Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Den Helder

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Den Helder, houdende regels over de heffing en invordering van rioolrechten en waterheffing (Rioolrechtverordening Den Helder 2024)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDen Helder
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van de gemeenteraad van de gemeente Den Helder, houdende regels over de heffing en invordering van rioolrechten en waterheffing (Rioolrechtverordening Den Helder 2024)
CiteertitelRioolrechtverordening Den Helder 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening rioolheffing Den Helder 2023.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 228a van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-11-2023nieuwe regeling

01-11-2023

gmb-2023-492421

2023-029535

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Den Helder, houdende regels over de heffing en invordering van rioolrechten en waterheffing (Rioolrechtverordening Den Helder 2024)

 

 

 

De raad van de gemeente Den Helder;

 

 

gelezen het raadsvoorstel 2023-029535 van het college van burgemeester en wethouders van 12 september 2023;

 

 

gelet op artikel 228a van de Gemeentewet;

 

 

kennis genomen hebbende van de voorbereidende commissievergadering Bestuur en Middelen op

11 oktober 2023;

 

 

besluit:

 

 

de volgende verordening vast te stellen.

 

 

Rioolrechtverordening Den Helder 2024

 

 

 

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente;

  • b.

    water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater, grondwater of oppervlaktewater;

  • c.

    verbruiksperiode: de periode waarop de afrekening van het waterbedrijf betrekking heeft.

 

Artikel 2 Aard van de belasting

Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor

de gemeente verbonden zijn aan:

  • a.

    de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater; en

  • b.

    de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.

 

Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1.

    De belasting wordt geheven van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering.

  • 2.

    Met betrekking tot de heffing als bedoeld in het eerste lid wordt, ingeval het perceel een onroerende zaak is, als genot hebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

 

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven van een perceel dat uitsluitend bestaat uit:

  • a.

    openbare land- en waterwegen en banen voor openbaar vervoer per rail, een en ander met inbegrip van kunstwerken;

  • b.

    waterverdedigings- en waterbeheersingswerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen;

  • c.

    werken die zijn bestemd voor de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen.

 

Artikel 5 Voorwerp van de belasting

  • 1.

    Voorwerp van de belasting is een perceel.

  • 2.

    Als perceel wordt aangemerkt:

    • a.

      de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III Wet waardering onroerende zaken;

    • b.

      de roerende zaak, welke duurzaam aan een plaats gebonden is;

      een gedeelte van een in onderdeel b bedoelde roerende zaak dat blijkens zijn indeling is bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;

    • c.

      een samenstel van twee of meer in onderdeel b bedoelde roerende zaken of in onderdeel c bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde persoon in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren;

    • d.

      een samenstel van twee of meer in onderdeel b bedoelde roerende zaken of in onderdeel c bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde persoon in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren;

    • e.

      het binnen de gemeente gelegen deel van de in onderdeel b bedoelde roerende zaak, van een in onderdeel c bedoeld gedeelte daarvan of van een in onderdeel d bedoeld samenstel.

 

Artikel 6 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar een vast bedrag per perceel.

 

 

Artikel 7 Belastingtarieven

De belasting bedraagt per perceel: € 135,85.

 

 

Artikel 8 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

 

 

Artikel 9 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

 

Artikel 10 Ontstaan van de belastingschuld

De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar.

 

Artikel 11 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet één aanslag bevat, het bedrag daarvan meer is dan € 100,00 en minder is dan € 5.000,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, moeten de aanslagen worden betaald in 9 gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen steeds één maand later.

  • 3.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de voorgaande leden gestelde termijnen.

 

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening rioolheffing Den Helder 2023" van 2 november 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als "Rioolrechtverordening Den Helder 2024".

Aldus besloten in de raadsvergadering van 1 november 2023.

voorzitter

J.A. (Jan) de Boer MSc.

griffier

mr. drs. M. (Menno) Huisman