Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oss

Verordening voor periodiek onderzoek door het college naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het door het college gevoerde bestuur van de gemeente Oss 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOss
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening voor periodiek onderzoek door het college naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het door het college gevoerde bestuur van de gemeente Oss 2011
CiteertitelVerordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid van de gemeente Oss 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikel 213a Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-01-201119-02-2015Onbekend

03-01-2011

Oss actueel 12-01-2011

2010-96

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening voor periodiek onderzoek door het college naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het door het college gevoerde bestuur van de gemeente Oss 2011

 

 

 

Gemeenteraad

 

 

 

 

 

 

Onderwerp:

 

Volgnummer

2010-96

Verordening artikel 213a Gemeentewet 2011

 

Dienst/afdeling

Raadsgriffie

De raad van de gemeente Oss;

gezien het voorstel van de Stuurgroep Oss-Lith d.d. 23 november 2010

gelet op artikel 213a van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening voor periodiek onderzoek door het college naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het door het college gevoerde bestuur van de gemeente Oss 2011

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.doelmatigheid

de mate waarin de gewenste prestaties en beoogde maatschappelijke effecten worden gerealiseerd met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen of waarbij met de beschikbare middelen zoveel mogelijk resultaat wordt bereikt.

b.doeltreffendheid

de mate waarin de gewenste prestaties en de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald.

c.programma’s en beleidsthema’s uit programmabegroting

de onderwerpen op basis waarvan het doelmatigheids- en doeltreffendheidonderzoek wordt uitgevoerd.

d.beleid

beleid is het totaalpakket aan maatregelen dat door de gemeente wordt genomen om een bepaald effect of prestatie te bereiken.

e.effect

het effect betreft de uitkomst van beleid.

Beleid wordt in het algemeen ingezet om bepaalde maatschappelijke ontwikkelingen te beïnvloeden. De uitkomst van maatschappelijke ontwikkelingen noemen we het maatschappelijk effect, kortweg: effect. Beoogde effecten betreffen de uitkomsten die het gemeentebestuur met haar beleid nastreeft.

f.prestatie

de prestatie betreft de opbrengst van beleid.

Beleid wordt vormgegeven door de inzet van middelen en activiteiten. De inzet daarvan leidt tot een bepaald beleidsresultaat ook wel opbrengst. Die opbrengst -dus niet de inzet zelf- noemen we prestatie. Gewenste prestaties betreffen de opbrengsten die het gemeentebestuur met haar beleid nastreeft.

g.speerpunten van beleid

de raad bepaalt wat prioriteit krijgt en wat niet. Er wordt daarom gesproken van de speerpunten van beleid. Het betreft de items (onderwerpen) waarop het beleid zich gaat of moet gaan richten.

h.ambities

ambities geven impliciet aan WAT het gemeentebestuur wil bereiken. Het beschrijft het uiteindelijke resultaat (effect) dat met beleidsbeïnvloeding wordt beoogd. Speerpunten en ambities betreffen meestal complexe maatschappelijke begrippen waarbij iedereen wel een bepaald gevoel heeft, maar die niet eenduidig en concreet meetbaar zijn. Omdat het doeltreffendheidonderzoek erop gericht is te controleren of deze ambities worden bereikt is het belangrijk om deze complexe begrippen eenduidig meetbaar te krijgen.

i.bestuurlijke doelen of doelstellingen

bestuurlijke doelen of doelstellingen zijn formuleringen waarin het gemeentebestuur expliciet aangeeft WAT men wil bereiken. De formulering wordt expliciet door het benoemen van specifieke indicatoren. Daarvoor moeten we het begrip zoals bedoeld vertalen (expliciet maken) in een begrip zoals gemeten.

j.indicator

een indicator is een instrument om een begrip te duiden en/of te meten. Het begrip of resultaat zoals gemeten geeft een indicatie en noemen we daarom de indicator van het begrip of resultaat zoals bedoeld.

k.norm

een norm is een waardebepaling of tijdsbepaling waarop de indicator moet uitkomen.

l.einddoelen en subdoelen

met het doeltreffendheidonderzoek willen we meten of beoogde doelen worden bereikt. Daarbij maken we onderscheid tussen einddoelen en subdoelen. Einddoelen zijn de ambities die het gemeentebestuur nastreeft, subdoelen betreffen de weg die daarvoor bewandeld moet worden. Beiden kunnen in concrete bestuurlijke doelen worden vertaald.

m.begrotingscyclus

het cyclisch proces van Omgevingsanalyse, Politieke Beschouwingen, Voorjaarsnota, Programmabegroting, Jaarrekening en Jaarverslag, met als doel een gestructureerde, beleidsmatige manier van besturen.

n.omgevingsanalyse

een instrument, dat informatie geeft over de belangrijkste maatschappelijke trends en ontwikkelingen die het welzijn van Oss en haar inwoners bepalen of kunnen beïnvloeden. De omgevingsanalyse heeft een signaalfunctie om mogelijke koerswijzigingen in te zetten.

o.SMART

doelstellingen worden vaak te vaag en vrijblijvend geformuleerd. “SMART” formuleren betekent: Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden.

