Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zeist

Subsidieregeling leges duurzaamheidsmaatregelen Zeist 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZeist
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling leges duurzaamheidsmaatregelen Zeist 2024
CiteertitelSubsidieregeling leges duurzaamheidsmaatregelen Zeist 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Staatsblad 2020, 262

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

07-11-2023

gmb-2023-489299

23RV069

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling leges duurzaamheidsmaatregelen Zeist 2024

Behoort bij raadsvoorstel Nr. 23RV069

 

De raad van de gemeente Zeist;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 oktober 2023;

 

Gelet op Staatsblad 2020, 262:

 

BESLUIT:

 

  • 1.

    Het vaststellen van de nieuwe “Subsidieregeling leges duurzaamheidsmaatregelen Zeist 2024”, met 1 januari 2024 als datum van inwerkingtreding.

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a)

    BENG: Voor alle nieuwbouw, zowel woningbouw als utiliteitsbouw, geldt dat aanvragen van de omgevingsvergunning vanaf 1 januari 2021 moeten voldoen aan de eisen voor Bijna Energie Neutrale Gebouwen;

  • b)

    Beschermd dorpsgezicht: een gebied in een dorp met een bijzonder cultuurhistorisch karakter. De bescherming is bedoeld om de cultuurhistorische identiteit van een gebied te behouden en in te zetten bij ontwikkelingen.

  • c)

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeist.

  • d)

    Duurzame instandhouding monumenten: Het behoud en beheer van beschermde monumenten op een manier die de erfgoedwaarde en de historische betekenis ervan behoudt, terwijl tegelijkertijd rekening wordt gehouden met duurzaamheidsprincipes. Het is een benadering die streeft naar het evenwicht tussen het behoud van het erfgoed voor toekomstige generaties en het minimaliseren van negatieve milieueffecten. Zie ook bijlage 3.

  • e)

    Eigenaar: degene die volgens de informatie in de Basisregistratie Kadaster (BRK) het genot heeft van de onroerende zaak/monument/utiliteit op basis van eigendom of beperkt zakelijk recht.

  • f)

    Energieleverend: Woningen die op jaarbasis meer duurzame energie opwekken dan als ze verbruiken. Dit betekent dat er meer duurzame energie wordt opgewekt dan nodig is om te voldoen aan de eisen van een Nul-Op-deMeter woning (NOM, zie bijlage 2).

  • g)

    Groen erfgoed: de verzamelnaam voor historische groene zaken zoals tuinen, parken, woonwijken, verdedigingswerken, begraafplaatsen, buitenplaatsen en landgoederen. Cultuurlandschappen met door de mens beïnvloed groen zoals (hakhout-)bossen en houtwallen vallen ook onder de noemer Groen erfgoed.

  • h)

    Grondgebonden zonnepanelen: ook wel bekend als grond- of veldopstellingen, verwijzen naar een specifieke opstelling van zonnepanelen die op de grond worden geplaatst in plaats van op het dak van een gebouw.

  • i)

    Leges: rechten die op grond van de Legesverordening Zeistin rekening worden gebracht voor het in behandeling nemen van aanvragen omgevingsvergunningen.

  • j)

    Monument: Een onroerende zaak die met toepassing van de Erfgoedwet of de Erfgoedverordening van de gemeente wordt beschermd door de rijksoverheid en/of gemeente.

  • k)

    MPG eis: De MilieuPrestatie Gebouwen is een belangrijke maatstaf voor de duurzaamheid van een gebouw. Hoe lager de MPG, hoe duurzamer het materiaalgebruik. De milieuprestatie van materialen van gebouwen zal een steeds belangrijkere factor worden in de totale milieubelasting van een gebouw. De MPG is een objectief hulpmiddel in het ontwerpproces en het kan gebruikt worden in een Programma van Eisen om het resultaat van een ontwerpproces vast te leggen.

  • l)

    Raad: de gemeenteraad van de gemeente Zeist.

