Organisatie | Steenwijkerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Wijziging Welstandsnota - Richtlijnen/aandachtspunten welstands- en monumentencommissie m.b.t. de beoordeling van verbouwplannen aan monumenten en plaatsing van PV-systemen op/bij monumenten |
Citeertitel | Richtlijnen/aandachtspunten welstands- en monumentencommissie m.b.t. de beoordeling van verbouwplannen aan monumenten en plaatsing van PV-systemen op/bij monumenten |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-11-2023 | nieuwe regeling | 10-10-2023 |
De raad van de gemeente Steenwijkerland;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 05-09-2023, nummer 2023-RAAD-00054;
met inachtneming van het amendement Duurzame welstand en erfgoed:
De Welstandsnota Steenwijkerland als volgt te wijzigen.
De ‘Richtlijnen/aandachtspunten welstands- en monumentencommissie m.b.t. de beoordeling van verbouwplannen aan monumenten en plaatsing van PV-systemen op/bij monumenten en in beschermde stads- en dorpsgezichten 2023’ worden aan paragraaf 6.3 van de Welstandsnota toegevoegd.
Deze wijziging van de Welstandsnota treedt in werking de dag na bekendmaking in het Gemeenteblad.
Als er in het kader van een legalisatieonderzoek (bouwplan is al uitgevoerd) om een advies van de commissie wordt gevraagd, dient te commissie te adviseren als ware het een aanvraag voor een nog uit te voeren bouwplan. Het feit dat de werkzaamheden al zijn uitgevoerd mag geen wegingsfactor zijn bij de beoordeling door de commissie en de advisering.
Toe te voegen elementen ten behoeve van geriefs- of functieverbetering dienen op een zodanige wijze te worden ingepast dat dit geen gevolgen heeft voor de oorspronkelijke vormgeving of detaillering (bijvoorbeeld isolatie ten behoeve van warmte en geluid, beschermende beglazing, ventilatie e.d.) en bij voorkeur reversibel te worden uitgevoerd;
Het inboeten van en aanbrengen van nieuw metselwerk dient met bijpassende steen en metselspecie te geschieden, lettend op en passend bij de kleur, hardheid en afmeting van het bestaande metselwerk. Inboetwerk dient in hetzelfde metselverband als het bestaande metselwerk te worden uitgevoerd. De commissie kan om een monster vragen;
Reinigen van gevels is alleen toegestaan indien aangetoond kan worden dat de vervuiling schade veroorzaakt aan de gevel. Reinigingsmethodes dienen per type gevel beoordeeld te worden en mogen de gevel(s) niet beschadigen. Gevels mogen niet worden gestraald of gehydrofobeerd. De commissie kan bepalen dat er een proefvlak wordt opgezet;
Oude verflagen mogen niet volledig worden verwijderd, tenzij aantoonbaar noodzakelijk. De verflagen mogen er niet worden afgebrand, maar alleen door middel van föhnen worden verwijderd. Bij verwijderen van verflagen en bij kleurwijzigingen is, voor de vaststelling van de juiste kleur, een kleuronderzoek en documentatie over de verfsoort en –kleur vereist;
Historisch glas dient gehandhaafd te blijven. Nieuw glaswerk dient in enkel glas en in stopverf/kit, zonder gebruikmaking van glaslatten, te worden uitgevoerd tenzij dubbelglas voor de aanwijs is toegepast. Toepassing van dubbel glas is bespreekbaar mits het kan worden toegepast in de bestaande sponning. Aandachtspunten daarbij zijn dat:
Bij het vernieuwen van dakbedekking dient de nieuw aan te brengen dakbedekking in vorm, type en kleur zoveel mogelijk overeen te komen met de oorspronkelijke dakbedekking. Uitgangspunt is dat zoveel mogelijk van het oorspronkelijke materiaal bewaard moet blijven en/of gesorteerd en hergebruikt moet worden. Aanvulling van de dakbedekking moet plaatsvinden conform hetgeen hierboven is aangegeven;
Ventilatie- en/of rookgasafvoeren dienen bij voorkeur in bestaande kanalen of bestaande schoorstenen te worden weggewerkt. Nieuwe ventilatie- en rookgasafvoeren dienen in een gedekte kleur te worden uitgevoerd en indien mogelijk worden gecombineerd. Nieuwe ventilatieafvoeren in rieten daken moeten worden uitgevoerd in de vorm van een “kattenoog”;
Bij het treffen van energiebesparende maartregelen kan een spanningsveld ontstaan tussen het treffen van energiebesparende maatregelen en de monumentale/cultuurhistorische waarden van het gebied en/of het pand. Per geval zal daarom moeten worden bekeken wat acceptabel is.
Maatregelen zullen in het algemeen mogelijk zijn wanneer wordt voldaan aan de volgende richtlijnen:
Bij toepassing van mechanische of balansventilatie dienen de installaties zo aangebracht worden dat geen schade wordt toegebracht aan monumentale interieurs of constructieve elementen. Aan- en afvoervoorzieningen dienen bij voorkeur in bestaande kanalen of bestaande schoorstenen of in het dak te worden weggewerkt. Nieuwe aan- en afvoervoorzieningen dienen in een gedekte kleur te worden uitgevoerd.
Bij bestaande objecten wordt een onderscheid gemaakt tussen monumentale gebouwen/bouwwerken en gebouwen/bouwwerken in beschermde stads- en dorpsgezichten. Plaatsing van PV-systemen is mogelijk wanneer wordt voldaan aan de volgende richtlijnen.
het toepassen van PV-systemen op/bij monumenten is maatwerk. De commissie kan aan het college van burgemeester en wethouders voorstellen toch medewerking te verlenen aan het plaatsen van PV-systemen voor een plan niet past binnen de randvoorwaarden. De commissie doet dit alleen wanneer naar haar mening geen sprake is van een onevenredige aantasting van monumentale/cultuurhistorische waarden en motiveert haar voorstel.
Randvoorwaarden PV-systemen zichtbaar vanuit openbaar toegankelijk gebied
wanneer alternatieven elders op het perceel of uit het zicht zijn afgewogen en geen rendabele installatie opleveren kunnen, op basis van een zorgvuldig ontworpen plan, PV-systemen worden aangebracht wanneer er geen sprake is van een onevenredige visuele verstoring van het monument of zijn omgeving. Randvoorwaarden hierbij zijn:
op daken met een bijzondere vorm, dakbedekking of afwerking is het plaatsen van PV-systemen niet mogelijk. Dit betreft bijvoorbeeld ronde, spitse of veelhoekige daken, daken met een bijzonder decoratief patroon of daken van bijzondere materialen, zoals zeldzame dakpannen, de meeste leien daken, de meeste daken van riet, koper, zink of lood;
Randvoorwaarden plaatsing zonnepanelen op de grond bij een monument
wanneer de panelen zichtbaar zijn vanuit openbaar toegankelijk gebied of aansluiten bij een open landschap moeten ze ingepast worden met streekeigen beplanting die minimaal dezelfde hoogte heeft als het PV-systeem of op een andere manier landschappelijk worden ingepast wanneer het aanbrengen van beplanting landschappelijk niet passend is;