Organisatie | Dronten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene plaatselijke verordening Dronten 2024 |
Citeertitel | Algemene plaatselijke verordening 2024 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2024 | Nieuwe regeling | 02-11-2023 |
De raad van de gemeente Dronten,
overwegende dat de Algemene plaatselijke verordening Dronten wordt aangepast en geactualiseerd naar aanleiding van de inwerking van de Omgevingswet waardoor de actualiteit, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van de Algemene plaatselijke verordening verbetert.
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Dronten d.d. 13 september 2023,
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet,
I. De Algemene plaatselijke verordening Dronten 2024 (doc nr. 269471) vast te stellen:
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning en ontheffing
De vergunning of ontheffing is persoonsgebonden, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald of de aard van de vergunning of ontheffing zich daartegen verzet.
Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd:
Artikel 2:3 Kennisgeving betogingen op openbare plaatsen
Degene die het voornemen heeft op een openbare plaats een betoging te houden, waaronder begrepen een samenkomst als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wet openbare manifestaties, geeft daarvan voor de openbare aankondiging en ten minste 36 uren voordat de betoging wordt gehouden, schriftelijk kennis aan de burgemeester.
Afdeling 5. Bruikbaarheid en aanzien van de weg
Artikel 2:10 Voorwerpen op, boven, in of aan een openbare plaats in strijd met de publieke functie ervan
[vervallen, opgenomen in artikel 2:7 van de Verordening fysieke leefomgeving]
Afdeling 6. Veiligheid op de weg
Artikel 2:13 Veroorzaken van gladheid en verontreiniging ontstaan bij het laden, lossen of vervoeren van stoffen of voorwerpen of bij andere werkzaamheden
Artikel 2:15 Hinderlijke beplanting of gevaarlijk voorwerp
[vervallen, opgenomen in artikel 2:10 van de Verordening fysieke leefomgeving]
Artikel 2:16 Openen straatkolken e.d.
Het is aan degene die daartoe niet bevoegd is verboden een straatkolk, trottoirkolk, rioolput, brandkraan of een andere afsluiting die behoort tot een openbare nutsvoorziening, te openen, onzichtbaar te maken of af te dekken.
Artikel 2:22 Objecten onder hoogspanningslijn
[vervallen, opgenomen in artikel 2:12 van de Verordening fysieke leefomgeving]
Artikel 2:25 Evenementenvergunning
Bij de indiening van de vergunningaanvraag worden de gegevens, bedoeld in artikel 2.3 van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen, aangeleverd voor zover voor het evenement een gebruiksmelding zou moeten worden gedaan op grond van artikel 2:1, eerste lid, van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen.
Afdeling 8. Toezicht op openbare inrichtingen
Artikel 2:28a Intrekkingsgronden
Onverminderd het bepaalde in artikel 1:6 wordt een exploitatievergunning ingetrokken als:
zich in of in de nabijheid van de openbare inrichting feiten hebben voorgedaan, die - naar het oordeel van de burgemeester – de vrees wettigen, dat het van kracht blijven van de vergunning gevaar zou opleveren voor de openbare orde, de veiligheid, de volksgezondheid, het woon- en leefklimaat of de zedelijkheid;
Ten aanzien van openbare inrichtingen waarvan de exploitatievergunningen ingevolge het eerste lid onder c van dit artikel wordt ingetrokken kan tevens worden bepaald dat een exploitatievergunning voor de desbetreffende locatie gedurende een bepaalde termijn van maximaal vijf jaar zal worden geweigerd.
Artikel 2:31a Aanwezigheid leidinggevende
Het is verboden een openbare inrichting voor bezoekers geopend te hebben indien niet in deze inrichting aanwezig is:
Afdeling 8A bijzondere bepalingen over horecabedrijven als bedoeld in de Alcoholwet
Artikel 2:34a schenktijden paracommerciële rechtspersonen
Voor zover er bij paracommerciële rechtspersonen als bedoeld in het eerste lid verenigings- of wedstrijdactiviteiten plaatsvinden die eindigen tijdens het laatste uur vóór het verlopen of na afloop van de in dat lid genoemde schenktijden, is het deze paracommerciële rechtspersonen toegestaan, in aanvulling op de schenktijden genoemd in dat lid, alcoholhoudende drank te verstrekken tot één uur na beëindiging van deze activiteiten.
Paracommerciële rechtspersonen waarbij het faciliteren van sociale interactie direct voortvloeit uit de doelstellingen, zoals studentenverenigingen, studentensportverenigingen en dorpshuizen, verstrekken uitsluitend alcoholhoudende drank na 18.00 uur en tot 02.00 uur daaraanvolgend. Overige paracommerciële rechtspersonen verstrekken uitsluitend alcoholhoudende drank gedurende de periode beginnende met één uur voor aanvang en eindigende met één uur na beëindiging van activiteiten die passen binnen de statutaire doelomschrijving van de desbetreffende paracommerciële rechtspersoon.
Artikel 2:34b bijeenkomsten bij paracommerciële rechtspersonen
Paracommerciële rechtspersonen verstrekken geen alcoholhoudende drank tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard en bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn wanneer dit leidt tot oneerlijke mededinging.
Artikel 2:34f verbod happy hours
Ter bescherming van de volksgezondheid en in het belang van de openbare orde is het verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende dranken te verstrekken voor gebruik ter plaatse tegen een prijs die voor een periode van 24 uur of korter lager is dan 60% van de prijs die in de desbetreffende horecalokaliteit op of het desbetreffende terras gewoonlijk wordt gevraagd.
Afdeling 9. Toezicht op inrichtingen tot het verschaffen van nachtverblijf
In deze afdeling wordt verstaan onder inrichting: elke al dan niet besloten ruimte waarin, in de uitoefening van beroep of bedrijf, aan personen de mogelijkheid van nachtverblijf of gelegenheid tot kamperen wordt verschaft.
Artikel 2:36 Kennisgeving exploitatie
Degene die een inrichting opricht, overneemt, verplaatst of de exploitatie of feitelijke leiding van een inrichting staakt, is verplicht binnen drie dagen daarna daarvan schriftelijk kennis te geven aan de burgemeester.
