Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Ede

Verordening op de heffing en de invordering van Leges 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEde
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van Leges 2024
CiteertitelLegesverordening 2024
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Deze regeling vervangt de Verordening Leges 2023.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 156, eerste lid, van de Gemeentewet
  2. artikel 156, tweede lid, van de Gemeentewet
  3. artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet
  4. artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet
  5. artikel 7 van de Paspoortwet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024Artikel 2.6, onder c, onder 1

19-12-2023

gmb-2023-558524

432999
28-11-202301-01-2024nieuwe regeling

09-11-2023

gmb-2023-492500

417357

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van Leges 2024

De raad van de gemeente Ede:

 

gelezen het voorstel "Belastingverordeningen 2024" van burgemeester en wethouders d.d. 03-10-2023 met zaaknummer 417357;

 

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid,

aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en artikel 2 tweede lid en 7 van de Paspoortwet;

 

besluit vast te stellen de:

 

Verordening op de heffing en de invordering van Leges 2024

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    dag :de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    week : een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    maand : het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;

  • d.

    jaar :het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    kalenderjaar : de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam "leges" worden rechten geheven voor:

  • a.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • b.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

  • a.

    van een verklaring omtrent inkomen en vermogen;

  • b.

    voor diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • c.

    voor diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend.

Artikel 5 Tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in dit artikel bepaalde.

  • 2.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen tot een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven bij wege van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt middels de kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, lid 1, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan: op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan: op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen dertig dagen na de dagtekening van de kennisgeving;

    • c.

      langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als de mogelijkheid wordt geboden binnen dertig dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

    • d.

      wordt gedaan voor een aanvraag op basis van artikel 2.6 onderdeel e van de tarieventabel: een maand na de aanvang van de werkzaamheden;

  • 2.

    de Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

  • 1.

    Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening in de loop van het kalenderjaar, indien de wijzigingen:

    • a.

      van zuiver redactionele aard zijn;

    • b.

      een tariefsverlaging betreffen;

    • c.

      een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in de loop van dat kalenderjaar in werking treedt en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

      • 1.

        paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

      • 2.

        paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

      • 3.

        artikel 1.17 (papieren verstrekking uit gemeentelijke basisregistratie personen;

      • 4.

        hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens);

      • 5.

        paragraaf 1.7, onder a. (verklaring omtrent het gedrag);

      • 6.

        artikel 1.31 (Wet op de kansspelen).

  • 2.

    Het college is bevoegd tot vaststelling van de bouwkostentabel, als bedoeld in onderdeel 2.1. lid 3 van de tarieventabel.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1.

    De Verordening Leges 2023 van 10 november 2022, bekend gemaakt op 29 november 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijven de op grond van het eerste lid vervallen bepalingen gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als 'Legesverordening 2024'.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 9 november 2023, zaaknummer 417357.

De raad voornoemd,

dr. G.H. Hagelstein

de griffier,

mr. L.J. Verhulst

de voorzitter

Bijlage bij de Legesverordening 2024

 

Tarieventabel bij de Legesverordening Ede 2024

Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening

Paragraaf 1.1 Burgerlijke Stand

Artikel 1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie dan wel omzetting van een partnerschap:

1.1.1

in het gemeentehuis, het huis Kernhem, een vrije locatie of in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek op maandag tot en met vrijdag tussen 9.00 en 17.00 uur

€ 549,90

1.1.2

op andere dan onder 1.1.1 genoemde tijden wordt het tarief verhoogd met:

€ 179,85

1.1.3

Bij annulering van een aanvraag als bedoeld in volgnummer 1.1.1 en 1.1.2 is slechts een gedeelte van het bedrag verschuldigd:

1.1.3.1

bij annulering tot drie maanden voor de (afgesproken) datum:

10%

1.1.3.2

bij annulering tussen drie maanden en zes weken voor de (afgesproken) datum:

25%

1.1.3.3

bij annulering tussen zes weken en één week voor de (afgesproken) datum:

75%

1.1.3.4

bij annulering binnen één week voor de (afgesproken) datum:

100%

1.1.4

bij annulering van een gratis huwelijk binnen drie weken vóór de afgesproken datum, is verschuldigd:

€ 100,00

Artikel 1.2

Het tarief voor het voor één huwelijk of geregistreerd partnerschap benoemen van een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand:

1.2.1

als beëdiging bij de rechtbank al heeft plaatsgevonden:

€ 148,20

1.2.2

als beëdiging bij de rechtbank nog niet heeft plaatsgevonden:

€ 148,20

Artikel 1.3

Het tarief voor het van gemeentewege beschikbaar stellen van getuigen bij de huwelijksvoltrekking of geregistreerd partnerschap, per getuige

€ 25,60

Artikel 1.4

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapboekje

€ 20,00

Artikel 1.5

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een balie-huwelijk

€ 164,35

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Artikel 1.9

Paspoorten of andere reisdocumenten

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

1.9.1

een nationaal paspoort:

1.9.1.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

(1)

1.9.1.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

(1)

1.9.2

een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort):

1.9.2.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

(1)

1.9.2.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

(1)

1.9.3

een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

(1)

1.9.3.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

(1)

1.9.3.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

(1)

1.9.4

een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

(1)

Artikel 1.10

Nederlandse identiteitskaart

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

1.10.1

een Nederlandse identiteitskaart:

1.10.1.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

(1)

1.10.1.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

(1)

1.10.2

een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon

(1)

Artikel 1.11

Modaliteiten

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

1.11.1

voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10 genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen:

(1)

1.11.2

voor het bezorgen van een in de artikelen 1.9 en 1.10 genoemd document, zijnde een toeslag op de in de artikelen 1.9 en 1.10 en onder a genoemde bedragen:

(1)

(1) Voor de tarieven in paragraaf 1.2 geldt het maximumtarief dat door het betreffende ministerie is vastgesteld, naar beneden afgerond op eenheden van

€ 0,05

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

Artikel 1.12

Rijbewijzen

1.12.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

(1)

1.12.2

het tarief voor het verstrekken van een gezondheidsverklaring

€ 43,75

Artikel 1.13

Modaliteiten

optioneel/niet in gebruik

(1) Voor de tarieven in paragraaf 1.3 geldt het maximumtarief dat door het betreffende ministerie is vastgesteld, naar beneden afgerond op eenheden van

€ 0,05

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

Artikel 1.14

Definities

1.14.1

Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

1.14.2

Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.

Artikel 1.15

Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

1.15.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.15.1.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 12,15

1.15.2

tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:

1.15.2.1

voor 25 verstrekkingen

€ 281,50

1.15.2.2

voor 100 verstrekkingen

€ 1.063,10

1.15.2.3

voor 500 verstrekkingen

€ 8.174,30

1.15.2.4

voor 1.000 verstrekkingen

€ 9.387,45

Artikel 1.16

Verstrekken van aangehaakte gegevens

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.16.1.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 12,15

1.16.2

tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:

1.16.2.1

voor 25 verstrekkingen

€ 281,50

1.16.2.2

voor 100 verstrekkingen

€ 1.063,10

1.16.2.3

voor 500 verstrekkingen

€ 8.174,30

1.16.2.4

voor 1.000 verstrekkingen

€ 9.387,45

Artikel 1.17

Papieren verstrekking

1.17.1

In afwijking van de artikelen 1.15 en 1.16 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen

€ 8,40

Artikel 1.18

Op verzoek doornemen basisregistratie personen

1.18.1

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 10,65

Paragraaf 1.5 Verstrekken van gegevens

1.19.1

Het tarief voor het verstrekken van (gewaarmerkte) schriftelijke stukken is gelijk aan het in het Besluit maximumtarieven open overheid opgenomen maximumtarief waarbij voor verstrekkingen waar in totaal minder dan € 20,00 verschuldigd is geen leges worden gerekend.

