Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Venray

Ruimtelijk Kwaliteits Kader gemeente Venray

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVenray
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRuimtelijk Kwaliteits Kader gemeente Venray
CiteertitelRuimtelijk Kwaliteits Kader gemeente Venray
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt het Ruimtelijk Kwaliteitskader Buitengebied gemeente Venray.

Deze regeling vervangt het Ruimtelijk Kwaliteitskader Buitengebied Oost gemeente Venray.

Deze regeling vervangt de Welstandsnota “Wederzijds Vertrouwen Tweede herziening 2018”.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 12a, eerste lid, van de Woningwet
  3. artikel 10:13 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-11-2023nieuwe regeling

31-10-2023

gmb-2023-484582

Tekst van de regeling

Intitulé

Ruimtelijk Kwaliteits Kader gemeente Venray

De raad van Venray,

 

gelezen het advies van B en W,

 

gelezen het advies van de commissie,

 

artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht juncto artikel 12a 1e lid Woningwet;

artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

artikel 10:13 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

overwegende,

 

dat het Ruimtelijk Kwaliteitskader tot doel heeft om de kwaliteit van de leefomgeving te borgen en derhalve nieuwe bestemmingsplannen/omgevingsplannen en afwijkingen op bestemmingsplannen/omgevingsplannen aan het Ruimtelijk Kwaliteitskader getoetst dienen te worden;

 

dat met de vaststelling van Ruimtelijk Kwaliteitskader de volgende beleidsnota’s niet meer van toepassing zijn en daarmee komen te vervallen:

 

Ruimtelijk Kwaliteitskader Buitengebied (2010)

Ruimtelijk Kwaliteitskader Buitengebied Oost (2013)

Welstandsnota Wederzijds Vertrouwen (2018)

 

besluit:

 

  • 1.

    Het Ruimtelijk Kwaliteitskader gemeente Venray, zoals opgenomen in de bijlage en weergegeven op de website https://rkkvenray.nl, overeenkomstig het advies van het college en de daarbij behorende stukken, met inachtneming van het amendement van de raad d.d. 31-10-2023 hetgeen als bijlage van dit besluit is opgenomen, vast te stellen en per direct in werking te laten treden als een beleidsregel;

  • 2.

    Het Ruimtelijk Kwaliteitskader gemeente Venray (de verbeeldingen zoals weergegeven op pagina’s 18,25,29,33,37,42,46,50,54,58,64,69,73,77,81,85 en 89 en pagina’s 157-190), zoals opgenomen in de bijlage en weergegeven op de website https://rkkvenray.nl, overeenkomstig het advies van het college en de daarbij behorende stukken, vast te stellen als Welstandsnota voor het gehele ambtsgebied van de gemeente Venray

  • 3.

    Wijzigingen in het Ruimtelijk Kwaliteitskader aan het college van B&W te delegeren voor zover deze geen betrekking hebben op de welstandsnota en enkel voor besluiten die reeds zijn genomen door de gemeenteraad van Venray;

  • 4.

    Het Ruimtelijk Kwaliteitskader Buitengebied gemeente Venray, zoals vastgesteld op 14 december 2010, in te trekken;

  • 5.

    Het Ruimtelijk Kwaliteitskader Buitengebied Oost gemeente Venray, zoals vastgesteld op 18 juni 2013, in te trekken;

  • 6.

    De welstandsnota “Wederzijds Vertrouwen. Tweede herziening 2018”, zoals vastgesteld op 6 maart 2018, in te trekken;

Welkom op de website van het Ruimtelijke kwaliteitskader van de gemeente Venray

 

Met dit ruimtelijk kwaliteitskader:

  • Leggen we vast welke waarden en karakteristieken belangrijk zijn om te behouden;

  • Welke randvoorwaarden gelden om toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk te maken.

Het ruimtelijk kwaliteitskader vormt een inspiratiedocument voor initiatiefnemers en bevat aanbevelingen die helpen om een initiatief zo goed mogelijk in te passen rekening houdend met de omringende waarden.

 

Ruimtelijk kwaliteit is het samenhangend geheel van belevingswaarde, gebruikswaarde en toekomstwaarde. Een omgeving die divers is, met herkenbare identiteit en aangenaam om te ervaren (belevingswaarde). Het is ook belangrijk dat er functionele samenhang is (gebruikswaarde) en dat de ruimte duurzaam, aanpasbaar en beheerbaar is ingericht (toekomstwaarde) zodat deze kan worden doorgegeven aan toekomstige generaties.

 

Het ruimtelijk kwaliteitskader is niet het enige kader dat bepalend is of een initiatief kan worden ingepast. Voor ieder initiatief zal een bredere afweging plaats vinden op basis van onze omgevingsvisie en beleid en regelgeving van hogere overheden.

