Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling buurtfietsenstallingen Amsterdam 2023 |
Citeertitel | Subsidieregeling Buurtfietsenstallingen Amsterdam 2023 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervalt van rechtswege op 1 januari 2026.
Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2023
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-11-2023 | nieuwe regeling | 26-09-2023 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1.2 – Toepasselijkheid ‘Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2023’
De ASA 2023 is van toepassing, tenzij daarvan in deze subsidieregeling uitdrukkelijk wordt afgeweken.
Artikel 1.3 – Doel subsidieregeling
Het beleidskader Fietsparkeren Amsterdam is van toepassing op deze subsidieregeling; het doel van deze subsidieregeling is het gebruik van fietsenstallingen te stimuleren en het aantal stallingsplekken uit te breiden of te behouden om daarmee de fietsparkeerdruk op straat te verminderen, de tevredenheid over het aanbod van fietsparkeervoorzieningen te verhogen, en meer aanbod te genereren voor de toenemende behoefte aan veilige stallingslocaties voor duurdere fietsen.
Artikel 2.1 – Subsidiabele activiteiten in het kader van exploitatie
Het college kan een eenmalige subsidie verlenen ten behoeve van het opvangen van een tekort in de exploitatie van een fietsenstalling die geldt voor een periode van maximaal 24 opeenvolgende maanden in de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2025.
Subsidie voor de activiteiten als genoemd in artikel 2.1 van deze subsidieregeling kan uitsluitend worden aangevraagd door een onderneming die een fietsenstalling exploiteert in Amsterdam.
Artikel 2.4 – Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens
In aanvulling op het bepaalde in artikel 6 van de ASA 2023 worden bij een subsidieaanvraag de volgende gegevens en stukken overgelegd:
Een subsidieaanvraag voor een subsidie voor de onder artikel 2.1 gemelde activiteiten kan worden ingediend bij het college vanaf de ingangsdatum van deze regeling tot en met 30 november 2023.
Artikel 2.6 – Weigeringsgronden
In aanvulling op het bepaalde in artikel 8, tweede lid, van de ASA 2023 kan het college geheel of gedeeltelijk weigeren een subsidie te verlenen als:
Artikel 2.7 – Aanvullende verplichtingen
In aanvulling op het bepaalde in de artikelen 9 en 10 van de ASA 2023 zijn aan de subsidie de volgende verplichtingen verbonden:
de subsidieontvanger zet zijn onderneming nog minimaal drie jaar voort, gerekend vanaf de datum van subsidieverlening. Indien de onderneming toch binnen drie jaar wordt gestaakt, geldt een terugbetalingsverplichting naar rato per maand, tenzij dit op grond van redelijkheid en billijkheid niet van de aanvrager kan worden gevraagd. Wanneer de fietsenstalling via overdracht door een ander wordt voortgezet, geldt deze terugbetalingsverplichting niet;
Aldus vastgesteld in de vergadering van 26 september 2023.
De burgemeester
Femke Halsema
De gemeentesecretaris
Peter Teesink
Artikel 1.1 – Begripsomschrijvingen
Met dit artikel zijn enkele kernbegrippen uit de subsidieregeling gedefinieerd. De meeste definities spreken voor zich.
Een fietsenstalling wordt door private partijen geëxploiteerd. Gemeentelijke fietsenstallingen zijn uitgesloten van deze regeling. Gemeentelijke fietsenstallingen zijn onder te verdelen in twee subcategorieën:
De definitie van ‘onderneming’ is ontleend aan de Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Europese Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 187 van 26.01.2014).
Vaste lasten: Loonkosten zijn onderdeel van de vaste lasten. De hoogte van de loonkosten moeten in redelijke verhouding staan tot de werkzaamheden en kunnen per persoon niet meer dan € 20,- per uur bedragen.
Artikel 1.2 – Toepasselijkheid ‘Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2023’
De ‘Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2023’ kan worden geraadpleegd via: https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR699839/1
Artikel 1.3 – Doel subsidieverordening
In diverse gebieden binnen Amsterdam leidt het aantal geparkeerde (brom)fietsen op straat structureel tot overlast vanwege de druk op de openbare ruimte. Zonder ingrijpen van de gemeente wordt de (fiets)parkeerdruk in deze gebieden vermoedelijk alsmaar groter, verslechtert de toegankelijkheid van de openbare ruimte en neemt de algehele tevredenheid over fietsparkeervoorzieningen verder af. Bovendien moet rekening worden gehouden met een toename van het aantal gebieden waarin het aantal geparkeerde (brom)fietsen leidt tot overlast. Daarnaast is er een stijgende trend in de verkoop van duurdere fietsen zoals de elektrische fiets, en daarmee een stijgende behoefte in het veilig stallen van de fiets.