Artikel 2. Doelmatigheidsonderzoek: aanpak, frequentie en rapportage

  • 1.

    Het college onderzoekt elk oneven kalenderjaar de uitvoering van taken door de gemeente Oss en vergelijkt deze met de uitvoering van taken door andere gemeenten (benchmarkonderzoek). Het college rapporteert over relevante afwijkingen aan de raad. Of een afwijking relevant is wordt bepaald aan de hand van een door het college vastgesteld kader, dat als bijlage bij de rapportage wordt gevoegd.

  • 2.

    Het college onderzoekt elk even kalenderjaar de doelmatigheid van organisatieonderdelen die hiervoor op basis van het in het voorgaande jaar uitgevoerde benchmarkonderzoek in aanmerking komen. Het kader op basis waarvan deze onderzoeken plaatsvinden, wordt als bijlage bij de rapportage gevoegd.

Artikel 3. Doeltreffendheidonderzoek: aanpak, frequentie en rapportage

  • 1.

    Het college onderzoekt door middel van periodieke monitoring maatschappelijke ontwikkelingen en/of problemen op beleidsthema’s (programma’s) uit de programmabegroting. Voorafgaand aan de begrotingscyclus rapporteert het college in de vorm van een omgevingsanalyse aan de raad over de belangrijkste trends en ontwikkelingen, die essentieel zijn voor een doeltreffende inrichting/bijsturing van het beleid. De raad gebruikt deze informatie ter onderbouwing van haar ambities (speerpunten van beleid).

  • 2.

    Het college onderzoekt de doeltreffendheid van een onderdeel van beleidsprogramma’s uit de programmabegroting, waarop concrete en meetbare doelstellingen (beoogde effecten en gewenste prestaties) zijn geformuleerd. Het college rapporteert eens per twee jaar over de mate waarin zij erin is geslaagd haar doelstellingen doeltreffender (SMART) te formuleren. Zij adviseert de raad bij het toetsbaar maken van haar bestuurlijke doelen.

  • 3.

    Het college toetst haar beleid op doeltreffendheid door te meten of beoogde effecten en gewenste prestaties ook daadwerkelijk zijn gehaald. De onderzoeksfrequentie hangt daarbij af van het toetsingskader zoals geformuleerd in het bestuurlijk doel. Het college informeert de raad minimaal eens per twee jaar over de ontwikkeling van de beoogde beleidsresultaten.

Artikel 4. Onderzoeksplan

  • 1.

    Het college zendt ieder jaar gelijktijdig met de aanbieding van de conceptprogrammabegroting een onderzoeksplan naar de raad van de in het erop volgende jaar te verrichten interne onderzoeken naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid.

  • 2.

    In het onderzoeksplan wordt per intern onderzoek globaal aangegeven:

    • a.

      het object van onderzoek

    • b.

      de reikwijdte van het onderzoek

    • c.

      de onderzoeksmethode

    • d.

      doorlooptijd van het onderzoek

    • e.

      de wijze van uitvoering

  • 3.

    In het onderzoeksplan wordt aangegeven welke budgetten in de productenraming zijn opgenomen voor de uitvoering van de onderzoeken.

Artikel 5. Voortgang onderzoeken

Het college rapporteert in de bedrijfsvoeringparagraaf van de begroting en jaarstukken over de voortgang van de onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid en de uitputting van de bijbehorende budgetten.

Artikel 6. Rapportage en gevolgtrekking

  • 1.

    De uitkomsten van een onderzoek worden vastgelegd in een rapportage. Elke rapportage bevat tenminste een analyse van de onderzoeksresultaten en indien nodig aanbevelingen voor verbeteringen.

  • 2.

    Op basis van de resultaten van ieder onderzoek stelt het college indien nodig een plan van verbetering op. De rapportage en het plan van verbetering worden ter kennisgeving aan de raad aangeboden. Het college neemt op basis van het plan van verbetering organisatorische maatregelen.

Artikel 7. Citeertitel

Deze verordening wordt kortweg aangehaald als “Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid van de gemeente Oss 2011”.

Artikel 8. Inwerkingtreding en intrekking oude regelingen

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking per 13 januari 2011, met dien verstande dat deze van toepassing is vanaf het begrotingsjaar 2011.

  • 2.

    De “Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid van de gemeente Lith”, vastgesteld bij raadsbesluit van 30 oktober 2003, en de “Verordening onderzoek naar doelmatigheid en doeltreffendheid van de gemeente Oss”, vastgesteld bij raadsbesluit van 26 juni 2008, worden gelijktijdig ingetrokken.

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 3 januari 2011

De gemeenteraad voornoemd,

De griffier, De voorzitter,

drs. P.H.A. van den Akker H.W.M. Klitsie.

Coll:

Bekend gemaakt d.d. 12 januari 2011

Bron: Oss Actueel

In werking getreden d.d. 13 januari 2011