Organisatie | Bergen (L) |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Bergen (L) |
Citeertitel | Verordening Gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Bergen (L) |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening Fysieke Leefomgeving 2022.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2024 | nieuwe regeling | 16-10-2023 |
Artikel 3 Taak en werkzaamheden
De commissie heeft als taak de raad en het college te adviseren bij de uitoefening van hun taken en bevoegdheden op grond van de wet met het oog op het bereiken en in stand houden van een goede omgevingskwaliteit en al hetgeen daarmee verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn. Onderdeel hiervan is het geven van voorlichting over de doelstelling van een goede omgevingskwaliteit en over de werkzaamheden van de commissie. Hiermee vervult de commissie haar taak met inachtneming van de maatschappelijke doelen, als bedoeld in artikel 1.3 van de Omgevingswet.
Ter uitvoering van haar taak wordt de commissie in ieder geval belast met de advisering:
over het geven van beschikkingen op grond van regels in verordeningen op grond van artikel 149 van de Gemeentewet die een eis ten aanzien van de omgevingskwaliteit bevatten. Dit kunnen regels zijn over bijvoorbeeld reclame in de openbare ruimte, voorwerpen op of aan de weg, standplaatsvergunning, exploitatievergunning horecabedrijven en ligplaatsvergunning.
De raad kan werkzaamheden als bedoeld in het tweede lid aanwijzen die door de dorpsbouwmeester worden uitgevoerd. De dorpsbouwmeester werkt samen met en onder de verantwoordelijkheid van de commissie. Dit lid is niet van toepassing op de advisering als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder a, onderdelen i en ii en onder b.
In gevallen waarin in redelijkheid geen twijfel kan bestaan over de toepassing van de criteria, bedoeld in het eerste lid, kan de commissie haar activiteiten onder haar verantwoordelijkheid overlaten aan de dorpsbouwmeester of aan één of meer door de commissie aangewezen leden. In geval van twijfel, kan het initiatief alsnog aan de commissie worden voorgelegd.
Artikel 7 Verwerking van het advies
Het college kan eenmaal per activiteit een second opinion inwinnen bij een gemeentelijke adviescommissie van een andere gemeente. Een second opinion wordt pas gevraagd nadat de commissie de mogelijkheid tot heroverweging van het advies heeft gekregen. Zij stellen de commissie van het voornemen tot het plaatsen van die opdracht op de hoogte. De commissie neemt een second opinion voor kennisgeving aan.
De leden van de commissie ontvangen voor hun werkzaamheden een vergoeding op grond van de tarieven zoals jaarlijks afgesproken met Dorp, Stad en Land.
In alle gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, alsmede bij gerezen geschillen, beslist het college, na de commissie te hebben gehoord.
Artikel 11 Vervallen [en intrekking] oude regeling
De regels met betrekking tot de commissie uit de Verordening Fysieke Leefomgeving 2022 zijn vervallen bij inwerkintreding van deze verordening.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 16 oktober 2023.
Bergen (L), 16 oktober 2023
I.C. van ’t Hof
De griffier
M.H.E. Pelzer
De voorzitter
TOELICHTING VERORDENING GEMEENTELIJKE ADVIESCOMMISSIE OMGEVINGSKWALITEIT BERGEN (L) 2023
De Omgevingswet biedt de gemeente meer afwegingsruimte om een goede omgevingskwaliteit te bereiken. Daarbij gaat het om het belang van aspecten als cultureel erfgoed, architectonische kwaliteit van bouwwerken, stedenbouwkundige kwaliteit en de kwaliteit van natuur en landschap. Bij de afweging van deze belangen is de advisering door deskundigen nodig. Daarvoor dient deze verordening. In deze verordening is vastgelegd wat de taken en bevoegdheden zijn van de Gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit. Deze commissie vervangt de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit (gecombineerde welstands- en monumentencommissie).
De Omgevingswet verplicht alleen tot inschakeling van een commissie die adviseert over aanvragen om een omgevingsvergunning voor een rijksmonumentenactiviteit. De gemeenteraad heeft ervoor gekozen om gebruik te maken van advisering door onafhankelijke deskundigen bij de vergunningverlening over gemeentelijk erfgoed en over de architectonische kwaliteit van bouwwerken, de stedenbouwkundige kwaliteit en de kwaliteit van natuur en landschap (gezamenlijk de omgevingskwaliteit).