Artikel 2:38 Verschaffing gegevens nachtregister
Degene die in een inrichting nachtverblijf houdt of de kampeerder is verplicht de exploitant of feitelijk leidinggevende van die inrichting volledig en naar waarheid naam, woonplaats, dag van aankomst en de dag van vertrek te verstrekken.
In deze afdeling wordt onder speelgelegenheid verstaan een voor het publiek toegankelijke gelegenheid waar bedrijfsmatig of in een omvang alsof deze bedrijfsmatig is de mogelijkheid wordt geboden enig spel te beoefenen, waarbij geld of in geld inwisselbare voorwerpen kunnen worden gewonnen of verloren.
Afdeling 11. Maatregelen tegen overlast en baldadigheid
Artikel 2:40a Tegengaan onveilig, niet leefbaar en malafide ondernemersklimaat
De burgemeester kan gebouwen, gebieden of bedrijfsmatige activiteiten aanwijzen waar(op) het verbod uit het derde lid van toepassing is. Een gebouw of gebied wordt uitsluitend aangewezen als in of rondom dat gebouw dan wel in dat gebied naar het oordeel van de burgemeester de leefbaarheid of de openbare orde en veiligheid onder druk staat of ernstige vrees hiertoe bestaat. Een aanwijzing van een gebouw of gebied kan zich tot één of meer bedrijfsmatige activiteiten beperken. Een bedrijfsmatige activiteit wordt uitsluitend voor de gehele gemeente aangewezen als naar het oordeel van de burgemeester de leefbaarheid of openbare orde en veiligheid door de bedrijfsmatige activiteit onder druk staat.
De vergunning wordt aangevraagd door de exploitant. Een aanvraag om een vergunning wordt ingediend door gebruikmaking van een door de burgemeester vastgesteld formulier. Bij de aanvraag om een vergunning wordt vermeld voor welke bedrijfsmatige activiteiten de vergunning wordt gevraagd, en worden in ieder geval de volgende gegevens en bescheiden overgelegd:
De exploitant is verplicht elke verandering in de uitoefening van zijn bedrijf waardoor deze niet langer in overeenstemming is met de in de vergunning opgenomen gegevens zo spoedig mogelijk aan de burgemeester te melden. De burgemeester verleent een gewijzigde vergunning, als het bedrijf aan de vereisten voldoet.
In afwijking van het derde lid geldt dit verbod voor de exploitant die op het moment van inwerkingtreding van het aanwijzingsbesluit reeds onder het aanwijzingsbesluit vallende bedrijfsmatige activiteiten verricht, voor die bestaande activiteiten op bestaande locaties eerst drie maanden na inwerkingtreding van het aanwijzingsbesluit of met ingang van inwerkingtreding van het besluit tot weigering of intrekking van een door hem aangevraagde vergunning, voor zover dat eerder is.
Artikel 2:41a Sluiting van voor het publiek openstaande gebouwen
De burgemeester kan een voor het publiek openstaand gebouw of een bij dat gebouw behorend erf als bedoeld in artikel 174 van de Gemeentewet in het belang van de openbare orde, veiligheid, gezondheid of zedelijkheid of als er naar zijn oordeel sprake is van bijzondere omstandigheden voor een bepaalde duur geheel of gedeeltelijk sluiten.
Een sluiting kan op aanvraag van belanghebbenden door de burgemeester worden opgeheven, wanneer later bekend geworden feiten en omstandigheden hiertoe aanleiding geven en naar zijn oordeel voldoende garanties aanwezig zijn, dat geen herhaling van de gronden die tot de sluiting hebben geleid, zal plaatsvinden.
Artikel 2:42 Plakken en kladden
[vervallen, opgenomen in artikel 2:13 van de Verordening fysieke leefomgeving]
Artikel 2:43 Vervoer plakgereedschap e.d.
[vervallen, opgenomen in artikel 2:14 van de Verordening fysieke leefomgeving]
Artikel 2:44 Vervoer inbrekers/diefstal werktuigen
Het verbod is niet van toepassing als de bedoelde werktuigen niet zijn gebruikt of niet zijn bestemd om zich onrechtmatig de toegang tot een gebouw of erf te verschaffen, onrechtmatig sluitingen te openen of te verbreken, diefstal door middel van braak te vergemakkelijken of het maken van sporen te voorkomen.
Artikel 2:45 Betreden van plantsoenen en dergelijke
[vervallen, opgenomen in artikel 2:15 van de Verordening fysieke leefomgeving]
Artikel 2:46 Rijden over bermen e.d.
[vervallen, opgenomen in artikel 2:16 van de Verordening fysieke leefomgeving]
Artikel 2:48 Verboden drankgebruik en glasoverlast
Het is voor personen die de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt verboden op een openbare plaats, op het openbaar water of in een voor het publiek toegankelijk gebouw, alcoholhoudende dranken te nuttigen of in aangebroken flessen, blikjes en dergelijke bij zich te hebben indien dit gepaard gaat met gedrag dat de openbare orde verstoort, het woon- en leefklimaat aantast of dit anderszins overlast veroorzaakt of indien hiervoor gerechtvaardigde vrees bestaat.
Artikel 2:50 Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten
Het is verboden zich zonder redelijk doel op een voor anderen hinderlijke wijze op te houden in of op een voor het publiek toegankelijk portaal, telefooncel, wachtlokaal voor een openbaar vervoermiddel, parkeergarage, rijwielstalling of een andere soortgelijke, voor het publiek toegankelijke ruimte dan wel deze te verontreinigen of te bezigen voor een ander doel dan waarvoor de desbetreffende ruimte is bestemd.
Artikel 2:51 Neerzetten van fietsen e.d.
[vervallen, opgenomen in artikel 2:17 van de Verordening fysieke leefomgeving]
Artikel 2:52 Overlast van fiets of bromfiets op markt en kermisterrein e.d.
