Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Weert

Beleidsregel Eenmalige Energietoeslag gemeente Weert 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWeert
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel Eenmalige Energietoeslag gemeente Weert 2023
CiteertitelBeleidsregel Eenmalige energietoeslag gemeente Weert 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervalt per 1 september 2024.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 35 van de Participatiewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-11-2023nieuwe regeling

07-11-2023

gmb-2023-489758

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel Eenmalige Energietoeslag gemeente Weert 2023

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weert

gelet op:

  • titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • artikel 35 van de Participatiewet;

overwegende dat:

  • het college het wenselijk vindt om aan te geven in welke situaties en onder welke voorwaarden huishoudens in aanmerking kunnen komen voor een eenmalige energietoeslag 2023;

  • het daarom wenselijk is voor dit doel een beleidsregel vast te stellen

Besluit:

 

vast te stellen de Beleidsregel Eenmalige energietoeslag gemeente Weert 2023.

Artikel 1. Begrippen

In deze Beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weert;

  • b.

    energietoeslag: gemeentelijke categoriale toeslag als tegemoetkoming voor de gestegen kosten van energie;

  • c.

    huishouden: alleenstaande, alleenstaande ouder of gezin zoals bedoeld in artikel 4 van de wet;

  • d.

    inkomen: totaal van het inkomen, bedoeld in artikel 32 lid 1 Pw, inclusief vakantietoeslag;

  • e.

    peildatum: aanvraagdatum of de datum waarop ambtshalve het recht wordt vastgesteld;

  • f.

    peilmaand: de maand voorafgaand aan de maand waarin de aanvraag voor de energietoeslag is ingediend en als deze aanvraag na 31 december 2023 wordt ingediend, is de peilmaand november 2023;

  • g.

    referteperiode: de volledige maand voorafgaand aan de peildatum;

  • h.

    wet: Participatiewet;

  • i.

    zelfstandige woonruimte: de zelfstandige woonruimte zoals omschreven in de Wet op de Huurtoeslag.

Artikel 2. Doelgroep eenmalige energietoeslag 2023

  • 1.

    De eenmalige energietoeslag 2023 van € 1.300,- is bedoeld voor een huishouden met een laag inkomen én woonachtig in een zelfstandige woonruimte. De aanvrager hoeft de bijzondere noodzakelijke energiekosten niet aan te tonen.

  • 2.

    De energietoeslag wordt ambtshalve of op aanvraag als categoriale bijzondere bijstand verleend.

  • 3.

    Voor de toepassing van deze regeling wordt het vermogen zoals beschreven in artikel 34 van de wet niet in aanmerking genomen.

  • 4.

    Er bestaat geen recht op een eenmalige energietoeslag 2023 van de gemeente Weert als het huishouden eerder de eenmalige energietoeslag 2023 heeft ontvangen in een andere gemeente.

  • 5.

    Een huishouden heeft een laag inkomen als op datum aanvraag het in aanmerking te nemen inkomen in de referteperiode niet hoger is dan 120% van de toepasselijke bijstandsnorm, inclusief vakantietoeslag.

  • 6.

    Bij wisselende inkomsten wordt voor de bepaling van het inkomen uitgegaan van het inkomen over de referteperiode én de twee (2) daaraan voorafgaande kalendermaanden.

  • 7.

    Bij de bepaling van het inkomen wordt in de volgende situaties uitgegaan van het feitelijk besteedbaar inkomen:

    • Huishoudens opgenomen in de Wet schuldsanering natuurlijke personen;

    • Huishoudens die toegelaten zijn tot de gemeentelijke schuldhulpverlening waarvan de schuldregelingsovereenkomst getekend is;

    • Huishoudens met een beslaglegging op het inkomen.

  • 8.

    Tot een huishouden wordt niet gerekend de persoon die op de peildatum:

    • a.

      in een inrichting verblijft als bedoeld in artikel 1 aanhef en onderdeel f van de wet, mits de inrichting voorziet in de energiekosten en deze energiekosten niet in rekening brengt bij de bewoners;

    • b.

      jonger dan 21 jaar en geen zelfstandige woonruimte bewoont; of

    • c.

      in aanmerking komt voor studiefinanciering als bedoeld in artikel 3.1, eerste of tweede lid, van de Wet studiefinanciering 2000; of

    • d.

      is ingeschreven in de Basisregistratie Personen als ingezetene met enkel een briefadres.

Artikel 3. Ambtshalve toekenning

  • 1.