Artikel 2. Algemene subsidieregeling

De ‘Algemene subsidie verordening Zeist 2015’ is op deze regeling van toepassing.

 

Hoofdstuk 2. Subsidie

Artikel 3. Doel

Het doel van deze regeling is het stimuleren van vergunningsplichtige duurzaamheidsmaatregelen, in lijn met het duurzaamheidsprogramma van de gemeente:

 

  • 1.

    de energievraag te verlagen, dan wel de CO2-uitstoot te verminderen;

  • 2.

    de gebouwde omgeving klimaatbestendiger te maken.

  • 3.

    vergunningsplichtige duurzaamheidsmaatregelen te stimuleren.

Artikel 4. Bevoegdheid college

Het college is bevoegd de subsidieaanvragen te beoordelen en hierover te besluiten op basis van deze regeling. Daarbij is het college bevoegd om subsidievoorwaarden aan te passen.

Artikel 5. Doelgroep

Subsidie kan worden verleend c.q. verstrekt aan de genothebbende krachtens eigendom of beperkt zakelijk recht, of een vertegenwoordiging in rechte van een vereniging van eigenaren (VVE), van een onroerende zaak waarvoor de in Artikel 6, lid 1 opgenomen maatregelen van toepassing zijn.

Artikel 6. Subsidiabele maatregelen

  • 1.

    Het verlenen van subsidie vindt plaats voor de hieronder genoemde maatregelen, onder de in artikel 8 genoemde specificaties en voor de aldaar genoemde percentages en maximale bedragen:

    • a.

      Vergunningsplichtige verduurzaming bestaande bouw niet zijnde een monument. Meer specifiek: het aanbrengen van buitenzijde isolatie of het plaatsen van installaties tbv zonnepanelen, warmtepompen en/of ventilatie;

    • b.

      Een energieleverende nieuwbouwwoning met een aanscherping van de MPG-eis met minimaal 10%;

    • c.

      Energieneutrale utiliteitsbouw én aanscherping MPG-eis van minimaal 10% op gebouwniveau;

    • d.

      Investeringen in duurzame instandhouding monumenten, uitgezonderd het aanbrengen van installaties als bedoeld onder e;

    • e.

      Installaties voor het opwekken van (hernieuwbare) of het besparen van energie zoals zonnepanelen, warmtepompen of zonnecollectoren op of bij een monument of in een van rijkswege aangewezen beschermd dorpsgezicht;

    • f.

      Oprichten van max 50m2 (totaal paneel oppervlakte) aan zelfstandige, grondgebonden zonnepanelen.

  • 2.

    De subsidie die kan worden verleend c.q. verstrekt geldt per aanvraag omgevingsvergunning waarin of waaronder een of meer van de in lid 1 opgenomen maatregelen zijn opgenomen of begrepen.

    • a.

      In geval van bestaande bouw, waaronder begrepen monumenten, wordt de subsidie verleend per adres/object waarop de aanvraag omgevingsvergunning betrekking heeft, met dien verstande dat de subsidie voor de maatregelen als bedoeld in artikel 6, lid 1, sub a, d, e en f tezamen nooit meer dan €15.000,00- per adres/object kan belopen.

    • b.

      In geval van nieuwbouw wordt per eigenaar maximaal eenmaal per aanvraag omgevingsvergunning subsidie verleend, met dien verstande dat de subsidie voor de maatregelen als bedoeld in artikel 6, lid 1, sub b en c tezamen nooit meer dan € 15.000,00 per aanvraag omgevingsvergunning kan belopen.

Artikel 7. Subsidieplafond

  • 1.

    Het subsidieplafond wordt door het college vastgesteld.

  • 2.

    Aanvragen worden op volgorde van binnenkomst in behandeling genomen.

  • 3.

    Als het subsidieplafond bereikt is, worden alle volgende aanvragen afgewezen.

  • 4.

