Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Dalfsen

Verordening op de Gemeentelijke Adviescommissie Omgevingskwaliteit (erfgoed en welstand) Dalfsen 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDalfsen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de Gemeentelijke Adviescommissie Omgevingskwaliteit (erfgoed en welstand) Dalfsen 2022
CiteertitelVerordening op de gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit (erfgoed en welstand) gemeente Dalfsen 2022
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpVerordening op de gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit (erfgoed en welstand) gemeente Dalfsen 2022

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 149 van de Gemeentewet
  2. artikel 108 van de Gemeentewet
  3. (Geconsolideerde tekst) Omgevingswet afdeling 17.2
  4. (Geconsolideerde tekst) Omgevingswet artikel 16.15 en 16.15a

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

28-02-2022

gmb-2023-486429

1379

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de Gemeentelijke Adviescommissie Omgevingskwaliteit (erfgoed en welstand) Dalfsen 2022

De raad van de gemeente Dalfsen;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 11 januari 2022, nummer 1379;

 

gelet op artikel 108 en artikel 149 van de Gemeentewet en afdeling 17.2 van de Omgevingswet;

 

 

b e s l u i t:

 

vast te stellen “De verordening op de gemeentelijke adviescommissie Ruimtelijke kwaliteit Monumentenzorg van de gemeente Dalfsen 2022

 

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissie: gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in artikel 17.9 van de wet;

  • b.

    goede omgevingskwaliteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.3 van de wet;

  • c.

    stadsbouwmeester: het lid van de commissie aan wie door de raad op grond van deze verordening specifieke taken zijn opgedragen;

  • d.

    wet: de Omgevingswet.

 

Artikel 1.2. Instelling

  • 1.

    De advisering over het bereiken en in stand houden van een goede omgevingskwaliteit in het kader van de Omgevingswet is opgedragen aan de Gemeentelijke adviescommissie kwaliteit (erfgoed en welstand) Dalfsen;

  • 2.

    De gemeentelijke adviescommissie bestaat uit:

    • a.

      de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in artikel 17.9 van de Omgevingswet met enkel op persoonlijke titel benoemde leden, verder te noemen: de gemeentelijke adviescommissie.

    • b.

      de op persoonlijke titel benoemde stadsbouwmeester.

 

Artikel 2. Taak en werkzaamheden commissie (monumentenadvisering en welstand)

  • 1.

    De commissie heeft als taak de raad en burgemeester en wethouders te adviseren bij de uitoefening van hun taken en bevoegdheden op grond van de wet met het oog op het bereiken en in stand houden van een goede omgevingskwaliteit en al hetgeen daarmee verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn. Dit betreft advisering ten aanzien van beleidsontwikkeling, opgavegerichte advisering, ontwerpgerichte advisering en beoordelingsgerichte advisering.

  • 2.

    Ter uitvoering van haar taak:

    • a.
      • 1°.

        een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een monument;

      • 2°.

        een omgevingsplanactiviteit die betrekking heeft op een voorbeschermd gemeentelijk monument of een gemeentelijk monument;

      • 3°.

        een omgevingsplanactiviteit in geval de commissie in het omgevingsplan als adviseur is aangewezen;

      • 4°.

        een andere activiteit in geval burgemeester en wethouders een advies nodig achten met het oog op het bereiken en in stand houden van een goede omgevingskwaliteit; specifiek ten aanzien van het uiterlijk van bouwwerken;

      adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders over een aanvraag om of een ontwerpbesluit voor een omgevingsvergunning voor:

    • b.

      adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders over het door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aanwijzen van een onroerende zaak als rijksmonument ingevolge artikel 3.1, eerste lid, van de Erfgoedwet of over het aan een locatie geven van de functie-aanduiding gemeentelijk monument op grond van artikel 4.2, eerste lid, van de wet; Alsmede het afvoeren van gemeentelijke monumenten en het aan- en afvoeren van gemeentelijke beschermde gezichten en karakteristieke panden;

    • c.

      adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders over het ontwikkelen van beleid inclusief omgevingsvisie, omgevingsplan en het stellen van maatwerkvoorschriften in verband met het uiterlijk van bouwwerken, de zorg voor cultureel erfgoed en andere zaken die de omgevingskwaliteit betreffen;

    • d.

      voert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders vooroverleg met planindieners over een in te dienen aanvraag om een omgevingsvergunning;

