Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Heemskerk

Beleidsregels Eenmalige energietoeslag gemeente Heemskerk 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHeemskerk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels Eenmalige energietoeslag gemeente Heemskerk 2023
CiteertitelBeleidsregels Eenmalige energietoeslag gemeente Heemskerk 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze beleidsregels vervallen op 1 september 2024.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 35 van de Participatiewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-11-2023nieuwe regeling

14-11-2023

gmb-2023-492235

D/2023/581105

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels Eenmalige energietoeslag gemeente Heemskerk 2023

Geregistreerd onder nummer D/2023/581105

Wettelijke grondslag:

Artikel 4:3 Awb en artikel 35 PW

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heemskerk

 

gelet op:

  • titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • artikel 35 van de Participatiewet;

overwegende dat:

  • het college het wenselijk vindt om aan te geven in welke situaties en onder welke voorwaarden huishoudens in aanmerking kunnen komen voor een eenmalige energietoeslag 2023;

  • het daarom wenselijk is voor dit doel aanvullende beleidsregels vast te stellen op de Beleidsregels minimaregelingen en bijzondere bijstand gemeente Heemskerk 2021.

besluit vast te stellen de beleidsregels Eenmalige energietoeslag gemeente Heemskerk 2023.

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Participatiewet;

  • b.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heemskerk;

  • c.

    inkomen: totaal van het inkomen, bedoeld in artikel 11 van de Beleidsregels minimaregelingen en bijzondere bijstand gemeente Heemskerk 2021. Voor zelfstandige ondernemers is bij het inkomen uit onderneming artikel 6 van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004) van toepassing;

  • d.

    energietoeslag: de eenmalige energietoeslag, zoals bedoeld in artikel 35, lid 4 van de wet;

    energielasten: kosten van energie voor een huishouden (aanvrager ontvangt de energienota);

  • e.

    huishouden: de alleenstaande, alleenstaande ouder of het gezin, zoals bedoeld in artikel 4, lid 1 onderdeel a, b, of c van de wet;

  • f.

    bijstandsnorm: de toepasselijke bijstandsnorm als bedoeld in artikel 5 onderdeel c van de wet (waarbij de kostendelersnorm als bedoeld in artikel 22a van de wet buiten beschouwing wordt gelaten);

  • g.

    peildatum ambtshalve toekenningen: 1 november 2023;

  • h.

    peildatum overige aanvragen: datum aanvraag;

  • i.

    referteperiode: de volledige kalendermaand voorafgaand aan de datum aanvraag. Voor huishoudens met een eigen onderneming geldt dat deze hun inkomsten in eerste instantie aannemelijk kunnen maken op basis van de aangifte omzetbelasting van de drie maanden, dan wel het kwartaal, voorafgaand aan de peildatum. Het college controleert het recht achteraf aan de hand van de aangifte inkomstenbelasting 2023 en kan eventueel ten onrechte toegekende toeslag terugvorderen. Bij wisselende inkomsten wordt voor de bepaling van het inkomen uitgegaan van het gemiddelde inkomen over de referteperiode en de 3 daaraan voorafgaande kalendermaanden.

Artikel 2 Doelgroep eenmalige energietoeslag 2023

  • 1.

    De eenmalige energietoeslag 2023 van € 800 is bedoeld voor een huishouden met een laag inkomen en wordt ambtshalve of op aanvraag als bijzondere bijstand verleend.

  • 2.

    Voor de toepassing van deze regeling wordt het vermogen niet in aanmerking genomen.

  • 3.

    Een huishouden (alleenstaande of gezin) heeft een laag inkomen als gedurende de referteperiode het in aanmerking te nemen inkomen niet hoger is dan 120% van de toepasselijke bijstandsnorm.

  • 4.