[vervallen, opgenomen in artikel 2:18 van de Verordening fysieke leefomgeving]
Artikel 2:57 Loslopende honden en verboden plaatsen
[vervallen, opgenomen in artikel 2:19 van de Verordening fysieke leefomgeving]
Artikel 2:58 Verontreiniging door honden
[vervallen, opgenomen in artikel 2:20 van de Verordening fysieke leefomgeving]
Artikel 2:59a Gevaarlijke honden op eigen terrein
Het is de eigenaar of houder van een hond verboden deze hond op zijn terrein zonder muilkorf te laten loslopen als de burgemeester een aanlijngebod of een aanlijn- en muilkorfgebod heeft opgelegd als bedoeld in artikel 2:59, eerste lid of heeft meegedeeld dat hij de hond gevaarlijk acht, dan wel als de hond is opgeleid voor bewakings-, opsporings- en verdedigingswerk.
Artikel 2:60 Houden of voeren van hinderlijke of schadelijke dieren
[vervallen, opgenomen in artikel 2:21 van de Verordening fysieke leefomgeving]
Afdeling 12. Bepalingen ter bestrijding van heling van goederen
In deze afdeling wordt verstaan onder handelaar: een handelaar als bedoeld in artikel 1 van de algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
In deze afdeling wordt verstaan onder consumentenvuurwerk: hetgeen daaronder wordt verstaan in het Besluit van 22 januari 2002, houdende nieuwe regels met betrekking tot consumenten- en professioneel vuurwerk (Vuurwerkbesluit).
Artikel 2:74 Drugshandel op straat
Onverminderd het bepaalde in de Opiumwet is het verboden zich op een openbare plaats op te houden met het kennelijke doel om, al dan niet tegen betaling, middelen als bedoeld in de artikelen 2 of 3 van de Opiumwet of daarop gelijkende waar af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te
Artikel 2:74a Openlijk drugsgebruik
Het is verboden op of aan de weg, op een andere openbare plaats of in een voor publiek toegankelijk gebouw middelen als bedoeld in de artikelen 2 of 3 van de Opiumwet of daarop gelijkende waar te gebruiken, toe te dienen, dan wel voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen voorhanden te hebben.
Afdeling 15. Bestuurlijke ophouding, preventief fouilleren, veiligheidsrisicogebieden, cameratoezicht op openbare plaatsen en gebiedsontzegging
Artikel 2:75 Bestuurlijke ophouding
De burgemeester kan overeenkomstig artikel 154a van de Gemeentewet besluiten tot het tijdelijk doen ophouden van door hem aangewezen groepen van personen op een door hem aangewezen weg indien deze personen het bepaalde in artikel 2:1 van de Algemene plaatselijke verordening groepsgewijs niet naleven.
Artikel 2:76 Preventief fouilleren / Veiligheidsrisicogebieden
De burgemeester kan overeenkomstig artikel 151b van de Gemeentewet bij verstoring van de openbare orde door onder andere de aanwezigheid van wapens, dan wel bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, een gebied, met inbegrip van de daarin gelegen voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven, aanwijzen als veiligheidsrisicogebied.
Artikel 2:77 Cameratoezicht op openbare plaatsen
De burgemeester kan overeenkomstig artikel 151c van de Gemeentewet besluiten tot plaatsing van camera’s voor een bepaalde duur ten behoeve van het toezicht op een openbare plaats.
Artikel 2:78 Gebiedsontzeggingen
De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantastingen van het woon- of leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de gezondheid of de zedelijkheid aan een persoon die strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verrichten een bevel geven zich gedurende ten hoogste 48 uur niet in een of meer bepaalde delen van de gemeente op een openbare plaats op te houden.
Met het oog op de in het eerste lid genoemde belangen kan de burgemeester aan een persoon aan wie tenminste eenmaal een bevel als bedoeld in dat lid is gegeven en die opnieuw strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verricht, een bevel geven zich gedurende ten hoogste acht weken niet in een of meer bepaalde delen van de gemeente op een openbare plaats op te houden.
Artikel 2:79 Woonoverlast als bedoeld in artikel 151d Gemeentewet
Degene die een woning of een bij die woning behorend erf gebruikt of tegen betaling in gebruik geeft, draagt er zorg voor dat door gedragingen in of vanuit die woning of dat erf of in de onmiddellijke nabijheid van die woning of dat erf geen ernstige en herhaaldelijke hinder voor omwonenden wordt veroorzaakt.
De burgemeester kan een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang wegens overtreding van het eerste lid opleggen. Als de burgemeester een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang oplegt naar aanleiding van een schending van deze zorgplicht kan hij daarbij aanwijzingen geven over wat de overtreder dient te doen en/of na te laten om verdere schending te voorkomen. De burgemeester stelt beleidsregels vast over het gebruik van deze bevoegdheid.
HOOFDSTUK 3. SEKSINRICHTINGEN, SEKSWINKELS, STRAATPROSTITUTIE e.d.
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
seksinrichting: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
Afdeling 2. Seksinrichtingen, straatprostitutie, sekswinkels en dergelijke
Artikel 3:5 Gedragseisen exploitant en beheerder
Naast de gestelde eisen in het eerste lid, is de exploitant en de beheerder niet:
binnen de laatste vijf jaar onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van zes maanden of meer door de rechter in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba, dan wel door een andere rechter wegens een misdrijf waarvoor naar Nederlands recht een bevel tot voorlopige hechtenis ingevolge artikel 67, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering is toegelaten;
binnen de laatste vijf jaar bij tenminste twee rechterlijke uitspraken onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke geldboete van 500 euro of meer of tot een andere hoofdstraf als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a van het Wetboek van Strafrecht, wegens dan wel mede wegens overtreding van:
De exploitant of de beheerder is binnen de laatste vijf jaar geen exploitant of beheerder geweest van een seksinrichting of escortbedrijf die voor ten minste een maand door het bevoegde bestuursorgaan is gesloten, of waarvan de vergunning bedoeld in artikel 3.4, eerste lid, is ingetrokken, tenzij aannemelijk is dat hem ter zake geen verwijt treft.