    • e.

      adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders over het stellen van maatwerkvoorschriften in verband met het uiterlijk van bouwwerken, de zorg voor cultureel erfgoed en andere zaken die de omgevingskwaliteit betreffen;

    • f.

      adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders over het geven van beschikkingen op grond van regels in verordeningen op grond van artikel 149 van de Gemeentewet die een eis ten aanzien van de omgevingskwaliteit bevatten, te weten:

      • a.

        regels over reclame in de openbare ruimte;

      • b.

        voorwerpen op of aan de weg;

      • c.

        standplaatsvergunning;

      • d.

        exploitatievergunning;

      • e.

        horecabedrijven;

      • f.

        ligplaatsvergunning.

    • g.

      Het college vraagt indien het daartoe aanleiding ziet advies over het uiterlijk van vergunningvrije bouwwerken en bouwwerken die niet in uitvoering zijn (repressief toezicht).

 

Artikel 3. Samenstelling

  • 1.

    De commissie bestaat door Het Oversticht voorgedragen en door de gemeenteraad op persoonlijke titel benoemde leden gelet op artikel 17.9, eerste lid, van de wet deskundig op het gebied van de monumentenzorg.

  • 2.

    De leden en de plaatsvervangers worden benoemd op persoonlijke titel op grond van de professionele deskundigheid die nodig is voor de advisering, alsmede op grond van maatschappelijke kennis en ervaring.

  • 3.

    De leden en hun plaatsvervangers zijn niet aangesteld in een functie bij een (belangen) organisatie waaraan het risico van belangenverstrengeling verbonden is.

  • 4.

    De leden en de plaatsvervangers zijn onafhankelijk en niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur.

  • 5.

    De disciplines die de leden in gezamenlijkheid vertegenwoordigen zijn: cultuurhistorie, bouw- en architectuurhistorie, restauratiearchitectuur, landschap, stedenbouw, archeologie en architectuur/uiterlijk van bouwwerken.

  • 6.

    Voor de leden kunnen door Het Oversticht plaatsvervangers aangewezen worden die hen bij afwezigheid kunnen vervangen.

  • 7.

    De commissie kan over een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een (rijks)monumentenactiviteit met betrekking tot een monument slechts advies uitbrengen als ten minste twee leden aanwezig zijn die beschikken over deskundigheid op het gebied van monumentenzorg.

 

Artikel 4. Benoeming

  • 1.

    De leden en de plaatsvervangers kunnen voor een termijn van ten hoogste vier jaar worden benoemd.

  • 2.

    Herbenoeming van leden kan eenmaal voor ten hoogste vier jaar plaatsvinden, tenzij het lid voorziet in een specifieke deskundigheid die plaatselijk niet of schaars aanwezig is. Dit is niet van toepassing op de plaatsvervanger en adviseurs.

  • 3.

    Afgetreden leden zijn één jaar na hun aftreden weer benoembaar.

  • 4.

    De leden worden op eigen aanvraag ontslagen. Zij kunnen voorts door burgemeester en wethouders worden geschorst en door de raad worden ontslagen wegens ongeschiktheid, onbekwaamheid of op andere zwaarwegende gronden.

 

Artikel 5. Ondersteuning van de commissie

  • 1.

    Het secretariaat van de commissie berust bij Het Oversticht.

 

Artikel 6. Beraadslaging en standpuntbepaling

  • 1.

    De vergaderingen waarin een of meer adviezen over aanvragen om een omgevingsvergunning door of namens de commissie worden vastgesteld zijn openbaar. De agenda voor de vergadering van de commissie wordt tijdig op een geschikte wijze bekendgemaakt. Indien burgemeester en wethouders – al dan niet op verzoek van de aanvrager – een verzoek doen tot niet-openbare behandeling, dan dienen burgemeester en wethouders daaraan klemmende redenen op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur ten grondslag te leggen. De openbaarheid geldt zowel voor de beraadslagingen, de beoordeling als de adviezen.

  • 2.

    Belanghebbenden hebben in toelichtende zin spreekrecht in door de commissie gehouden openbare vergaderingen.

  • 3.

    De voorzitter bepaalt in redelijkheid en billijkheid hoe invulling wordt gegeven aan het spreekrecht, waaronder de spreektijd.

  • 4.

