Organisatie | Alphen aan den Rijn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nota Treasury, leningen en garanties Gemeente Alphen aan den Rijn 2023 |
Citeertitel | Nota Treasury, leningen en garanties gemeente Alphen aan den Rijn 2023 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Financiële verordening gemeente Alphen aan den Rijn 2023
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-11-2023 | 01-01-2023 | nieuwe regelin | 21-09-2023 |
Geldend van 01-01-2023 t/m heden
Nota Treasury, leningen en garanties gemeente Alphen aan den Rijn 2023
Besluit van de raad van de gemeente Alphen aan den Rijn tot vaststelling van de nota Treasury, leningen en garanties gemeente Alphen aan den Rijn 2023
De raad van de gemeente Alphen aan den Rijn;
gelezen het voorstel van het college (burgemeester en wethouders) van 22 juni 2023, zaaknummer 3152095, gelet op de Financiële verordening Gemeente Alphen aan den Rijn 2023, artikel 17 Financieringsfunctie;
gelezen het advies van de Raadscommissie Financiën, Bestuurlijk en Publiek Domein;
In deze nota Treasury, leningen en garanties gemeente Alphen aan den Rijn 2023 zijn de uitgangspunten opgenomen voor het beheer van de geldstromen, de beheersing van en informatievoorziening over de risico’s. Daarnaast worden de verantwoordelijkheden, bevoegdheden en de uitgangspunten voor de administratieve organisatie en interne controle van de financieringsfunctie vastgelegd.
Treasury (Engels voor 'schatkist') staat voor het beheren van het geld van de onderneming/organisatie. Treasury is het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De gemeente Alphen aan den Rijn wil met deze nota zorgen dat de gemeente “duurzaam toegang heeft tot de financiële markten tegen acceptabele condities” en wil daarbij rente- en financieringsrisico’s vermijden. Ook vanuit het oogpunt van voorzichtigheid worden beschikbare of overtollige financiële middelen niet belegd.
Op basis van voorzichtigheidseisen en de bepalingen in de Wet Fido mag het college uitsluitend financieringen aantrekken, gemeentelijke leningen en garanties verstrekken ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak. Vooral bij het verstrekken van gemeentelijke leningen en garanties is het college terughoudend en risicomijdend.
In deze nota wordt verstaan onder:
De rentetypische looptijd en het renteniveau van de betreffende lening/uitzetting worden zo veel mogelijk afgestemd op de actuele rentestand en op de rentevisie van de huisbankier/een andere grootbank of vermogensbeheerders (vallend onder toezicht van en een rapportageverplichting aan de Autoriteit Financiële Markten (AFM);
Valutarisico’s worden in de gemeente uitgesloten door uitsluitend leningen te verstrekken, aan te gaan of te garanderen in euro’s.
Artikel 10 Saldo- en liquiditeitenbeheer
Voor het saldobeheer en het liquiditeitenbeheer gelden de volgende specifieke richtlijnen:
Als een liquiditeitsbehoefte ontstaat, kan de gemeente kortlopende middelen aantrekken. Wanneer de gemeente de wettelijke kasgeldlimiet langer dan twee kwartalen overschrijdt, rapporteert de gemeente aan de toezichthouder provincie Zuid-Holland hierover met daarin de onderbouwing en een plan hoe dit op te lossen;
Artikel 11 Administratieve organisatie en controle
De administratieve organisatie en interne controle waarborgen dat:
Bij de uit te voeren treasury-activiteiten is functiescheiding doorgevoerd met als belangrijkste voorwaarde dat de uitvoering, de controle en de autorisatie geschieden door afzonderlijke functionarissen.
De gedelegeerde bevoegdheden zijn in de Mandaatregeling en het daarop gebaseerde Mandaatregister nader vastgelegd.
Artikel 14 Uitwerking in Besluit Uitvoering Treasury
Met inachtneming van de artikelen 11, 12 en 13 wordt door het college in een Besluit Uitvoering Treasury een nadere uitwerking gegeven voor:
De gemeentelijke lening en garantie
In deze nota wordt verstaan onder:
Bij een aanvraag voor een gemeentelijke lening of garantie dient de aanvrager aan te tonen dat zelfstandig geen financiering kan worden verkregen. Hierbij dient de aanvrager ten minste twee offertes of bankverklaringen te overleggen waaruit blijkt dat er door de geldgevers geen lening tegen aanvaarbare voorwaarden wordt verstrekt zonder aanvullende overheidssteun;
Er wordt alleen aan het criterium ”ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak” voldaan als:
Het college toetst welk financieel risico het verlenen van de gevraagde gemeentelijke lening of garantie voor de gemeente inhoudt en hoe zich dit verhoudt tot de stand van de gemeentelijke financiën, dit ook in relatie tot het gemeentelijk weerstandsvermogen. De uitkomst van deze toets weegt zwaar mee bij het besluit om de gevraagde lening of garantie wel of niet te verlenen.
Naast het al bepaalde over terughoudendheid, onderzoek en toetsing kan het college een aanvraag voor gemeentelijke lening of garantie geheel of gedeeltelijk weigeren als:
Gegronde reden bestaat om aan te nemen dat de aanvrager niet de capaciteiten heeft of de rechtsvorm van de aanvrager niet geschikt is om door middel van de beoogde investeringen waarvoor de gemeentelijke lening of garantie is aangevraagd bij te dragen aan verwezenlijking van de beoogde publieke taak;
Aanvullende artikelen van toepassing voor de gemeentelijke lening
Naast de artikelen 17 t/m 23 zijn ook onderstaande artikelen voor gemeentelijke lening van toepassing.