1.19.2

Het tarief voor het verstrekken van digitale stukken bedraagt:

1.19.2.1

voor het opzoeken en toesturen van een digitaal dossier van een omgevingsvergunning, voor zover dit in het archief digitaal beschikbaar is, per adres

€ 18,20

1.19.2.2

omgevingsvergunning, voor zover dit in het archief digitaal beschikbaar is, per adres

1.19.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van inlichtingen uit de belastingadministratie ten behoeve van derden:

1.19.3.1

zonder abonnement, per inlichting

€ 8,36

1.19.3.2

bij een abonnement voor een periode van 12 maanden:

voor 25 inlichtingen

€ 173,60

voor 100 inlichtingen

€ 661,20

voor 250 inlichtingen

€ 1.556,10

1.19.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van inlichtingen op grond van art 40a van de Wet waardering onroerende zaken, per inlichting

€ 2,60

1.19.5

Het tarief bedraagt voor het opzoeken, verstrekken en/of waarmerken van stukken of uittreksels, die zo nodig op aanvraag van de aanvrager worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kwartier

€ 18,20

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

Artikel 1.25

Overige publiekszaken

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.25.1

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag

€ 42,35

1.25.2

tot het legaliseren van een handtekening of het legaliseren of waarmerken van andere documenten

€ 12,15

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

Artikel 1.26 Naspeuringen in gemeentearchief (per 15 minuten of een deel daarvan)

€ 18,20

Artikel 1.27 Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief

1.27.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

1.27.2

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Artikel 1.28 Uitlenen archiefbescheiden

Bruikleen-overeenkomst

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

Artikel 1.29 Huisvestingswet 2014

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

1.29.1

het verkrijgen van een urgentieverklaring als bedoeld in artikel 11 van de Huisvestingswet

€ 50,00

Artikel 1.30 Leegstandswet

1.30.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 44,95

b.

om verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet

€ 44,95

1.30.2

Als aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die onderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. [Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.]

Artikel 1.31 Wet op de kansspelen

1.31

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de Kansspelen cq een exploitatievergunning voor een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2:39 van de APV:

1.31.1

voor een periode van twaalf maanden voor één speelautomaat

€ 56,50

1.31.2

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer speelautomaten:

1.31.2.1

vast tarief

€ 22,50

1.31.2.2

en voor iedere speelautomaat

€ 34,50

1.31.3

Voor een periode van vierentwintig maanden voor twee of meer speelautomaten korter dan 12 maanden of langer dan 12 maanden maar ten hoogste vier jaar geldt dat het totaalbedrag van onderdeel 1.31.1. of 1.31.2. wordt vermenigvuldigd met de uitkomst van de som [aantal maanden waarvoor vergunning verleend wordt / 12]:

1.31.4

Voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd voor één speelautomaat:

€ 226,50

1.31.5

Voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd voor twee of meer speelautomaten

1.31.5.1

Vast tarief

€ 90,50

1.31.5.2

en voor iedere speelautomaat

€ 136,00

1.31.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor een kansspel waarvan met de opbrengst enig algemeen belang wordt gediend als bedoeld in art. 3 lid 1 Wet op de Kansspelen:

€ 36,10

Artikel 1.32

Kabels en leidingen

Werkzaamheden van ingrijpende aard

1.32.1

Het tarief voor het in behandeling nemen van een elektronische aanvraag voor instemming voor tracés van minimaal 6 en maximaal 200 meter in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet, jo. artikel 6, tweede lid, van de Algemene Verordening Onder- en Bovengrondse Infrastructuren Ede 2020 bedraagt:

€ 463,69

Dit geldt ook als er sprake is van situaties waarbij wegen, watergangen of groenvoorzieningen volledig worden gekruist en/of bovengrondse voorzieningen worden geplaatst, ongeachte de lengte van het tracé.

1.32.2

Het tarief voor het in behandeling nemen van een elektronische aanvraag voor insteming voor tracés van minimaal 200 tot en met 5.000 meter in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet, jo. artikel 6, tweede lid, van de Algemene Verordening Onder- en Bovengrondse Infrastructuren Ede 2020 bedraagt:

€ 703,23

1.32.3

Het tarief voor het in behandeling nemen van een electronische aanvraag instemming voor tracés vanaf 5.000 meter in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet, jo. artikel 6, tweede lid, van de Algemene Verordening Onder- en Bovengrondse Infrastructuren Ede 2020 bedraagt:

€ 1.267,04

vermeerderd met een bedrag per strekkende meter van:

€ 0,25

In afwijking van de eerste zinsnede is het college van burgemeester en wethouders bevoegd om ten aanzien van de tarieven voor het in behandeling nemen van een elektronische aanvraag voor instemming voor het aanleggen van een basisbreedbandnetwerk met een tracélengte vanaf 10.000 meter bij overeenkomst af te wijken van het in deze verordening bepaalde.

Werkzaamheden van niet ingrijpende aard

1.32.4

Het tarief voor het in behandeling nemen van een elektronische aanvraag voor instemming voor werkzaamheden van niet ingrijpende aard als bedoeld in artikel 1 onder p) van de Algemene Verordening Onder- en Bovengrondse Infrastructuren Ede 2020, of voor een melding van een calamiteit, zoals bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Algemene Verordening Onder- en Bovengrondse Infrastructuren Ede 2020, bedraagt:

€ 185,98

1.32.5

Voor elk onder- en bovengronds ondersteuningswerk, beschermingswerk en signaalinrichting, alsmede de inrichting die bestemd is om daarin verbindingen tot stand te brengen (straatkasten en handholes) tot 6m2, waarvoor afzonderlijke plaatsbepaling noodzakelijk is, wordt het tarief één werkuur ad € 95,18 berekend op grond van artikel 1.32.4 vermeerderd met telkens (per element):

€ 95,18

Controle status van de kabel

1.32.6

Indien met betrekking tot een melding een specifiek onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, wordt het tarief berekend op grond van artikel 1.32.1.

€ 463,89

Opbreken zonder elektronische melding

1.32.7

Indien een toezichthouder vaststelt dat er werkzaamheden plaatsvinden of plaats hebben gevonden, zonder dat hiervan een elektronische melding is gemaakt, dan wordt hiervoor een bedrag in rekening gebracht van: Daarnaast moet alsnog een elektronische melding worden ingediend.