    Voor het bepalen van de volgorde van binnenkomst wordt een aanvraag pas geacht binnengekomen te zijn als deze volledig is.

Artikel 8. Hoogte van de subsidie

  • 1.

    Bij vergunningsplichtige verduurzaming bestaande bouw als bedoeld in artikel 6, lid 1, sub a geldt een teruggave van 50% van de betaalde leges die in rekening zijn gebracht voor de verduurzaming. Voor de subsidieregeling dient aangetoond te worden dat minimaal 50% van de leges direct wordt veroorzaakt door gebouwgebonden investeringen die bijdragen aan het beperken van de energievraag van het gebouw of zorgen voor meer opwek van duurzame energie. Het maximale subsidiebedrag per adres/object waarop de aanvraag omgevingsvergunning betrekking heeft is € 2.000,00. Het maximale subsidiebedrag per eigenaar is € 15.000,00 per kalenderjaar.

  • 2.

    Bij het realiseren van een energieleverende woning welke voldoet aan de aanscherping van 10% of meer van de MPG-eis, of energieneutrale utiliteitsbouw welke voldoet aan de aanscherping van 10% of meer van de MPG-eis, als bedoeld in artikel 6, lid 1, sub b en c, geldt een subsidie van 15% van de hiervoor betaalde leges. Het maximale subsidiebedrag per woning is € 2.000,00 en voor utiliteitsbouw €15.000,00. Het maximale subsidiebedrag per eigenaar per aanvraag omgevingsvergunning is € 15.000,00 per kalenderjaar.

  • 3.

    Voor duurzame instandhouding van rijksmonumenten en van rijkswege aangewezen beschermd dorpsgezicht als bedoeld in artikel 6, lid 1, sub d geldt een subsidie van 50% van de betaalde leges, met dien verstande dat voor gemeentelijke monumenten een subsidie geldt van 100% van de betaalde leges. Het maximale subsidiebedrag per adres/object waarop de aanvraag omgevingsvergunning betrekking heeft is € 15.000,00 per tien (10) kalenderjaren.

  • 4.

    Bij de aanvraag van installaties als bedoeld in artikel 6, lid 1, sub e op of bij een monument of in een van rijkswege aangewezen beschermd dorpsgezicht wordt er een subsidie gegeven van 50% van de betaalde leges. Het maximale subsidiebedrag per adres/object waarop de aanvraag omgevingsvergunning betrekking heeft is € 2000,00 per tien (10) kalenderjaren.

  • 5.

    Een subsidiebedrag van 50% van de betaalde leges voor de aanvraag van maximaal 50m2 aan grondgebonden zonnepanelen als bedoeld in artikel 6, lid 1, sub f. Het maximale subsidiebedrag per bij vergunning op te richten installatie van zelfstandige grondgebonden zonnepanelen is € 2.000,00 per perceel, per tien (10) kalenderjaren.

Artikel 9. Subsidievereisten

Om voor subsidie in aanmerking te komen moet worden voldaan aan de volgende eis:

De maatregel(en) waarvoor de subsidie wordt aangevraagd maken deel uit van een aanvraag omgevingsvergunning waarvoor door de aanvrager leges verschuldigd zijn op grond van de van toepassing zijnde legesverordening van de gemeente, terwijl die verschuldigde leges ook daadwerkelijk zijn betaald door de aanvrager.

Hoofdstuk 3. Procedure van aanvragen, verlenen en vaststellen van de subsidie Artikel 10. Aanvraag- en afhandelingsprocedure

 

  • 1.

    Het beoordelen van complete subsidieaanvragen gebeurt op volgorde van binnenkomst. Het tijdstip van binnenkomst wordt bepaald door het moment waarop de subsidieaanvraag volledig is ingediend.

  • 2.

    De aanvrager vraagt subsidie door de procedure te volgen welke beschreven staat in het begeleidend schrijven van de verleende vergunning. In de meeste gevallen zijn de aangeleverde documenten voor de vergunning afdoende voor het toekennen van de subsidie.