Artikel 3:8 Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder
De exploitant en de beheerder zien er voortdurend op toe dat in de seksinrichting:
geen strafbare feiten plaatsvinden, waaronder in ieder geval de feiten genoemd in de titels XIV (misdrijven tegen de zeden), XVIII (misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid), XX (mishandeling), XXII (diefstal) en XXX (heling) van het Tweede Boek van het Wetboek van Strafrecht, in de Opiumwet en in de Wet wapens en munitie; en
De burgemeester kan met het oog op de in artikel 3:13, tweede lid, genoemde belangen personen aan wie ten minste eenmaal een bevel is gegeven als bedoeld in het derde lid bij besluit verbieden zich gedurende een bepaalde termijn, anders dan in een openbaar middel van vervoer, te bevinden op of aan de wegen en op de tijden bedoeld in het eerste lid.
Het is de rechthebbende op een onroerende zaak verboden daarin een sekswinkel te exploiteren in door het college in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving aangewezen gebieden of delen van de gemeente.
Artikel 3:11 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-pornografische goederen, afbeeldingen en dergelijke
Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op het tentoonstellen, aanbieden of aanbrengen van goederen, opschriften, aankondigingen, gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen, die dienen tot het openbaren van gedachten en gevoelens als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Grondwet.
Afdeling 4. Beëindiging exploitatie; wijziging beheer
Het beheer kan worden uitgeoefend door een nieuwe beheerder, indien het bevoegd bestuursorgaan op aanvraag van de exploitant heeft besloten de verleende vergunning overeenkomstig de wijziging in het beheer te wijzigen. Het bepaalde in artikel 3:13, eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing.
HOOFDSTUK 4. BESCHERMING VAN HET MILIEU EN HET NATUURSCHOON EN ZORG VOOR HET UITERLIJK AANZIEN VAN DE GEMEENTE
Afdeling 1. Geluidhinder en verlichting
Artikel 4:2 Aanwijzing collectieve festiviteiten
[vervallen, opgenomen in artikel 2:25 van de Verordening fysieke leefomgeving]
Artikel 4:3 Kennisgeving incidentele festiviteiten
[vervallen, opgenomen in artikel 2:26 van de Verordening fysieke leefomgeving]
Artikel 4:5 Onversterkte muziek
[vervallen, opgenomen in artikel 2:27 van de Verordening fysieke leefomgeving]
Artikel 4:6 Overige geluidhinder
[vervallen, opgenomen in artikel 2:28 van de Verordening fysieke leefomgeving]
Artikel 4:6a (Geluid)hinder in de openlucht
[vervallen, opgenomen in artikel 2:29 van de Verordening fysieke leefomgeving]
Afdeling 2. Bodem-, weg- en milieuverontreiniging
Artikel 4:8 Natuurlijke behoefte doen
Het is eenieder verboden binnen de bebouwde kom op een openbare plaats zijn natuurlijke behoefte te doen buiten daarvoor bestemde plaatsen.
Afdeling 3. Het bewaren van houtopstanden
Artikel 4:10 Begripsbepalingen
[vervallen, opgenomen in artikel 1:2 van de Verordening fysieke leefomgeving]
Artikel 4:11 Omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden
[vervallen, opgenomen in artikel 2:35 van de Verordening fysieke leefomgeving en Bijlage 1 behorende bij de Verordening fysieke leefomgeving]
Artikel 4:12a Afstand beplanting
[vervallen, opgenomen in artikel 2:36 van de Verordening fysieke leefomgeving]
Artikel 4:13 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen enz.
[vervallen, opgenomen in artikel 2:37 van de Verordening fysieke leefomgeving]
HOOFDSTUK 5. ANDERE ONDERWERPEN BETREFFENDE DE HUISHOUDING DER GEMEENTE
Artikel 5:2 Parkeren van voertuigen van autobedrijf e.d.
[vervallen, opgenomen in artikel 2:42 van de Verordening fysieke leefomgeving]
Artikel 5:3 Te koop aanbieden van voertuigen
[vervallen, opgenomen in artikel 2:43 van de Verordening fysieke leefomgeving]
Artikel 5:4 Defecte voertuigen
[vervallen, opgenomen in artikel 2:44 van de Verordening fysieke leefomgeving]
Artikel 5:6 Kampeermiddelen e.a.
[vervallen, opgenomen in artikel 2:46 van de Verordening fysieke leefomgeving]
Artikel 5:7 Parkeren van reclamevoertuigen
[vervallen, opgenomen in artikel 2:47 van de Verordening fysieke leefomgeving]
Artikel 5:8 Parkeren van grote voertuigen
[vervallen, opgenomen in artikel 2:48 van de Verordening fysieke leefomgeving]
Artikel 5:9 Parkeren van uitzichtbelemmerende voertuigen
[vervallen, opgenomen in artikel 2:49 van de Verordening fysieke leefomgeving]
Artikel 5:10 Parkeren of laten stilstaan van voertuigen anders dan op de rijbaan
[vervallen, opgenomen in artikel 2:50 van de Verordening fysieke leefomgeving]
Artikel 5:18 Standplaatsvergunning en weigeringsgronden
[vervallen, opgenomen in artikel 2:54 van de Verordening fysieke leefomgeving]
Artikel 5:23a Begripsomschrijvingen
[vervallen, opgenomen in artikel 1:2 van de Verordening fysieke leefomgeving]
Artikel 5:24 Voorwerpen op, in of boven openbaar water
[vervallen, opgenomen in artikel 2:57 van de Verordening fysieke leefomgeving]
Artikel 5:25 Ligplaats woonschepen en overige vaartuigen
[vervallen, opgenomen in artikel 2:58 van de Verordening fysieke leefomgeving]
Artikel 5:27 Verbod innemen ligplaats
[vervallen, opgenomen in artikel 2:59 van de Verordening fysieke leefomgeving]
Artikel 5:27a Afmeren anders dan bij een aangewezen ligplaats door middel van stilliggen, ankeren, meren, of op enigerlei andere wijze met de vaste grond verbinden van een vaartuig
[vervallen, opgenomen in artikel 2:60 van de Verordening fysieke leefomgeving]
Artikel 5:28 Beschadigen van waterstaatswerken
[vervallen, opgenomen in artikel 2:61 van de Verordening fysieke leefomgeving]
Het is verboden een voor het redden van drenkelingen bestemd en daartoe bij het water aangebracht voorwerp te gebruiken voor een ander doel dan wel voor dadelijk gebruik ongeschikt te maken.