    Tot een huishouden wordt niet gerekend de persoon die op de peildatum:

    • a)

      in een inrichting verblijft als bedoeld in artikel 1 aanhef en onderdeel f van de wet, mits de inrichting voorziet in de energiekosten en deze energiekosten niet in rekening brengt bij de bewoners. In dat geval kan van de voorwaarde van een zelfstandige energieafsluiting worden afgeweken; of

    • b)

      dak- en thuislozen vanwege het ontbreken van energielasten; inclusief personen met een briefadres; of

    • c)

      jonger is dan 21 jaar; of

    • d)

      in aanmerking komt voor studiefinanciering op grond van artikel 3.1, eerste of tweede lid, van de Wet studiefinanciering 2000.

  • 5.

    Er wordt per huishouden éénmaal een eenmalige energietoeslag 2023 verstrekt.

Artikel 3 Kostendelers

Kostendelers komen in aanmerking voor de energietoeslag als:

  • a.

    Het in aanmerking te nemen inkomen niet hoger is dan 120% van de toepasselijke bijstandsnorm of geldende AOW-norm én

  • b.

    Op zijn woonadres een zelfstandige energieaansluiting is én

  • c.

    Het bijbehorend energiecontract op zijn/haar eigen naam of op naam van zijn/haar partner staat.

Artikel 4 Ambtshalve toekenning

  • 1.

    Huishoudens die voldoen aan de doelgroepomschrijving van artikel 2, en:

    • a.

      aan wie in 2022 of 2023 een energietoeslag 2022 is verstrekt; of

    • b.

      die een uitkering van de gemeente ontvangen; of

    • c.

      die algemene bijstand ontvangen van de Sociale Verzekeringsbank op grond van artikel 47a van de wet; of

    • d.

      een uitkering ontvangen op grond van de IOAW en IOAZ, Bbz 2004 en minimaregelingen of bijzondere bijstand hebben gekregen; of

    • e.

      die in een traject gemeentelijke schuldhulpverlening met inkomsten op het sociaal minimum.

    ontvangen de eenmalige energietoeslag 2023 ambtshalve uiterlijk op 31 maart 2024.

     

  • 2.

    Tot de groep genoemd in het eerste lid onderdeel a worden niet gerekend:

    • a.

      studenten die in aanmerking komen voor studiefinanciering als bedoeld in artikel 3.1, eerste of tweede lid, van de Wet studiefinanciering 2000;

    • b.

      jongeren van 18, 19 en 20 jaar.

Artikel 5 Aanvraag

  • 1.

    Huishoudens die niet in aanmerking komen voor een ambtshalve toekenning van de energietoeslag 2023 kunnen vanaf 1 januari 2024 een aanvraag indienen met gebruikmaking van het digitale aanvraagformulier Eenmalige energietoeslag via de website www.heemskerk.nl.

  • 2.

    Een aanvraag voor de eenmalige energietoeslag kan worden ingediend tot en met 30 juni 2024.

  • 3.

    Als een inwoner hulp nodig heeft bij het digitaal invullen van het aanvraagformulier, kan het Serviceplein van de gemeente hierbij helpen.

Artikel 6 Inwerkingtreding en duur beleidsregels

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag na datum bekendmaking.

  • 2.

    Deze beleidsregels vervallen op 1 september 2024.

  • 3.

    Deze beleidsregels blijven van kracht op voor de in lid 2 genoemde datum ingediende aanvragen/bezwaren tot het moment dat hierop een besluit is genomen.

Artikel 7 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als:

Beleidsregels Eenmalige energietoeslag gemeente Heemskerk 2023.

Het college van burgemeester en wethouders,

Aldus vastgesteld in de B&W vergadering van 14 november 2023

burgemeester en wethouders van Heemskerk,

de secretaris,

de burgemeester,

Toelichting

De beleidsregel eenmalige energietoeslag 2023 staat niet op zichzelf, maar is gebaseerd op artikel 35 van de Participatiewet. Dit betekent dat wie niet aan de voorwaarden van de wet voldoet, bijvoorbeeld omdat die persoon op de peildatum geen rechthebbende is of omdat een uitsluitingsgrond geldt, geen aanspraak kan maken op de energietoeslag. Soms kan dat een hardheid inhouden. Daar voorziet artikel 4:84 Algemene wet bestuursrecht (Awb) in.

