Organisatie | Heemskerk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Eenmalige energietoeslag gemeente Heemskerk 2023 |
Citeertitel | Beleidsregels Eenmalige energietoeslag gemeente Heemskerk 2023 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze beleidsregels vervallen op 1 september 2024.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-11-2023 | nieuwe regeling | 14-11-2023 | D/2023/581105 |
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
referteperiode: de volledige kalendermaand voorafgaand aan de datum aanvraag. Voor huishoudens met een eigen onderneming geldt dat deze hun inkomsten in eerste instantie aannemelijk kunnen maken op basis van de aangifte omzetbelasting van de drie maanden, dan wel het kwartaal, voorafgaand aan de peildatum. Het college controleert het recht achteraf aan de hand van de aangifte inkomstenbelasting 2023 en kan eventueel ten onrechte toegekende toeslag terugvorderen. Bij wisselende inkomsten wordt voor de bepaling van het inkomen uitgegaan van het gemiddelde inkomen over de referteperiode en de 3 daaraan voorafgaande kalendermaanden.
Huishoudens die niet in aanmerking komen voor een ambtshalve toekenning van de energietoeslag 2023 kunnen vanaf 1 januari 2024 een aanvraag indienen met gebruikmaking van het digitale aanvraagformulier Eenmalige energietoeslag via de website www.heemskerk.nl.
Het college van burgemeester en wethouders,
Aldus vastgesteld in de B&W vergadering van 14 november 2023
burgemeester en wethouders van Heemskerk,
de secretaris,
de burgemeester,
De beleidsregel eenmalige energietoeslag 2023 staat niet op zichzelf, maar is gebaseerd op artikel 35 van de Participatiewet. Dit betekent dat wie niet aan de voorwaarden van de wet voldoet, bijvoorbeeld omdat die persoon op de peildatum geen rechthebbende is of omdat een uitsluitingsgrond geldt, geen aanspraak kan maken op de energietoeslag. Soms kan dat een hardheid inhouden. Daar voorziet artikel 4:84 Algemene wet bestuursrecht (Awb) in.
In artikel 2 wordt de doelgroep nader omschreven. Met vermogen wordt geen rekening gehouden. Voor het begrip ‘inkomen’ is aansluiting gezocht bij het beleid dat daarvoor al in de gemeente geldt in de eigen beleidsregels minimaregelingen en bijzondere bijstand gemeente Heemskerk 2021. Daar voorziet artikel 1 in.
In artikel 2 lid 4 worden categorieën benoemd, die niet tot het huishouden behoren. Dit vereenvoudigt het proces om de generieke regeling te beoordelen. Echter, conform de landelijke richtlijnen van het ministerie kunnen zij gelet op hun individuele situatie wél in aanmerking komen voor de energietoeslag of de individuele bijzondere bijstand. Indien onder artikel 2 lid 4 genoemde doelgroep zelfstandig wonen en geconfronteerd worden met de kosten voor energie, kunnen zij op grond van artikel 4:84 Awb in aanmerking komen voor de energietoeslag of de individuele bijzondere bijstand.
In artikel 3 van deze beleidsregels wordt invulling gegeven wanneer een kostendeler recht heeft op de energietoeslag. De kostendeler die een energiecontract op naam heeft staan, komt het recht op de toeslag toe, mits er aan de overige voorwaarden worden voldaan.
Artikel 4 lid 1 onder e vermeldt een schuldhulptraject. Onder schuldhulptraject wordt verstaan de inwoners die door een MSNP traject (Minnelijke schuldsanering natuurlijke personen) een besteedbaar inkomen hebben niet hoger dan 120% van de toepasselijke bijstandsnorm of geldende AOW-norm.
In geval van beslag op het inkomen wordt in de draagkrachtberekening geen rekening gehouden met het gedeelte van het inkomen waar beslag op ligt:
Als de inwoner is toegelaten tot de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp) wordt in de draagkrachtberekening geen rekening gehouden met het gedeelte van het inkomen dat wordt ingehouden ten behoeve van de schuldeisers. Over dit inkomen heeft belanghebbende immers geen feitelijke beschikking;
Er zijn situaties denkbaar waarbij de aanvrager op de peildatum weliswaar niet voldeed aan de voorwaarden voor de energietoeslag, maar de (enige) uitsluitingsgrond slechts van korte duur was. De gemeente kan overwegen om in dergelijke situaties een toets op hardheid van de voorgenomen afwijzing uit te voeren (zie artikel 4:84 Awb). De hardheidsclausule artikel 16 van de Participatiewet voorziet hier niet in.
Voor zelfstandig ondernemers die al dan niet een uitkering voor levensonderhoud op grond van het Bbz 2004 ontvangen geldt dat het definitieve (jaar)inkomen pas na afloop van het boekjaar kan worden vastgesteld. Of de ondernemer een inkomen heeft onder de voor de energietoeslag geldende inkomensgrens, kan daarom alleen achteraf worden vastgesteld. Aan de ondernemer met een uitkering levensonderhoud wordt de energietoeslag ambtshalve toegekend.
Voor huishoudens met een eigen onderneming geldt dat zij hun inkomsten aannemelijk maken op basis van de aangifte omzetbelasting van de drie maanden, dan wel het kwartaal, voorafgaand aan de peildatum. Na afloop van het boekjaar kan worden getoetst of er daadwerkelijk recht bestond op de eenmalige energietoeslag en kan eventueel ten onrechte toegekende toeslag worden teruggevorderd.