Organisatie | Schiedam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Mandaatbesluit Verblijfsverbod Schiedam 2023 |
Citeertitel | Mandaatbesluit Verblijfsverbod Schiedam 2023 |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-11-2023 | nieuwe regeling | 26-10-2023 |
de burgemeester op grond van artikel 2:77a van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Schiedam 2013 bevoegd is in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantastingen van het woon- of leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen en de gezondheid of de zedelijkheid een verblijfsverbod op te leggen aan een persoon die strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen heeft verricht;
gelet op afdeling 10.1 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 2:77a van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Schiedam 2013 en de Beleidsregels overlastgevende personen 2017;
Beleidsregels Overlastgevende personen Schiedam 2017
in de gemeente Schiedam overlast plaatsvindt van personen die de openbare orde verstoren en/of zich schuldig maken aan criminaliteit;
het gedrag van deze personen onder meer bestaat uit: samenscholing, intimiderend groepsgedrag, handel in drugs, openlijk drugsgebruik, openlijk drankgebruik, geweldpleging, doelloos ophouden in portieken van woningen en/of winkels, belemmering van de vrije doorgang, schreeuwen, urineren, onvoorspelbare agressiviteit en het anderszins lastig vallen van inwoners of bezoekers;
dit gedrag bij bewoners en bezoekers reële en concrete gevoelens van onveiligheid teweeg brengt en naar het zich laat aanzien niet laat veranderen door middel van strafrechtelijk optreden door de politie en de gemeentelijke toezichthouders;
onder andere een gebiedsontzegging een maatregel is om de openbare orde te handhaven, de crimi- naliteit en overlast terug te dringen en bewoners hun gevoel van veiligheid terug te geven;
de burgemeester op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening (verder: APV)bevoegd is om aan overlastgevende personen een verblijfsverbod op te leggen;
per 1 september 2010 de Wet Maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast in werking is getreden op grond waarvan het mogelijk is om met een gebiedsverbod, een groepsverbod en een meldingsplicht op te treden tegen (ernstige) verstoringen van de openbare orde;
per 1 juli 2015 een wetswijziging heeft plaatsgevonden van de Wet Maatregelen bestrijding voetbalvan- dalisme en ernstige overlast en de mogelijkheden tot het opleggen van een gebiedsverbod, groepsverbod en meldingsplicht zijn uitgebreid;
als gevolg van de wetswijziging en de mogelijke samenloop met de verblijfsverboden uit de APV en de maatregelen uit de Wet Maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast, een integraal afwegingskader gewenst is omtrent de toepassing van deze maatregelen;
Gelet op het bepaalde in artikel 2:77a van de APV en de artikelen 172a en b van de Gemeentewet:
Ter uitvoering van het bepaalde in artikel 2:77a van de APV Schiedam 2013 en de artikelen 172a en b van de Gemeentewet beleidsregels vast te stellen als de “ Beleidsregels overlastgevende personen 2017”
Voorwaarden voor het opleggen van een verblijfsverbod
Verblijfsverbod gedurende 72 uur
Indien ten aanzien van een persoon die een waarschuwing heeft ontvangen zoals vermeld in punt 3, andermaal een strafbaar feit en/of openbare orde verstorende handeling wordt geconstateerd, wordt een verbod opgelegd om zich gedurende 72 uur te bevinden op in dat verbod aangewezen plaatsen, waar of in de nabijheid waarvan het strafbaar feit en/of de openbare orde verstorende handeling heeft plaatsgevonden.
Verblijfsverbod gedurende ten hoogste 8 weken
Aan een persoon die zich binnen 6 maanden na het opleggen van een gebiedsontzegging in het- zelfde gebied opnieuw schuldig maakt aan een strafbaar feit en/of openbare orde verstorende handeling, wordt een verbod opgelegd, om zich gedurende het in bijlage 2 behorende bij deze beleidsregels genoemde tijdvak te bevinden op in dat verbod aangewezen plaatsen, waar of in de nabijheid waarvan het strafbaar feit en/of de openbare orde verstorende handeling heeft plaatsgevonden.
Uitzonderingsgrond verblijfsverbod
Indien de betrokkene kan aantonen dat hij een zwaarwegend belang heeft om zich op een bepaalde plaats in het gebied op te houden, dan wordt in de gebiedsontzegging een looproute opgenomen. Het is de betrokkene in dat geval slechts toegestaan om de desbetreffende locatie via de aange- geven looproute te bereiken.
Inwerkingtreding en cumulatie verblijfsverbod
Het gebiedsverbod wordt in beginsel opgelegd voor het gebied waar de overlast heeft plaatsge- vonden. Indien het, gelet op de druk op de openbare orde in een bepaald gebied noodzakelijk wordt geacht, kan ook dat gebied worden aangewezen. Indien de betrokkene kan aantonen dat hij een zwaarwegend belang heeft om zich op een bepaalde plaats in het gebied op te houden, dan wordt in de gebiedsontzegging een looproute opgenomen.
Gebiedsontzegging gedurende 3 maanden
Inwerkingtreding en cumulatie gebiedsontzegging
Groepsverbod gedurende 3 maanden
Inwerkingtreding en cumulatie groepsverbod
Een persoon die het gezag uitoefent over een minderjarige die ernstig of herhaaldelijk in groepsverband de openbare orde heeft verstoord en de leeftijd van twaalf jaren nog niet heeft bereikt, kan bij ernstige vrees voor verdere verstoring van de openbare orde het bevel van de burgemeester krijgen gedurende een periode van drie maanden ervoor te zorgen dat de minder- jarige zich tussen 20:00 ’s avonds en 06:00 ’s ochtends niet bevindt op voor het publiek toeganke- lijke plaatsen. Dit tenzij de minderjarige wordt begeleid door een persoon die het gezag over hem uitoefent of door een andere in het bevel aangewezen meerderjarige.
