Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Amsterdam

Subsidieregeling buurtfietsenstallingen Amsterdam 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAmsterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling buurtfietsenstallingen Amsterdam 2023
CiteertitelSubsidieregeling Buurtfietsenstallingen Amsterdam 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervalt van rechtswege op 1 januari 2026.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2023

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-11-2023nieuwe regeling

26-09-2023

gmb-2023-490672

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling buurtfietsenstallingen Amsterdam 2023

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

 

gelet op hoofdstuk 1, artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2023

 

besluit de volgende regeling vast te stellen:

 

Subsidieregeling buurtfietsenstallingen Amsterdam 2023

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 – Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

 

  • a.

    ASA 2023: de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2023;

  • b.

    bezettingsgraad: het op jaarbasis afgenomen aantal abonnementen voor de stalling van een fiets ten opzichte van het totaal aantal fietsparkeerplekken van een fietsenstalling;

  • c.

    buurtfietsenstalling: een inpandige ruimte in de gemeente Amsterdam bedoeld voor de stalling van fietsen, brom- en snorfietsen en motoren waarvan tegen betaling van een abonnementstarief gebruik gemaakt kan worden en die niet door of namens de gemeente wordt geëxploiteerd;

  • d.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam;

  • e.

    exploitatietekort: het negatieve saldo van de inkomsten uit de exploitatie van de fietsenstalling na aftrek van de vaste lasten van de exploitatie van de fietsenstalling;

  • f.

    fietsparkeerdruk: de fietsparkeerdruk geeft de verhouding weer tussen het aantal geparkeerde tweewielers in de openbare ruimte gedeeld door het aantal plaatsen in de fietsparkeerrekken in een gebied;

  • g.

    onderneming: iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die een economische activiteit uitvoert, ongeacht de rechtsvorm, en die is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel;

  • h.

    vaste lasten: het totaal van de huur van de bedrijfsruimte, belastingen en heffingen, energiekosten, verzekeringen en loonkosten die noodzakelijk zijn voor de bedrijfsvoering van de fietsenstalling.

Artikel 1.2 – Toepasselijkheid ‘Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2023’

De ASA 2023 is van toepassing, tenzij daarvan in deze subsidieregeling uitdrukkelijk wordt afgeweken.

Artikel 1.3 – Doel subsidieregeling

Het beleidskader Fietsparkeren Amsterdam is van toepassing op deze subsidieregeling; het doel van deze subsidieregeling is het gebruik van fietsenstallingen te stimuleren en het aantal stallingsplekken uit te breiden of te behouden om daarmee de fietsparkeerdruk op straat te verminderen, de tevredenheid over het aanbod van fietsparkeervoorzieningen te verhogen, en meer aanbod te genereren voor de toenemende behoefte aan veilige stallingslocaties voor duurdere fietsen.

Hoofdstuk 2 Exploitatie

Artikel 2.1 – Subsidiabele activiteiten in het kader van exploitatie

Het college kan een eenmalige subsidie verlenen ten behoeve van het opvangen van een tekort in de exploitatie van een fietsenstalling die geldt voor een periode van maximaal 24 opeenvolgende maanden in de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2025.

Artikel 2.2 – Subsidieplafond en hoogte subsidie en subsidiabele kosten

  • 1.

    Het subsidieplafond bedraagt € 200.000,- voor het subsidietijdvak dat loopt van 1 januari 2024 tot en 31 december 2025.

  • 2.

    De hoogte van de subsidie is gelijk aan het exploitatietekort tot een maximum van € 10.000,-voor een subsidieperiode van 12 maanden, tot een maximum van € 20.000 voor een subsidieperiode van maximaal 24 maanden.

  • 3.

    De subsidiabele kosten zijn de daadwerkelijk gemaakte kosten verbonden aan de activiteiten zoals beschreven in artikel 2.1 van deze subsidieregeling.

Artikel 2.3 – De aanvrager

Subsidie voor de activiteiten als genoemd in artikel 2.1 van deze subsidieregeling kan uitsluitend worden aangevraagd door een onderneming die een fietsenstalling exploiteert in Amsterdam.