  • 3.

    De aanvrager krijgt na ontvangst van de subsidieaanvraag een bevestiging van de aanvraag, waarin de ontvangstdatum is vermeld. Hierin staat vermeld of de aanvraag volledig is of binnen een gestelde termijn van 4 weken moet worden aangevuld.

  • 4.

    De aanvrager ontvangt op basis van de aanvraag binnen acht weken na de datum van ontvangst van de complete aanvraag een besluit op de aanvraag. Dit besluit kan eenmaal met vier weken worden uitgesteld.

  • 5.

    Als het verzoek tot vaststelling volledig met de door de gemeente optionele op te vragen bewijslast is ontvangen, volgt een besluit tot subsidievaststelling en uitbetaling. Dit besluit wordt binnen acht weken genomen met de mogelijkheid eenmaal te verdagen met vier weken. Indien het verzoek tot vaststelling niet volledig is, dan krijgt de aanvrager 4 weken de tijd om het aan te vullen.

  • 6.

    Een door de gemeente aangestelde inspecteur wordt op zijn verzoek in de gelegenheid gesteld de uitgevoerde werkzaamheden ter plaatse te inspecteren.

Artikel 11. Weigeringsgronden

Een subsidieaanvraag wordt geweigerd:

  • 1.

    wanneer voor dezelfde onroerende zaak in het jaar van de subsidieaanvraag een subsidieaanvraag is aangevraagd en toegekend en hierbij het maximum toe te kennen bedrag als bedoeld in artikel 8 is bereikt;

  • 2.

    als uit de aanvraag blijkt dat niet wordt voldaan aan de eisen als bedoeld in deze regeling;

  • 3.

    als het in artikel 7 genoemde subsidieplafond is bereikt.

Hoofdstuk 4. Overige en slotbepalingen Artikel 12. Hardheidsclausule

 

Het college kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover de toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 13. Datum inwerkingtreding en vervaldatum

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2024.

  • 2.

    Deze regeling loopt voor onbepaalde tijd.

  • 3.

    De regeling blijft van toepassing op de afwikkeling van subsidies die op grond van deze regeling zijn aangevraagd.

Artikel 14. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: ‘Subsidieregeling leges duurzaamheidsmaatregelen Zeist 2024’.

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 7 november 2023

De raad voornoemd,

mr. J. Janssen, griffier

drs. J.J.L.M. Janssen, voorzitter

Toelichting  

 

Deze subsidieregeling is bedoeld om het verduurzamen van bouwinitiatieven te bevorderen door daar een financiële prikkel tegenover te stellen. Het is een vervanging van de Groene Leges uit de Legesverordening 2023. Door subsidie te verstrekken ter compensatie van de verschuldigde leges als het initiatief op duurzame wijze is gerealiseerd wordt een impuls gegeven aan een hoger duurzaamheidsniveau in Zeist.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 6 lid 1 sub c

Aanscherping MPG-eis utiliteit geldt alleen voor kantoren. Voor overige utiliteitsbouw is de aanscherping MPG-eis niet van toepassing.

 

Artikel 8

De subsidieregeling is bedoeld voor het verduurzamen van bestaande particuliere woningen, utiliteitsgebouwen en kleinschalige nieuwbouwprojecten. Daarnaast kunnen eigenaren (zie begripsbepaling) die hun monument willen verduurzamen, gebruik maken van de subsidie. Ook andere rechtspersonen, zoals Vve’s, corporaties, verenigingen, (denk aan sport- en buurtverenigingen) en kerkeigenaren, kunnen aanspraak doen op de subsidie. Een eigenaar kan voor verschillende monumenten losse subsidieaanvragen doen, waarbij er voor elk monument een maximumbedrag van €15.000,- kan worden uitgekeerd. Voor nieuwbouw kan er per eigenaar een maximumbedrag van €15.000 worden uitgekeerd. Ofwel het is mogelijk om 100 nieuwbouwwoningen mee te nemen in één of meerdere subsidieaanvragen, maar het totaal uit te keren bedrag zal altijd gelimiteerd blijven tot €15.000,-.