Indien dit gelet op de concrete situatie noodzakelijk wordt geacht wordt de begeleidingsplicht uitgebreid met het bevel dat de minderjarige zich in een aangewezen gebied niet zonder begeleiding mag begeven. De burgemeester neemt in zijn afweging het belang van een (lopend of op te starten) hulpverleningstraject mee.
De maatregel is altijd onderdeel van een geïntegreerde, persoonsgebonden aanpak. De maatregel wordt alleen ingezet als de persoonsgerichte aanpak, met minder vergaande middelen, niet tot een vermindering van het overlastgevend gedrag van de persoon leidt. Naast de inzet van deze maatregel wordt een hulpverleningstraject aangeboden of wordt onderzocht of dit nodig is.
Deze beleidsregels treden in werking op de dag na publicatie.
Deze beleidsregels worden aangehaald als: “Beleidsregels overlastgevende personen Schiedam 2017”.
De Burgemeester van Schiedam, 13 februari 2017
Bijlage 1. Lijst strafbare feiten
Bij de 1e constatering: 72 uur
Bij de 2e constatering binnen een periode van 6 maanden: twee weken
Bij de 3e constatering binnen een nieuwe periode van 6 maanden na een eerdere gebiedsontzegging: zes weken
Bij de 4e constatering binnen een nieuwe periode van 6 maanden na een eerdere gebiedsontzegging: acht weken
Instructies verblijfsverbod op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Schiedam 2013 in het kader van het mandaatbesluit aan de politie.
Een verblijfsverbod is een bestuursrechtelijke maatregel om overlastgevende personen die de openbare orde verstoren uit een aangewezen gebied te weren. Ook bij vrees voor ordeverstoringen kan het verblijfsverbod worden ingezet. Deze bevoegdheid ligt bij de burgemeester. Het verblijfsverbod dat op grond van artikel 2:77a van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Schiedam 2013 (hierna: APV) kan worden opgelegd, is gemandateerd aan de politie teneinde adequaat op te kunnen treden in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantastingen in het woon- of leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de gezondheid of zedelijkheid en vrees voor het ontstaan van ongeregeldheden als gevolg van het verrichten van strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen.
Het mandaatbesluit is geldig voor de hele gemeente Schiedam en strekt zich maximaal uit tot een verblijfsverbod van 6 weken (4e constatering, zoals vermeld in de beleidsregels).
Het verblijfsverbod is geregeld in artikel 2:77a van de APV. Ter uitvoering van het bepaalde in dit artikel zijn beleidsregels vastgelegd in de ‘Beleidsregels overlastgevende personen Schiedam 2017’ (hierna: beleidsregels). Voordat een verblijfsverbod wordt uitgereikt, ontvangt de persoon die zich voor de eerste keer schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit en/of openbare orde verstorende handeling een waarschuwing. Deze waarschuwing kan zowel schriftelijk als mondeling worden verstrekt, is geldig voor de hele gemeente en geldt voor 6 maanden. Indien de noodzaak bestaat om snel en adequaat op te treden, wordt afgezien van de in de beleidsregels vermelde bestuurlijke waarschuwing.
Het verblijfsverbod op basis van het mandaatbesluit wordt opgelegd in het belang van de openbare orde, het voorkomen en beperken van overlast, het voorkomen en beperken van aantastingen van het woon- en leefklimaat, de veiligheid van personen en goederen of de gezondheid of zedelijkheid.
Wanneer na het opleggen van een verblijfsverbod van 6 weken in hetzelfde gebied als waar het opgelegde verblijfsverbod voor is afgegeven nogmaals feiten als hierna onder punt 5. genoemd worden geconstateerd, dan is het mandaat niet langer toereikend en zal het dossier worden overgedragen aan de juristen van team Toezicht en Handhaving voor verdere behandeling.
Het geven van een bestuurlijke waarschuwing of het opleggen van een verblijfsverbod kan alleen bij overtreding van onderstaande strafbare feiten en openbare orde verstoringen:
Bij het geven van een bestuurlijke waarschuwing behoeft geen zienswijze te worden gevraagd.
Bij het uitreiken van een verblijfsverbod wordt indien mogelijk door de politie wel aan betrokkene de gelegenheid gegeven om een korte “zienswijze” te geven. Hierbij kunnen de volgende vragen gesteld worden:
Het besluit wordt als volgt ondertekend:
‘de burgemeester van Schiedam, namens deze’, gevolgd door de naam en functieaanduiding van de ondertekenaar en een handtekening.
Er zijn twee formulieren opgesteld:
Het formulier voor het opleggen van een verblijfsverbod moet zo volledig mogelijk worden ingevuld. Duidelijk moet worden omschreven voor welk(e) gebied(en) het verblijfsverbod geldt. Het ingevulde formulier wordt uitgereikt aan betrokkene en een duidelijke foto van het uitgereikte formulier wordt zo spoedig mogelijk verzonden naar de burgemeester via juristenTH@schiedam.nl. Zo spoedig mogelijk hierna wordt een rapportage en relevante achtergrondinformatie gestuurd naar juristenTH@schiedam.nl.
De bestuurlijke waarschuwing kan ook mondeling worden gegeven. De waarschuwing, personalia van de persoon aan wie de waarschuwing is gegeven, de datum, de locatie en de gepleegde overtreding dienen in dat geval te worden vastgelegd in een door de politie bij te houden administratie.