Als het gaat over gemeentelijk erfgoed, heeft de gemeenteraad de inschakeling van deskundigen al vastgelegd in de Verordening Fysieke Leefomgeving Bergen (L) 2022 (VFL). Over de architectonische kwaliteit van bouwwerken en de stedenbouwkundige kwaliteit is de deskundigenadvisering bepaald in de Welstandsnota en in bij bestemmingsplannen en/of omgevingsplan vastgestelde beeldkwaliteitsplannen.
Deze regels, met behulp waarvan de fysieke leefomgeving en de kwaliteit ervan wordt vormgegeven, gaan over naar het tijdelijk deel van het omgevingsplan. Op grond hiervan wordt tot nu toe gewerkt met open normen, om ruimte te laten voor ontwikkelingen, maar ook met meer gedetailleerde normen op grond waarvan bepaalde ongewenste ontwikkelingen kunnen worden tegengegaan. Hoe deze normen en regels concreet kunnen worden toegepast of nader moeten worden ingevuld, blijkt eerst pas als zich ontwikkelingen aandienen en aanvragen om omgevingsvergunning worden ingediend. Daarbij kan de advisering door deskundigen niet worden gemist.
Bij de toekomstige vaststelling van delen van het omgevingsplan maakt de gemeenteraad keuzes over de omgevingskwaliteit en de normen die daarvoor gelden, en als gevolg daarvan ook over de verdere inzet van de deskundigenadvisering. Deze keuzevrijheid van de gemeenteraad om al dan niet gebruik te maken van de advisering door deskundigen is dus afhankelijk van wat de raad uiteindelijk zelf in het omgevingsplan bepaalt. De voorliggende verordening voorziet daarbij in een kader.
De artikelen van deze verordening kunnen eenvoudig worden vormgegeven omdat de Omgevingswet al veel regelt. In paragraaf 17.2.2 Omgevingswet over verplichte gemeentelijke adviesorganen staat het volgende:
Artikel 17.9 (gemeentelijke adviescommissie)
De gemeenteraad stelt een commissie in die in ieder geval tot taak heeft te adviseren over de aanvragen om een omgevingsvergunning voor een rijksmonumentenactiviteit, voor zover het andere dan archeologische monumenten betreft. Binnen deze commissie zijn enkele leden deskundig op het gebied van de monumentenzorg, die in ieder geval worden betrokken bij de advisering over een rijksmonumentenactiviteit.
De door de commissie gehouden vergaderingen zijn openbaar. Een vergadering of een gedeelte daarvan is niet openbaar in gevallen als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Wet openbaarheid van bestuur en in gevallen waarin het belang van openbaarheid niet opweegt tegen de in artikel 10, tweede lid, van die wet genoemde belangen.
Deze verordening regelt bovenstaande.
"Een goede omgevingskwaliteit" is naast veiligheid en gezondheid opgenomen in de maatschappelijke doelstelling van de wet (artikel 1.3 van de wet). Dit geeft aan dat aspecten als cultureel erfgoed, architectonische kwaliteit van bouwwerken, stedenbouwkundige kwaliteit en kwaliteit van natuur en landschap belangrijk zijn. Het gaat daarbij zowel om de menselijke beleving van de fysieke leefomgeving als om de waarden die de maatschappij toekent aan de identiteit van gebieden (Kamerstukken II 2013-2014, 33962, nr. 3).
De gemeente heeft de plicht de zorg voor de omgevingskwaliteit zelf in te vullen, inclusief het adviesstelsel op het gebied van de omgevingskwaliteit. Burgers kunnen, wanneer geen concrete gedragsbepalingen voorhanden zijn of deze niet toereikend blijken, ten aanzien van de het doel van een goede omgevingskwaliteit een beroep doen op de algemene zorgplicht.
In dit artikel wordt de Stichting Dorp, Stad & Land benoemd als commissie. Deze Stichting wordt in stand gehouden door een Vereniging met gelijke naam, waarvan de gemeente Bergen (L) samen met 57 andere gemeenten lid zijn. De Vereniging zet zich in voor een duurzame leefomgeving door aandacht te schenken aan de ruimtelijke kwaliteit en zo te zorgen voor een goede omgevingskwaliteit. De Stichting is de 'werkorganisatie' die zorgdraagt voor kwalitatieve adviseurs die onafhankelijk van gemeenten hun professionele taken vervullen.
