| Organisatie | Bunschoten |
|---|---|
| Organisatietype | Gemeente |
| Officiële naam regeling | Besluit aanwijzing cameratoezicht Gemeente Bunschoten |
| Citeertitel | Besluit aanwijzing cameratoezicht Gemeente Bunschoten |
| Vastgesteld door | burgemeester |
| Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
| Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 16-11-2023 | nieuwe regeling | 08-11-2023 |
De burgemeester van de gemeente Bunschoten;
Gelet op het bepaalde in artikel 151c van de Gemeentewet en artikel 2:77 van de Algemene Plaatselijke Verordening Bunschoten 2023;
Na afstemming met de Officier van Justitie en de teamchef van de politie van het basisteam Baarn, Bunschoten, de Bilt, Eemnes en Soest.
De burgemeester, indien dat in belang van de handhaving van de openbare orde nodig is, bevoegd is om op basis van artikel 151c van de Gemeentewet en artikel 2:77 van de Algemene Plaatselijke Verordening Bunschoten 2023 (APV) voor een bepaalde duur camera’s in te zetten ten behoeve van het toezicht op een openbare plaats;
Er vanuit de politiek, gelezen het Amendement A05 Kadernota 23 juni 2022, een positief standpunt is ingenomen ten opzichte van het instellen van cameratoezicht rondom sportpark de Westmaat;
Er met wedstrijden en evenementen op sportpark de Westmaat ernstig rekening mee moet worden gehouden dat er zich omstandigheden kunnen voordoen waarbij personen of groeperingen een dusdanig gedrag vertonen dat daarmee de openbare orde wordt verstoord, gevaar wordt veroorzaakt, dan wel anderszins ernstige wanordelijkheden ontstaan;
In het verleden regelmatig problemen zijn geweest met voetbalwedstrijden op de Westmaat, deze problemen zich niet altijd beperkten tot het sportpark en dat het sportpark direct gesitueerd is aan het centrum van Bunschoten-Spakenburg;
Er regelmatig voetbalwedstrijden op sportpark de Westmaat plaatsvinden waar sprake is van een ernstige vrees voor het ontstaan van oproerige bewegingen dan wel andere ernstige wanordelijkheden;
De aanpak van deze problematiek niet alleen te bereiken is met extra inzet van toezicht en controle;
De belangen van openbare orde en veiligheid in dit geval zwaarder wegen dan het individuele belang van de burgers;
Het uitoefenen van voornoemde controlebevoegdheden in de bewuste gebieden een onderdeel is van een breder pakket aan maatregelen ter vergroting van de veiligheid en dat het cameratoezicht een noodzakelijke aanvulling is op het maatregelenpakket;
Het cameratoezicht een aanvullend middel is om een betere en effectievere inzet van toezicht en controle te komen;
De aanwijzing van deze gebieden voor cameratoezicht naar verwachting zal bijdragen aan het verhogen van de veiligheid in het algemeen en de veiligheid in de aangewezen gebieden in het bijzonder;
De duur van de aanwijzing en de omvang van het cameratoezicht proportioneel en noodzakelijk zijn in relatie tot het beoogde legitieme doel;
De plaatsing van de camera’s voldoen aan de vereisten van artikel 151c Gemeentewet;
De burgemeester het belang van een effectieve handhaving van de openbare orde enerzijds en de daarmee gepaard gaande mogelijke inperking van het recht op privacy door invoering van tijdelijke cameratoezicht anderzijds tegen elkaar heeft afgewogen;
De belangen van openbare orde en veiligheid, het voorkomen van wanordelijkheden en van strafbare feiten en de bescherming van de gezondheid in het onderhavige geval zwaarder wegen dan het belang van bescherming van de persoonlijke levenssfeer van individuele burgers;
Het cameratoezicht proportioneel wordt geacht in relatie tot het beoogde legitieme doel;
Over te gaan tot het instellen van cameratoezicht door middel van het plaatsen van vier camera’s in het in artikel 1 benoemde gebied;
De gebiedsaanwijzing te doen voor de duur van vijf jaar na het in werking treden van dit besluit, waarbij de noodzaak en de voortzetting van cameratoezicht tussentijds wordt getoetst;
Dat voor het einde van de periode van vijf jaar een (eind)evaluatie zal plaatsvinden, op basis waarvan een mogelijke verlenging van dit besluit wordt beoordeeld;