Afdeling 7. Crossterreinen en gemotoriseerd en ruiterverkeer in natuurgebieden
Hoofdstuk 6. Straf-, overgangs- en slotbepalingen
Overtreding van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 2:1, 2:6, 2:14, 2:16 tot en met 2:18, 2:23, 2:25, 2:26, 2:28 tot en met 2:33, 2:36, 2:38, 2:39, 2:41, 2:44, 2:47 tot en met 2:50, 2:59 tot en met 2:59a, 2:62, 2:73 tot en met 2:74a, 3:4, 3:6 tot en met 3:11, 3:14, 3:15, 4:8, 5:15, 5:23, 5:29 tot en met 5:31 alsmede de op grond van artikel 1:4 daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.
Artikel 6:3 Binnentreden woningen
Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften welke strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Dronten, gehouden op 2 november 2023.
De griffier,
E.M. Geldorp
De voorzitter,
drs. J.P. Gebben
Bijlage 1; Waardevolle particuliere bomen 2016
[Vervallen, opgenomen als Bijlage 1 bij de Verordening fysieke leefomgeving]
Bijlage 2; Overzicht Lex Silencio Positivo (LSP; van rechtswege verleende vergunning)
Artikel 2:6 Beperking aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen
Als niet-commerciële organisatie in de zin van dit artikel worden aangemerkt:
De gebieden waarvoor dit artikel geldt zullen door het college aangewezen in het uitvoeringsbesluit behorend bij de Apv.
Bij het verspreiden en aanbieden van gedrukte of geschreven stukken op andermans terrein, tijdens evenementen en markten moet rekening worden gehouden dat toestemming dient te worden gevraagd aan respectievelijk de eigenaar, organisator dan wel de marktmeester.
Commerciële organisaties dienen op grond van dit artikel een ontheffing aan te vragen voor het aanbieden van gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen onder het publiek te verspreiden dan wel openlijk aan te bieden op door het college aangewezen openbare plaatsen.
Niet in alle gevallen zal bij het verspreiden of aanbieden van gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen sprake zijn van een vast punt van waaruit stukken of afbeeldingen worden verspreid of aangeboden. Dit kan ook al lopen of op een andere manier voortbewegend in een bepaald gebeid worden gedaan. Hierom is gekozen het woord “verspreidingsgebied” te hanteren.
Dit betekent bij een vast verspreidingspunt dat weggegooide geschreven of gedrukte stukken dan wel afbeelding binnen een straal van 50 meter rondom dit punt opgeruimd dienen te worden door de organisator. Is er geen vast punt maar een gebeid waarin stukken of afbeeldingen worden verspreid dan wel aangeboden dan betekent het dat aangeboden stukken of afbeeldingen die zijn weggegooid in een straal van 50 meter rondom dat gebied dienen te worden opgeruimd door de organisator.
Artikel 2:13 Veroorzaken van gladheid en verontreiniging ontstaan bij het laden, lossen of vervoeren van stoffen of voorwerpen of bij andere werkzaamheden
In gevaarlijke situaties (olie, vet e.d.) geldt dat de weg meteen gereinigd dient te worden om verspreiding te voorkomen. Dit geldt met name op bedrijfsterreinen. Is er niet direct sprake van gevaar dan dient aan het einde van de werkzaamheden (in ieder geval aan het einde van de dag) het wegdek gereinigd te worden.
Artikel 2:22 Objecten onder hoogspanningslijn
Het niet toestaan van objecten onder hoogspanningslijnen (onder andere van belang voor de brandweer) kan op twee manieren geregeld worden hetzij in de APV, hetzij via het bestemmingsplan. De gemeente Dronten heeft dit geregeld via de verschillende bestemmingsplannen.
Artikel 2:28 Exploitatievergunning horecabedrijf
Dit artikel dient niet te worden verward met artikel 2:10 lid 3 aanhef en onder b namelijk een exploitatievergunning voor het exploiteren van een terras. Dit artikel heeft een ander doel.
Artikel 2:10 ziet op het gebruik van een stuk openbare ruimte voor een beperkend doel, namelijk als terras.
Het doel van de exploitatievergunning is het bevorderen van de openbare orde en veiligheid. Daarvoor kan een onderzoek in het kader van de Wet Bibob (Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur) worden geëist.
Artikel 2:30 Afwijking sluitingstijd; tijdelijke sluiting
Voor paracommerciële horeca instellingen gelden in Dronten de sluitingstijden zoals genoemd in art. 2:29 van de Apv. Voor de commerciële horeca gelden in beginsel geen sluitingstijden. Het kan echter in sommige gevallen wel nodig zijn om tijdelijk sluitingstijden of sluiting van een horeca instelling op te leggen.
Door het begrip “openbare inrichtingen” te hanteren in dit artikel,waar zowel commerciële als wel paracommerciële horeca onder vallen, is het expliciet bedoeld en mogelijk om tijdelijke sluitingstijden in te kunnen stellen voor commerciële horeca inrichtingen en paracommerciële inrichtingen.
Omdat in 2000 de strafbaarstelling van bedelarij uit het Wetboek van Strafrecht (voormalig artikel 432) is verdwenen, kan de politie hiertegen niet of nauwelijks meer optreden. Bij de opheffing van de strafbaarstelling heeft de wetgever echter expliciet de mogelijkheid opengehouden om op basis van de gemeentelijke autonomie zo nodig een regeling ter zake van bedelarij in het leven te roepen, indien dit gedrag de openbare orde verstoort of dreigt te verstoren. In 2006 is daarom in de model-APV bovenstaand artikel opgenomen dat beoogt bedelarij tegen te gaan. Op grond van dit artikel kan het college gebieden aanwijzen waar een bedelverbod geldt. Wanneer er naar het oordeel van het college een overlast gevende situatie in een bepaald gebied ontstaat, kan het dus een verbod instellen.
Overigens valt het spelen van straatmuziek en vervolgens vragen om een geldelijke bijdrage aan toehoorders en passanten niet onder dit bedelverbod, maar onder de regeling van artikel 2:9.
Ook de verkoop van daklozenkranten valt niet onder dit verbod. Deze kan immers niet verbonden worden aan een vergunning vanwege strijd met de vrijheid van meningsuiting als bedoeld in artikel 7 van de Grondwet.
