Organisatie | Voorst |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid gemeente Voorst 1998 |
Citeertitel | Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid gemeenteVoorst 1998 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
gewijzigd bij raadsbesluit van 30-08-1999
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-07-1998 | nieuwe regeling | 29-06-1998 Voorster Nieuws, 08-09-2-1998, G 95 | 1998-76 |
DE RAAD VAN DE GEMEENTE VOORST;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 2 juni 1998, nummer 76;
gezien het advies van de commissie Welzijn en Onderwijs;
gelet op de bepalingen over het op overeenstemming gericht overleg in de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs;
gezien het gevoerde overleg met de vertegenwoordigers van de schoolbesturen;
overwegende dat het bij wet is voorgeschreven een regeling vast te stellen voor het voeren van op overeenstemming gericht overleg tussen de gemeente en de schoolbesturen over het lokaal onderwijsbeleid;
vast te stellen de volgende: "Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid gemeente Voorst 1998".
HOOFDSTUK 1 BEGRIPSBEPALINGEN.
het bevoegd gezag van een volgens de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs bekostigde openbare of bijzondere school voor basisonderwijs, speciale school voor basisonderwijs, school voor speciaal voortgezet onderwijs, voor speciaal onderwijs/voor voortgezet speciaal onderwijs/voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs/voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs/voor algemeen voortgezet onderwijs/voor voorbereidend beroepsonderwijs, die is gelegen op het grondgebied van de gemeente;
het advies van de Onderwijsraad als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs;
het College van Burgemeester en Wethouders;
Hoofdstuk 2 BESTUURLIJK OVERLEG ONDERWIJS.
Paragraaf 2.1 Overlegorgaan lokaal onderwijsbeleid.
1 In het bestuurlijk overleg onderwijs voeren Burgemeester en Wethouders met de vertegenwoordigers van alle schoolbesturen overleg over de voorbereiding en uitvoering van het lokaal onderwijsbeleid. 2.ln het overlegorgaan komen aan de orde:
3. Het bestuurlijk overleg onderwijs heeft tevens tot taak:
Derden kunnen, indien de voorzitter van het bestuurlijk overleg onderwijs dit wenst of één van de vertegenwoordigers van de schoolbesturen genoemd in artikel 3 dit wenst, deelnemen aan het overleg.
Burgemeester en Wethouders voeren het secretariaat van het bestuurlijk overleg onderwijs.
Burgemeester en Wethouders kunnen een voorbereidend overleg tussen vertegenwoordigers van de schoolbesturen en Burgemeester en Wethouders instellen dat voorafgaat aan het overleg in bestuurlijk overleg onderwijs. Dit overleg kan zich beperken tot één specifiek onderwerp van het lokaal onderwijsbeleid. Het voorbereidend overleg wordt afgerond met een inventarisatie van de onderwerpen waarover al dan niet overeenstemming is bereikt. Per onderwerp wordt aangegeven of het gaat om een onderwerp als bedoeld in artikel 2, tweede lid onder a.
Paragraaf 2.2 Uitvoering overleg.
Indien één of meer schoolbesturen of Burgemeester en Wethouders een advies van de Onderwijsraad wensen over een onderwerp waarop het op overeenstemming gericht overleg van toepassing is, maken ze dit uiterlijk kenbaar in het bestuurlijk overleg onderwijs waarin het onderwerp in finale zin aan de orde is. Dit gebeurt aan de hand van een schriftelijke gemotiveerde omschrijving van het onderwerp waarover het advies wordt verwacht. Hierbij wordt tevens het verband aangegeven tussen het onderwerp en de vrijheid van richting en de vrijheid van inrichting van het onderwijs.
De wettelijke termijn voor het uitbrengen van het advies wordt opgeschort met ingang van de dag waarop de Onderwijsraad Burgemeester en Wethouders uitnodigt het verzoek voor het uitbrengen van het advies aan te vullen met de gegevens die hij nodig heeft voor een goede vervulling van zijn taak, tot de dag waarop het verzoek is aangevuld.
Burgemeester en Wethouders zenden zo spoedig mogelijk een afschrift van het uitgebrachte advies toe aan alle schoolbesturen. Indien het geheel of gedeeltelijk opvolgen van het advies zou leiden tot een of meer inhoudelijke bijstellingen van het voorstel over een onderwerp waarover advies is gevraagd, worden de schoolbesturen bij de toezending van het afschrift van het advies uitgenodigd voor een nader bestuurlijk overleg onderwijs.
Burgemeester en Wethouders informeren de Raad over dit overleg in de vorm van een aanvulling op het verslag als bedoeld in artikel 10.
Het bestuurlijk overleg onderwijs stelt het verslag vast, In afwijking hiervan kunnen Burgemeester en Wethouders spoedheidshalve het verslag ter commentaar toezenden aan de schoolbesturen. Binnen 10 dagen na de dag waarop het conceptverslag is toegezonden, maken de schoolbesturen die deel hebben genomen aan het overleg schriftelijk hun opmerkingen over het concept van het verslag kenbaar. Burgemeester en Wethouders stellen het verslag vast met inachtneming van de opmerkingen.
Burgemeester en Wethouders brengen het verslag gelijktijdig met het voorstel over het onderwerp ter kennis van de Raad. Voorzover Burgemeester en Wethouders afwijken van de tijdens het bestuurlijk overleg onderwijs naar voren gebrachte zienswijzen, wordt dit gemeld in het voorstel aan de Raad. Daarbij geven zij de redenen aan van het niet of niet geheel overnemen van deze zienswijzen.
lndien uit het oordeel van de betrokken raadscommissie over het voorgenomen voorstel aan de Raad over een onderwerp blijkt dat de meerderheid van de raadscommissie of een deel van de raadscommissie dat volgens Burgemeester en Wethouders geacht wordt een meerderheid in de Raad te vertegenwoordigen, van oordeel is dat het voorstel inhoudelijk bijstelling behoeft, dan kan heropening van het bestuurlijk overleg onderwijs plaatsvinden. Burgemeester en Wethouders beslissen daarover. Zij heropenen het bestuurlijk overleg onderwijs in ieder geval indien de inhoudelijke bijstelling betrekking heeft op een onderwerp als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder a., waarover overeenstemming in het bestuurlijk overleg onderwijs was bereikt.
lndien Burgemeester en Wethouders het overleg heropenen, dan roepen zij het bestuurlijk overleg onderwijs zo spoedig mogelijk bijeen, doch uiterlijk voor het moment waarop de Raad een definitief besluit neemt over het onderwerp. In dit overleg hebben de vertegenwoordigers de gelegenheid om hun zienswijze te geven op het oordeel van de raadscommissie. Burgemeester en Wethouders informeren de Raad over het resultaat van dit overleg in de vorm van een aanvulling op het verslag als bedoeld in artikel 10. De Raad betrekt de in dit aanvullend verslag neergelegde zienswijzen bij zijn definitieve besluitvorming over het onderwerp.
In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen Burgemeester en Wethouders, gehoord de vertegenwoordigers van de schoolbesturen in het bestuurlijk overleg onderwijs.
1.De verordening kan worden aangehaald als: Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid gemeente Voorst 1998.
2.Deze verordening treedt, onder gelijktijdige intrekking van de Verordening procedure overleg huisvesting gemeente Voorst 1996, in werking met ingang van de dag na de bekendmaking.