 

De hoogte van de leges wordt vastgesteld op grond van de Legesverordening Zeist.

 

Artikel 8 lid 1

Denk aan maatregelen als het aanbrengen van isolatie aan de buitenzijde of het kunnen plaatsen van glas met een hogere isolatiewaarde. Maar ook het plaatsen van installaties, ten behoeve van zonnepanelen of plaatsing van warmtepompen en/of ventilatie. Hier wordt er gekeken naar de kosten van de aanpassingen, die sterk variëren per gebouw. Dit is vooral afhankelijk van de grootte/oppervlakte van de aanpassingen. Uitgangspunt voor de subsidie is dat de leges voor 50% worden vergoed. Voor de toekenning van de subsidie, dient aangetoond te worden, dat minimaal 50% van de leges direct wordt veroorzaakt door investeringen die bijdragen aan het beperken van de energievraag van het gebouw of zorgen voor meer opwek van duurzame energie.

 

Artikel 8 lid 2

Bij nieuwbouw zetten we als gemeente Zeist in op energieleverende woningen en energieneutrale utiliteitsbouw. Dit kan aangetoond worden met de BENG-berekening, die al wettelijk verplicht is. Ook tonen we ambitie op het gebied van circulariteit. Dit wordt geverifieerd op basis van de MilieuPrestatie Gebouwen (MPG) eis. De MPG geeft aan wat de milieubelasting is van de materialen die in een gebouw worden toegepast. Hoe lager de MPG van een gebouw, hoe duurzamer het materiaalgebruik, hoe beter dat is voor het milieu. De norm wordt bepaald vanuit het rijk. Voor woningbouw ligt de norm in 2023 op 0,8. Wanneer er wordt gestreefd naar een verbetering van 10% of meer, ofwel een MPG van 0,72 of lager, komt de maatregel in aanmerking voor subsidie.

 

Artikel 8 lid 3 en 4

Voor het bepalen of er sprake is van duurzame instandhouding worden de subsidievereisten van het Rijk van de Subsidieregeling Instandhouding Monumenten toegepast (zie bijlage 3). De financiële tegemoetkoming voor beschermde monumenten is niet langer meer alleen gekoppeld aan ‘energiebesparende en energieopwekkende’ duurzaamheidmaatregelen, maar de levensduur van het monument speelt in deze subsidieregeling ook een rol. Dit heeft twee voordelen: de subsidiebeoordeling is minder ingewikkeld de monumenteigenaar krijgt hiermee een extra stimulans om het monument op een duurzame wijze in stand te houden. Bovendien komt ‘groen erfgoed’ ook in aanmerking voor subsidie wanneer er vergunningen nodig zijn voor klimaatadaptieve maatregelen. Het verschil tussen een rijks- en gemeentelijk monument is gemaakt omdat er voor rijksmonumenten vanuit de landelijke overheid meer stimuleringsregelingen voor handen zijn.

 

Artikel 10

Als onderdeel van de vergunningaanvraag wordt getoetst of er voldaan wordt aan de voorwaarden duurzame instandhouding monument, energieleverende/neutrale nieuwbouw, grondgebonden zonnepanelen en de eisen op het gebied van circulariteit. Een vergunningverlening is in de meeste gevallen voldoende voor het in aanmerking komen van deze subsidie. Er kunnen nadere eisen of voorschriften verbonden worden aan de subsidieverstrekking. De beoordeling of een maatregel subsidieerbaar is, ligt bij de adviseurs energie, duurzaamheid en monumenten.

 

Artikel 13

De subsidieregeling geldt vanaf 1 januari 2024 voor onbepaalde tijd.