Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Voerendaal

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVoerendaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2024
CiteertitelVerordening afvalstoffenheffing 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpBestuur

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 15.33 van de Wet milieubeheer

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-11-2023nieuwe regeling

09-11-2023

gmb-2023-486855

Zaaknr. 402599

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2024

De raad van de gemeente Voerendaal;

 

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 3 oktober 2023;

 

gelet op artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer;

 

besluit:

 

vast te stellen de

 

‘VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING 2024’

 

(Verordening afvalstoffenheffing 2024)

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruikmaken’ gebruikmaken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.

 

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam ‘afvalstoffenheffing’ wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruikmaken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  •  

Artikel 3. Voorwerp van de belasting

  • 1.

    Voorwerp van de belasting is een perceel.

  • 2.

    Als perceel wordt aangemerkt:

    • a.

      de onroerende zaak, bedoeld in artikel 16, onder a, c, d en f, van de Wet waardering onroerende zaken;

    • b.

      de roerende zaak, welke duurzaam aan een plaats gebonden is;

    • c.

      een gedeelte van een in onderdeel b bedoelde roerende zaak dat blijkens zijn indeling is bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;

    • d.

      een samenstel van twee of meer in onderdeel b bedoelde roerende zaken of in onderdeel c bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde belastingplichtige in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren;

    • e.

      het binnen de gemeente gelegen deel van de in onderdeel b bedoelde roerende zaak, van een in onderdeel c bedoeld gedeelte daarvan of van een in onderdeel d bedoeld samenstel.

Artikel 4 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel.

 

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 6 Reductie heffing medisch afval

  • 1.

    De belastingplichtige als bedoeld in artikel 3 komt in aanmerking voor vermindering van de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1, leden 2, 3 en 4 van de in artikel 4 bedoelde tarieventabel, indien de belastingplichtige als gevolg van chronische ziekte of handicap dan wel chronische ziekte of handicap van personen die behoren tot zijn of haar huishouden, extra afval moet aanbieden aan de gemeentelijke inzameldienst.

  • 2.

    De belastingplichtige die in aanmerking wil komen voor vermindering op grond van het eerste lid, dient uiterlijk binnen 6 maanden na dagtekening van de opgelegde belasting, zoals bedoeld in het eerste lid, een daartoe strekkend verzoek in te dienen bij de heffingsambtenaar. Bij dit verzoek dient een schriftelijke verklaring van de huisarts of medisch specialist te worden overgelegd, waaruit blijkt dat als gevolg van een chronische ziekte of handicap extra afval wordt aangeboden.

  • 3.

    Voor de belastingplichtige die voldoet aan het gestelde onder de leden 1 en 2, geldt dat de hier bedoelde vermindering 60 % bedraagt van de totaal verschuldigde belasting als gevolg van het aantal aangeboden ledigingen, met een maximum van € 60,00 per belastingjaar

  • 4.

    De berekening van de vermindering als bedoeld in het eerste lid vindt plaats na afloop van het betreffende belastingjaar.

  • 5.

    Er wordt slechts één vermindering per huishouden verleend.

Artikel 7 Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

 

Artikel 8 Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1, onderdeel 1 tot en met 7a van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1, zevende lid, letter b en c en hoofdstuk 2 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een schriftelijke gedagtekende kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

  •  

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1, eerste lid en lid 7 onder a, van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1, eerste lid, van de tarieventabel verschuldigd, voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting bedoeld in hoofdstuk 1, eerste lid van de tarieventabel als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

  • 5.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1, tweede tot en met zesde lid is verschuldigd na afloop van het belastingjaar.

  • 6.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1, lid 7 onderdelen b en c, en hoofdstuk 2 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van bezittingen, werken of inrichtingen.

  • 7.

    Belastingbedragen van minder dan € 5,00 worden niet geheven.

  • 8.

    Voor de toepassing van het vorige lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen aangemerkt als één belastingbedrag.

  •  

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat en het bedrag daarvan niet hoger is dan € 20.000,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste vier en ten hoogste tien bedraagt.

  • 3.

    De belasting moet worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 8, tweede lid:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen één maand na dagtekening van de kennisgeving.

  • 4.

    Betaling van de termijnen zoals bedoeld in de leden 1, 2 en 3, letter b in het geval een kennisgeving wordt toegezonden, is mogelijk via automatische incasso, mits wordt voldaan aan de voorwaarden van de Uitvoeringsregeling automatische incasso van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW).

  • 5.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

  •  

Artikel 11 Overgangsrecht

De "Verordening afvalstoffenheffing 2023” van 8 december 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

 

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening afvalstoffenheffing 2024’.

 

 

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 9 november 2023.

DE RAAD VAN DE GEMEENTE VOERENDAAL,

Namens deze,

De griffier,

F. Meijerink

TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE ‘VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING 2024’

Algemeen

De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.

Hoofdstuk 1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing

1.

De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar

€242,00

2.