Artikel 25 Overige bepalingen gemeentelijke lening
Het college is zeer terughoudend bij het faciliteren van financiële constructies zoals huurkoop, koop op afbetaling (van gemeentelijke eigendommen en grond) en vormen van kredietverlening. Bij genoemde financiële constructies zijn alle artikelen uit deze nota van toepassing, die worden gevolgd bij een gemeentelijke lening;
Aanvullende artikelen van toepassing voor de gemeentegarantie
In een akte van borgtocht tussen de gemeente en de geldgever worden de voorwaarden vastgelegd waaronder de gemeente zich als borg tegenover een geldgever verbindt tot nakoming van de aan een geldgeverslening verbonden rente- en aflossingsverplichtingen voor zover de geldnemer hiermee in gebreke blijft. Vooraf of gelijktijdig met het besluit tot garantieverlening moet er overeenstemming zijn over de inhoud van de akte van borgtocht, zodanig dat er tot ondertekening kan worden overgegaan.
Artikel 30 Vervallen gemeentegarantie
De gemeentegarantie vervalt als tussen geldgever en geldnemer de overeenkomst van geldgeverslening (leningovereenkomst), waarop de gemeentegarantie betrekking heeft, niet binnen twaalf maanden na het besluit tot het verstrekken van de gemeentegarantie tot stand komt. Dit geldt ook als vóór afsluiting van de overeenkomst grote wijzigingen optreden in de aanvraag, zoals hoogte van het bedrag of rentepercentage;
Zekerheden, verplichtingen, voorschriften en nadere regels
Het college zal in het besluit tot het verstrekken van een gemeentelijke lening of garantie verplichtingen opleggen ter zake van zekerheidsrechten die worden gevraagd van de geldnemer. De zekerheden, zoals pand en/of hypotheekrecht, moeten direct bij het aangaan van de gemeentelijke lening of garantie worden geregeld. De kosten van het vestigen van zekerheden komen ten laste van de geldnemer.
Artikel 34 Informatieverplichtingen geldgever en geldnemer
De geldnemer geeft met de ondertekening van de garantstellingsovereenkomst toestemming dat, indien de gemeente de overzichten, genoemd onder art. 34, lid 2, niet tijdig ontvangt, de gemeente gerechtigd is deze op te vragen bij de geldverstrekker en het de geldverstrekker is toegestaan deze overzichten te verstrekken aan de gemeente, zonder tussenkomst van de geldnemer;
Artikel 35 Andere gegevens, andere termijnen
Het college is bevoegd andere gegevens te vragen die van belang zijn om de risico-ontwikkeling die met de garantstelling samenhangt, te kunnen beoordelen en andere termijnen te hanteren dan de termijnen die in artikel 34 lid 2, 4 en 5 zijn vermeld.
Het college kan aan het verstrekken van een gemeentelijke lening of garantie voorschriften verbinden om zeker te stellen dat er sprake is en blijft van activiteiten ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak of ter vergroting van de bijdrage die de activiteiten leveren aan de uitoefening van de publieke taak;
Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van 21 september 2023,
De griffier,
Drs. J.A.M. Timmerman
De voorzitter,
Mr. drs. J.W.E. Spies
Toelichting Nota Treasury, leningen en garanties Gemeente Alphen aan den Rijn 2023
De huidige financiële kaders uit de nota Treasury, leningen en garanties hebben een looptijd van vier jaar. Omdat het laatste jaar van deze periode is bereikt, worden deze kaders geactualiseerd. Daarnaast is met ingang van 2023 de wet gewijzigd, waarbij de verantwoording over rechtmatigheid bij het college en de raad ligt in plaats van bij de accountant. Deze wijziging heeft tot gevolg dat, aansluitend op de financiële verordening gemeente Alphen aan den Rijn, ook de nota Treasury, leningen en garantie wordt aangepast.
Voor u ligt de toelichting op de geactualiseerde nota Treasury, leningen en garanties die door de raad wordt vastgesteld. Als financieel speerpunt uit het Coalitieakkoord is opgenomen het behouden van een ‘goede financiële positie’. Een kenmerk hiervan is een beheerste ontwikkeling van de schuldpositie van de gemeente Alphen aan den Rijn en het prudent omgaan met de algemene middelen. De bepalingen in deze nota over het uitzetten in de vorm van lenigen en garanties en opnemen van gelden, moeten ook in dit licht worden bezien.
Artikel 17 lid 2 van de vastgestelde Financiële verordening 2023 bepaalt dat:
“De nota Treasury, leningen en garanties regels bevat ten aanzien van de wijze waarop de financieringsfunctie wordt ingevuld en uitgevoerd en de voorwaarden waaronder garanties en leningen worden verstrekt.”