Medio 2016 zijn er geen gebieden aangewezen op grond van artikel 2:65 omdat er geen sprake is van overlast door bedelen. Mocht er overlast ontstaan, kan het college gebieden aanwijzen.
Artikel 2:68 Voorschriften als bedoeld in artikel 437 van het Wetboek van Strafrecht
Bij een regeling tot effectieve helingbestrijding mag een bepaling betreffende de vervreemding van door opkoop verkregen goederen niet ontbreken. Artikel 2:68, onder d, voorziet hierin.
De bepaling sluit nauw aan op hetgeen bepaald in artikel 437, eerste lid, onder d en f, WvSr.
Daar is de handelaar et cetera die in strijd met een schriftelijke last van de burgemeester (of een vanwege hem gegeven last) bepaalde goederen vervreemdt, of niet in bewaring geeft, of die niet voldoet aan de daarbij gegeven aanwijzingen, strafbaar gesteld. In onderdeel d is gekozen voor een termijn van zeven dagen, zodat de bedrijfsvoering van de handelaren niet al te zeer wordt belemmerd en er voldoende tijd is voor de politie om eventueel onderzoek te doen.
Artikel 2:74a Openlijk drugsgebruik
Sommige druggebruikers gebruiken hun (hard) drugs - of treffen daartoe voorbereidingen - in het openbaar. Dit veroorzaakt veel gevoelens van onbehagen en onveiligheid bij het publiek. Op basis van dit artikel kan de politie overgaan tot aanhouding van de betrokken gebruikers, het opleggen van HALT straffen aan jeugdigen of deze van bepaalde - bij hen favoriete - plekken wegsturen. Ook kan de politie de voorwerpen waarmee de overtreding wordt gepleegd (hulpmiddelen, drugs) strafrechtelijk in beslag nemen.
In het kader van de hulpverlening komt het voor, dat ook "veldwerkers" van de GGD of van andere hulpverlenende instanties op de weg in het bezit zijn van voorwerpen of stoffen, die worden gehanteerd bij drugsgebruik. Deze veldwerkers vallen desondanks niet onder deze strafbepaling, omdat zij deze voorwerpen of stoffen "ambtshalve" bij zich hebben en daarmee geen overlast veroorzaken. Het in dit artikel gestelde verbod is in beginsel gerelateerd aan het (openlijk) gebruik van drugs en richt zich dus tot de druggebruikers.
Dat het artikel alleen ziet op het gebruik van drugs heeft ook te maken met de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 13 juli 2011 [zaaknummer 201009884/1/H3].
Voor een gemeentelijke verbodsbepaling is volgens de Afdeling geen ruimte, indien deze handelingen reeds verboden zijn op grond van artikel 3, aanhef en onder c, van de Opiumwet, en strafbaar gesteld op grond van artikel 11, eerste lid, van de Opiumwet.
Op grond van de huidige redactie van artikel 2:74a bestaat er geen overlap bestaat met de artikel 2 en 3 van de Opiumwet. En dergelijke strafbepaling in de APV is gerechtvaardigd en niet in strijd met bovengenoemde uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, nu het artikel enkel ziet op het gebruik van drugs.
Daarbij heeft de Hoge Raad ten aanzien van dit specifieke artikel geoordeeld dat deze de verordende bevoegdheid van de gemeente raad niet te buiten gaat. (HR, 13/10/2015, ECLI:NL:PHR:2015:706).
Artikel 2:79 Woonoverlast als bedoeld in artikel 151d Gemeentewet
Uit de wet volgt dat dit instrument is bedoeld als een ultimum remedium. Het tweede lid regelt dat het instrument van de bestuursdwang (voor de goede orde, dat impliceert dat de burgemeester ook een last onder dwangsom kan opleggen) alleen wordt ingezet als er geen andere geschikte manier voorhanden is om de overlast aan te pakken. Bij een besluit om op grond van deze bepaling een last onder bestuursdwang of een last onder dwangsom op te leggen zal de burgemeester dus moeten motiveren dat er geen andere geschikte instrumenten waren om de woonoverlast tegen te gaan. Het meest overtuigend zou zijn als uit het dossier blijkt dat andere instrumenten als buurtbemiddeling al zijn geprobeerd zonder het gewenste resultaat.
Het ulitimum remediumkarakter geldt in nog sterkere mate als er sprake is van een huisverbod als bedoeld in het derde lid van artikel 151d. Een zo zware maatregel, die een inbreuk betekent op het grondwettelijk beschermde woonrecht, is alleen mogelijk wanneer de ernst van de situatie dat eist en er werkelijk geen andere optie meer open staat.
Dit lid is geformuleerd als een zorgplichtbepaling. een bewoner hoort zich zo te gedragen dat zijn of haar buren daar geen ernstige hinder van ondervinden. Bij ernstige en herhaaldelijke hinder kan ook de verhuurder worden aangesproken.
Als last onder bestuursdwang of dwangsom kan de burgemeester gedragsaanwijzingen opleggen aan de overtreder. Het tweede lid schrijft ook oor dat de burgemeester in beleidsregels vastlegt hoe hij of zij invulling geeft aan deze bevoegdheid.
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1:3 Indiening aanvraag
Artikel 1:4 Voorschriften en beperkingen
Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing
Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing
Artikel 1:10 Lex silencio positivo niet van toepassing
AFDELING 1. BESTRIJDING VAN ONGEREGELDHEDEN
Artikel 2:1 Samenscholing en ongeregeldheden
Artikel 2:3 Kennisgeving betogingen op openbare wegen
Artikel 2:5 Te verstrekken gegevens
AFDELING 3. VERSPREIDEN VAN GEDRUKTE STUKKEN
Artikel 2:6 Beperking aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen
AFDELING 4. VERTONINGEN E.D. OP DE WEG
Artikel 2:7 Feest, muziek en wedstrijd e.d.
Artikel 2:9 Straatartiest e.d.
