Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Dalfsen

Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDalfsen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van marktgelden 2024
CiteertitelVerordening marktgelden 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 216 van de Gemeentewet
  2. artikel 229 van de Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024Nieuwe regeling

09-11-2023

gmb-2023-487616

RIS 1677

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2024

 

De raad van de gemeente Dalfsen,

 

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders dd. 17 oktober 2023, nummer 1677;

gelet op artikel 216 en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t

 

vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2024

 

Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2024

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam van marktgelden worden rechten geheven voor het innemen van een stand- of staanplaats ten behoeve van het uitstallen, aanbieden of verkopen van goederen op markten en andere openbare plaatsen en daarmee verband houdende handelingen en/of het gebruik van verstrekte hulpmiddelen.

 

Artikel 2 Belastingplicht

Het recht wordt geheven van degene aan wie de in artikel 1 bedoelde standplaats is toegewezen, dan wel van degene die de in artikel 1 bedoelde standplaats inneemt.

 

Artikel 3 Maatstaf van heffing en tarief

  • 1.

    Het tarief bedraagt voor het hebben van kramen, auto’s, verkoop- en winkelwagens, als voor goederen die op de grond ten verkoop worden uitgestald, op de wekelijkse warenmarkt, als bedoeld in de Marktverordening 2022 per strekkende meter (excl. dissel):

    • a.

      Per dag of gedeelte daarvan € 0,25

    • b.

      Per week of gedeelte daarvan € 1,30

    • c.

      Per halfjaar of gedeelte daarvan € 21,80

    • d.

      Per kalenderjaar of gedeelte daarvan € 32,45

  • 2.

    Voor het gebruik van een stroomaansluiting op de wekelijkse warenmarkt wordt, boven het in het eerste lid bedoelde recht, per kraam voor elke dag of gedeelte daarvan een recht geheven van:

    • a.

      Wanneer de aansluiting die uitsluitend wordt gebruikt voor elektriciteit (220 V) per standplaats:

      • i.

        Per dag of gedeelte daarvan € 0,65

      • ii.

        Per week of gedeelte daarvan € 3,35

      • iii.

        Per halfjaar of gedeelte daarvan € 79,85

      • iv.

        Per kalenderjaar of gedeelte daarvan € 159,75

    • b.

      Wanneer de aansluiting die uitsluitend wordt gebruikt voor elektriciteit (krachtstroom) per standplaats:

      • i.

        Per dag of gedeelte daarvan € 1,35

      • ii.

        Per week of gedeelte daarvan € 6,65

      • iii.

        Per halfjaar of gedeelte daarvan € 159,75

      • iv.

        Per kalenderjaar of gedeelte daarvan € 319,50

  • 3.

    Het tarief bedraagt voor het hebben van kramen, auto’s, verkoop- en winkelwagens, als voor goederen die op de grond ten verkoop worden uitgestald, als bedoeld in hoofdstuk 5, afdeling 4, van de Algemene plaatselijke verordening, artikel 5:17 en 5:18 waarvoor nadere regels zijn gesteld in de beleidsregels standplaatsvergunningen, per strekkende meter (excl. dissel):

    • a.

      Per tijdvlak of gedeelte daarvan € 0,50

    • b.

      Per dag of gedeelte daarvan € 1,45

    • c.

      Per week of gedeelte daarvan € 2,85

    • d.

      Per halfjaar of gedeelte daarvan € 23,45

    • e.

      Per kalenderjaar of gedeelte daarvan € 52,10

  • 4.

    Voor het gebruik van een stroomaansluiting wordt, boven het in het derde lid bedoelde recht, per standplaats voor elke dag of gedeelte daarvan een recht geheven van:

    • a.

      Wanneer de aansluiting die uitsluitend wordt gebruikt voor elektriciteit (220 V) per standplaats:

      • i.

        Per halve dag of gedeelte daarvan € 0,40

      • ii.

        Per dag of gedeelte daarvan € 0,65

      • iii.

        Per week of gedeelte daarvan € 3,35

      • iv.

        Per halfjaar of gedeelte daarvan € 79,85

      • v.

        Per kalenderjaar of gedeelte daarvan € 159,75

    • b.

      Wanneer de aansluiting die uitsluitend wordt gebruikt voor elektriciteit (krachtstroom) per standplaats:

      • i.

        Per halve dag of gedeelte daarvan € 0,80

      • ii.

        Per dag of gedeelte daarvan € 1,35

      • iii.

        Per week of gedeelte daarvan € 6,65

      • iv.

        Per halfjaar of gedeelte daarvan € 159,75

      • v.

        Per kalenderjaar of gedeelte daarvan € 319,50

  • 5.

    De bedragen genoemd onder artikel 3.2 en 3.4 zijn bedragen exclusief BTW. Deze bedragen worden verhoogd met 21% omzetbelasting.

  • 6.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een eenheid van tijd of afmeting als een geheel gerekend.

  • 7.

    Onder een tijdvlak in lid 3 van dit artikel wordt verstaan: een dag wordt ingedeeld in drie tijdvlakken, te weten van 08:00 uur tot 12:45 uur, van 13:15 uur tot 17:45 uur en van 18:15 uur tot 22:00 uur.

Artikel 4 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De rechten, waarop artikel 3 van toepassing is, zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, zijn de rechten, in zoverre in afwijking van artikel 3, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor de dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het recht wordt niet geheven, indien het totale belastingbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, minder dan € 5,00 bedraagt.

  • 5.

    Ontheffing wordt slechts verleend, indien het bedrag van de ontheffing tenminste € 5,00 bedraagt.

 

Artikel 5 Wijze van heffing

  • 1.

    De rechten worden bij wege van aanslag geheven.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid wordt het voor een dag verschuldigde recht geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, dan wel gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

 

Artikel 6 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moet de aanslag worden betaald in één termijn die vervalt binnen 30 dagen na dagtekening van de aanslag.

  • 2.

    Voor rechten, die vallen binnen deze verordening, kan geen automatische incasso worden afgegeven.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in dit artikel gestelde termijnen.

 

Artikel 7 Kwijtschelding

Bij de invordering van marktgelden wordt geen kwijtschelding verleend.

 

Artikel 8 Nadere regels

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de marktgelden.

 

Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening marktgelden 2023” van 19 december 2023, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening marktgelden 2024’.

 

Aldus besloten door de raad van de gemeente Dalfsen in zijn openbare vergadering van 9 november 2023.

De raad voornoemd,

de voorzitter, de griffier,

drs. E. van Lente drs. J. Leegwater