In de nota Treasury, leningen en garanties worden de regels voor treasury en de uitoefening van het treasurybeleid van de gemeente vastgelegd. Dat gebeurt in de eerste plaats door het aangeven van de doelstellingen van de treasuryfunctie. Vervolgens wordt aangegeven binnen welke richtlijnen en limieten de doelstellingen dienen te worden gerealiseerd. Een richtlijn is een bindend voorschrift voor een handelswijze die gevolgd moet worden en een limiet is een type richtlijn die een uiterste grens aangeeft. Een belangrijk deel van de limieten en richtlijnen is bepaald in wetgeving, vastgelegd in o.a. de Wet Financiering decentrale overheden (Fido), Uitvoeringsregeling Financiering decentrale overheden (Ufdo), en de Wet verplicht schatkistbankieren. Door middel van de limieten en richtlijnen wordt het “risicoprofiel” van de gemeente Alphen aan den Rijn bepaald waarbinnen de treasuryactiviteiten dienen te worden uitgevoerd.
De nota Treasury, leningen en garanties is op onderdelen beknopter dan de voorgaande, maar kent ook enkele aanvullingen c.q. aanscherpingen. Met het verwerken van de opgedane ervaring en de nieuwe kennis bij de toepassing in treasury vraagstukken in de afgelopen vier jaar is de nota verder verbeterd.
Er zijn geen majeure aanpassingen gedaan omdat de treasuryfunctie voor een belangrijk deel wordt gereguleerd door de kaders van andere (hogere) wetgeving, waarbinnen de treasuryfunctie zich moet bewegen. In de nota Treasury, leningen en garanties wordt deze wetgeving zo goed mogelijk hanteerbaar en toepasbaar gemaakt voor de dagelijkse praktijk van de gemeente Alphen aan den Rijn.
Er wordt gewerkt met een Treasurycommissie. Hier worden onder voorzitterschap van de concerncontroller de treasuryzaken besproken met de directeur Bedrijfsvoering, de teamleider Financiën, de treasurer en eventueel met één van de betrokken teamleiders die gelet op de omvang van de geldstromen van bijzondere betekenis is voor een juiste invulling van de treasuryfunctie. De deelname van de directeur Bedrijfsvoering en één van de teamleiders, betrokken bij dossiers met treasuryaspecten, bevordert het draagvlak binnen de organisatie om volgens de uitgangspunten van de nota Treasury, leningen en garanties te werken. Ook worden hier de planning en control producten (achteraf) besproken. Desgewenst geeft de Treasurycommissie gevraagd en ongevraagd advies aan de treasurer. De Treasurycommissie is geen besluitvormend orgaan binnen de gemeente Alphen aan den Rijn. Indien de behandeling van een agendapunt daartoe aanleiding geeft wordt de wethouder Financiën achteraf door de treasurer hierover geïnformeerd.
Thema’s deel 2 - Leningen en garanties
Bij het opstellen van de nota Treasury, leningen en garantie is rekening gehouden met de wettelijke kaders van onder andere:
En de regelgeving Europese Unie waaronder:
Afstemming met planning en control cyclus (P&C-Cyclus)
De uitvoering van het treasurybeleid wordt zoveel mogelijk in de P&C-cyclus ingepast. Die cyclus is stevig verankerd in de praktijk van de organisatie. Het meenemen van het treasurybeleid in deze cyclus zorgt voor een goede borging van de treasury-activiteiten en voorkomt dubbel werk.
De Paragraaf Financiering bij de jaarlijkse Begroting ook het beleid voor de treasuryfunctie voor de komende jaren bevat, in het bijzonder voor het eerstkomende jaar. In deze paragraaf wordt ingegaan op de algemene ontwikkelingen en formuleert het beleid binnen de kaders van de nota Treasury, leningen en garanties. Het gaat hierbij vooral om de plannen voor het risicobeheer, de gemeentefinanciering (analyse financieringspositie, liquiditeitenplanning, leningen- en garantieportefeuille en uitzettingen) en het kasbeheer. In de P&C-cyclus wordt de liquiditeitenplanning opgesteld na de begroting;
De Paragraaf Financiering bij de Jaarstukken de verantwoording geeft over de uitvoering van de treasuryfunctie en de mate van realisatie van de voorgenomen beleidsdoelen, zoals geformuleerd in de beleidskaders bij de begroting en in hoeverre we hebben voldaan aan de door de wetgever gestelde normen.
De gemeente Alphen aan den Rijn loopt de volgende financiële risico’s: renterisico’s, kredietrisico’s en interne liquiditeitsrisico’s. De treasury beperkt dergelijke risico’s tegen acceptabele condities. De artikelen 3 tot en met 5 geeft aan op welke wijze het beperken van de risico’s wordt gewaarborgd.
De treasury zorgt ervoor dat de gemeente Alphen aan den Rijn “duurzaam toegang heeft tot de financiële markten tegen acceptabele condities” en waarborgt dat de gemeente Alphen aan den Rijn duurzaam in staat is de voor haar activiteiten benodigde middelen aan te trekken c.q. haar overtollige middelen uit te zetten. De condities die daarbij worden bedongen dienen, in het licht van de op het betreffende moment gebruikelijke condities, acceptabel (tenminste marktconform) te zijn.
De treasury minimaliseert de kosten bij het beheren van de geldstromen en de financiële posities. Deze kosten bestaan o.a. uit rentekosten, provisies en kosten van het betalingsverkeer. De treasurer voert dit beheer zo efficiënt en effectief mogelijk uit.