AFDELING 5. BRUIKBAARHEID EN AANZIEN VAN DE WEG
Artikel 2:10 Voorwerpen op, boven, in of aan een openbare plaats in strijd met de publieke functie ervan (VERVALLEN)
Artikel 2:11 (Omgevings)vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg (VERVALLEN)
Artikel 2:12 Maken, veranderen van een uitweg (VERVALLEN)
AFDELING 6. VEILIGHEID OP DE WEG
Artikel 2:13 Veroorzaken van gladheid en verontreiniging ontstaan bij het laden, lossen of vervoeren van stoffen of voorwerpen of bij andere werkzaamheden
Artikel 2:15 Hinderlijke beplanting of gevaarlijk voorwerp (VERVALLEN)
Artikel 2:16 Openen straatkolken e.d.
Artikel 2:17 Kelderingangen e.d.
Artikel 2:18 Rookverbod in bossen en natuurterreinen
Artikel 2:19 Gevaarlijk of hinderlijk voorwerp
Artikel 2:20 Vallende voorwerpen
Artikel 2:21 Voorzieningen voor verkeer en verlichting (VERVALLEN)
Artikel 2:22 Objecten onder hoogspanningslijn
Artikel 2:23 Veiligheid op het ijs
AFDELING 8. TOEZICHT OP OPENBARE INRICHTINGEN
Artikel 2:27 Begripsbepalingen
Artikel 2:28 Exploitatievergunning openbare inrichting
Artikel 2:30 Afwijking sluitingstijd; tijdelijke sluiting
Artikel 2:31 Verboden gedragingen
Artikel 2:32 Handel in openbare inrichting
Artikel 2:33 Het college als bevoegd bestuursorgaan
Artikel 2:34 Het college als bevoegd bestuursorgaan
AFDELING 8A BIJZONDERE BEPALINGEN OVER HORECABEDRIJVEN ALS BEDOELD IN DE DRANK- EN HORECAWET
Artikel 2:34a schenktijden paracommerciële rechtspersonen
Artikel 2:34b bijeenkomsten bij paracommerciële rechtspersonen
Artikel 2:34f verbod happy hours
Artikel 2:34g Verbod verstrekking sterke drank paracommerciële rechtspersoon
AFDELING 9. TOEZICHT OP INRICHTINGEN TOT HET VERSCHAFFEN VAN NACHTVERBLIJF
Artikel 2:36 Kennisgeving exploitatie
Artikel 2:38 Verschaffing gegevens nachtregister
AFDELING 10. TOEZICHT OP SPEELGELEGENHEDEN
Artikel 2:39 Speelgelegenheden
Artikel 2:40 Kansspelautomaten
AFDELING 11. MAATREGELEN TEGEN OVERLAST EN BALDADIGHEID
Artikel 2:41 Betreden gesloten woning of lokaal
Artikel 2:42 Plakken en kladden (VERVALLEN)
Artikel 2:43 Vervoer plakgereedschap e.d. (VERVALLEN)
Artikel 2:44 Vervoer inbrekers/diefstal werktuigen
Artikel 2:45 Betreden van plantsoenen e.d. (VERVALLEN)
Artikel 2:46 Rijden over bermen e.d. (VERVALLEN)
Artikel 2:47 Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen
Artikel 2:48 Verboden drankgebruik en glasoverlast
Artikel 2:49 Verboden gedrag bij of in gebouwen
Artikel 2:50 Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten
Artikel 2:51 Neerzetten van fietsen e.d. (VERVALLEN)
Artikel 2:52 Overlast van fiets of bromfiets op markt en kermisterrein e.d. (VERVALLEN)
Artikel 2:53 Bespieden van personen
Artikel 2:54 Bewakingsapparatuur
Artikel 2:55 Nodeloos alarmeren
Artikel 2:56 Alarminstallaties
Artikel 2:57 Loslopende honden en verboden plaatsen (VERVALLEN)
Artikel 2:58 Verontreiniging door honden (VERVALLEN)Artikel 2:58a Verontreiniging door paarden
Artikel 2:59 Gevaarlijke honden
Artikel 2:60 Houden of voeren van hinderlijke of schadelijke dieren (VERVALLEN)Artikel 2:61 Wilde dieren
Artikel 2:62 Loslopend vee (VERVALLEN)
Artikel 2:63 Duiven (VERVALLEN)
Artikel 2:64 Bijen (VERVALLEN)
AFDELING 12. BEPALINGEN TER BESTRIJDING VAN HELING VAN GOEDEREN
Artikel 2:67 Verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister
Artikel 2:68 Voorschriften als bedoeld in artikel 437 van het Wetboek van Strafrecht
Artikel 2:69 Vervreemding van door opkoop verkregen goederen
Artikel 2:70 Handel in horecabedrijven
Artikel 2:72 Ter beschikking stellen van consumentenvuurwerk tijdens de verkoopdagen.
Artikel 2:73 Gebruik van consumentenvuurwerk tijdens de jaarwisseling
Artikel 2:73b Carbidbussen meevoeren
Artikel 2:74 Drugshandel op straat
Artikel 2:74a Openlijk drugsgebruik
AFDELING 15. BESTUURLIJKE OPHOUDING, PREVENTIEF FOUILLEREN, VEILIGHEIDSRISICOGEBIEDEN, CAMERATOEZICHT OP OPENBARE PLAATSEN EN GEBIEDSONTZEGGING
Artikel 2:75 Bestuurlijke ophouding
Artikel 2:76 Preventief fouilleren / Veiligheidsrisicogebieden
Artikel 2:77 Cameratoezicht op openbare wegen
Artikel 2:78 Gebiedsontzeggingen
HOOFDSTUK 3. SEKSINRICHTINGEN, SEKSWINKELS, STRAATPROSTITUTIE E.D.
