij gemeente Meierijstad opgenomen maatwerk ontstaat de mogelijkheid dat zowel ontwikkelingen in de woningbouwsfeer als het kunnen blijven exploiteren van agrarische bedrijven kunnen plaatsvinden zonder dat deze functies elkaar onevenredig hinderen. Vaststelling van deze gebiedsgerichte geurverordening is nodig om het gewenste maatwerk ook daadwerkelijk te kunnen leveren en om de in de bestemmingsplannen voor Veghels Buiten opgenomen geurcontouren/milieuzones geur weer in overeenstemming te brengen met de normstelling/afstanden van de gebiedsgerichte geurverordening.