De gemeente Alphen aan den Rijn streeft naar het optimaliseren van de renteresultaten. Dit betekent dat de gemeente Alphen aan den Rijn geen middelen onbenut laat en streeft naar zo hoog mogelijke renteopbrengsten (c.q. zo laag mogelijk rentekosten) zonder dat daarbij overmatige risico’s worden gelopen. Optimaliseren van renteresultaten heeft niet alleen betrekking op rendement over belegd vermogen – binnen de perken van het verplicht Schatkistbankieren - maar ook op de verhouding kort geld/lang geld en de vraag wanneer eigen middelen worden ingezet. De prioriteiten van de treasuryfunctie liggen bij het beheersen en beperken van financiële risico’s; de treasuryfunctie heeft immers géén winstoogmerk. Binnen het risicoprofiel zoals vastgesteld in de Wet fido en deze nota Treasury, leningen en garanties wordt gestreefd naar optimalisatie van de renteresultaten.
Bij het uitvoeren van de treasuryfunctie wordt prudent gehandeld. In de Wet fido en de bijbehorende ministeriële regelingen is het begrip “prudent” nader uitgewerkt. Uitgangspunt is hierbij dat het nemen van overmatige risico's om extra inkomsten te kunnen genereren nadrukkelijk niet is toegestaan (zie artikel 2 lid 2 Wet Fido en de memorie van toelichting op de Wet Fido).
Bankachtige activiteiten – het aantrekken en uitzetten van middelen met als doel het genereren van inkomen – zijn als gevolg van deze bepaling verboden. De richtlijnen en limieten van deze nota Treasury, leningen en garanties vallen binnen de kaders van de Wet Fido zoals deze is herzien door de inwerkingtreding van de Wet Schatkistbankieren.
Alleen de treasurer, tezamen met één van de teamleiders Financiën, is gerechtigd op te treden op de geld- en kapitaalmarkt.
Tot het Risicobeheer wordt ook gerekend dat volgens de Wet fido de gemeente uitsluitend leningen en garanties mag verstrekken uit hoofde van de “publieke taak”. Zie hiervoor Deel 2 – Leningen en garanties.
Hier worden bedoeld de leningen die de gemeente Alphen aan den Rijn aantrekt ter financiering. De regels voor leningen die door de gemeente Alphen aan den Rijn worden verstrekt, staat in Deel 2 - Leningen en garanties.
Afstemming op de liquiditeitenplanning beoogt middelen te lenen c.q. uit te zetten gedurende de periode dat zij daadwerkelijk nodig respectievelijk beschikbaar zijn.
Een rentevisie is een toekomstverwachting over de renteontwikkeling, op basis waarvan een financieringsbeleid wordt gevoerd. Afhankelijk van de (interne of externe) ontwikkelingen zal de gemeente Alphen aan den Rijn haar rentevisie actualiseren. De gemeente stelt geen eigen rentevisie op maar baseert zich op de rentevisie van enkele gezaghebbende financiële instellingen, zoals de huisbankier. Afstemming van het beleid op de rentevisie betekent bijvoorbeeld het uitstellen van uitzettingen met een lange looptijd of het aangaan van een lening voor een langere rentevast periode als er een rentestijging wordt verwacht.
Door spreiding aan te brengen in de rentetypische looptijd (de periode dat de rente vast is), wordt de invloed van een rentedaling of rentestijging op de renteresultaten gespreid over meerdere jaren. De looptijden en de spreiding worden bepaald met behulp van een meerjarige liquiditeitenplanning. Daarbij wordt rekening gehouden met de renterisiconorm uit de Wet fido. Renterisicobeheer omvat het beperken van de invloed van (externe) rentewijzigingen op de financiële resultaten van de gemeente Alphen aan den Rijn.
Het doel van de renterisiconorm is het beheersen van de renterisico’s op de vaste schuld (schuld met een rente typische looptijd van één jaar of langer) door het aanbrengen van spreiding in de looptijden in de leningenportefeuille. De renterisiconorm kan worden berekend door een vastgesteld percentage (20%) te vermenigvuldigen met het begrotingstotaal van enig jaar (zie artikel 6 van de Wet Fido en de Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden).
Derivaten zijn financiële instrumenten die hun bestaan ontlenen aan een bepaalde onderliggende waarde. Derivaten kennen een breed toepassingsgebied en worden onder andere gebruikt om renterisico’s te sturen en financieringskosten te minimaliseren. De voornaamste soorten derivaten zijn opties, futures, swaps en forwards.
De Wet Fido stelt dat derivaten uitsluitend mogen worden gebruikt ter beperking van financiële risico’s. Aan het gebruik van derivaten zelf kleven echter ook aanzienlijke risico’s zoals onder meer in de Vestia-affaire is gebleken. In de nota Treasury, leningen en garanties wordt het gebruik van derivaten verboden. Reden is de (mogelijke) complexiteit/risico’s van derivaten en de beperkte kennis binnen de gemeente Alphen aan den Rijn over dergelijke instrumenten. Eenzelfde redenatie gaat op voor cryptovaluta. Crypto’s vallen in het algemeen niet onder begrippen van huidige regelgeving van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Vanwege het ontbreken van duidelijke regelgeving, de complexiteit en het hoog speculatieve karakter is de AFM zeer terughoudend wat betreft de handel en dienstverlening in crypto‘s. Met dit artikel wordt daarom ook het gebruik van cryptovaluta verboden.
