Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Berg en Dal

Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders Berg en Dal 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBerg en Dal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRegeling rechtspositie burgemeester en wethouders Berg en Dal 2023
CiteertitelRegeling rechtspositie burgemeester en wethouders Berg en Dal 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 44 van de Gemeentewet
  2. artikel 66 van de Gemeentewet
  3. artikel 3.2.9 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  4. artikel 3.3.2 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  5. artikel 3.3.3 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-11-2023nieuwe regeling

31-10-2023

gmb-2023-489333

Tekst van de regeling

Intitulé

Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders Berg en Dal 2023

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Berg en Dal,

 

gelet op de artikelen 44 en 66 van de Gemeentewet en de artikelen 3.2.9, 3.3.2 en 3.3.3 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

 

overwegende dat de Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders Berg en Dal moet aansluiten bij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers;

 

besluit

 

vast te stellen de volgende regeling:

 

Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders Berg en Dal 2023

Artikel 1. Definitiebepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    college: college van burgemeester en wethouders.

  • b.

    burgemeester: voorzitter van het college van burgemeester en wethouders.

  • c.

    secretaris: de secretaris bedoeld in artikel 102 van de Gemeentewet.

  • d.

    wethouder: lid van het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2. Reis- en verblijfkosten

De burgemeester en de wethouders hebben ten laste van de gemeente aanspraak op vergoeding:

  • 1.

    Voor woon-werkverkeer en voor reizen, gemaakt voor de uitoefening van het ambt, worden of wordt aan de burgemeester of wethouder vergoed:

    • a.

      de kosten voor het gebruik van openbaar vervoer;

    • b.

      bij gebruik van een eigen vervoermiddel het maximumbedrag dat door een werkgever onbelast per afgelegde kilometer aan een werknemer kan worden verstrekt.

    • c.

      bij gebruik van een eigen auto kan de burgemeester, op zijn verzoek, een vaste vergoeding worden toegekend voor reizen gemaakt voor de uitoefening van het ambt binnen de gemeente in plaats van op declaratiebasis.

  • 2.

    Voor woon-werkverkeer en voor reizen, gemaakt voor de uitoefening van het ambt, worden aan de burgemeester of wethouder bij het gebruik van een eigen vervoermiddel tevens de parkeer- of stallingskosten, veerkosten en tolkosten vergoed.

  • 3.

    Boetes en naheffingsaanslagen voor parkeren worden niet vergoed.

  • 4.

    Indien de burgemeester of de wethouder een functionele beperking heeft, kan incidenteel voor woon-werkverkeer en voor reizen, gemaakt voor de uitoefening van het ambt, een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening worden vergoed of ter beschikking worden gesteld.

  • 5.

    Aan de burgemeester of wethouder wordt vergoeding van kosten van woon-werkverkeer uitsluitend toegekend:

    • a.

      indien hij in de basisregistratie personen is ingeschreven op een woonadres binnen de gemeente, waarin hij is benoemd, of

    • b.

      indien hij nog niet in de basisregistratie personen is ingeschreven op een woonadres binnen de gemeente, waarin hij is benoemd, voor zolang hem ontheffing is verleend van de verplichting om zijn werkelijke woonplaats in de gemeente te hebben.

  • 6.

    De noodzakelijkerwijs en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfskosten die de burgemeester of de wethouder maakt in verband met dienstreizen, gemaakt voor de uitoefening van het ambt, worden ten laste van de gemeente vergoed.

Artikel 3. Buitenlandse dienstreis

  • 1.

    Als de burgemeester of wethouder in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maken, worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reis- en verblijfkosten op declaratiebasis vergoed.

  • 2.

    Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, niet zijnde een reis naar een Europese instelling, is vooraf toestemming van het college vereist. De gemeenteraad wordt door het collegeschriftelijk in kennis gesteld van de reis.

Artikel 4. Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing

  • 1.

    De burgemeester of wethouder die willen deelnemen aan niet-partijpolitieke georiënteerde scholing als bedoeld in artikel 3.3.3. van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers in verband met de vervulling van hun functie dienen daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de secretaris.

  • 2.

    Deze aanvragen gaan vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3.

    Het college beslist op de aanvraag op basis van de overgelegde stukken, rekening houdend met het advies van de secretaris en P&O.

Artikel 5. Informatie- en communicatievoorzieningen

  • 1.

    Aan de burgemeester of de wethouder worden voor de duur van de uitoefening van de functie informatie- en communicatiemiddelen ter beschikking gesteld.

  • 2.

    De burgemeester of wethouder tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de functie ICT-middelen ter beschikking worden gesteld, zoals een laptop en mobiele telefoon.

  • 3.

    Na beëindiging van de functie van de burgemeester of wethouder is overname van de ter beschikking gestelde ICT-middelen onder voorwaarden mogelijk:

    • a.

      de gemeente bereid is het ICT-middel af te stoten;

    • b.

      het ICT-middel door de gemeente is geschoond met speciale software; en

    • c.

      de burgemeester of wethouder de gemeente de resterende waarde in het economische verkeer van het ICT-middel betaalt.

Artikel 6. Betaling en declaratie van onkosten

  • 1.

    Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de

    Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze regeling voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:

    • a.

      betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur, of

    • b.

      betaling vooruit uit eigen middelen.

  • 2.

    Een aanvraag om een vergoeding van onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken.

  • 3.

    Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden uiterlijk 3 maanden na factuurdatum of betaling door de burgemeester of wethouder ingediend bij de secretaris of een daartoe aangewezen ambtenaar. Onkosten gemaakt in de maand december, worden uiterlijk in de maand januari in het volgend jaar ingediend.

  • 4.

    Voor zover van toepassing draagt de gemeente er zorg voor dat de betaling aan de burgemeester of de wethouder, wanneer ingediend voor het 1e van de maand, binnen 1 maand na het indienen van de aanvraag wordt overgemaakt.

Artikel 7. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie van het Gemeenteblad waarin deze regeling wordt geplaatst.

Artikel 8. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders Berg en Dal 2023.

Vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Berg en Dal, 31 oktober 2023,

De secretaris,

dhr. E.W.J. van der Velde

De burgemeester,

dhr. M. Slinkman