Overheidsorganisatie | Gemeente Waterland |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening Wet inburgering gemeente Waterland |
Citeertitel | Verordening Wet inburgering gemeente Waterland |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
1. Voor de inburgeringsplichtigen voor wie voor 1 januari 2012 een voorziening is vastgesteld door de gemeente Waterland, blijven de Verordening inburgering gemeente Waterland en de ondertekende inburgeringsovereenkomst van toepassing.
2. Voor de vrijwillige inburgeraar voor wie voor 1 januari 2012 een voorziening is vastgesteld door de gemeente Waterland, blijft de Verordening inburgering gemeente Waterland en de ondertekende inburgeringsovereenkomst van toepassing.
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 12-04-2013 | Wijziging artikelen 1, 2, 3, 4, 6, 7, 8, 9, 10 | 15-12-2011 Gemeenteblad, 2011, 51 | 193-7 | |
01-01-2007 | 11-01-2012 | Onbekend | 30-11-2006 Ons Streekblad, 14-12-2006 | 432B |
overwegende dat de raad bij verordening regels dient te stellen over de informatieverstrekking door de gemeente aan inburgeringsplichtigen, het aanbieden van een inburgeringsvoorziening aan bijzondere groepen inburgeringsplichtigen en de rechten en plichten van de inburgeringsplichtige voor wie een inburgeringsvoorziening is vastgesteld, alsmede dat de raad bij verordening het bedrag dient vast te stellen van de bestuurlijke boete die voor de verschillende overtredingen kan worden opgelegd;
De Verordening Wet inburgering gemeente Waterland vast te stellen.
1. In deze verordening wordt verstaan onder:
a. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland;
b. de wet: de Wet inburgering;
c. voorziening: een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening, eventueel in combinatie met een andere voorziening op het gebied van re-integratie of participatie.
2. De begripsomschrijvingen in de wet en de daarop berustende regelingen zijn van toepassing op de begrippen die in deze verordening worden gebruikt.
1. Het college draagt er zorg voor dat de inburgeringsplichtigen en de vrijwillige inburgeraars op een doeltreffende en doelmatige wijze worden geïnformeerd over hun rechten en plichten uit hoofde van de wet en over het aanbod van en de toegang tot de voorzieningen.
2. Het college maakt bij de informatieverstrekking aan de inburgeringsplichtigen en de vrijwillige inburgeraars in ieder geval gebruik van de volgende middelen:
a. Algemene informatie via de website van de gemeente Waterland aangevuld met digitale informatie van de rijksoverheid;
b. Specifieke informatie wordt mondeling gegeven tijdens een (intake) gesprek en via brieven, beschikkingen, e-mail en telefoon.
Het college stelt, conform de wet, voor asielgerechtigde inburgeringsplichtigen een inburgeringsvoorziening vast
Het college stelt, conform de wet, voor geestelijke bedienaren een inburgeringsvoorziening vast.
Het college kan voor overige inburgeringsplichtigen een inburgeringsvoorziening vaststellen.
Het college stelt voor vrijwillige inburgeraars geen inburgeringsvoorziening vast.
1. Het college stemt de inburgeringsvoorziening, met uitzondering van de inburgeringsvoorziening aan geestelijke bedienaren of de taalkennisvoorziening, af op het startniveau en de vaardigheden, de persoonlijke omstandigheden en de maatschappelijke positie van de inburgeringsplichtige.
2. Indien de inburgeringsplichtige een reïntegratietraject wordt aangeboden, draagt het college er zorg voor dat de inburgeringsvoorziening of de taalkennis-voorziening op de het reïntegratietraject wordt afgestemd.
1. De eigen bijdrage, bedoeld in artikel 23, tweede lid, van de wet wordt in ten hoogste tien termijnen betaald.
2. Het college legt in de beschikking tot toekenning van een inburgeringsvoorziening de termijnen van betaling vast. Indien het college de eigen bijdrage verrekent met de algemene bijstand, wordt dat in de beschikking vastgelegd.