Artikel 3:2 Bevoegd bestuursorgaan
AFDELING 2. SEKSINRICHTINGEN, STRAATPROSTITUTIE, SEKSWINKELS EN DERGELIJKE
Artikel 3:5 Gedragseisen exploitant en beheerder
Artikel 3:7 Tijdelijke afwijking sluitingstijden; (tijdelijke) sluiting
Artikel 3:8 Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder
Artikel 3:11 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-pornografische goederen, afbeeldingen en dergelijke
AFDELING 3. BESLISSINGSTERMIJN; WEIGERINGSGRONDEN
Artikel 3:13 Weigeringsgronden
AFDELING 4. BEËINDIGING EXPLOITATIE; WIJZIGING BEHEER
Artikel 3:14 Beëindiging exploitatie
Artikel 3:16 Overgangsbepaling
HOOFDSTUK 4. BESCHERMING VAN HET MILIEU EN HET NATUURSCHOON EN ZORG VOOR HET UITERLIJK AANZIEN VAN DE GEMEENTE
AFDELING 1. GELUIDHINDER EN VERLICHTING
Artikel 4:1 Begripsbepalingen (VERVALLEN)
Artikel 4:2 Aanwijzing collectieve festiviteiten (VERVALLEN)
Artikel 4:3 Kennisgeving incidentele festiviteiten (VERVALLEN)
Artikel 4:4 Verboden incidentele festiviteiten (VERVALLEN)
Artikel 4:5 Onversterkte muziek (VERVALLEN)
Artikel 4:6 Overige geluidhinder (VERVALLEN)
Artikel 4:6a (Geluid)hinder in de openlucht (VERVALLEN)
Artikel 4:6b (Geluid)hinder door dieren (VERVALLEN)
Artikel 4:6c (Geluid)hinder door bromfietsen e.d. (VERVALLEN)
AFDELING 2. BODEM-, WEG- EN MILIEUVERONTREINIGING
Artikel 4:7 Straatvegen (VERVALLEN)
Artikel 4:8 Natuurlijke behoefte doen
Artikel 4:9 Toestand van sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen (VERVALLEN)
AFDELING 3. HET BEWAREN VAN HOUTOPSTANDEN
Artikel 4:10 Begripsbepalingen (VERVALLEN)
Artikel 4:11 Omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden (VERVALLEN)
Artikel 4:12 Vergunning van rechtswege (VERVALLEN)
Artikel 4:12a Afstand beplanting (VERVALLEN)
AFDELING 4. MAATREGELEN TEGEN ONTSIERING EN STANKOVERLAST
Artikel 4:13 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen enz. (VERVALLEN)
Artikel 4:14 Stankoverlast door gebruik van meststoffen (VERVALLEN)
Artikel 4:15 Verbod hinderlijke of gevaarlijke reclame (VERVALLEN)
Artikel 4:16 Vergunningsplicht (licht)reclame / verwijsborden (VERVALLEN)
AFDELING 5.KAMPEREN BUITEN KAMPEERTERREINEN
Artikel 4:17 Begripsbepaling (VERVALLEN)
Artikel 4:18 Recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen (VERVALLEN)
Artikel 4:19 Aanwijzing kampeerplaatsen (VERVALLEN)
HOOFDSTUK 5. ANDERE ONDERWERPEN BETREFFENDE DE HUISHOUDING DER GEMEENTE
Artikel 5:1 Begripsbepalingen (VERVALLEN)
Artikel 5:2 Parkeren van voertuigen van autobedrijf e.d. (VERVALLEN)
Artikel 5:3 Te koop aanbieden van voertuigen (VERVALLEN)
Artikel 5:4 Defecte voertuigen (VERVALLEN)
Artikel 5:5 Voertuigwrakken (VERVALLEN)
Artikel 5:6 Kampeermiddelen e.a. (VERVALLEN)
Artikel 5:7 Parkeren van reclamevoertuigen (VERVALLEN)
Artikel 5:8 Parkeren van grote voertuigen (VERVALLEN)
Artikel 5:9 Parkeren van uitzichtbelemmerende voertuigen (VERVALLEN)
Artikel 5:10 Parkeren van voertuigen met stankverspreidende stoffen (VERVALLEN)
Artikel 5:11 Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen (VERVALLEN)
Artikel 5:12 Overlast van voertuigen (VERVALLEN)
Artikel 5:13 Inzameling van geld of goederen (VERVALLEN)
Artikel 5:14 Begripsbepaling (VERVALLEN)
Artikel 5:15 Ventverbod (VERVALLEN)
Artikel 5:16 Vrijheid van meningsuiting
Artikel 5:17 Begripsbepaling (VERVALLEN)
Artikel 5:18 Standplaatsvergunning en weigeringsgronden (VERVALLEN)
Artikel 5:19 Toestemming rechthebbende (VERVALLEN)
Artikel 5:20 Afbakeningsbepalingen (VERVALLEN)
Artikel 5:22 Begripsbepaling (VERVALLEN)
Artikel 5:23 Organiseren van een snuffelmarkt (GERESERVEERD)
Artikel 5:23a Begripsomschrijvingen (VERVALLEN)
Artikel 5:24 Voorwerpen op, in of boven openbaar water (VERVALLEN)
Artikel 5:25 Ligplaats woonschepen en overige vaartuigen (VERVALLEN)
Artikel 5:26 Aanwijzingen ligplaats (VERVALLEN)
Artikel 5:27 Verbod innemen ligplaats (VERVALLEN)
Artikel 5:27a Afmeren anders dan bij een aangewezen ligplaats door middel van
stilliggen, ankeren, meren, of op enigerlei andere wijze met de vaste grond verbinden van een vaartuig (VERVALLEN)
Artikel 5:28 Beschadigen van waterstaatswerken (VERVALLEN)
Artikel 5:30 Veiligheid op het water
Artikel 5:31 Overlast aan vaartuigen
AFDELING 7. CROSSTERREINEN EN GEMOTORISEERD EN RUITERVERKEER IN NATUURGEBIEDEN
Artikel 5:32 Crossterreinen (VERVALLEN)
Artikel 5:33 Beperking verkeer in natuurgebieden (VERVALLEN)
AFDELING 8. VERBOD VUUR TE STOKEN
Artikel 5:34 Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken (VERVALLEN)
AFDELING 9. VERSTROOIING VAN AS
Artikel 5:35 Begripsbepaling (VERVALLEN)
Artikel 5:36 Verboden plaatsen (VERVALLEN)
Artikel 5:37 Hinder of overlast (VERVALLEN)
HOOFDSTUK 6. STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 6:3 Binnentreden woningen
Artikel 6:4 Inwerkingtreding nieuwe en intrekking oude verordening
BIJLAGE 1: Waardevolle particuliere bomen 2016 (VERVALLEN)