€ 190,36

Te late melding of verkeerde aanvraag

1.32.8

Indien vastgesteld wordt dat er sprake is van een te late elektronische melding (< 5 werkdagen van tevoren, calamiteiten uitgezonderd) wordt hiervoor een half werkuur in rekening gebracht, om het een en ander af te kunnen stemmen, ad:

€ 95,18

Dit geldt voor alle instemmingsaanvragen voor werkzaamheden, ook van niet ingrijpende aard (meldingen), die dit feitelijk niet zijn. Daarnaast wordt hiervoor het geldende tarief in rekening gebracht, zoals vermeld in artikel 1.32.1 t/m 1.32.4, afhankelijk van de feitelijke situatie.

Onterechte calamiteit

1.32.9

Indien vastgesteld wordt dat een te late elektronische melding ten onrechte is bestempeld als “calamiteit”, waardoor de gemeente niet in staat is geweest om regie te voeren op de werkzaamheden, worden hiervoor de werkelijk gemaakte werkuren in rekening gebracht, afgerond naar boven, met een minimum van één werkuur, ad € 95,18:

€ 95,18

Onbehoorlijke oplevering

1.32.10

Indien vastgesteld wordt dat er sprake is van een “onbehoorlijke oplevering”, waardoor herstelwerkzaamheden noodzakelijk zijn, worden hiervoor de werkelijk gemaakte werkuren in rekening gebracht, afgerond naar boven, met een minimum van één werkuur, ad € 95,18:

€ 95,18

Verplichte telefonische melding

1.32.11

’s Morgens dient vóór 09.30 uur telefonisch gemeld te worden dat de geplande werkzaamheden wel of niet doorgaan, zodat de gemeente daarmee in haar werkzaamheden rekening kan houden. Als de telefonische melding niet voor 9.30 uur telefonisch gedaan is wordt hiervoor per geval één werkuur in rekening gebracht, om het een en ander af te kunnen stemmen, ad € 95,18:

€ 95,18

Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving

1.33.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

1.33.1.1

het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

€ 19,97

1.33.1.2

een ontheffing als bedoeld in de "Beleidsregels toegang voetgangersgebied Ede-Centrum" of de "Beleidsregels toegang voetgangersgebied Lunteren-Centrum"

€ 19,97

1.33.1.3

in afwijking van het tarief genoemd onder 1.33.1.2 geldt voor een calamiteiten-ontheffing als bedoeld in de "Beleidsregels toegang voetgangersgebied Ede-Centrum" of de "Beleidsregels toegang voetgangersgebied Lunteren-Centrum" een tarief van:

€ 31,04

1.33.1.4

indien de ontheffing genoemd in 1.33.1.2 op verzoek wordt verstrekt op de dag van de aanvraag, (klaar terwijl u wacht) wordt het tarief verhoogd met:

1.33.1.5

het verkrijgen van een ontheffing parkeerschijfzone Keetmolenwijk

€ 73,43

1.33.1.6

het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen

€ 19,97

1.33.2

het verkrijgen en wijzigen van een tijdelijke parkeervergunning als bedoeld in de geldende Parkeerverordening, artikel C

€ 19,97

1.33.3

het verkrijgen of wijzigen van een vergunning als bedoeld in artikel 2 van de geldende verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen

€ 19,97

1.33.4

het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) aan:

1.33.4.1

een inwoner

€ 100,27

1.33.4.2

het bestuur van een instelling als bedoeld in artikel 1.1.1. van de Wet langdurige zorg

€ 100,27

1.33.5

het verkrijgen van een ontheffing voor het parkeren van grote voertuigen en uitzicht belemmerende voertuigen als bedoeld in de APV Ede per ontheffing per jaar

€ 19,97

1.33.6

het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in de APV Ede (rijden over zandwegen in het voor het verkeer afgesloten gebied)

€ 19,97

1.33.7

het verkrijgen van een ontheffing zoals bedoeld in artikel 148 Wegenverkeerswet 1994

€ 38,39

1.33.8

het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in de "Beleidsregel van burgemeester en wethouders voor het verlenen van ontheffingen voor toegang tot het voetgangersgebied Ede Centrum voor gemotoriseerd verkeer en fietsers met een functiebeperking" voor het verkrijgen van toegang tot Ede-centrum met de fiets voor mensen met een functiebeperking

€ 0,00

Artikel 1.34

Diverse vergunningen en beschikkingen

1.34

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

1.34.1

het verkrijgen van een vergunning voor het houden van een openbare inzameling van geld of goederen of leden- of donateurswerving als bedoeld in artikel 5:13 van de APV Ede

€ 11,00

1.34.2

Het verkrijgen van een ontheffing voor het gebruiken van de weg of een weggedeelte anders dan overeenkomstig de publieke functie daarvan als bedoeld in art 2:10 van de APV Ede

€ 53,25

1.34.3

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 22,25

1.34.4

een ontheffing als bedoeld in artikel 4:6 van de APV, ontheffing geluidshinder

€ 37,25

Hoofdstuk 2

DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET

Paragraaf 2.1

Algemene bepalingen

2.1

Definities

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

bouwkosten: In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling wordt onder bouwkosten verstaan het product van de normkosten voor het uit te voeren werk en de bruto inhoud van het bouwwerk conform het rekenprogramma ‘Bouwleges basisbedragen Bouwkosten’ van CASA DATA’ (tarief 4e kwartaal van het voorgaande jaar). Voor bouwwerken die niet passen binnen het regime van vaststelling van normatieve bouwkosten worden de opgegeven bouwkosten gehanteerd, exclusief omzetbelasting, tenzij dit bedrag overduidelijk onjuist is. In dat geval wordt een raming gedaan. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft. Om de hoogte van de bouwleges te bepalen, moeten de bouwkosten per bouwwerk berekend worden. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk met hergebruik van materialen plaatsvindt, wordt bij het bepalen van de bouwkosten uitgegaan van de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor nieuwe materialen. Voor het bepalen van de bouwkosten is de datum van indiening van de aanvraag leidend.

Om de hoogte van de bouwleges te bepalen moeten de bouwkosten per bouwwerk berekend worden. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk met hergebruik van materialen plaatsvindt, wordt bij de bepalen van de bouwkosten uitgegaan van de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor nieuwe materialen. Voor het bepalen van de bouwkosten is de datum van indiening van de aanvraag leidend.

kosten van bouwen of verbouwen in zoals bedoeld in artikel 2.45 (wijzigen omgevingsplan): kosten welke betrekking hebben op alle bouwwerken waarvoor een bouwtitel mogelijk gemaakt wordt conform een nieuw omgevingsplan, dan wel een buitenplanse omgevingsplan activiteit ;

Schetsplan (ook wel een voorlopig plan of concept aanvraag genoemd): de nog niet geheel uitgewerkte tekeningen die vooruitlopend op een aanvraag om omgevingsvergunning worden ingediend zodat deze kunnen worden getoetst aan omgevingsplanregels, welstandsvoorschriften en stedenbouwkundige eisen

Globale toets: een ambtelijke boordeling om voor projecten waarvoor een motivering nodig is de wenselijkheid en globale haalbaarheid te beoordelen en/of een globale programmatische en beleidstoets uit te voeren ten behoeve van de motivering

Principeverzoek: een aanvraag bij burgemeester en wethouders om voor projecten waarvoor een motivering nodig is de haalbaarheid te beoordelen en te inventariseren welke onderzoeken en andere gegevens noodzakelijk zijn ten behoeve van de motivering.