2.4 Intern liquiditeitsrisicobeheer
De gemeente Alphen aan den Rijn moet het risico voorkomen dat zij niet tijdig aan haar verplichtingen kan voldoen. Ter beperking van dit risico baseert de gemeente haar financiële transacties op een liquiditeitenplanning waarin de toekomstige inkomsten en uitgaven van de gehele organisatie zijn gepland.
In de praktijk is het opstellen van een betrouwbare en nauwkeurige liquiditeitenplanning niet eenvoudig. Dit heeft te maken met de inherente onzekerheden die verbonden zijn aan de activiteiten van de gemeente en de hieraan verbonden mogelijke financiële gevolgen. Het is daarom van groot belang dat de treasurer van het team Advies en Beleid Financiën juist, tijdig en volledig wordt geïnformeerd door de overige teams over de financiële vertaling van hun voorgenomen activiteiten. De vertegenwoordiging van de directeur Bedrijfsvoering en/of één van de teamleiders in de Treasurycommissie draagt bij aan hun betrokkenheid bij dit onderwerp.
Valutarisico’s worden in de gemeente uitgesloten door uitsluitend leningen te verstrekken, aan te gaan of te garanderen in euro’s.
Op het gebied van relatiebeheer beoogt de treasurer het realiseren van zo gunstig mogelijke condities voor de door haar af te nemen diensten. “Zo gunstig mogelijk” is een ruimer begrip dan “zo goedkoop mogelijk”.
Gezaghebbende ratingbureaus zijn momenteel Standard & Poors, Moody’s en Fitch.
Tussenpersonen hebben een intermediairfunctie bij het afsluiten van financiële transacties en vallen niet onder de “tegenpartijen”. De vereisten van lid 1 zijn voor tussenpersonen dan ook niet van toepassing. Om dit te ondervangen stelt de gemeente als eis dat tussenpersonen onder toezicht van de AFM staan en daarvan een vergunning als makelaar hebben ontvangen.
2.7 Financieringen voor één jaar en langer
Het aantrekken van middelen met als doel deze met winstoogmerk te beleggen is door artikel 2 lid 2 van de Wet fido (zie ook memorie van toelichting op de Wet fido) nadrukkelijk niet toegestaan.
Om de renteresultaten te optimaliseren (in casu: de rentelasten te drukken) wordt zoveel mogelijk met intern beschikbare middelen gefinancierd. Ook hier is de liquiditeitenplanning van belang.
Dit artikel geeft aan dat de financieringen marktconform moeten zijn, voor bijvoorbeeld te betalen rentepercentages, provisies, (boete)clausules bij vervroegde aflossing etc. Door middel van het opvragen van meerdere offertes wordt bereikt dat de gemeente Alphen aan den Rijn een objectief beeld heeft van de op dat moment gebruikelijke tarieven en voorwaarden op de financiële markten. Op basis daarvan kan een afgewogen keuze worden gemaakt. Het loont partijen niet altijd om een offerte te verstrekken of hebben partijen (in dit geval geldmakelaar) geen geldaanbieder kunnen vinden. Er zullen er minimaal 3 offertes worden gevraagd, met als risico dat er minder offertes worden verkregen.
2.8 Uitzettingen voor een jaar en langer (uitzetting uit hoofde van treasury)
In overeenstemming met artikel 2 van de Wet fido worden “uitsluitend ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak” leningen aangegaan, middelen uitgezet of garanties verleend. In de Wet fido is omschreven dat de afbakening c.q. reikwijdte van het begrip publieke taak niet in deze wet plaatsvindt maar nadrukkelijk tot de autonomie van de decentrale overheden zelf behoort. Deze beoordeling is aan het eigen gemeentebestuur.
Het aantrekken van leningen is in het voorgaande besproken.
Het verstrekken van leningen of garanties komt in Deel 2 aan de orde.
Hier gaat het over de uitzettingen uit hoofde van treasury. Dat is dus die categorie uitzettingen “uit hoofde van de publieke taak” die plaatsvinden “uit hoofde van treasury”.
Het uitzetten van middelen voor een periode van één jaar en langer verloopt volgens de regels van de Wet Schatkistbankieren. De wet (verplicht) Schatkistbankieren bepaalt dat decentrale overheden hun overtollige liquide middelen in de eerste plaats moeten aanhouden bij het ministerie van Financiën.
Het maakt de bepalingen over “uitzetten” in deze nota erg kort. De wet vermindert het financieel risico van decentrale overheden.
De instrumenten die het ministerie van Financiën hiervoor momenteel aanbiedt zijn: het aanhouden van middelen in de rekening courant en het aanhouden van middelen in deposito’s.
Gemeenten mogen hun overtollige financiën tot een bepaald bedrag buiten de schatkist van het Rijk aanhouden. Het drempelbedrag wordt voor de gemeente Alphen aan den Rijn als volgt bepaald:
De over- of onderschrijding van het drempelbedrag wordt gemiddeld per kwartaal bepaald. De gemeente monitort op het normbedrag en neemt hierbij de liquiditeitsprognose in acht.
De wet opent de mogelijkheid voor openbare lichamen om hun liquide middelen in de vorm van leningen uit te zetten bij andere openbare lichamen. Marktpartijen zoals BV’s en NV’s zijn hierbij m.a.w. uitgesloten. Dergelijke partijen zijn commercieel gericht en dat behoren niet tot de categorie waaraan de gemeente Alphen aan den Rijn gelden mag uitlenen (geen publieke taak). Hierbij zijn ook de aankoop van aandelen niet aan de orde. Ook mag de gemeente Alphen aan den Rijn geen leningen verstrekken aan openbare lichamen waarover zij het financiële toezicht houden.