Artikel 2.4 – Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

In aanvulling op het bepaalde in artikel 6 van de ASA 2023 worden bij een subsidieaanvraag de volgende gegevens en stukken overgelegd:

  • a.

    bewijs dat het bankrekeningnummer waarop de aanvrager de aangevraagde subsidie wenst te ontvangen, op naam staat van de aanvrager;

  • b.

    indien de aanvrager de ruimte van de fietsenstalling huurt wordt een geldige lopende huurovereenkomst overlegd die nog minimaal drie jaar voortduurt;

  • c.

    indien de aanvrager eigenaar van de fietsenstalling is, wordt aanvullend op het eerste lid van dit artikel een eigendomsbewijs overgelegd;

  • d.

    een overzicht van de aanvrager waaruit de fietsbezettingsgraad van het voorgaande boekjaar van de fietsenstalling duidelijk blijkt;

  • e.

    een exploitatieoverzicht van de baten en lasten van het voorgaande boekjaar inclusief eventuele neveninkomsten;

  • f.

    indien de fietsenstalling onderneming recent is opgericht, de exploitatieopzet en een overzicht van de baten en lasten van het moment van aanvraag inclusief eventuele neveninkomsten;

  • g.

    een exploitatieprognose voor de periode waarvoor een subsidie ten behoeve van exploitatie wordt aangevraagd, inclusief eventuele neveninkomsten.

Artikel 2.5 – Aanvraagtermijn

Een subsidieaanvraag voor een subsidie voor de onder artikel 2.1 gemelde activiteiten kan worden ingediend bij het college vanaf de ingangsdatum van deze regeling tot en met 30 november 2023.

Artikel 2.6 – Weigeringsgronden

In aanvulling op het bepaalde in artikel 8, tweede lid, van de ASA 2023 kan het college geheel of gedeeltelijk weigeren een subsidie te verlenen als:

  • a.

    de fietsparkeerdruk van het gebied waar de fietsenstalling zich bevindt lager is dan 125%;

  • b.

    de subsidieontvanger beschikt niet over alle noodzakelijke vergunningen.

  • c.

    niet minimaal 75% van het totaal aantal beschikbare plekken is bestemd voor het stallen van fietsen, het overige gedeelte kan worden bestemd voor lig- en bakfietsen, brom- en snorfietsen en/of motoren;

  • d.

    de inkomsten van de exploitatie van de fietsenstalling van het afgelopen boekjaar kostendekkend zijn in verhouding tot de vaste lasten van dat boekjaar waardoor geen sprake is van een exploitatietekort.

Artikel 2.7 – Aanvullende verplichtingen

In aanvulling op het bepaalde in de artikelen 9 en 10 van de ASA 2023 zijn aan de subsidie de volgende verplichtingen verbonden:

  • a.

    de subsidieontvanger zet zijn onderneming nog minimaal drie jaar voort, gerekend vanaf de datum van subsidieverlening. Indien de onderneming toch binnen drie jaar wordt gestaakt, geldt een terugbetalingsverplichting naar rato per maand, tenzij dit op grond van redelijkheid en billijkheid niet van de aanvrager kan worden gevraagd. Wanneer de fietsenstalling via overdracht door een ander wordt voortgezet, geldt deze terugbetalingsverplichting niet;

  • b.

    de subsidieontvanger zal de stallingsplekken beschikbaar stellen voor eenieder die daar op basis van een abonnement gebruik van wil maken;

  • c.

    de subsidieontvanger zal de beschikbare stallingsplekken aanbieden op basis van een marktconform tarief;

  • d.

    de fietsenstalling is 24 uur per dag toegankelijk voor de gebruikers;

  • e.

    de subsidieontvanger werkt binnen 12 maanden samen met de gemeente een business case uit waarin de mogelijkheden wordt vastgelegd om:

    • i.

      de tarieven marktconform te maken in vergelijking met andere aanbieders.;

    • ii.

      de bezetting te verhogen.