    Huishoudens die voldoen aan de doelgroepomschrijving van artikel 2, en op de datum van inwerkingtreding van deze beleidsregel:

    • a.

      algemene bijstand ontvangen; of

    • b.

      een uitkering levensonderhoud ontvangen op grond van de inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en de inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en Besluit Bijstandsverlening Zelfstandigen (Bbz 2004); of

    • c.

      periodieke bijzondere bijstand op de peildatum ontvangen; of

    • d.

      incidentele bijzondere bijstand heeft ontvangen in de periode vanaf 1 augustus 2023 tot 1 november 2023.

    • e.

      de algemene bijstand ontvangen van de Sociale Verzekeringsbank op grond van artikel 47a van de wet;

  • ontvangen de eenmalige energietoeslag 2023 ambtshalve.

  • 2.

    Huishoudens die de eenmalige energietoeslag 2022 hebben ontvangen waarbij er in 2023 voldaan moet worden aan artikel 2 van deze beleidsregel.

Artikel 4. Aanvraag

  • 1.

    Huishoudens die niet in aanmerking komen voor een ambtshalve toekenning van de energietoeslag 2023 kunnen vanaf 1 december 2023 een aanvraag indienen met gebruikmaking van het (digitale) aanvraagformulier.

  • 2.

    Een aanvraag voor de eenmalige energietoeslag 2023 kan worden ingediend tot 1 juni 2024.

Artikel 5. Hardheidsclausule

Als de aanvrager niet in aanmerking komt voor een eenmalige energietoeslag 2023 kan het college, gelet op alle omstandigheden, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregel alsnog in aanmerking komt voor een eenmalige energietoeslag, indien dringende redenen hiertoe noodzaken.

Artikel 6. Inwerkingtreding, looptijd en toepassingsbereik

  • 1.

    Deze Beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na publicatie.

  • 2.

    Deze Beleidsregel vervalt per 1 september 2024.

Artikel 7. Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als Beleidsregel Eenmalige energietoeslag gemeente Weert 2023.

Aldus vastgesteld op 7 november 2023.

Burgemeester en wethouders van Weert,

A.M.A. Vrijenhoek

gemeentesecretaris

R.J.H. Vlecken

burgemeester

Toelichting

De beleidsregel eenmalige energietoeslag 2023 staat niet op zich zelf, maar is gebaseerd op artikel 35 van de Participatiewet. Dit betekent dat wie niet aan de voorwaarden van de wet voldoet, bijvoorbeeld omdat die persoon op de peildatum geen rechthebbende is of omdat een uitsluitingsgrond geldt, geen aanspraak kan maken op de energietoeslag. Soms kan dat een hardheid inhouden. Daar voorziet artikel 5 in.

 

In artikel 2 wordt de doelgroep nader omschreven. Met vermogen wordt geen rekening gehouden. Voor het begrip ‘inkomen’ en ‘peilmaand is aansluiting gezocht bij het beleid dat daarvoor al in de gemeente geldt in de eigen beleidsregels bijzondere bijstand. Daar voorziet artikel 1 in.

 

Een ambtshalve toekenning is mogelijk als vaststaat dat de persoon op de peildatum recht heeft. Dit kan worden aangenomen bij huishoudens die in aanmerking kwamen voor een energietoeslag 2022 en volgens de toets op inkomen (120% in 2023) door het Inlichtingbureau ook voor de energietoeslag 2023 in aanmerking komen, die algemene bijstand ontvangen of een uitkering IOAW, IOAZ en Bbz. Daar kan de gemeente andere groepen aan toe voegen, bijvoorbeeld personen die periodiek bijzondere bijstand ontvangen of een bijdrage op grond van gemeentelijke minimaregeling. Of dat mogelijk is zal afhangen van de vraag of de aanwezige gegevens voldoende zijn om vast te stellen dat zij op voorhand ook zullen voldoen aan de doelgroepomschrijving van artikel 2 en andere voorwaarden uit de Participatiewet.

 

Er zijn situaties denkbaar waarbij de aanvrager op de peildatum weliswaar niet voldeed aan de voorwaarden voor de energietoeslag, maar de (enige) uitsluitingsgrond slechts van korte duur was. De gemeente kan overwegen om in dergelijke situaties een toets op hardheid van de voorgenomen afwijzing uit te voeren (zie artikel 5) en hier zo nodig ook beleidsuitgangspunten voor te formuleren. De hardheidsclausule artikel 16 van de Participatiewet voorziet hier niet in.