 

In artikel 2 wordt de doelgroep nader omschreven. Met vermogen wordt geen rekening gehouden. Voor het begrip ‘inkomen’ is aansluiting gezocht bij het beleid dat daarvoor al in de gemeente geldt in de eigen beleidsregels minimaregelingen en bijzondere bijstand gemeente Heemskerk 2021. Daar voorziet artikel 1 in.

 

In artikel 2 lid 4 worden categorieën benoemd, die niet tot het huishouden behoren. Dit vereenvoudigt het proces om de generieke regeling te beoordelen. Echter, conform de landelijke richtlijnen van het ministerie kunnen zij gelet op hun individuele situatie wél in aanmerking komen voor de energietoeslag of de individuele bijzondere bijstand. Indien onder artikel 2 lid 4 genoemde doelgroep zelfstandig wonen en geconfronteerd worden met de kosten voor energie, kunnen zij op grond van artikel 4:84 Awb in aanmerking komen voor de energietoeslag of de individuele bijzondere bijstand.

 

In artikel 3 van deze beleidsregels wordt invulling gegeven wanneer een kostendeler recht heeft op de energietoeslag. De kostendeler die een energiecontract op naam heeft staan, komt het recht op de toeslag toe, mits er aan de overige voorwaarden worden voldaan.

Artikel 4 lid 1 onder e vermeldt een schuldhulptraject. Onder schuldhulptraject wordt verstaan de inwoners die door een MSNP traject (Minnelijke schuldsanering natuurlijke personen) een besteedbaar inkomen hebben niet hoger dan 120% van de toepasselijke bijstandsnorm of geldende AOW-norm.

 

In geval van beslag op het inkomen wordt in de draagkrachtberekening geen rekening gehouden met het gedeelte van het inkomen waar beslag op ligt:

  • Als de inwoner is toegelaten tot de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp) wordt in de draagkrachtberekening geen rekening gehouden met het gedeelte van het inkomen dat wordt ingehouden ten behoeve van de schuldeisers. Over dit inkomen heeft belanghebbende immers geen feitelijke beschikking;

  • Als de inwoner een minnelijk traject schuldhulpverlening volgt, dan wordt voor het vaststellen van de draagkracht aansluiting gezocht bij de bepaling van de draagkracht in de Wsnp. Men mag tijdens een minnelijk traject namelijk niet nadeliger uit zijn dan in een wettelijk traject.

Er zijn situaties denkbaar waarbij de aanvrager op de peildatum weliswaar niet voldeed aan de voorwaarden voor de energietoeslag, maar de (enige) uitsluitingsgrond slechts van korte duur was. De gemeente kan overwegen om in dergelijke situaties een toets op hardheid van de voorgenomen afwijzing uit te voeren (zie artikel 4:84 Awb). De hardheidsclausule artikel 16 van de Participatiewet voorziet hier niet in.

 

Voor zelfstandig ondernemers die al dan niet een uitkering voor levensonderhoud op grond van het Bbz 2004 ontvangen geldt dat het definitieve (jaar)inkomen pas na afloop van het boekjaar kan worden vastgesteld. Of de ondernemer een inkomen heeft onder de voor de energietoeslag geldende inkomensgrens, kan daarom alleen achteraf worden vastgesteld. Aan de ondernemer met een uitkering levensonderhoud wordt de energietoeslag ambtshalve toegekend.

 

Voor huishoudens met een eigen onderneming geldt dat zij hun inkomsten aannemelijk maken op basis van de aangifte omzetbelasting van de drie maanden, dan wel het kwartaal, voorafgaand aan de peildatum. Na afloop van het boekjaar kan worden getoetst of er daadwerkelijk recht bestond op de eenmalige energietoeslag en kan eventueel ten onrechte toegekende toeslag worden teruggevorderd.