Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gorinchem

Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGorinchem
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2024
CiteertitelVerordening marktgelden 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Deze regeling vervangt de Verordening marktgelden 2023.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-11-2023nieuwe regeling

09-11-2023

gmb-2023-490367

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2024

De raad van de gemeente Gorinchem;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 oktober 2023;

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

 

besluit:

 

Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2024 (Verordening marktgelden 2024).

Artikel 1. Definities

Deze verordening verstaat onder:

 

  • a.

    dag: een periode van 24 uren, aanvangende te 00.00 uur, of een gedeelte daarvan;

  • b.

    week: een periode van zeven achtereenvolgende dagen;

  • c.

    maand: een kalendermaand;

  • d.

    jaar: een kalenderjaar

Artikel 2. Belastbaar feit

Onder de naam "marktgelden" wordt een recht geheven voor het ter beschikking stellen van een standplaats op de warenmarkt en voor het door of vanwege de gemeente verstrekken van diensten ten gunste van die standplaats.

Artikel 3. Belastingplicht

Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt geheven van degene op wiens verzoek dan wel ten behoeve van wie de standplaats wordt toegewezen.

Artikel 4. Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    Het marktgeld bedraagt voor een vergunninghouder met een vaste standplaats € 22,87 per vierkante meter per jaar.

  • 2.

    Het in het eerste lid genoemde recht wordt per vaste standplaats verhoogd met € 132,89 reclamegeld per jaar.

  • 3.

    Bij gebruik van de gemeentelijke stroomvoorziening wordt het in het eerste lid genoemde recht verhoogd met € 217,76 per jaar.

  • 4.

    Voor de berekening van het marktgeld wordt een gedeelte van een eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5. Belastingjaar

Met betrekking tot het marktgeld dat per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6. Wijze van heffing

  • 1.

    Het marktgeld wordt bij wege van aanslag geheven.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid wordt het voor een dag verschuldigde marktgeld geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, dan wel gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    Het marktgeld als bedoeld in artikel 4, tweede lid is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is het marktgeld verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,-.

Artikel 8. Termijnen van betaling

  • 1.

    De aanslagen moeten worden betaald in zes gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in elf gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    Indien het marktgeld wordt geheven door middel van een kennisgeving als bedoeld in artikel 6, eerste lid dient het marktgeld te worden voldaan op het moment van uitreiking van de kennisgeving.

  • 4.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9. Kwijtschelding

Bij de invordering van de marktgelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10. Overgangsrecht

De "Verordening marktgelden 2023", vastgesteld bij raadbesluit van 10 november 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 11. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 12. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening marktgelden 2024".

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 9 november 2023

de griffier,

de voorzitter,