 

Leeswijzer

In dit ruimtelijk kwaliteitskader vindt u de volgende onderdelen terug:

  • Een inleiding waar verder wordt ingegaan op aanleiding en doel van dit ruimtelijke kwaliteitskader

  • Een stappenplan voor toetsing van een initiatief aan het ruimtelijke kwaliteitskader

  • Een beschrijving van kenmerken en uitgangspunten per deelgebied

  • De geldende welstandscriteria

  • Bij 'Terugkoppeling' vindt u een overzicht van de reacties op het concept ruimtelijke kwaliteitskader.

Deelgebieden

Hieronder ziet u een kaart met de verschillende deelgebieden. Deze deelgebieden zijn begrensd op basis van de provinciale verordening, de omgevingsvisie en de aanwezige landschapstypen. Wijken zijn als aparte deelgebieden onderscheiden op basis van stedenbouwkundige kenmerken. Uiteraard is er binnen deze gebieden veel variatie aanwezig in aanwezige functies. Deze aanwezige functies zijn mede bepalend voor de toekomstige mogelijkheden. Voor een aantal gebieden is daarom een specifiek toekomstperspectief geschetst.

 

Door te klikken op een deelgebied word je doorverwezen naar de pagina over dit deelgebied.

Inleiding

Dit is het Ruimtelijke kwaliteitskader van de gemeente Venray.

 

Met dit ruimtelijk kwaliteitskader:

  • Leggen we vast welke waarden en kenmerken belangrijk zijn om te behouden, versterken of herstellen;

  • Welke randvoorwaarden gelden om toekomstige plannen mogelijk te maken.

Ieder plan toetsen we aan de vastgelegde kernkwaliteiten en de wenselijkheid van het plan.

Het ruimtelijk kwaliteitskader vormt daarnaast een inspiratiedocument voor initiatiefnemers en bevat aanbevelingen die helpen om een plan goed in te passen, rekening houdend met de omringende waarden.

 

Het ruimtelijk kwaliteitskader is niet het enige kader of beleid dat bepalend is of uw plan kan worden ingepast. Voor ieder plan zal een bredere afweging plaats vinden op basis van onze omgevingsvisie en beleid en regelgeving van gemeente Venray en hogere overheden.

 

Het ruimtelijke kwaliteitskader bepaalt dus niet óf een plan op een bepaalde plek kan worden gerealiseerd. Het geeft enkel aan waar bepaalde ontwikkelingen in de basis mogelijk zijn en geeft richtlijnen voor hoe een plan op een bepaalde plek ruimtelijk kan worden ingepast met behoud en waar mogelijk versterking van de omgevingskwaliteiten.

Doelen omgevingsvisie en toekomstige ontwikkelingen

We hebben onze ambities vastgelegd in onze omgevingsvisie:

  • 1.

    Groen wonen voor iedereen (een goed woon- en leefklimaat)

  • 2.

    Een gezond Venray heeft de toekomst (een duurzame en gezonde leefomgeving)

  • 3.

    Venray bruist, bloeit en boeit (een goed werk- en verblijfsklimaat)

  • 4.

    Natuurlijk Venray! (behoud en versterking van de ruimtelijke kwaliteiten)

Om onze ambities te behalen hebben we in de omgevingsvisie een groot aantal doelen opgenomen. Al deze doelen leggen beslag op de ruimte. Hoe we de diverse doelen willen realiseren hebben we uitgewerkt in diverse omgevingsprogramma’s die regelmatig worden bijgewerkt. De toekomstige ontwikkelingen die in het ruimtelijk gebied plaatsvinden worden hieronder beschreven. Voor het ruimtelijke kwaliteitskader is van belang welke opgaven (wat doen we om de doelen te bereiken) leiden tot een veranderende ruimtevraag. De belangrijkste opgaven zijn vervolgens per deelgebied uitgewerkt.

 

  • Gezondheid

    We bevorderen de leefomgevingskwaliteit en gaan voor een leefomgeving die gezondheid stimuleert. Een omgeving die uitnodigt om te bewegen en een omgeving die bijdraagt aan zelf- en samenredzaam, door te zorgen voor veiligheid en toegankelijkheid van parken en het buitengebied. We streven daarom naar een vergroening van de omgeving en het bieden van toegankelijke wandel- en fietsroutes. De ontwikkeling van voorzieningen stemmen we af op de diverse doelgroepen en de inrichting van de leefomgeving is zo dat (verkeers)veiligheid en duurzame mobiliteit elkaar optimaal versterken. Het bevorderen van de leefomgeving betekent ook het verbeteren van de water-, bodem en luchtkwaliteit.