2.2

Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

Schetsplan/vooroverleg/Concept Aanvraag

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

f.

intrekking van een omgevingsvergunning

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

2.3

Bepalen tarief

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

Paragraaf 2.2

Voorfase

2.4

Omgevingsoverleg/Vooroverleg/Concept aanvraag

1.

Het tarief voor het in behandeling nemen en het beoordelen van een concept aanvraag om omgevingsvergunning (Schetsplan), bedraagt

€ 217,00

2

Het tarief voor het in behandeling nemen en beoordelen van een Globale Toets, bedraagt

€ 587,00

3

Het tarief voor het in behandeling nemen en de beoordeling van een Principeverzoek, bedraagt

€ 2.349,00

Pargraaf 2.3

Activiteiten met betrekking tot bouwwerken en gebruik

2.5

Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

1

indien de bouwkosten minder dan € 25.000 bedragen:

1,10%

Met een minimum van:

€ 109,00

2

indien de bouwkosten € 25.000 tot € 50.000 bedragen:

€ 275,00

vermeerderd met

1,10%

van het bedrag waarmee de bouwkosten de € 25.000 te boven gaan

3

indien de bouwkosten € 50.000 tot 200.000 bedragen:

€ 550,00

vermeerderd met

1,01%

van het bedrag waarmee de bouwkosten de € 50.000 te boven gaan

4

indien de bouwkosten € 200.000 tot € 2.500.000 bedragen:

€ 2.067,00

vermeerderd met

0,35%

van het bedrag waarmee de bouwkosten de € 200.000 te boven gaan

5

indien de bouwkosten € 2.500.000 of meer bedragen:

€ 10.151,00

vermeerderd met

0,20%

van het bedrag waarmee de bouwkosten € 2.500.000 te boven gaan met een maximum van:

€ 32.409,00

2.6

Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken (ruimtelijke deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een omgevingsplanactiviteit met betrekking tot het bouwen:

1

Indien de bouwkosten minder dan € 25.000 bedragen

2,56%

met een minimum van:

€ 109,00

2

Indien de bouwkosten € 25.000 tot € 50.000 bedragen

€ 638,00

vermeerderd met

2,56%

van het bedrag waarmee de bouwkosten de € 25.000 te boven gaan

3

Indien de bouwkosten € 50.000 tot € 200.000 bedragen

€ 1.277,00

vermeerderd met

2,60%

van het bedrag waarmee de bouwkosten de € 50.000 te boven gaan

4

Indien de bouwkosten € 200.000 tot € 2.500.000 bedragen

€ 5.175,00

vermeerderd met

2,29%

van het bedrag waarmee de bouwkosten de € 200.000 te boven gaan

5

Indien de bouwkosten € 2.500.000 of meer bedragen

€ 57.839,00

vermeerderd met

2,41%

van het bedrag waarmee de bouwkosten € 2.500.000 te boven gaan met een maximum van:

€ 297.997,00

b

voor een omgevingsplanactiviteit met betrekking tot het gebruiken

€ 429,00

c

de kosten zoals genoemd in artikel 2.6 onder a en/of b worden vermeerderd met het volgende tarieven in geval van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (voor bouwen en/of gebruik, of in geval van een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijziginsbevoegdheid of uitwerkingeplicht onverminderd het bepaalde in andere artikelen van dit hoofdstuk als het gaat om de in die artikelen benoemde activiteiten

1

indien het een "kleine BOPA" betreft, te weten een aanvraag om omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit voor één of meer van de hieronder beschreven categorieën:

€ 430,00

a

een bijbehorend bouwwerk of uitbreiding daarvan, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, wordt voldaan aan de volgende eisen:

a. niet hoger dan 5 m, tenzij sprake is van een kas of bedrijfsgebouw van lichte constructie ten dienste van een agrarisch bedrijf,

b. de oppervlakte niet meer dan 150 m2;

 

b

een gebouw ten behoeve van een infrastructurele of openbare voorziening, voor zover het betreft een bouwwerk ten behoeve van een nutsvoorziening, de waterhuishouding, het meten van de luchtkwaliteit, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer of het weg-, spoorweg-, water- of luchtverkeer, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

a. niet hoger dan 5 m, en

b. de oppervlakte niet meer dan 50 m²;

 

c

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of een gedeelte van een dergelijk bouwwerk, mits wordt

voldaan aan de volgende eisen:

a. niet hoger dan 10 m, en

b. de oppervlakte niet meer dan 50 m²;

 

d

een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte aan of op een gebouw, een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw, de uitbreiding van een bouwwerk met een bouwdeel van ondergeschikte aard dan wel voorzieningen gericht op het isoleren van een gebouw;

 

e

een antenne-installatie, mits niet hoger dan 40 m;

 

f

een installatie bij een agrarisch bedrijf waarmee duurzame energie wordt geproduceerd door het bewerken van uitwerpselen van dieren tot krachtens artikel 5, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet aangewezen eindproducten van een krachtens dat artikellid omschreven bewerkingsprocedé dat ziet op het vergisten van ten minste 50 gewichtsprocenten uitwerpselen van dieren met in de omschrijving van dat procedé genoemde nevenbestanddelen;

 

g

het gebruiken van gronden voor een niet-ingrijpende herinrichting van openbaar gebied;

 

h

aanvragen voor het gebruiken van gronden of bouwwerken voor een termijn van ten hoogste tien jaar.

 

2

Indien de kosten van het bouwen of verbouwen € 25.000,00 of minder bedragen of er geen kosten van bouwen of verbouwen zijn:

€ 561,00

3

Indien de kosten van het bouwen of verbouwen meer dan € 25.000,00, doch minder dan €50.000,00 bedragen:

€ 1.124,00

4

Indien de kosten van het bouwen of verbouwen € 50.000,00 of meer, doch minder dan € 150.000,00 bedragen:

€ 8.426,00

5

Indien de kosten van het bouwen of verbouwen € 150.000,00 of meer, doch minder dan € 300.000,00 bedragen:

€ 16.274,00

6

Indien de kosten van het bouwen of verbouwen € 300.000,00 of meer, doch minder dan € 1.000.000,00 bedragen:

€ 34.240,00

7

Indien de kosten van het bouwen of verbouwen € 1.000.000,00 of meer, doch minder dan € 2.000.000,00 bedragen:

€ 46.151,00

8

Indien de kosten van het bouwen of verbouwen € 2.000.000,00 of meer, doch minder dan € 4.000.000,00 bedragen:

€ 90.806,00

Indien de kosten van het bouwen of verbouwen € 4.000.000,00 of meer bedragen:

€ 135.465,00

d

voor de omgevingsplanactiviteit: bouwen en/of gebruik van een tijdelijke woonunit, geldt:

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactivtiteit met betrekking tot het bouwen van een tijdelijke woonunit, bedraagt het tarief in plaats van het gestelde in artikel 2.6. onder a

€ 217,00

e

voor de omgevingsplanactiviteit: bouwen en/of gebruiken van zonnevelden geldt:

1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit voor een middelgroot zonneveld als bedoeld in de ‘Wind- en zonnewijzer’ (netto-oppervlakte >150 m2 en ≤ 2 ha), dan geldt dat bij de bepaling van de bouwkosten alleen de bouwkosten van de constructieve werken dan wel de stellingen waarop de zonnepanelen geplaatst worden. Bij de bepaling van deze bouwkosten wordt gerekend met een vast bedrag van € 39 per vierkante meter zonnepaneel

2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit voor een groot zonneveld als bedoeld in de ‘Wind- en zonnewijzer’ (netto-oppervlakte > 2 ha), dan geldt dat bij de bepaling van de bouwkosten alleen de bouwkosten van de constructieve werken dan wel de stellingen waarop de zonnepanelen geplaatst worden. Bij de bepaling van deze bouwkosten wordt gerekend met een vast bedrag van € 39 per vierkante meter zonnepaneel.