Het college kan een inburgeringsplichtige bij beschikking een of meer van de volgende verplichtingen opleggen:
het deelnemen aan de aangeboden voorziening;
het deelnemen aan gesprekken met de trajectbegeleider;
het deelnemen aan voortgangsgesprekken;
het voor de eerste maal deelnemen aan het inburgeringsexamen of het staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II op een tijdstip dat door het college wordt bepaald;
het melden indien door ziekte dan wel door andere relevante omstandigheden niet aan de verplichtingen in de beschikking kan worden voldaan;
het zo spoedig mogelijk melden van resultaten van de aangeboden voorziening;
1. Het college doet het aanbod, bedoeld in artikel 19, eerste of tweede lid, van de wet schriftelijk. Het aanbod wordt gestuurd naar het adres waar de inburgeringsplichtige zoals bekend in de gemeentelijke basisadministratie.
2. In het aanbod is een omschrijving gegeven van de voorziening die wordt aangeboden en staan de rechten en verplichtingen vermeld die aan de inburgeringsvoorziening zijn verbonden.
3. De inburgeringsplichtige aan wie een aanbod wordt gedaan, deelt binnen twee weken het college schriftelijk mee of hij het aanbod al dan niet aanvaardt.
4. Wanneer de inburgeringsplichtige het aanbod aanvaardt, neemt het college binnen twee weken na ontvangst van deze mededeling het besluit tot toekenning van de voorziening, overeenkomstig het gedane aanbod.
5. Als redelijkerwijs aannemelijk is, dat een inburgeringsplichtige het aanbod niet aanvaardt, stelt het college een termijn vast waarbinnen het examen gehaald moet worden.
Op verzoek van de inburgeringsplichtige kan het college de voorziening, de taalkennisvoorziening of de inburgeringscomponent van de gecombineerde voorziening bedoeld in artikel 20, eerste lid en 24b eerste lid van de wet aanbieden in de vorm van een persoonlijk inburgeringsbudget aan de inburgeringsplichtige die
Onderdelen van het traject al beheerst en met een individueel traject sneller kan opgaan voor het inburgeringsexamen of het staatsexamen, dan wel sneller een taalkennisvooriening kan afronden;
Met zijn scholingsbehoefte een voorziening wenst die niet past binnen het reguliere aanbod;
Het college kan aan andere inburgeringsplichtigen dan bedoeld onder a en b van het eerste lid een persoonlijk inburgeringsbudget aanbieden, als hiertoe naar het oordeel van het college aanleiding bestaat.
Het besluit tot toekenning van een inburgeringsvoorziening bevat in ieder geval:
een beschrijving van de voorziening;
een opgave van de rechten en verplichtingen van de inburgeringsplichtige;
de datum waarop het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II moet zijn behaald, dan wel de vereiste MBO-opleiding moet zijn behaald;
de termijnen en wijze van betaling van de eigen bijdrage; en
ingeval van een oudkomer: de datum waarop de termijn van handhaving van de inburgeringsplicht, bedoeld in artikel 26 van de inburgeringsplicht, bedoeld in artikel 26 van de wet, aanvangt.
1. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 62,50 indien de inburgeringsplichtige of de persoon ten aanzien van wie het college op redelijke gronden kan vermoeden dat deze inburgeringsplichtig is geen of onvoldoende medewerking verleent aan het onderzoek, bedoeld in artikel 25, vierde lid, van de wet.
2. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 125,- indien de inburgeringsplichtige geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde voorziening, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de wet of aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 6 van deze verordening.
3. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 250,- indien de inburgeringsplichtige niet binnen de in artikel 7, eerste lid, van de wet bedoelde termijn of binnen de door het college op grond van artikel 31, tweede lid, onderdeel a, van de wet verlengde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.
1. De bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 9, eerste lid, wordt verhoogd naar € 125, als de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding.
2. De bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 9, tweede lid,wordt verhoogd naar € 250, als de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding.
3. De bestuurlijke boete wordt verhoogd naar € 500, als de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 32 van de wet vastgestelde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.
4. De bestuurlijke boete wordt verhoogd naar € 500, als de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 33 van de wet vastgestelde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.
Deze verordening treedt in werking op de datum waarop de Wet inburgering van kracht wordt.
De verordening wordt aangehaald als: Verordening Wet inburgering gemeente Waterland.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Waterland,
gehouden op 30 november 2006
De raad voornoemd,
De griffier, De voorzitter,
(Drs. E.G.H. Dijk) (Mr. E.F. Jongmans)