Artikel 2.8 – Voorschotten

Het college betaalt de eerste helft van het subsidiebedrag bij de verlening, de tweede helft van het subsidiebedrag afhankelijk van de periode waarvoor de subsidie is vereend uiterlijk in de maand december 2024.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 3.1 – Inwerkingtreding en looptijd

Deze subsidieregeling treedt in werking een dag na publicatie in het Gemeenteblad en vervalt van rechtswege op 1 januari 2026.

Artikel 3.2 – Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: ‘Subsidieregeling Buurtfietsenstallingen Amsterdam 2023’.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 26 september 2023.

De burgemeester

Femke Halsema

De gemeentesecretaris

Peter Teesink

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1.1Begripsomschrijvingen

Met dit artikel zijn enkele kernbegrippen uit de subsidieregeling gedefinieerd. De meeste definities spreken voor zich.

Een fietsenstalling wordt door private partijen geëxploiteerd. Gemeentelijke fietsenstallingen zijn uitgesloten van deze regeling. Gemeentelijke fietsenstallingen zijn onder te verdelen in twee subcategorieën:

  • 1.

    Openbare stallingen waar een stallingsfunctie aan is toegevoegd.

  • 2.

    Stallingen die door de gemeente aan een externe partij gegund zijn voor de exploitatie ervan.

De definitie van ‘onderneming’ is ontleend aan de Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Europese Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 187 van 26.01.2014).

Vaste lasten: Loonkosten zijn onderdeel van de vaste lasten. De hoogte van de loonkosten moeten in redelijke verhouding staan tot de werkzaamheden en kunnen per persoon niet meer dan € 20,- per uur bedragen.

 

Artikel 1.2Toepasselijkheid ‘Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2023’

De ‘Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2023’ kan worden geraadpleegd via: https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR699839/1

 

Artikel 1.3Doel subsidieverordening

In diverse gebieden binnen Amsterdam leidt het aantal geparkeerde (brom)fietsen op straat structureel tot overlast vanwege de druk op de openbare ruimte. Zonder ingrijpen van de gemeente wordt de (fiets)parkeerdruk in deze gebieden vermoedelijk alsmaar groter, verslechtert de toegankelijkheid van de openbare ruimte en neemt de algehele tevredenheid over fietsparkeervoorzieningen verder af. Bovendien moet rekening worden gehouden met een toename van het aantal gebieden waarin het aantal geparkeerde (brom)fietsen leidt tot overlast. Daarnaast is er een stijgende trend in de verkoop van duurdere fietsen zoals de elektrische fiets, en daarmee een stijgende behoefte in het veilig stallen van de fiets.

Met deze subsidieregeling wil de gemeente de parkeerdruk verminderen, de toegankelijkheid van de openbare ruimte verbeteren, de algehele tevredenheid over de fietsenparkeervoorzieningen vergroten en meer aanbod te genereren voor de toenemende behoefte aan veilig stallingslocaties voor duurdere fietsen. Bovendien wil de gemeente het aantal stallingsplekken in fietsenstallingen (helpen) behouden en het gebruik daarvan optimaliseren.

 

Artikel 2.1Subsidiabele activiteiten in het kader van exploitatie

Alle activiteiten die noodzakelijk zijn voor het exploiteren van een fietsenstalling komen in aanmerking voor subsidie. De subsidie kan eenmalig worden verleend voor een periode van maximaal 24 maanden.

 

Artikel 2.2Subsidieplafond en hoogte subsidie en subsidiabele kosten

In dit artikel is opgenomen dat er een gemeentebreed subsidieplafond geldt van € 200.000,- voor het gehele subsidietijdvak. Dit betekent dat er geen subsidie meer kan worden verstrekt als het subsidieplafond bereikt is. Er kan voor maximaal twee jaren (24 maanden) subsidie worden verleend, deze wordt in twee tranches uitgekeerd.

