Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waalwijk

VERORDENING REINIGINGSRECHTEN 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWaalwijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVERORDENING REINIGINGSRECHTEN 2024
CiteertitelVerordening reinigingsrechten 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpVerordening op de heffing en invordering van reinigingsrechten 2024
Externe bijlageVerordening reinigingsrechten 2024

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024'nieuwe regeling'

02-11-2023

gmb-2023-486992

2023/043

Tekst van de regeling

Intitulé

VERORDENING REINIGINGSRECHTEN 2024

De raad van de gemeente Waalwijk heeft het voorstel over de belastingverordeningen 2024 van het college van burgemeester en wethouders van 26 september 2023 gelezen en besluit, gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet, de volgende verordening vast te stellen:

 

“Verordening op de heffing en invordering van reinigingsrechten 2024”

 

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    milieustraat: Het afvalinzamelstation aan de Weteringweg in Waalwijk;

  • b.

    grof bedrijfsafval: afvalstoffen, niet zijnde huishoudelijke afvalstoffen, welke door de aard, omvang of hoeveelheid niet periodiek worden ingezameld;

  • c.

    (bedrijfs)afval: afval van MKB en/of instellingen dat qua aard, omvang en hoeveelheid vergelijkbaar is met huishoudelijk afval.

  • d.

    Klein Chemisch Afval (KCA): afval waar chemische stoffen in zitten die schadelijk zijn voor de gezondheid en voor het milieu en van huishoudelijke aard zijn.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam "reinigingsrechten" worden rechten geheven voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten en voor het gebruik van openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken en inrichtingen, die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens naam de aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven die staan genoemd in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    De bedragen genoemd in de tarieventabel zijn exclusief de eventueel verschuldigde omzetbelasting.

Artikel 5 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

De rechten worden geheven door middel van een mondelinge of een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, door middel van een nota, bij wege van aanslag of door middel van andere schriftuur, waarop het verschuldigde bedrag is vermeld.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting die naar een jaartarief wordt geheven is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de naar jaartarief geheven belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarief geheven belasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat belastingjaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00.

  • 4.

    Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist.

  • 5.

    Belastingbedragen van minder dan € 5,00 worden niet geheven.

Artikel 8 Hoe en wanneer moet je betalen (termijnen van betaling)

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2.

    Wanneer het totaalbedrag van het aanslagbiljet meer is dan € 100,- moet de aanslag, in afwijking van het voorgaande lid, worden betaald in twee delen. Het eerste deel moet uiterlijk worden betaald op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld (1e termijn). Het tweede deel moet twee maanden later worden betaald (2e termijn).

  • 3.

    Wanneer het totaalbedrag van het aanslagbiljet meer is dan € 100,- en iemand gebruik maakt van automatische betalingsincasso, dan moet de aanslag, in afwijking van de vorige twee artikelleden, worden betaald in 10 gelijke maandelijkse termijnen. Hierbij start deze maandelijkse incasso op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 4.

    De belasting moet worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    b. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving;

    c. schriftelijk wordt gedaan en wordt toegezonden binnen 8 dagen na dagtekening van de kennisgeving

  • 5.

    Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete, is het eerste lid van overeenkomstige toepassing.

  • 6.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de betaaltermijnen.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van reinigingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend. De rechten moeten dus altijd worden betaald.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van het reinigingsrecht. Dit zijn besluiten van het college waarin deze verordening verder wordt uitgewerkt. Wanneer deze besluiten zijn genomen zijn ze terug te vinden op de websites lokaleregelgeving.overheid.nl en www.waalwijk.nl.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening reinigingsrechten 2023" van 10 november 2022 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2024, maar blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich vóór die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

  • 4.

    De verordening kan worden aangehaald als "Verordening reinigingsrechten 2024”.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 2 november 2023.

 

DE RAAD VAN DE GEMEENTE WAALWIJK

Namens deze,

de griffier, de voorzitter,

Jeske W.M. Louer, Sacha C.A.M. Ausems

TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE VERORDENING REINIGINGSRECHTEN 2024

 

Hoofdstuk 1 Milieustraat

TARIEF 2024

In 2023

1.

Aanleveren van uitsluitend Klein Chemisch Afval (KCA) door bedrijven op woensdagochtend (met een maximum van 5 kg per keer tot een maximum van 50 kg aan gevaarlijk afval per jaar)

€ 5,65 per kilo

€ 5,15 per kilo

Hoofdstuk 2 (Bedrijfs)afval

TARIEF 2024

In 2023

2.1

Het tarief voor het beschikbaar stellen en wekelijks ledigen van een 240 liter minicontainer voor afval (niet zijnde grof bedrijfsafval), afkomstig van kantoren, winkels en diensten, bedraagt per container, per jaar

€ 375,15

€ 357,30

2.2

Het tarief voor het op aanvraag beschikbaar stellen en ledigen van een extra 240 liter mini-container voor afval (niet zijnde grof bedrijfsafval), afkomstig van kantoren,

winkels en diensten bedraagt per minicontainer, per jaar, indien het ledigen per week plaatsvindt

€ 296,60

€ 282,45

2.3

Het tarief voor het beschikbaar stellen en tweewekelijks ledigen van een 240 liter mini-container voor afval (niet zijnde grof bedrijfsafval), afkomstig van kantoren, winkels en diensten, bedraagt per container, per jaar

€ 230,00

€ 219,05

Behoort bij raadsbesluit genomen op 2 november 2023 in de openbare vergadering van 2 november 2023 tot vaststelling van de Verordening reinigingsrechten 2024.

De griffier,

Jeske W.M. Louer