Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Krimpenerwaard

Verordening marktgelden Krimpenerwaard 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieKrimpenerwaard
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening marktgelden Krimpenerwaard 2024
CiteertitelVerordening marktgelden Krimpenerwaard 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening marktgelden Krimpenerwaard 2023.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

07-11-2023

gmb-2023-492612

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening marktgelden Krimpenerwaard 2024

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    markt: door burgemeester en wethouders ingestelde warenmarkt in de zin van de Marktverordening;

  • b.

    standplaats: ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor de uitoefening van de markthandel;

  • c.

    dagplaats: standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld aan een vergunninghouder omdat deze plaats niet als vaste standplaats is toegewezen of is ingenomen;

  • d.

    frontbreedte: het langs de grond gemeten aantal strekkende meters van de standplaats langs die zijden waar het publiek toegang heeft en waar de handelswaren zijn uitgestald;

  • e.

    standwerkersplaats: standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld aan een vergunninghouder om als standwerker op te treden;

  • f.

    vaste standplaats: standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘marktgelden’ worden rechten geheven voor ter beschikking stellen van een standplaats en daarmee verband houdende handelingen voor het uitoefenen van de markthandel en/of het gebruik van verstrekte hulpmiddelen.

Artikel 3 Belastingplicht

De marktgelden worden geheven van degene aan wie een standplaats ter beschikking is gesteld.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

  • 1.

    De marktgelden worden geheven per strekkende meter frontbreedte.

  • 2.

    Voor de berekening van de marktgelden wordt een gedeelte van een strekkende meter als een hele meter aangemerkt.

Artikel 5 Belastingtarieven

De marktgelden bedragen per strekkende meter frontbreedte voor het ter beschikking stellen van een standplaats op de markt:

  • 1.

    met 1 t/m 5 vaste standplaatsen:

    • a.

      voor een vaste standplaats, per kwartaal € 12,80;

    • b.

      voor een dagplaats of standwerkersplaats, per marktdag € 1,95

  • 2.

    met 6 t/m 19 vaste standplaatsen:

    • a.

      voor een vaste standplaats, per kwartaal € 19,55;

    • b.

      voor een dagplaats of standwerkersplaats, per marktdag € 2,90;

  • 3.

    20 en meer vaste standplaatsen:

    • a.

      voor een vaste standplaats, per kwartaal € 29,75;

    • b.

      voor een dagplaats of standwerkersplaats, per marktdag € 4,30.

Artikel 6 Belastingtijdvak

  • 1.

    Het belastingtijdvak voor de marktgelden voor een vaste standplaats is gelijk aan het kalenderkwartaal.

  • 2.

    Het belastingtijdvak voor de marktgelden voor een dagplaats of standwerkersplaats is gelijk aan de marktdag.

Artikel 7 Wijze van heffing

De marktgelden worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de marktgelden worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 7:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving;

    • c.

      langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 30 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

    • d.

      langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 30 dagen na dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en ontheffing

  • 1.

    De marktgelden zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak, of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Als de belastingplicht voor de marktgelden voor een vaste standplaats in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, zijn de marktgelden verschuldigd over zoveel dertiende gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde marktgelden als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht en met inbegrip van de kalenderweek van aanvang, nog kalenderweken overblijven.

  • 3.

    Als de belastingplicht voor de marktgelden voor een vaste standplaats in de loop van het belastingtijdvak eindigt wegens intrekking van de vaste standplaatsvergunning, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel dertiende gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde marktgelden als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalenderweken overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,00.

  • 4.

    Als van een vaste standplaats door buitengewone omstandigheden buiten de wil van belanghebbende gedurende vier of meer aaneengesloten kalenderweken van het belastingtijdvak geen gebruik is gemaakt, bestaat aanspraak op teruggaaf van de marktgelden die betrekking hebben op die kalenderweken. De teruggaaf bedraagt zoveel dertiende gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde marktgelden als er aaneengesloten kalenderweken zijn waarin geen gebruik van de vaste standplaats is gemaakt, tenzij het bedrag van de teruggaaf minder bedraagt dan € 10,00.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de marktgelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Overgangsrecht

De Verordening marktgelden Krimpenerwaard 2023 wordt ingetrokken met ingang 1 januari 2024, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening marktgelden Krimpenerwaard 2024.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Krimpenerwaard, gehouden op 7 november 2023.

de griffier,

dr. M.L. van Muijen

de voorzitter,

P.J. Bouvy-Koene