3

Voor aanvragen als bedoeld in artikel 2.6, onder c bedraagt het tarief voor de buitenplanse omgevingsplanactiviteit 50% van het reguliere tarief.

f

voor de omgevingsplanactiviteit: monumenten

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit monumenten of een rijksmonumentenactiviteit en de activiteiten met betrekking tot bouwwerken en gebruik (paragraaf 2.6) en diezelfde omgevingsplanactiviteiten bij niet-(rijks)monumenten vergunningsvrij zouden zijn conform de Omgevingswet worden geen leges geheven conform respectievelijk artikel 2.5. en 2.6

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit monumenten of een rijksmonumentenactiviteit worden bij het bepalen van de leges de (bouw)kosten voor de instandhouding dan wel restauratie in mindering gebracht op de bouwkosten.

2.7

Gereserveerd

paragraaf 2.4

Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

2.8

Omgevingsplanactiviteit: monumenten

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een (voorbeschermd) gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk, als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: a. voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument: b. voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: c voor het onthouden van onderhoud die dat voor de instandhouding noodzakelijk is

€ 536,00

Indien de aanvraag om omgevingsvergunning zoals benoemd onder lid 1 zich enkel richt op de restauratie dan wel instandhouding van een (gemeentelijk) monument wordt het tarief

€ 267,00

Een aanvraag impliceert dan dat er verder géén veranderingen aan het monument zijn voorzien als gevolg van slopen, verstoren, verplaatsen, ingrijpend wijzigen of een gebruik waardoor het ontsierd wordt of in gevaar gebracht.

2.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een (voorbeschermd) archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 536,00

3.

Het eerste lid en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening Ede 2020 is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:

a

als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

b

als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

2.9

Rijksmonumentenactiviteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 536,00

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 536,00

2.10

Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht of beschermd cultuurlandschap

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 267,00

2.

Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.

2.11

Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 536,00

Paragraaf 2.5

Milieubelastende activiteiten

2.12

Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, en/of het Omgevingsplan Ede, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 2.470,00

2.13

Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 4.940,00

2.14

Activiteiten die niet de bedrijfstakken overstijgen (afdelingen 3.4 tot en met 3.9 Besluit Activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorieen als bedoeld in de paragrafen en afdelingen 3.4 tot en met 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 4.940,00

2.15

gereserveerd

2.16

gereserveerd

2.17

gereserveerd

2.18

gereserveerd

2.19

gereserveerd

2.20

Samenloop van milieubelastende activiteiten

1.

Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast.

2.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt.

Paragraaf 2.6

gereserveerd

2.21

Gereserveerd

2.22

gereserveerd

Paragraaf 2.7

Aanlegactiviteiten

2.23

Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het opbreken van de verharding in openbaar gebied of het graven in openbaar gebied, anders dan voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 217,00

2.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding in openbaar gebied, niet zijnde kabels 1.1 van de Telecommunicatiewet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 217,00

3.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet bestaande uit het graven in het gebied met archeologische verwachtingen, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 217,00

4.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in het beperkingengebied leidingen, […] van het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 217,00

5.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in een bijzonder landschapselement of gebied met aardkundige waarde., bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 217,00

a

Wanneer een omgevingsplanactiviteit kappen van een boom of vellen van houtopstanden ook een omgevingsplanaciviteit opbreken en graven betreft worden alleen de leges gerekend voor de omgevingsplanactiviteit kappen van een boom of vellen van houtopstanden

2.24

Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of in een gebied met aardkundige waarde, bestaande uit het:

a. aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplanting,

b. indrijven van voorwerpen,

c. ophogen van de grond, of

d. verharden van de grond,

bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 217,00

2.25

Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 444,00

2.26

Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

a.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en/of Omgevingsplan Ede, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 217,00

2.27

Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en/of Omgevingsplan Ede, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

2.28

Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 217,00

Paragraaf 2.8

Overige Activiteiten

2.29

Gereserveerd

2.30

Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4.11b van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en/of Omgevingsplan Ede, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a

1 boom

€ 58,00

b

2 bomen

€ 109,00

c

3 bomen

€ 151,00

d

4 bomen

€ 185,00

e

voor iedere boom boven het aantal 4 (bovenop het bedrag voor 4 bomen)

€ 29,00

f

met dien verstande dat niet meer dan €5000 verschuldigd is

2.31

Omgevingsplanactiviteit: reclame

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, zichtbaar is van de een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in artikel 4.15 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en/of Omgevingsplan Ede, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3. bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a

als de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van die handelsreclame

€ 217,00

2.32

Omgevingsplanactiviteit: objecten plaatsen op de weg

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, als bedoeld in artikel 2.10 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en/of Omgevingsplan Ede, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3. bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 21,00

2.33

Gereserveerd

2.34

Andere activiteiten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

a.

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 217,00

b.

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 217,00

paragraaf 2.9

Maatwerkvoorschriften

2.35

Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief

€ 217,00

2.36

Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

1.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 967,00

2.37

Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift

€ 217,00

Paragraaf 2.10

Gelijkwaardigheid

2.38

Gelijkwaardige maatregel

1.

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op een een milieubelastende activiteit bedraagt het tarief:

€ 217,00

Paragraaf 2.11

Overige tarieven

2.39

Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 217,00

2.40

Wijzigen omgevingsvergunning

1

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot ondergeschikte wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project, bedraagt het tarief

25%

van het totale legesbedrag dat voor de verleende omgevingsvergunning waarop de wijziging is aangevraagd was verschuldigd

2

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot ondergeschikte wijziging van een omgevingsvergunning, die niet leidt tot een nieuwe beoordeling van de aanvraag, bedraagt het tarief :

€ 217,00

2.41

Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€ 217,00

2.42

Gereserveerd

2.43

Gereserveerd

2.44

Beoordeling onderzoeksrapporten

De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of besluit

2.45

Wijzigen van het omgevingsplan

1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:

a

Wanneer de kosten van het bouwen of verbouwen €300.000 of minder bedragen

€ 16.374,00

b

Wanneer de kosten voor het bouwen meer dan dan €300.000 doch minder dan € 1000.000

