Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Tynaarlo

Verordening rekenkamer gemeente Tynaarlo 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTynaarlo
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening rekenkamer gemeente Tynaarlo 2023
Citeertitel
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

31-10-2023Verordening Rekenkamer 2023

31-10-2023

gmb-2023-488828

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening rekenkamer gemeente Tynaarlo 2023

 

 

De raad van de gemeente Tynaarlo;

gelezen het voorstel van het presidium d.d. 17 oktober 2023

gelet op artikel 81a en 149 van de Gemeentewet;

 

besluit : vast te stellen de

Verordening rekenkamer gemeente Tynaarlo 2023

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Gemeentewet;

  • b.

    voorzitter: voorzitter van de rekenkamer;

  • c.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • d.

    rekenkamer: de rekenkamer van de gemeente Tynaarlo

  • e.

    lid: rekenkamerlid.

Artikel 2 Rekenkamer

  • 1.

    Er is een rekenkamer die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als de rekenkamer gemeente Tynaarlo (RKT).

  • 2.

    De rekenkamer bestaat uit drie leden, waaronder een voorzitter.

  • 3.

    De rekenkamer heeft tot taak onderzoek te doen als bedoeld in artikel 182 van de wet.

Artikel 3 Klankbordgroep

  • 1.

    Er is een klankbordgroep voor de rekenkamer;

  • 2.

    De klankbordgroep bestaat uit maximaal één raadslid per fractie.

  • 3.

    De klankbordgroep onderhoudt het contact met de rekenkamer over onder andere de voortgang van de onderzoeken, de afstemming tussen college, ambtelijke organisatie en rekenkamer en de onderwerpselectie.

Artikel 4 Benoeming en herbenoeming leden

  • 1.

    De raad benoemt de voorzitter in functie en leden van de rekenkamer voor een periode van zes jaar, zij zijn nadien nog eenmaal voor een periode van zes jaar benoembaar.

  • 2.

    Voorafgaand aan de benoeming van de voorzitter en de overige leden van de rekenkamer pleegt de raad overleg met de rekenkamer.

  • 3.

    De rekenkamer hanteert een rooster van aftreden, bedoeld om te zorgen voor continuïteit in de rekenkamer.

Artikel 5 Einde lidmaatschap

  • 1.

    De raad ontslaat de leden of stelt hen op non-activiteit.

  • 2.

    Het lidmaatschap eindigt:

  • a.

    op eigen verzoek;

  • b.

    bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie;

  • c.

    wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

  • d.

    indien het lid bij onherroepelijk geworden rechtelijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;

  • e.

    indien het lid door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt zijn hun functie te vervullen.

  • 3.

    Indien zich een van de gronden voor ontslag of non-activiteit voordoet als bedoeld in de artikelen 81c en 81d van de wet, of indien zich een onverenigbaarheid van functies voordoet als genoemd in artikel 81f van de wet, doet de rekenkamer daarvan terstond mededeling aan de raad.

Artikel 6 Ambtelijk secretaris

  • 1.

    De rekenkamer heeft een ambtelijk secretaris.

  • 2.

    De griffier wijst een ambtelijk secretaris aan. De secretaris is organisatorisch ondergebracht bij de griffie.

Artikel 7 Budget

  • 1.

    De rekenkamer is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2.

    Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

  • a.

    de vergoedingen aan de leden;

  • b.

    de kosten van extern onderzoek dat de rekenkamer laat verrichten;

  • c.

    eventuele overige uitgaven die de rekenkamer nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3.

    De rekenkamer is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

Artikel 8 Vergoeding voor werkzaamheden van de externe leden van de rekenkamer

  • 1.

    De leden ontvangen een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de rekenkamer. Daarnaast worden de reiskosten vergoed.

  • 2.

    De vergoeding per maand bedraagt voor de voorzitter € 350,- en voor een lid: € 275,-

  • 3.

    De vergoeding voor reiskosten is maximaal de belastingvrije kilometervergoeding. Kosten van openbaar vervoer worden geheel vergoed.

  • 4.

    De maandelijkse vergoeding wordt jaarlijks geïndexeerd met dezelfde indexering die geldt voor de vergoeding aan de raadsleden.

Artikel 9 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1.

    De rekenkamer bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2.

    De rekenkamer biedt de fracties in de raad jaarlijks de gelegenheid suggesties in te dienen voor het verrichten van onderzoek.

  • 3.

    Het jaarlijkse onderzoeksprogramma wordt door de RKT ter kennisneming aan de raad verstuurd.

  • 4.

    De raad kan de RKT een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek.

Artikel 10 Reglement van Orde

De rekenkamer stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 11 Monitoring aanbevelingen

De griffier verstrekt de raad jaarlijks voor 1 april een overzicht van de aan de raad gedane voorstellen van de rekenkamer welke door de raad zijn overgenomen en door de raad zelf moeten worden uitgevoerd, vergezeld van de wijze waarop aan de voorstellen vervolg is gegeven.

Artikel 12 Slotbepalingen

Na vaststelling door de gemeenteraad treedt de verordening Rekenkamer gemeente Tynaarlo 2023 direct in werking. Tegelijkertijd vervalt de Verordening op de rekenkamercommissie 2015.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening Rekenkamer gemeente Tynaarlo 2023.