Met de benoeming van de Stichting tot commissie en de personen die zijn ingeschreven in het Register van Adviseurs Omgevingskwaliteit tot leden van de commissie voldoet de gemeenteraad aan de plicht die de Omgevingswet oplegt. Bij de verdere invulling van de samenstelling van de commissie is de Stichting gebonden aan wat bij of krachtens de Omgevingswet en de Verordening is bepaald. Voor de uitvoering hiervan heeft de Stichting een klein maar ingekaderd deel van de raadsbevoegdheid nodig, die op grond van artikel 83 en 156 van de Gemeentewet aan de Stichting wordt gedelegeerd, zoals uit de aanhef van de Verordening blijkt. Opgemerkt wordt dat de door de Stichting aan te wijzen commissie is aan te merken als een bestuursorgaan, conform de rechtspraak van de Raad van State, voor zover het gaat over beslissingen over de openbaarheid van vergaderen en van documenten.
Artikel 3 Taak en werkzaamheden
De Omgevingswet zegt in artikel 1.3 dat de wet met het oog op duurzame ontwikkeling, de bewoonbaarheid van het land en de bescherming en verbetering van het leefmilieu, is gericht op het in onderlinge samenhang:
Artikel 3 geeft invulling aan de wijze waarop de commissie haar taak kan verrichten m.b.t. bovenstaande omschrijving ten aanzien van bijvoorbeeld aanvragen om een omgevingsvergunning voor een rijksmonumentenactiviteit, gemeentelijke monument en omgevingsplanactiviteiten die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving.
Tevens is in dit artikel vastgelegd dat de gemeente gebruik maakt van de diensten van een dorpsbouwmeester die lid is van de commissie.
Volgens dit artikel worden minimaal twee adviseurs aangewezen die samen de commissie vormen. Dit aantal is vereist voor de advisering over aanvragen om een omgevingsvergunning voor een rijksmonumentenactiviteit, wat een specifieke deskundigheid op het gebied van cultureel erfgoed vraagt. Er zijn erfgoeddeskundigen die ook op andere terreinen deskundig zijn, terwijl het omgekeerde niet altijd het geval is. Hierbij is ook van belang dat deze specifieke deskundigheid alleen nodig is als het gaat om activiteiten aan rijksmonumenten, wat niet zo vaak het geval is. Dit artikel biedt de benodigde armslag om doelmatig met de bemensing van de commissie om te gaan. Dat is nodig als gelet wordt op de aard van de gevraagde adviezen en op de beschikbaarheid van adviseurs.
Tevens is in dit artikel (lid 5) vastgelegd dat de commissie en de dorpsbouwmeester worden ondersteund door een ambtelijke medewerker. Diens taak blijft beperkt tot het samenroepen van de vergadering en de uitwisseling van stukken. De inhoudelijke advisering blijft uiteraard een taak van de commissie zelf.
Dit artikel biedt in lid 3 de commissie de mogelijkheid om iedereen om medewerking te vragen die nodig is voor de uitoefening van haar werkzaamheden. Dat kan de medewerking van ambtenaren betreffen, maar het kan ook gaan om de inschakeling van deskundigen op het gebied van water, bodem, lucht of natuur, welke aspecten deel uitmaken van de fysieke leefomgeving.
In lid 4 wordt het reglement van orde voor de werkzaamheden van de commissie geïntroduceerd. Het reglement is opgesteld en als bijlage toegevoegd aan de Verordening Gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Bergen (L) 2022. In het reglement worden nadere regels gegeven over de werkwijze die de commissie hanteert bij diverse onderwerpen.
Reglement van Orde op de Gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Bergen (L)
Paragraaf 1. Algemene bepalingen
Artikel 1 Instelling van de commissie
De commissie heeft als taak de raad en het college te adviseren bij de uitoefening van hun taken en bevoegdheden op grond van de wet met het oog op het bereiken en in stand houden van een goede omgevingskwaliteit en al hetgeen daarmee verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn. Hiermee vervult de commissie haar taak met inachtneming van de maatschappelijke doelen, als bedoeld in artikel 1.3 van de Omgevingswet.