    Leden die als opdrachtgever, ontwerper of anderszins betrokken zijn bij de uitvoering van een activiteit waarvoor een aanvraag is gedaan waarover de commissie adviseert, onthouden zich van medewerking aan het desbetreffende advies en zijn tijdens de behandeling van en de besluitvorming over het advies niet in de vergadering aanwezig.

  • 5.

    De geheimhoudingsplicht als bedoeld in artikel 2:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op de commissie en de daarvoor werkzame personen.

 

Artikel 7. Afdoening onder verantwoordelijkheid van de commissie

  • 1.

    De commissie kan onverminderd het bepaalde in artikel 17.9, eerste lid, van de wet en artikel 2, derde lid, de advisering over een aanvraag om een omgevingsvergunning of over de voorbereiding van een andere beschikking onder verantwoordelijkheid van de commissie overlaten aan één of meer daartoe aangewezen leden of een subcommissie.

 

Artikel 8. Verwerking van het advies

  • 1.

    In geval burgemeester en wethouders een beschikking geven in afwijking van het door de commissie uitgebrachte advies verzenden zij een afschrift met motivatie van die beschikking aan de commissie.

 

Artikel 9. Relatie met andere adviseurs

Bij het aanstellen van een supervisor, een kwaliteitsteam of een andere adviseur op het gebied van de omgevingskwaliteit, niet zijnde een lid van de commissie dragen burgemeester en wethouders zorg voor een goede (personele) afstemming en/of afstemming tussen de werkzaamheden van deze adviseur en de commissie.

 

Artikel 10. Jaarverslag (jaarlijkse verantwoording)

  • 1.

    De commissie brengt jaarlijks een verslag als bedoeld in artikel 17.9, zesde lid, van de wet uit van haar werkzaamheden en haar functioneren in het voorafgaande kalenderjaar.

  • 2.

    In het jaarverslag komt ten minste aan de orde:

    • a.

      de wijze waarop toepassing is gegeven aan de kaders als bedoeld in artikel 17.9, derde lid, van de wet; het bereiken en in stand houden van een goede omgevingskwaliteit;

    • b.

      de aard van de beoordeelde plannen.

  • 3.

    De commissie kan in haar jaarverslag aanbevelingen doen ten aanzien van het gemeentelijk beleid.

 

Artikel 11. Reglement van orde

  • 1.

    De commissie stelt haar werkwijze binnen de kaders van deze verordening nader vast in een reglement van orde.

  • 2.

    In het reglement van orde komt ten minste aan de orde:

    • a.

      de werkwijze bij de advisering zoals genoemd in artikel 2;

    • b.

      de vergaderorde en orde van de beraadslaging, waarbij er een onderscheid wordt aangebracht tussen de toelichtende fase waarin het spreekrecht wordt uitgeoefend en de beraadslagingen;

    • c.

      de werkwijze van de stadsbouwmeester;

    • d.

      de werkwijze bij afdoening onder verantwoordelijkheid van de commissie als bedoeld in artikel 7;

    • e.

      de selectie en voordracht van kandidaat-leden.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders dragen zorg voor bekendmaking van het door de commissie vastgestelde reglement van orde in het gemeenteblad.

 

Artikel 12. Overgangsrecht

  • 1.

    Als voor de inwerkingtreding van de wet een aanvraag om een besluit is ingediend, blijft het oude recht, met betrekking tot de commissies op het gebied van welstand en monumentenzorg van kracht, met dien verstande dat de commissie omgevingskwaliteit wordt geacht de in artikel 8 van de Woningwet, dan wel de in artikel 9.1, eerste lid, onder a, van de Erfgoedwet in samenhang met artikel 15 van de Monumentenwet 1988 bedoelde commissie te zijn.

 

Artikel 13. Vervallen oude regeling

  • 1.

    De regels met betrekking tot de commissie in de Bouwverordening 2012-1 en de Erfgoedverordening 2010 vervallen.

 

Artikel 14. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt tegelijk met de Omgevingswet, houdende regels over het beschermen en benutten van de fysieke leefomgeving in werking.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit (erfgoed en welstand) gemeente Dalfsen 2022.

 

Aldus besloten door de raad van de gemeente Dalfsen in zijn openbare vergadering van 28 februari 2022.

De raad voornoemd,

de voorzitter, de griffier,

drs. E. van Lente drs. J. Leegwater