€ 32.240,00

c

Wanneer de kosten voor het bouwen meer dan dan 1000.000 doch minder dan 2000.000

€ 46.151,00

d

Wanneer de kosten voor het bouwen meer dan dan 2.000.000 doch minder dan 4.000.000

€ 90.806,00

e

Wanneer de kosten voor het bouwen meer dan dan 4.000.000 of meer bedragen

€ 135.465,00

f

Wanneer er geen kosten van bouwen of verbouwen zijn, geldt het bedrag onder a

De hierboven genoemden tarieven zijn exclusief de benodigde onderzoeken voor een nieuw omgevingsplan

2

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het ontwerp of vastgestelde omgevingsplan als gevolg van een naar een omstandigehden beoordeeld geringe wijziging van het (bouw)project en daardoor in verhouding geringe wijziging van de oorspronkelijke omgevingsplanregels dient plaats te vinden, bedraagt het tarief het volgende aandeel van het oorspronkelijke tarief

50%

3

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het ontwerp of vastgestelde omgevingsplan als gevolg van een naar een omstandigehden beoordeeld grote wijziging van het (bouw)project en daardoor in verhouding substantiele wijziging van de oorspronkelijke omgevingsplanregels dient plaats te vinden, bedraagt het tarief het volgende aandeel van het oorspronkelijke tarief

100%

2.46

Niet genoemd besluit op aanvraag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet genoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het Omgevingsplan

€ 217,00

Paragraaf 2.12

Modaliteiten

2.47

Achteraf ingediende aanvraag

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:

50%

2.48

Gereserveerd

2.49

Beoordeling onderzoeksrapporten

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

a.

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

€ 444,00

b.

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

€ 444,00

c.

voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:

€ 444,00

d.

voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:

€ 444,00

e.

voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:

€ 444,00

f.

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

€ 888,00

g.

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 444,00

2.50

Advies

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

a.

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 217,00

b

gereserveerd

c

gereserveerd

d.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met c: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.51

Instemming

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

a.

als de gemeenteraad moet besluiten over de instemming:

€ 217,00

b.

als een ander bestuursorgaan moet besluiten over de instemming: het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Paragraaf 2.13

Vermindering

2.52

Vermindering na omgevingsoverleg

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt de betaalde leges voor het vooroverleg met een maximum van € 2.349

2.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan: a voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had; b in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en c binnen 12 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg als het omgevingsoverleg/vooroverleg volgens afspraak leidt tot kennisgeving aan de aanvrager, na dagtekening van de kennisgeving

3

Bij toepassing van het eerste lid blijft voor het in behandeling nemen van de aanvraag om omgevingsvergunning in ieder geval verschuldigd

€ 217,00

2.53

Intrekken of niet in werking treden verzoek om omgevingsplanwijziging

1.

Indien de aanvrager een in behandeling genomen aanvaag om wijziging of herziening omgevingsplan intrekt voordat daarop is beslist door de gemeenteraad, worden de vastgestelde leges verminderd met 50%

Indien de aanvrager een in behandeling genomen aanvaag om wijziging of herziening omgevingsplan niet in werking kan treden door het niet vaststellen door de gemeenteraad of doordat het niet onherroepelijk wordt, worden de vastgestelde leges met 25% verminderd

Paragraaf 2.14

Teruggaaf en vermindering

2.54

Vermindering bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, worden geen leges conform artikel 2.5. en 2.6 geheven

Indien er geen omgevingsvergunning is vereist na aanpassing van het plan, dan bedraagt het tarief

€ 217,00

2.55

Vermindering als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

80%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

met dien verstande dat ten minste wordt geheven een bedrag van:

€ 217,00

2.56

Vermindering als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen (terwijl deze reeds in behandeling is genomen), bestaat aanspraak op vermindering van een deel van de leges. De vermindering bedraagt:

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na in behandeling nemen van de aanvraag:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot acht weken na in behandling nemen van de aanvraag:

40%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf 8 weken na in behandeling nemen van de aanvraag:

30%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

met dien verstande dat tenminste een bedrag verschudligd blijft van

€ 217,00

2.57

Teruggaaf bij niet realiseren of niet verlenen omgevingsvergunning zonneveld

Indien binnen 5 jaar na het in behandeling nemen van de aanvraag als bedoeld in artikel 2.6. onder e onder 1 de omgevingsplanactiviteit niet heeft plaatsgevonden, dan wel de omgevingsvergunning waarop de aanvraag betrekking heeft niet verleend is, bestaat aanspraak op volledige vermindering van de op grond van artikel 2.6. onder e verschuldigde leges.

2.58

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg-, sloop- , kap-, monumenten-, of milieubelastende activiteiten

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

30%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

Met dien verstande dat tenminste een bedrag verschuldigd blijft van

€ 217,00

2.59

Vermindering als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg-, sloop- , kap-, monumenten- of milieubelastende activiteiten

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op vermindering van een deel van de leges. De vermindering bedraagt:

20%

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

Met dien verstande dat tenminste een bedrag verschuldigd blijft van van

€ 217,00

2.60

Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

2.61

Gereserveerd

Hoofdstuk 3

DIENSTVERLENING WAAROP DE DIENSTENRICHTLIJN VAN TOEPASSING IS

Paragraaf 3.1 Horeca

Artikel 3.1 Horeca en slijtersbedrijf

3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

3.1.1.1

een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet

€ 592,00

3.1.1.2

een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet die wordt aangevraagd in combinatie met een horeca-exploitatievergunning als bedoeld in 3.1.7 of 3.1.8

€ 296,00

3.1.2

een aanpassing van de vergunning als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet

€ 296,00

3.1.3

een wijziging van het aanhangsel in verband met uitsluitend een wijziging in de persoon van de leidinggevende(n) als bedoeld in artikel 30a van de Alcoholwet

€ 148,00

3.1.4

een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet

€ 37,25

3.1.5

een ontheffing paracommercie als bedoeld in artikel 18, lid 1 van de Alcoholverordening

€ 37,25

3.1.6

een ontheffing als bedoeld in artikel 18 lid 2 van de Alcoholverordening

€ 37,25

3.1.7

een vergunning als bedoeld in art 2:28 APV (horeca-exploitatievergunning), zonder terras

€ 592,00

3.1.8

een vergunning als bedoeld in art 2:28 APV (horeca-exploitatievergunning), met terras

€ 666,00

3.1.9

een ontheffing als bedoeld in artikel 2:29 van de APV, ontheffing sluitingstijd

€ 37,25

Paragraaf 3.2 prostitutiebedrijven

3.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

3.2.1

een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning voor een seksinrichting als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid, van de APV, anders dan een wijziging bedoeld in onderdeel 3.2.2:

€ 292,00

3.2.2

wijziging van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting, als bedoeld in artikel 3.15, tweede lid, van de APV:

€ 132,50

Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet

Artikel 3.5 Ontheffing winkeltijden

3.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

3.5.1

een ontheffing van de in in het kader van de Winkeltijdenwet vervatte verboden:

€ 35,00

3.5.2

wijziging van een in onderdeel 3.5.1 bedoelde ontheffing:

€ 35,00

Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt

Artikel 3.6 Organiseren evenementen of markten

3.6.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een evenementenvergunning als bedoeld in artikel 2.25 van de APV