Geldstromenbeheer omvat met name het zorgdragen voor een efficiënt betalingsverkeer. Geldstromen kunnen bijvoorbeeld op elkaar worden afgestemd door een betalingsdatum af te stemmen op verwachte ontvangsten.
Het laten uitvoeren van het betalingsverkeer door één bank heeft als voordeel dat de kosten van het overboeken van middelen tussen verschillende banken worden vermeden.
2.10 Saldo- en liquiditeitenbeheer
Het saldo- en liquiditeitenbeheer betreft het beheer van de dagelijkse saldi op de rekeningen (courant) van de gemeente. Om interne overboekingen te beperken, worden verschillende rekeningen die de gemeente bij één bank aanhoudt, opgenomen in een rentecompensatiestelsel (CS).
Een belangrijk uitgangspunt van de Wet Fido is het vermijden van grote fluctuaties in de rentelasten van openbare lichamen. Om een grens te stellen aan korte financiering (met een rente typische looptijd tot één jaar) is in de Wet Fido de kasgeldlimiet opgenomen.
De kasgeldlimiet stelt een grens aan het te lopen renterisico op de korte schuld. Juist voor korte financiering geldt dat het renterisico aanzienlijk kan zijn, aangezien fluctuaties in de rente bij korte financiering direct een relatief grote invloed hebben op de rentelasten. De kasgeldlimiet wordt berekend als een percentage (8,5%) van het totaal van de jaarbegroting van de gemeente bij aanvang van het jaar (zie artikel 3 en 4 van de Wet Fido en de Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden, Ufdo).
Volgens artikel 4 lid 1 Wet Fido dient de gemiddelde netto-vlottende schuld per kwartaal van een openbaar lichaam de kasgeldlimiet niet te overschrijden. Artikel 4 lid 2 Wet Fido geeft echter wat ruimte. Pas als een openbaar lichaam voor het derde achtereenvolgende kwartaal de kasgeldlimiet overschrijdt, stelt het daarvan de toezichthouder – Provincie Zuid-Holland voor de gemeente Alphen aan den Rijn - op de hoogte, en legt het de kwartaalrapportage en een plan om binnen de kasgeldlimiet te blijven ter goedkeuring voor aan de toezichthouder.
In dit lid worden limitatief de toegestane korte termijn financieringsinstrumenten benoemd.
Het vereiste van de minimaal drie offertes geldt niet voor de kredietlimiet op de rekening courant. Deze wordt alleen bij de huisbankier opgenomen.
2.11 Administratieve organisatie en controle
In deze nota Treasury, leningen en garanties worden de grondslagen voor de administratieve organisatie en controle vastgelegd. De nadere uitwerking van de onderstaande onderwerpen:
vindt plaats in het “Besluit Uitvoering Treasury””. Dit besluit zal gelijktijdig met de nu voorliggende nota Treasury, leningen en garanties en de toelichting van deze nota aan het college worden voorgelegd (collegebevoegdheid). Als de raad de bepalingen in de nota overneemt, zal gelijktijdig ook dit besluit van kracht worden. Mocht de raad voorstellen tot wijziging hebben, dan zullen deze in het besluit worden verwerkt en op een later moment door het college worden vastgesteld.
De Gemeentewet eist dat de grondslagen voor de administratieve organisatie en controle in een nota wordt vastgelegd en bij de Financiële verordening wordt geregeld.
3. Thema’s deel 2 – Leningen en garanties
Bij de gemeentelijke garantie zijn drie partijen betrokken: de gemeente Alphen aan den Rijn, de geldgever en de geldnemer. De gemeente Alphen aan den Rijn neemt een publiekrechtelijk besluit om een garantie te verlenen. Vervolgens sluit de gemeente Alphen aan den Rijn twee privaatrechtelijke overeenkomsten.
De relaties tussen de drie partijen worden in onderstaand figuur verduidelijkt:
Het college is terughoudend met het geven van gemeentegaranties of het verstrekken van leningen. Het college weegt het publiek belang dat met de aanvraag wordt gediend af tegen de risico’s voor de gemeente en bezint zich op de wenselijkheid van deze vorm van stimuleren. De financieringsattitude is risicomijdend. Garant staan vergt geen betaling, maar het financieel risico is net zo groot als bij een lening. Immers, als de instelling de lening niet aan de bank terugbetaalt, moet de gemeente Alphen aan den Rijn dat doen.
Met de bepaling van artikel 21 wordt tot uitdrukking gebracht dat als uit het onderzoek naar alle vereisten over de aanvraag, de aanvrager en de financiële positie van de gemeente blijkt dat in principe een “ja” mogelijk is, het college toch tot “nee” kan besluiten. De vereisten van rechtszekerheid en rechtsgelijkheid brengen mee dat in deze gevallen op het college een extra motiveringsverplichting berust.
Zie ook artikel 21 lid 5 waarin is bepaald dat getoetst wordt welk financieel risico het verlenen van de gevraagde garantie of lening voor de gemeente inhoudt en dat dit ook in relatie tot het gemeentelijk weerstandsvermogen wordt bekeken en dat de uitkomst van deze toets zwaar weegt.