Artikel 3 Werkwijze bij de advisering
De commissie kan zich hierbij naar eigen inzicht laten bijstaan door extra adviseurs. Dit betreft o.a. disciplines als cultuur- en bouwhistorie, landschapsarchitectuur, landgoederen of beeldende kunst. Afhankelijk van het initiatief of de aanvraag die moet worden beoordeeld, nemen de extra adviseurs deel aan de vergadering. Hun deskundigheid wordt gehoord en gewaardeerd maar zij hebben geen stemrecht, tenzij ze als commissielid zijn benoemd door de gemeenteraad.
Artikel 4 Werkwijze bij het op verzoek van het college voeren van vooroverleg met planindieners bij een initiatief of een in te dienen aanvraag omgevingsvergunning
De commissie voert, onder regie van de gemeente en op verzoek van de commissie, de gemeente of een initiatiefnemer, noodzakelijk geacht vooroverleg met betrokkenen bij de voorbereiding van een initiatief of een aanvraag omgevingsvergunning. De commissie regelt zelf haar wijze van werken bij het voeren van vooroverleg, zulks met inachtneming van de bepalingen genoemd in de verordening en in het reglement.
Artikel 5 Wijze waarop de agenda openbaar wordt gemaakt en belanghebbenden worden uitgenodigd
De vergaderingen waarin een of meer adviezen over aanvragen om omgevingsvergunning door of namens de commissie worden vastgesteld zijn openbaar. De openbaarheid geldt niet voor informeel vooroverleg of bij de beleidsgerichte, opgavegerichte of ontwerpgerichte advisering. Zowel initiatiefnemers, ontwerpers en belanghebbenden worden in de gelegenheid gesteld om de behandeling van een initiatief of aanvraag bij te wonen. Wanneer zij bij de behandeling aanwezig willen zijn kunnen ze dit aangeven bij de aanvraag of rechtstreeks bij de behandelende afdeling van de gemeente. De gemeente zorgt voor een uitnodiging. Indien het een digitale vergadering betreft zorgt de gemeente voor een link naar de vergadering.
Artikel 6 Het vereiste quorum voor een besluitvormende vergadering, de vergaderorde en orde van de beraadslaging
Voor een besluitvormende vergadering over rijksmonumentactiviteiten of eventuele verzoeken over advisering met betrekking tot het aanwijzen van gemeentelijk cultureel erfgoed worden geen besluiten genomen indien er niet minimaal twee commissieleden met monumentendeskundigheid in de vergadering aanwezig zijn.
De aanvrager van de omgevingsvergunning of zijn/haar gemachtigde hebben spreekrecht en de mogelijkheid tot toelichting van de aanvraag ten overstaan van de commissie. Belangstellenden hebben geen spreekrecht maar de voorzitter of de dorpsbouwmeester of het aangewezen lid of de aangewezen leden of de subcommissie kunnen hen wel gelegenheid geven tot een korte toelichting.
Commissieleden, hun eventuele plaatsvervangers of extra adviseurs nemen niet deel aan de beraadslaging en de vaststelling van een advies waarbij zij direct of zijdelings betrokken zijn of zijn geweest uit andere hoofde dan het commissielidmaatschap. Zij zijn tijdens de behandeling van en de besluitvorming over het advies niet in de vergadering aanwezig.
Artikel 7 Notulering, dossiervorming en openbaarheid adviezen
Wanneer de commissie een advies uitbrengt is dat helder en beargumenteerd. Negatieve adviezen worden gemotiveerd o.a. met een verwijzing naar het van toepassing zijnde gemeentelijke beleid. Positieve adviezen worden alleen gemotiveerd als wordt afgeweken van het van toepassing zijnde gemeentelijke beleid of als daar specifiek om wordt verzocht.
Artikel 8 Afdoening onder verantwoordelijkheid van de commissie door lid, leden of subcommissie
Artikel 9 Selectie en voordracht van leden
Paragraaf 3. Inwerkingtreding en citeertitel
Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel
Vastgesteld als bijlage bij de Verordening Gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Bergen (L) 2023 in de raadsvergadering van 16 oktober 2023.