3.6.1.1

voor het houden van een evenement waarvan de opbrengst voor 60% of meer wordt afgestaan voor een goed doel

€ 0,00

3.6.1.2

voor het houden van een klein evenement met een laag risico, beperkte uitstraling naar de omgeving en beperkte gevolgen voor het verkeer (categorie A evenement):

€ 42,00

3.6.1.3

voor het houden van een middelgroot evenement met invloed op de openbare orde en veiligheid, grote impact op de omgeving en grote gevolgen voor het verkeer (categorie B evenement)

€ 118,00

3.6.1.4

voor het houden van een groot evenement met grote invloed op de openbare orde en veiligheid en grote impact en/of regionale gevolgen heeft voor het verkeer (categorie C evenement)

€ 355,00

3.6.1.5

voor het houden van een groot commercieel evenement waarbij de organisator juridisch, financieel en/of organisatorisch verbonden is aan een instelling die dezelfde of een vergelijkbare activiteit uitvoert en daarbij het maken van winst en/of het verwerven van persoonlijk inkomen als (neven)doel heeft

€ 711,00

3.6.3

vervallen

3.6.4

vervallen

3.6.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 5:18 van de APV:

3.6.5.1

indien de aanvraag betrekking heeft op een vergunning voor een tijdelijke standplaats voor een periode van maximaal 7 aaneengesloten dagen

€ 42,00

3.6.5.2

indien de aanvraag betrekking heeft op een vergunning voor een seizoen standplaats of een reguliere standplaats

€ 515,00

3.6.5.2.1

Als een aanvrager zijn aanvraag als bedoeld in onderdeel 3.6.5.2 intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges

met dien verstande dat ten minste een bedrag van

€ 216,00

is verschuldigd.

3.6.5.2.2

Als de gemeente een vergunning als bedoeld in onderdeel 3.6.5.2 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt

15%

van het legesbedrag.

3.6.5.2.3

Als de gemeente de aanvraag om vergunning als bedoeld in onderdeel 3.6.5.2 buiten behandeling laat, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.

met dien verstande dat een bedrag van

€ 216,00

is verschuldigd.

Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

Artikel 3.7

Niet benoemd besluit op aanvraag

3.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking:

€ 408,00

 

 

Toelichting RO Leges  

 

In verband met de inwerkingtreding van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) per 1 januari 2024 is hoofdstuk 2 van de tarieventabel ingrijpend herzien.

 

De VNG heeft vanwege de invoering van de Omgevingswet en de Wkb een nieuwe modelverordening geschreven, met een andere opzet. De hoofdstukken 1 en 3 zijn ook herschreven, qua volgorde. Deze volgorde hanteren we al enkele jaren. Het aanhouden van de modelverordening heeft als voordeel dat we bij wijzigingen in deze modelverordening makkelijker kunnen beoordelen of de wijziging ook voor Ede relevant is.

 

De titel van Hoofdstuk 2 wijzigt dan ook van “Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning” naar “Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet”.

 

“Bouwleges” zijn meestal gerelateerd aan de bouwkosten. In deze tarieventabel zijn hiervoor de kostenstaffels uit de modelverordening overgenomen. Er zijn minder staffels dan eerder, en met wat andere grenzen. De andere gemeenten binnen de OdDV hanteren ook deze staffels. Dit betekent dat er hier en daar wat geschoven wordt in de kosten. Het tarief (percentage) binnen een staffel is altijd gelijk.

 

We sluiten zo veel mogelijk aan bij de nu al geldende tarieven en legesregels. Daarmee kan de overgang naar de Omgevingswet soepel op worden gevangen.

 

De belangrijkste wijzigingen als gevolg van de omgevingswet en de WKB zijn de “milieuleges” en de “knip tussen de ruimtelijke en bouwtechnische toets”. Deze worden hieronder nader toegelicht.

 

Milieuleges

Met de komst van de Omgevingswet wordt het mogelijk leges te heffen voor wat nu nog milieuvergunningen heet. Het heffen van leges past binnen het uitgangspunt dat degene die profijt heeft van de vergunning ook de kosten daarvan draagt.

 

Onder de Omgevingswet is niet “de inrichting” vergunningplichtig, maar de “milieubelastende activiteit” (verder: MBA) die wordt uitgevoerd. Een bedrijf kan meerdere MBA’s hebben die vergunningplichtig zijn. Over deze MBA’s kan met de komst van de Omgevingswet leges worden geheven.

 

Argumenten voor de invoering van de leges voor MBA’s zijn:

  • de vervuiler danwel degene die profijt heeft van de vergunning betaalt;

  • de ondernemer gaat verantwoordelijker om met zijn aanvraag;

  • provincies gaan wel leges heffen en ook de regiogemeenten zijn voornemens om legesheffing hiervoor in te voeren;

  • je betaalt voor een dienst die wordt geleverd door de gemeente (de compensatie die we als gemeente kregen bij de eerdere afschaffing van de milieuleges ontvingen we tot 2003);

Tegenargumenten zijn er ook in de vorm van meer administratieve lastendruk en het behoud gunstig vestigingsklimaat voor ondernemers. De administratieve lastendruk is echter met de gekozen variant zeer beperkt. Het vestigingsklimaat verandert niet of nauwelijks aangezien naar verwachting alle regiogemeentes leges gaan heffen voor MBA’s.

De opgesomde tegenargumenten gelden ook bij het heffen van leges voor het bouwen van bijvoorbeeld een woning of bedrijfspand maar desondanks worden die leges geheven. Als er geen leges geheven worden, betaalt de maatschappij in z’n geheel de kosten. Gelet hierop is het uitgangspunt tot invoering van leges voor milieubelastende activiteiten legitiem.

 

Milieuvergunningen worden nu verleend aan bedrijven (inrichtingen) die vergunningplichtige activiteiten uitvoeren. De meeste bedrijven vallen tegenwoordig overigens onder de werking van het activiteitenbesluit (straks: Besluit activiteiten leefomgeving, Bal) en hebben hiervoor geen vergunning nodig. Dan wordt volstaan met een melding. De melding is legesvrij.

Onder de Omgevingswet gaat nog meer reguliere bedrijvigheid onder het Bal vallen en worden wat meer agrarische bedrijven vergunningplichtig. De agrarische sector wordt in het kader van milieuactiviteiten wat meer gelijkgeschakeld met de reguliere bedrijvigheid.

 

Hoogte bedrag

De hoogte van de leges wordt gebaseerd op het gemiddelde van de uren die de Omgevingsdienst maakte per vergunning/product in de kalenderjaren 2017 - 2020. Deze jaren worden als basis genomen omdat de jaren 2021-2022 niet representatief zijn omdat dit coronajaren zijn.

 

Daarmee komen we op de volgende tarieven (bij een uurtarief van € 95) voor de legesverordening:

 

Product/vergunning

Gemiddeld aantal uren

Voorstel tarief

Omgevingsplanactiviteit milieubelastende activiteit

52

€ 4.940

Omgevingsplanactiviteit milieubelastende activiteit (voormalige “lightvergunning”, OBM)

26

€ 2.470

Maatwerkvoorschrift bij milieubelastende activiteit

9

€ 855

 

In de ambtelijk adviezen aan de gemeenteraden van de overige gemeenten die zijn aangesloten bij Omgevingsdienst De Vallei( OdDV) worden tarieven van een zelfde orde van grootte benoemd.