De bevoegdheid tot het verstrekken van leningen en garanties is in de Gemeentewet bij het college gelegd. Veel gemeenten schrijven voor dat daarbij de raad wordt geraadpleegd via de procedure van wensen en bedenkingen. In sommige gemeenten geldt die procedure pas boven een gekozen drempelbedrag. Hier is gekozen voor een drempelbedrag van € 25.000.
Bij de garanties tot € 25.000 gaat het om garanties zoals die worden gegeven voor het houden van bijvoorbeeld een buurtfeest. Hierbij zal geen sprake zijn van rechtspersoonlijkheid en zal ook niet worden gevraagd om jaarstukken.
3.4 Beroep doen op beschikbare waarborgfondsen
Er is een aantal waarborgfondsen waarop een beroep kan worden gedaan om geldleningen te borgen. Waarborgfondsen worden in beginsel gezien als een voorliggende voorziening die er toe leidt dat er geen afgifte van een gemeentegarantie plaatsvindt.
Bij de gemeentegaranties ten behoeve van sportinstellingen ligt dit anders. Aan het verlenen van een borgstelling wordt door de Stichting Waarborgfonds Sport (SWS) de voorwaarde verbonden dat in beginsel ook een gemeentegarantie wordt verstrekt. De borgstelling van dit waarborgfonds bedraagt ten hoogste 50% van het te lenen bedrag, met een maximum van € 250.000. Voor het resterende bedrag van de lening kan de gemeente garant staan. In aansluiting op de bepalingen van de SWS zal de gemeente voor maximaal 15 jaar zich richting de bank als borg verbinden voor de aanvragers. Voorwaarde hierbij is dat een aanvrager zich eerst wendt tot het SWS en daarna pas bij de gemeente. De beoordeling van de aanvraag van het SWS is leidend. Dat wil zeggen: als het SWS besluit om een borgstelling te verlenen, zal de gemeente op basis hiervan een afweging maken of zij voor het resterende bedrag van de lening garant zal staan. Daarbij vervalt de voorwaarde van artikel 19 lid 2 aan de vragende instelling om aan te tonen dat zelfstandig geen financiering kan worden verkregen door ten minste twee offertes of bankverklaringen te overleggen waaruit blijkt dat er door de geldgevers geen lening tegen aanvaarbare voorwaarden wordt verstrekt zonder aanvullende overheidssteun.
Algemeen geldt dat aanvragers zich in eerste instantie wenden tot de waarborgfondsen op de terreinen waarop zij zich bewegen. Bij waarborgfondsen zoals die voor de sociale woningbouw wordt de gemeente op haar beurt door de waarborgfondsen verzocht de door de waarborgfondsen verstrekte garanties mede te borgen door middel van bijvoorbeeld een achtervangovereenkomst.
Het (beleids)team deelt de rapportages van het waarborgfonds tijdig met de treasurer. Bij de aanvraag neemt de treasurer de uitkomsten van de rapportage van de waarborgfondsen mee in de advisering over de aanvraag.
In de Wet Fido is het begrip “publieke taak” bewust niet ingevuld door de wetgever. De gemeenten zijn vrij om nader te omschrijven wat zij hieronder verstaan. De toelichting op de Wet Fido omschrijft het volgende: “Het gemeentebestuur bepaalt de publieke taak. De begroting en de begrotingswijzigingen bepalen het budgettaire kader voor de uitoefening van de publieke taak”.
Er wordt met deze nota gekozen voor een invulling van het begrip publiek taak waarbij er een relatie valt te leggen met de thema’s uit het collegeprogramma, de begroting of andere beleidsnota’s. Daarnaast moet worden vastgesteld dat er een maatschappelijk doel mee wordt gediend en dat de lening of garantie ten goede komt aan de inwoners van de gemeente Alphen aan den Rijn.
Toetsing door het inhoudelijk beleidsteam
De voorbereiding van het besluit over een lening of garantie berust bij de beleidsteams en niet bij team Financiën. Het is dan ook het betrokken (beleids)team dat toetst in hoeverre met de aanvraag wordt bijgedragen aan de uitoefening van de publieke taak.
De treasurer van het team Advies en Beleid Financiën wordt door het (beleids)team, vooraf aan het verlenen van een lening of garantie, betrokken bij de toetsingselementen zoals de financiële positie van de gemeente Alphen aan den Rijn en de aanvrager. Voor de toets of er sprake is van verboden staatsteun wordt een beroep gedaan op de expertise van het team Juridische Zaken.
Gemeentelijke lening of garantie wordt alleen verleend aan rechtspersonen; zijnde overheden of rechtspersonen met een maatschappelijke functie en opererend zonder winstoogmerk. Dit impliceert ook dat de entiteit geen deel uitmaakt van een holding, of groepsstructuur, of andere entiteit c.q. instelling, waardoor vervaging van “grenzen”, “taak”, “opdracht” en “vermogen” plaatsvindt.
De aanvrager vormt tevens geen (bestuurlijke) alliantie of partnership met een andere publieke of privaatrechtelijke onderneming en staat niet garant, in welke vorm dan ook, voor natuurlijke personen en of privaat / publiekrechtelijke ondernemingen.
