Organisatie | Hulst |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2024 |
Citeertitel | Verordening parkeerbelastingen 2024 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
Deze regeling vervangt de Verordening parkeerbelastingen 2023.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-11-2023 | nieuwe regeling | 09-11-2023 | 631241 |
De raad van de gemeente Hulst;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 oktober 2023;
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 225 van de Gemeentewet en de van kracht zijnde Parkeerverordening;
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2024
inclusief bijbehorende tarieventabel parkeerbelastingen 2024
Voor de toepassing van deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, als deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het motorvoertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.
Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, in de loop van het jaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Vrijgesteld van de belastingplicht als bedoeld in artikel 2, eerste lid, zijn motorvoertuigen die van een geldige gehandicaptenparkeerkaart zijn voorzien en die op een algemene gehandicapten-parkeerplaats geparkeerd staan, mits de gehandicaptenparkeerkaart op een van buitenaf duidelijk leesbare plaats achter de voorruit van het motorvoertuig is aangebracht.
Artikel 8 Termijnen van betaling
In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een mobiele telefoon of ander communicatiemiddel inloggen op de centrale computer.
Artikel 9 Bevoegdheid tot het aanwijzen van betaald parkeren
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.
De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 76,70.
Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel
De “Verordening parkeerbelastingen 2023” inclusief bijbehorende tarieventabel parkeerbelastingen 2023, zoals vastgesteld bij het besluit van 10 november 2022, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Dit besluit werd genomen in de raadsvergadering van 9 november 2023.
met … stemmen vóór en … stemmen tegen.
De gemeenteraad van de gemeente Hulst
De Griffier
De Raadsvoorzitter
Bijlage 1 Tarieventabel verordening parkeerbelastingen 2024
Het tarief voor het parkeren als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedraagt:
Ter zake van de daartoe aangewezen plaatsen en tijdstippen in Tabel A en B van bijlage 1 van het van kracht zijnde “Aanwijzingsbesluit betaald parkeren”, zoals vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders ingevolge artikel 8 van de van kracht zijnde Verordening parkeerbelastingen en de van kracht zijnde Parkeerverordening:
Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt:
voor een vergunning verleend aan de eigenaar of de houder van een motorvoertuig als bedoeld in artikel 3, lid 3, onder a, van de van kracht zijnde Parkeerverordening, betreffende de daartoe aangewezen plaatsen in Tabel A van bijlage 2 van het van kracht zijnde “Aanwijzingsbesluit betaald parkeren”, zoals vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders ingevolge artikel 8 van de van kracht zijnde Verordening parkeerbelastingen en de van kracht zijnde Parkeerverordening, met uitzondering van de invalidenparkeerplaatsen en de belanghebbendenplaatsen, per kalenderjaar (Bewonersvergunning) € 40,00
voor een vergunning verleend aan de eigenaar of de houder van een motorvoertuig als bedoeld in artikel 3, lid 3, onder b, van de van kracht zijnde Parkeerverordening, betreffende de daartoe aangewezen plaatsen in Tabel A van bijlage 2 van het van kracht zijnde “Aanwijzingsbesluit betaald parkeren”, zoals vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders ingevolge artikel 8 van de van kracht zijnde Verordening parkeerbelastingen en de van kracht zijnde Parkeerverordening, met uitzondering van de invalidenparkeerplaatsen en de belanghebbendenplaatsen, per kalenderjaar per klasse van: (Bedrijfsvergunning)
van 1 t/m 5 vergunningen per stuk: € 120,00
van 6 t/m 10 vergunningen per stuk: € 130,00
voor een vergunning verleend aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig als bedoeld in artikel 3, lid 3, onder c, van de van kracht zijnde Parkeerverordening, betreffende de daartoe aangewezen plaatsen in Tabel A van bijlage 2 van het van kracht zijnde “Aanwijzingsbesluit betaald parkeren”, zoals vastgesteld door het college Burgemeester en Wethouders ingevolge artikel 8 van de van kracht zijnde Verordening parkeerbelastingen en de van kracht zijnde Parkeerverordening, met uitzondering van de invalidenparkeerplaatsen en de belanghebbendenplaatsen, per kalenderjaar (Marktkoopmanvergunning) € 10,00
voor een vergunning verleend aan de eigenaar of de houder van een motorvoertuig als bedoeld in artikel 3, lid 3, onder d, van de van kracht zijnde Parkeerverordening, betreffende de daartoe aangewezen plaatsen in Tabel A van bijlage 2 van het van kracht zijnde “Aanwijzingsbesluit betaald parkeren”, zoals vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders ingevolge artikel 8 van de van kracht zijnde Verordening parkeerbelastingen en de van kracht zijnde Parkeerverordening, met uitzondering van de invalidenparkeerplaatsen en de belanghebbendenplaatsen, per jaar op het moment van aanvraag (Parkeerschijfvergunning) € 40,00
voor een kraskaartvergunning als bedoeld in artikel 3, lid 3, onder e van de van krachtzijnde Parkeerverordening, betreffende de daartoe aangewezen plaatsen in Tabel A van bijlage 2 van het van kracht zijnde “Aanwijzingsbesluit betaald parkeren”, zoals vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders ingevolge artikel 8 van de van kracht zijnde Verordening parkeerbelastingen en de van kracht zijnde Parkeerverordening, met uitzondering van de invalidenparkeerplaatsen en de belanghebbendenplaatsen, per dagdeel (Kraskaartvergunning) € 2,50
voor een vergunning verleend aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig als bedoeld in artikel 3, lid 3, onder f, van de van kracht zijnde Parkeerverordening, betreffende de daartoe aangewezen plaatsen in artikel 4 en Tabel B van bijlage 2 van het van kracht zijnde “Aanwijzingsbesluit betaald parkeren”, zoals vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders ingevolge artikel 8 van de van kracht zijnde Verordening parkeerbelastingen en de van kracht zijnde Parkeerverordening, met uitzondering van de invalidenparkeerplaatsen en de belanghebbendenplaatsen, per kalenderjaar (Medewerkersvergunning) € 80,00
voor een vergunning verleend aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig voor het parkeren op een voor de bewoner gereserveerde plaats, alléén indien daartoe eerder – voor 1 januari 2020 - op basis van artikel 3, lid 4 van de van kracht zijnde Parkeerverordening een vergunning is verstrekt (Vergunninghoudersparkeerplaats) € 40,00
voor een dagkaart verleend aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig als bedoeld in artikel 3, lid 3, onder g, van de van kracht zijnde Parkeerverordening, betreffende de daartoe aangewezen plaatsen in artikel 4 en Tabel B van bijlage 2 van het van kracht zijnde “Aanwijzingsbesluit betaald parkeren”, zoals vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders ingevolge artikel 8 van de van kracht zijnde Verordening parkeerbelastingen en de van kracht zijnde Parkeerverordening, met uitzondering van de invalidenparkeerplaatsen en de belanghebbendenplaatsen, per dag (Dagkaart) € 5,00
In het geval een parkeervergunning als bedoeld in de artikelen 1 (Bewonersvergunning), 2 (Bedrijfsvergunning) of 6 (Medewerkersvergunning) van deze tarieventabel wordt verleend op 1 juli of op een andere dag in de maanden juli tot en met december, bedraagt het tarief van deze vergunning 50% van het voor die vergunning geldende tarief.