 

Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de gemeente Tynaarlo van 31 oktober 2023.

 

De raad voornoemd,

 

 

Drs. M.J.F.J. Thijsen, voorzitter

 

 

R.J. Puite, griffier

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Toelichting

 

Algemeen

Deze verordening is een aanvulling op hetgeen in de Gemeentewet is opgenomen over de gemeentelijke rekenkamer. Zie de tekst van de Gemeentewet, zoals op 1 januari 2023 gewijzigd door de Wet versterking decentrale rekenkamers, hoofdstukken IVa (De rekenkamer) en XIa (De bevoegdheid van de rekenkamer).

De raad moet een onafhankelijke rekenkamer instellen. Zie artikel 81a van de Gemeentewet. Deze verplichting geldt vanaf 1 januari 2023, met een overgangstermijn van een jaar, dus uiterlijk 1 januari 2024 moet de raad een rekenkamer hebben ingesteld.

Daarnaast moet de raad op grond van artikel 81k van de Gemeentewet een verordening opstellen voor een vergoeding voor de werkzaamheden van de leden van de rekenkamer en een tegemoetkoming in hun kosten. Voorts mag de raad op grond van artikel 149 van de Gemeentewet aanvullende regels stellen in het belang van de gemeente en met inachtneming van de wet.

De rekenkamer moet een reglement van orde voor haar werkzaamheden vaststellen (artikel 81i van de Gemeentewet).

Artikelsgewijs:

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

Dit artikel behoeft geen nadere uitleg.

Artikel 2 Rekenkamer

In het eerste lid stelt de raad de rekenkamer in. Dit is een wettelijke verplichting (artikel 81a van de Gemeentewet).

Artikel 3 Klankbordgroep

De raad kan een klankbordgroep (of andere benaming) instellen die fungeert als het aanspreekpunt voor de rekenkamer. De raad kan zelf het aantal leden en de taken van de klankbordgroep bepalen, maar is niet verplicht een klankbordgroep in te stellen. Hij kan het bijvoorbeeld ook aan de rekenkamer overlaten. Naast het contact met de klankbordgroep nodigt de rekenkamer de gehele raad een keer per jaar uit voor het inventariseren van mogelijke onderzoeksonderwerpen.

Artikel 4 (Her)benoeming

De leden van de rekenkamer worden door de raad benoemd en kunnen door de raad ook worden herbenoemd (artikel 81c, eerste en vierde lid, van de Gemeentewet). De benoemingstermijn is wettelijk op zes jaar vastgesteld.

Artikel 5 Einde lidmaatschap

Conform artikelen 81c en 81d van de wet, of indien zich een onverenigbaarheid van functies voordoet als genoemd in artikel 81f van de wet.

Artikel 6 Ambtelijke ondersteuning 

De ambtenaren die werkzaamheden verrichten voor de rekenkamer, verrichten niet tevens werkzaamheden voor een ander orgaan van de gemeente, met uitzondering van de op de griffie werkzame ambtenaren (artikel 81j, derde lid). Dit betekent dat griffiemedewerkers deels voor de griffie en deels voor de rekenkamer kunnen werken. Vanwege de onafhankelijke positie van de rekenkamer zijn de ambtenaren, inclusief dus de griffiemedewerkers, voor werkzaamheden voor de rekenkamer uitsluitend verantwoording schuldig aan de rekenkamer (artikel 81j, vierde lid).

Artikel 7 Budget

De raad moet de rekenkamer de nodige middelen ter beschikking stellen voor een goede uitoefening van haar werkzaamheden (artikel 81j van de Gemeentewet). Dit omvat de totale kosten van de rekenkamer en alle overige kosten voor de uitvoering van de taken.

Artikel 8 Vergoeding

De leden van de rekenkamer ontvangen een bij verordening van de raad vastgestelde vergoeding voor hun werkzaamheden en een tegemoetkoming in de kosten (artikel 81k van de Gemeentewet).

Artikel 9 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

De rekenkamer beslist onafhankelijk over een voorgenomen onderzoek.

Artikel 10 Reglement van Orde

Dit artikel behoeft geen nadere uitleg.

Artikel 11 Monitoring aanbevelingen

Volgens artikel 185a van de Gemeentewet moet het college jaarlijks aan de raad een overzicht sturen van de aan het college gedane voorstellen van de rekenkamer, vergezeld van zijn standpunt daaromtrent en van de wijze waarop aan de voorstellen vervolg is gegeven. Niet alle voorstellen, of meestal aanbevelingen genoemd, zijn voor wat betreft de uitvoering de verantwoordelijkheid van het college. Er zijn ook aanbevelingen die de raad zelf moet uitvoeren. Om een zo compleet mogelijk beeld te krijgen van de status van alle aanbevelingen uit de rekenkamerrapporten, kan de raad ervoor kiezen om de griffie jaarlijks ook een overzicht op te laten stellen met de status van de aanbevelingen die aan de raad zijn gericht, door de raad zijn overgenomen en door de raad zelf moeten worden uitgevoerd. Dit kan de raad helpen om een overzicht te behouden van de overgenomen aanbevelingen en de status hiervan.

Artikel 12 Slotbepalingen

Dit artikel behoeft geen nadere uitleg.

Artikel 13 Citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere uitleg.