Met deze subsidieregeling wil de gemeente de parkeerdruk verminderen, de toegankelijkheid van de openbare ruimte verbeteren, de algehele tevredenheid over de fietsenparkeervoorzieningen vergroten en meer aanbod te genereren voor de toenemende behoefte aan veilig stallingslocaties voor duurdere fietsen. Bovendien wil de gemeente het aantal stallingsplekken in fietsenstallingen (helpen) behouden en het gebruik daarvan optimaliseren.
Artikel 2.1– Subsidiabele activiteiten in het kader van exploitatie
Alle activiteiten die noodzakelijk zijn voor het exploiteren van een fietsenstalling komen in aanmerking voor subsidie. De subsidie kan eenmalig worden verleend voor een periode van maximaal 24 maanden.
Artikel 2.2 – Subsidieplafond en hoogte subsidie en subsidiabele kosten
In dit artikel is opgenomen dat er een gemeentebreed subsidieplafond geldt van € 200.000,- voor het gehele subsidietijdvak. Dit betekent dat er geen subsidie meer kan worden verstrekt als het subsidieplafond bereikt is. Er kan voor maximaal twee jaren (24 maanden) subsidie worden verleend, deze wordt in twee tranches uitgekeerd.
Het subsidieplafond bedraagt € 200.000,- voor het subsidietijdvak dat loopt van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2025. Na 30 november 2023 kan geen subsidie meer worden aangevraagd.
Het subsidieplafond vervalt van rechtswege na 31 december 2025.
Op grond van artikel 7, eerste lid, van de ASA 2023 zal het beschikbare subsidiebudget worden verdeeld volgens het principe ‘wie het eerst komt, die het eerst maalt'.
In dit artikel is het maximaal subsidiabel bedrag opgenomen. De hoogte van de subsidie kan nooit hoger zijn dan de daadwerkelijk gemaakte subsidiabele kosten.
Volledige subsidieaanvragen zullen op volgorde van binnenkomst worden beoordeeld.
De in aanmerking komende kosten zijn de kosten die worden gemaakt voor het uitvoeren van de subsidiabele activiteiten. Uitgekeerd wordt een totaalbedrag. Of BTW teruggevorderd kan worden door de aanvrager, doet voor de gemeente niet ter zake. De kosten die gesubsidieerd worden zijn de kosten voor de vaste lasten van de exploitatie van de fietsenstalling verminderd met de inkomsten van de exploitatie van de fietsenstalling.
Subsidie kan enkel worden aangevraagd door een ondernemer. Dat is een ondernemer die een fietsenstalling in Amsterdam exploiteert. De aanvrager kan zowel de eigenaar als de huurder van de fietsenstalling zijn.
Bij een nieuwe of een recent gestarte fietsenstalling is de exploitatie opzet het uitgangspunt bij het bepalen van een mogelijk exploitatie tekort. De neveninkomsten hebben betrekking op de situatie wanneer de ruimte waarin de fietsenstalling zich bevindt tevens gebruikt wordt voor andere activiteiten.
Artikel 2.4 – Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens
In dit artikel zijn die gegevens en stukken opgesomd, die noodzakelijk zijn om te kunnen beoordelen of een aanvrager voldoet aan de in artikelen 2.2 en 2.6 van deze subsidieregeling gestelde voorwaarden en criteria om in aanmerking te komen voor subsidie. Deze gegevens en stukken dienen door de subsidieaanvrager bij de aanvraag te worden overgelegd.
Onderdeel a – de aanvrager dient aan te tonen dat de bankrekening op zijn of haar naam staat. Dit kan door middel van het overleggen van een kopie van een geldige bankpas of een kopie van een recente bankafschrift.
Onderdeel f – als de recent opgerichte fietsenstalling geen exploitatiekosten van het afgelopen boekjaar kan overleggen, volstaat een overzicht van de baten en lasten van de maand voorafgaand aan de subsidieaanvraag.
Artikel 2.7 – Aanvullende verplichtingen
In dit artikel zijn enkele aanvullende verplichtingen opgenomen waaraan de subsidieontvanger moet voldoen. De bevoegdheid tot het vaststellen van deze nadere verplichtingen is gebaseerd op artikel 4:37 Awb. Als niet aan deze verplichtingen wordt voldaan kan dit reden zijn de subsidie te verlagen of in te trekken (artikel 4:48 en 4:49 Awb).
De subsidie wordt in twee periodes evenredig uitbetaald, al naar gelang de duur van de subsidieperiode . De eerste uitbetaling wordt gedaan na de verlening, de tweede uitbetaling vindt uiterlijk plaats in december 2024.
Artikel 3.1 – Inwerkingtreding en looptijd
Met dit artikel is bepaald wanneer de regeling in werking treedt, vanaf welk moment subsidie op grond van deze regeling kan worden aangevraagd, en wanneer de regeling eindigt. Bepaald is dat deze subsidieregeling in werking treedt één dag na publicatie in het Gemeenteblad. De subsidieregeling komt te vervallen op 31 december 2025.
In dit artikel is de titel opgenomen die gehanteerd wordt bij de benoeming van deze subsidieregeling.