Als we uitgaan van bovenstaande tarieven is de verwachte opbrengst milieuleges 2024 een bedrag van € 200.000

 

In de komende twee jaar worden de uren/kosten gemonitord en om inzicht te krijgen in de MBA’s per bedrijfscategorie per aanvraag zodat er voor de tarieven van de volgende jaren een beter beeld is van de daadwerkelijke kosten.

 

Knipruimtelijkeen bouwtechnischetoets

De Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) treedt in principe tegelijkertijd met de Omgevingswet in werking. Deze Wet regelt de invoering van een nieuw stelsel van kwaliteitsborging voor het bouwen. De Wkb gaat in eerste instantie gelden voor bouwwerken die vallen onder gevolgklasse 1 (bijvoorbeeld grondgebonden eengezinswoningen en woonboten, vakantiewoningen, bedrijfspanden van maximaal 2 bouwlagen, inclusief nevenfuncties (kleine kantoor/kantine), fiets- en voetgangersbruggen.) De bouwtechnische toets voor deze gevolgklasse wordt niet meer door de gemeente/OdDV uitgevoerd maar door een particuliere kwaliteitsborger (dit is de zogenoemde knip). Voor bouwwerken in gevolgklasse 1 is dan alleen nog het tarief voor de ruimtelijke toets van toepassing. Bij de leges voor omgevingsvergunningen is daarom een splitsing aangebracht in kosten voor de vergunning van de bouwtechnische toets en kosten voor de vergunning m.b.t. een ruimtelijke toets (toets aan bestemmingsplan). Voor de bouwsomcategorieën is aangesloten bij de VNG-indeling.

 

Bij het bepalen van de verschillende tarieven voor de ruimtelijke toets en de technische toets is gebruik gemaakt van de door de OdDV aangereikte verwachte daling in kosten (uren) in geval de technische toets niet meer door de OdDV wordt uitgevoerd.

 

De leges voor de technische toets en de ruimtelijke toets worden gebaseerd op de bouwsommen zoals nu ook het geval is. Hiermee blijft de kruissubsidiering (de grotere plannen betalen mede voor de kleine plannen) van kracht en wordt het tarief voor de kleinere plannen niet te hoog.

De grootste tariefverschillen ten opzichte van de oude staffels ontstaan (bij technische toets plus ruimtelijke toets) in de categorie € 200.000 tot € 2.500.000. (Van tot 3,7% goedkoper bij bedragen tot € 1.100.000, naar tot 3,9% duurder bij bedragen vanaf € 1.200.000) Het totaal aan opbrengsten in deze groep is rekenkundig grofweg gelijk.

 

De nieuwe tarieventabel (op basis van categorie/staffel) is opgesteld in nauwe samenwerking met de regiogemeenten en de OdDV.

 

 

Toelichting Leges Kabels en Leidingen  

 

Er zijn per 2024 wijzigingen en nieuwe tarieven kabels en leidingen in de legesverordening.

De tarieven zijn gebaseerd op de uit te voeren diensten voor de instemmingsaanvragen voor kabels en leidingen.

De grootste wijziging ten opzichte van voorgaande jaren is dat de diensten/leges nu verder gedifferentieerd zijn naar grootte van de instemmingsaanvragen.

De onderbouwing van de tarieven zijn op basis van nacalculatie en met de huidige uurtarieven per afdeling uitgewerkt en onderbouwd.

 

Veranderingen in de tarievenvoor Kabels enLeidingen:

De tarieven wijzigen voor 2024 ten opzichte van voorgaande jaren. Omdat de complexiteit groter wordt mede door de stijging van het aantal aanvragen voor instemmingsbesluiten.

Voor de gemeente als beheerder van de openbare ruimte, bovengronds en ondergronds, vraagt dit veel meer coördinatie voor meer regie in de ondergrond.

Per gevraagde dienst is een begroting gemaakt voor een correcte afhandeling en kwaliteitsbewaking op basis van nacalculatie.

 

Wijzigingenenkostendekkendheid van de leges 2024:

Op basis van nacalculatie is een nieuwe onderbouwing van leges begroot.

  • De leges voor de meest voorkomende instemmingsaanvragen, lees tracé-lengtes van 6 tot 200 meter zijn licht gestegen met 5,5%. Let op hier is de indexatie van de afdelingstarieven voor 2024 al in meegenomen! Gesteld kan worden dat hier geen sprake is van een stijging.

  • De instemmingsaanvragen met een tracé-lengte tot 5000 meter zijn gedaald. Dit komt omdat de leges niet meer vermeerderd worden met een bedrag per strekkende meter. Hierdoor wordt voorkomen dat onevenredig veel aan leges wordt berekend op de aangevraagde werkzaamheden. Bij een tracé-lengte van 350 meter is sprake van een daling van 6%.

  • Voor instemmingsaanvragen met een tracé-lengte van 5000 meter en meer is er een daling van de legeskosten. Met name door het lagere bedrag dat per strekkende meter wordt bepaald. Zo wordt ook bij instemmingsaanvragen van deze omvang voorkomen dat er onevenredig veel aan leges in rekening wordt gebracht.

  • Om onze dienstverlening kostendekkend te maken is voor de meldingen voor graafwerkzaamheden tot 6 m2 een prijsstijging van 215% opgenomen. Voor het in behandeling nemen, inventarisatie, coördineren, kwaliteitstoezicht houden en afhandeling is het huidige tarief van € 58,45 niet voldoende.

Complexiteit:

Het aantal aanvragen voor instemmingsbesluiten neemt toe. De toename is het gevolg van;

  • -

    energietransitie (denk aan: verzwaring/uitbreiding elektriciteitsnet, cabblepulling zonne- en windenergie, extra plaatsingen van verdeelruimtes, laadpalen, e.d.)

  • -

    grootschaligere aanleg van nieuwe datanetwerken (glasvezel)

  • -

    bedrijfszekerheid en het vergroten van het waterleidingnet (uitbreiding, maar ook meer geprogrammeerde vervangingen)

  • -

    aanleg stadsverwarming

  • -

    meer particuliere initiatieven in de openbare ruimte.

Regie in de ondergrond betreft niet alleen kabels en leidingen van netbeheerders, maar ook de afstemming met gemeentelijke projecten.

Denk hierbij aan;

  • -

    klimaatadaptatie/hittestress (infiltratie hemelwater, groeiplaatsen van bomen)

  • -

    bodemverontreinigingen

  • -

    archeologisch interessante locaties

  • -

    verdachte locaties voor opsporing ontplofbare oorlogsresten (OOO)

Er wordt altijd een integrale aanpak nagestreefd om ‘werk met werk’ te kunnen maken.

De Kaart Integrale Programmering (KIP) is het instrument om gemeentelijke werkzaamheden in de openbare ruimte zo goed als mogelijk op elkaar af te stemmen. Externe netbeheerders haken hierbij aan.