Onderzoek financiële positie aanvrager
Dit onderzoek vindt plaats binnen het team Advies en Beleid Financiën, aan de hand van de door de aanvrager aangeleverde documenten.
Er zijn meerdere manieren waarop de financiële positie van de aanvrager kan worden getoetst. Kredietverstrekkers zoals banken hanteren daarvoor meerdere normen. Zoals bijvoorbeeld de solvabiliteit, de verhouding Eigen Vermogen/Totaal vermogen. Alleen maar dit percentage kan echter een schijnzekerheid geven, het gaat om het verhaal achter de cijfers. Steeds meer sturen banken op liquiditeitsratio’s, waarvoor periodiek inzicht in de kasstromen is vereist.
Het onderzoek door de gemeente Alphen aan den Rijn bestaat onder andere uit een analyse van de volgende componenten:
Het doel is te toetsen of de extra rente en aflossingsuitgaven van de nieuwe (gegarandeerde) lening ook in de toekomst kunnen worden betaald.
Tenslotte wordt bekeken welk financieel risico het verlenen van de gevraagde lening of garantie voor de gemeente Alphen aan den Rijn inhoudt en hoe zich dit verhoudt tot de stand van de gemeentelijke financiën. Hier moeten een inschatting van het risico en een afweging ten opzichte van de gemeentelijke positie worden gemaakt. Wanneer het gemeentelijk weerstandvermogen gering is, zal de uitkomst van de afweging sneller zijn dat de aanvraag niet kan worden gehonoreerd.
Er wordt gelet op de deskundigheid van de aanvrager en zijn eventuele toezichthouders. Bij gegronde redenen zal er navraag worden gedaan naar de opleiding en kennis/ervaring op het vakgebied van de betrokkenen.
Ten alle tijden zullen de kosten van het niet nakomen van rente- en aflossingsverplichtingen ten laste komen van het betreffende (beleids)team.
Wanneer de gemeente een lening of garantie wil afgeven, dan dient altijd vooraf te worden onderzocht of de Europese regels over staatssteun beperkingen opleggen. De staatssteunregels vloeien voort uit art. 107, 108 en 109 van het “Verdrag over de Werking van de Europese Unie (VWEU)”. Deze bepalingen moeten altijd in acht genomen worden, ook in het geval een gemeente voornemens is een garantie af te geven of een lening te verstrekken. Concurrentievervalsende maatregelen van overheden aan ondernemingen zijn niet toegestaan. Staatssteun is in principe verboden (art. 107 lid 1 VWEU), omdat deze vaak de concurrentie vervalst.
Er is sprake van staatssteun indien:
Mocht een gemeente toch steun willen verlenen die voldoet aan deze voorwaarden, dan dient dit voornemen vooraf te worden gemeld bij de Europese Commissie met het verzoek hier goedkeuring aan te verlenen.
Het staatssteunverbod kent een aantal uitzonderingen. Als een decentrale overheid bepaalde beleidsprioriteiten wil steunen, is het soms mogelijk zonder voorafgaande melding bij de Europese Commissie, deze steun te verlenen, mits gebruik wordt gemaakt van de uitzonderingsmogelijkheden. Deze zijn uitgewerkt in het VWEU, in vrijstellingsverordeningen, kaderregelingen, richtsnoeren en mededelingen. De belangrijksten zijn de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV), de de-minimisvrijstelling, de Mededeling herziening methode referentie- en disconteringspercentages.
Voor de toets of er sprake is van verboden staatsteun wordt een beroep gedaan op de expertise van het team Juridische zaken.
Voor de volledigheid is ook een hardheidsclausule opgenomen. In onvoorziene gevallen kan deze clausule uitkomst bieden. Er kan echter niet worden verwacht dat er vaak een beroep op deze clausule kan worden gedaan. Immers, in de eerste plaats geldt altijd een belangrijk uitgangspunt van de nota: de terughoudendheid. Daarnaast zullen in veel gevallen de staatssteunregels van toepassing zijn. Deze regels brengen een flinke beperking aan in toegestaan percentage en looptijd.
Na het publiekrechtelijk besluit dient binnen twaalf maanden de privaatrechtelijke overeenkomst gesloten te zijn.
Het uitgangspunt is dat de gemeente Alphen aan den Rijn zich voor maximaal 50% van een lening garant stelt. In alle gevallen wordt onderzocht of de regels voor staatssteun de garantstelling toestaan. De garantie is dus beperkt tot maximaal 50% en wil zeggen dat ofwel een bank ook gedeeltelijk risico draagt en/of een waarborgfonds ook deels garant staat. Een hoger percentage van garantstelling vanuit de gemeente wordt afgeraden. Het risico voor de bank wordt in dat geval gering (of zelfs 0 risico bij 100% garantstelling), maar de bank profiteert wel van een hoge rente(winst)marge. Immers, als de lening niet wordt terugbetaald, zal de gemeente Alphen aan den Rijn deze, bij bijvoorbeeld 100% garantstelling, geheel moeten betalen.
De looptijd van de garantie is maximaal 30 jaar. Zodra de regels over staatssteun van toepassing zijn, kan de looptijd korter zijn. Als een waarborgfonds garant staat, wordt aangesloten bij de looptijd van de garantie door het waarborgfonds.
Deze artikelen spreken voor zich en bevatten de gebruikelijke bepalingen over zekerheden, verplichtingen, informatieverplichtingen en (nadere) voorschriften.