Onverminderd het bepaalde in het voorgaande lid bedraagt de belasting per lediging van:

 

 

  • a.

    een mini-container, bestemd voor GFT-afval met een inhoud van 20 liter

€ 0,00

 

b. een mini-container, bestemd voor GFT-afval met een inhoud van 140 liter

€ 1,50

 

c. een mini- container, bestemd voor GFT-afval met een inhoud van 240 liter

€ 2,00

 

d. een mini-container, bestemd voor restafval met een inhoud van 140 liter

€ 6,45

 

e. een mini-container, bestemd voor restafval met een inhoud van 240 liter

€ 8,75

3.

Onverminderd het bepaalde in het eerste lid bedraagt de belasting voor percelen die voor de afvalverwijdering zijn aangewezen op het ondergrondse inzamelsysteem per aanbieding

€ 1,60

4.

Onverminderd het bepaalde in het eerste lid bedraagt de belasting per aanbieding van een gekenmerkte vuilniszak

€ 1,60

5.

Onverminderd het bepaalde in het eerste lid bedraagt de belasting voor de aanbieding van een gekenmerkte afvalzak voor plastic en metalen verpakkingen alsmede drankkartons (PMD)

€ 0,00

6.

Onverminderd het bepaalde in het eerste lid bedraagt de belasting voor de aanbieding van de BEST tas

€ 0,00

7.

Onverminderd het bepaalde in de leden 1 t/m 5 bedraagt het tarief

 

 

a. voor het in gebruik hebben van een extra restafval container of meer dan twee GFT containers per container per jaar of een gedeelte daarvan

€ 10,00

 

b. voor het op aanvraag omwisselen van één of meer containers, per container

€ 25,00

 

c. voor het op aanvraag leveren van één of meer extra containers, per container

€ 25,00

8.

In afwijking van het bepaalde in het zevende lid, onderdelen b. en c. kan:

 

 

a. een nieuw ingezetene van de gemeente, die als belastingplichtige wordt aangemerkt, gedurende een periode van zes maanden nadat de belastingplicht is ontstaan, kosteloos éénmaal van containervolume wisselen;

 

 

b. de belastingplichtige, die binnen de gemeente verhuist gedurende een periode van zes maanden nadat de verhuizing heeft plaatsgevonden, kosteloos éénmaal van containervolume wisselen.

 

 

Hoofdstuk 2 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het achterlaten van de volgende (grove) huishoudelijke afvalstoffen op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats:

a.

Papier en karton

Gratis

b.

Glas

Gratis

c.

Klein chemisch afval

Gratis

d.

Vet en (motor)olie (maximaal 20 liter)

Gratis

e.

Metaal

Gratis

f.

Textiel

Gratis

g.

Kringloopgoederen

Gratis

h.

Best-tassen

Gratis

i.

Elektrische apparaten

Gratis

j.

Asbesthoudend afval

Gratis

k.

Auto- of motorband zonder velg (max 20 inch, 4 stuks)

Gratis

l.

Tuinafval

Gratis

m.

Snoeiafval/kerstbomen

Gratis

n.

Gips (geen cel- of gasbeton)

Gratis

o.

Verpakkingsafval (plastic, metaal, drankkartons)

Gratis

p.

Harde kunststoffen

Gratis

q.

Gasflessen en gastanks (explosie veilig aangeleverd)

Gratis

r.

Piepschuim

Gratis

  •  

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het achterlaten van de volgende (grove) huishoudelijke afvalstoffen op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats:

a.

Grof huisvuil/grote huisraad, per m3; (per eenheid van ¼ m3 € 7,90)

€ 34,00 (*)

b.

C-hout (geïmpregneerd hout), per m3

€ 34,00 (*)

c.

Rest- en GFT-afval, per 50 liter of zak

€ 1,70

d.

Hout (kwaliteit A en B) per m3

€ 15,00 (*)

e.

Auto- of motorband met velg, per stuk (max 4 stuks)

€ 1,60

f.

Bestelwagenband (>20”) per stuk (max 4 stuks)

€ 3,50

g.

Vrachtwagenband per stuk (max 2 stuks)

€ 15,00

h.

Tractorband (max 2 stuks) per stuk

€ 22,00

i.

Schone grond, per m3

€ 17,00

j.

Vervuilde grond, per m3

€ 90,00

k.

Schoon puin, per m3

€ 8,00

l.

Vervuild puin, per m3

€ 90,00

m.

Dakleer/bitumen houdend afval, per m3

€ 34,00 (*)

n.

Ongesorteerd bouwafval

€ 90,00

o.

1 persoons matras per stuk

€ 8,50 (*)

p.

2 persoons matras per stuk

€ 17,00 (*)

(*) de 1ste 2 bezoeken zijn gratis.

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het van gemeentewege ophalen van grove huishoudelijke afvalstoffen en houtafval aan huis:

  • a.

Per m3

€ 44,00 (**)

(**): dit is tevens het starttarief. (Betaling vooraf via iDEAL of acceptgiro)

 

Behoort bij het raadsbesluit van 9 november 2023,

De griffier van de gemeente Voerendaal,