Het subsidieplafond bedraagt € 200.000,- voor het subsidietijdvak dat loopt van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2025. Na 30 november 2023 kan geen subsidie meer worden aangevraagd.

Het subsidieplafond vervalt van rechtswege na 31 december 2025.

Op grond van artikel 7, eerste lid, van de ASA 2023 zal het beschikbare subsidiebudget worden verdeeld volgens het principe ‘wie het eerst komt, die het eerst maalt'.

In dit artikel is het maximaal subsidiabel bedrag opgenomen. De hoogte van de subsidie kan nooit hoger zijn dan de daadwerkelijk gemaakte subsidiabele kosten.

Volledige subsidieaanvragen zullen op volgorde van binnenkomst worden beoordeeld.

De in aanmerking komende kosten zijn de kosten die worden gemaakt voor het uitvoeren van de subsidiabele activiteiten. Uitgekeerd wordt een totaalbedrag. Of BTW teruggevorderd kan worden door de aanvrager, doet voor de gemeente niet ter zake. De kosten die gesubsidieerd worden zijn de kosten voor de vaste lasten van de exploitatie van de fietsenstalling verminderd met de inkomsten van de exploitatie van de fietsenstalling.

 

Artikel 2.3De aanvrager

Subsidie kan enkel worden aangevraagd door een ondernemer. Dat is een ondernemer die een fietsenstalling in Amsterdam exploiteert. De aanvrager kan zowel de eigenaar als de huurder van de fietsenstalling zijn.

Bij een nieuwe of een recent gestarte fietsenstalling is de exploitatie opzet het uitgangspunt bij het bepalen van een mogelijk exploitatie tekort. De neveninkomsten hebben betrekking op de situatie wanneer de ruimte waarin de fietsenstalling zich bevindt tevens gebruikt wordt voor andere activiteiten.

 

Artikel 2.4Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

In dit artikel zijn die gegevens en stukken opgesomd, die noodzakelijk zijn om te kunnen beoordelen of een aanvrager voldoet aan de in artikelen 2.2 en 2.6 van deze subsidieregeling gestelde voorwaarden en criteria om in aanmerking te komen voor subsidie. Deze gegevens en stukken dienen door de subsidieaanvrager bij de aanvraag te worden overgelegd.

Onderdeel a – de aanvrager dient aan te tonen dat de bankrekening op zijn of haar naam staat. Dit kan door middel van het overleggen van een kopie van een geldige bankpas of een kopie van een recente bankafschrift.

Onderdeel f – als de recent opgerichte fietsenstalling geen exploitatiekosten van het afgelopen boekjaar kan overleggen, volstaat een overzicht van de baten en lasten van de maand voorafgaand aan de subsidieaanvraag.

 

Artikel 2.7Aanvullende verplichtingen

In dit artikel zijn enkele aanvullende verplichtingen opgenomen waaraan de subsidieontvanger moet voldoen. De bevoegdheid tot het vaststellen van deze nadere verplichtingen is gebaseerd op artikel 4:37 Awb. Als niet aan deze verplichtingen wordt voldaan kan dit reden zijn de subsidie te verlagen of in te trekken (artikel 4:48 en 4:49 Awb).

 

Artikel 2.8Bevoorschotting

De subsidie wordt in twee periodes evenredig uitbetaald, al naar gelang de duur van de subsidieperiode . De eerste uitbetaling wordt gedaan na de verlening, de tweede uitbetaling vindt uiterlijk plaats in december 2024.

 

Artikel 3.1Inwerkingtreding en looptijd

Met dit artikel is bepaald wanneer de regeling in werking treedt, vanaf welk moment subsidie op grond van deze regeling kan worden aangevraagd, en wanneer de regeling eindigt. Bepaald is dat deze subsidieregeling in werking treedt één dag na publicatie in het Gemeenteblad. De subsidieregeling komt te vervallen op 31 december 2025.

 

Artikel 3.3Citeertitel

In dit artikel is de titel opgenomen die gehanteerd wordt bij de benoeming van deze subsidieregeling.