  • Landschap, natuur, water en bodem

    De natuurlijke processen van het water en de bodem vormen de kern van het herstel van natuur, water en bodem. Mogelijkheden voor activiteiten, functies en gebruiksvormen worden bepaald door deze natuurlijke processen. En ook de landschappelijke kwaliteiten worden hier voor een belangrijk deel door beïnvloed. De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) stelt dat het watersysteem in 2027 op orde moet zijn. Dit vereist ecologisch, hydrologisch en geomorfologisch herstel van oppervlaktewateren en behoud of herstel van de fysisch-chemische toestand. Een groot aantal beken voldoet nog niet aan de KRW. We versterken en verbeteren de biodiversiteit in de Natura 2000-gebieden, overige natuurgebieden, maar ook daar buiten en in de bodem door het herstellen van de kwaliteit van de leefgebieden. We pakken daarbij de verzuring, vermesting, verdroging en versnippering aan en herstellen de kwaliteit van de bodem.

  • Klimaatadaptatie

    Klimaatverandering vraagt om meer ruimte voor water en maatregelen ter voorkoming van hittestress. In 2035 is Venray klimaatadaptief. Om een te kort aan water te voorkomen voeren we geen water meer af, maar houden het vast in klimaatbestendige beekdalen, de haarvaten van ons watersysteem en de bodem. Onze woonomgeving verkoelen we door ontstening en vergroening op straatniveau. Regenwater voeren we niet af, maar infiltreren we in de bodem. Door bos aan te leggen houden we meer water vast, slaan we koolstofdioxide op en versterken we de biodiversiteit.

  • Energietransitie

    De ambitie is om CO2-emissie en het energieverbruik sterk te reduceren. We verduurzamen (bedrijfs)panden en woningen om zo de vraag naar aardgas te verkleinen en de opwek van duurzame energie te vergroten. Deze energietransitie kan niet alleen maar met zonnepanelen op daken worden opgelost. Venray wil vooralsnog geen windmolens op eigen grondgebied realiseren. We kijken naar andere mogelijkheden voor duurzame opwekking van energie uit mestvergisting, warmtewinning uit oppervlaktewater en dergelijke. Voor zonneparken koppelen we de mogelijke ontwikkeling aan het landschapstype. Hiervoor wordt met name gekeken naar de uitgangspunten uit de KODE Venray.

  • Landbouwtransitie

    De agrarische sector zal de komende jaren flink veranderen. De toenemende aandacht voor volksgezondheid, de stikstofproblematiek, verdroging en de kanteling naar een duurzamere landbouw zullen leiden tot veranderingen in de landbouw. De wijze waarop de landbouw verandert staat daarbij niet vast. Grootschalige technologische landbouw of kleinschalig biologisch en diverse vormen daar tussenin zijn mogelijk. De belangrijkste voorwaarde is dat de milieu impact van de totale landbouw op de omgeving verkleind moet worden. We stimuleren en faciliteren kringlooplandbouw. In ieder geval zal er sprake zijn van een afname van het aantal agrarische bedrijven. Dit leidt hoe dan ook tot vrijkomende agrarische bebouwing en tot bedrijfswoningen die niet langer als zodanig worden gebruikt.

  • Vrijetijdseconomie

    Een toename van woningen in en om dorpen leidt ook tot een groeiende behoefte aan recreatieve mogelijkheden. Daarbij wordt vooral ingezet op kleinschaligheid en kwaliteit. Recreatieve ontwikkeling mag niet ten koste gaan van de natuur.

  • Mobiliteit

    Wij willen dat bereikbaarheid geen obstakel vormt voor onze inwoners om deel te nemen aan de samenleving. Belangrijk doel is dat fietsen en lopen een veilige en aantrekkelijke wijze van vervoer gaan worden voor alle inwoners en bezoekers van de gemeente Venray.

  • Woningbouw

    De groeiende bevolking en de daaraan gekoppelde woningbouwopgave, samen met de vraag naar huisvesting voor bijzondere doelgroepen. In het programma Wonen is een verdeling van woningen over de verschillende kernen aangegeven. De locaties zullen in overleg met de dorpen worden bepaald en zijn daarom nog niet opgenomen in dit ruimtelijk kwaliteitskader, tenzij er al een besluit over is genomen. Het ruimtelijke kwaliteitskader werkt als een contramal: op basis van te behouden en te versterken kwaliteiten wordt duidelijk waar ontwikkelingen niet of onder strikte voorwaarden plaats kunnen vinden.

Stappenplan voor een initiatief

Procedure

In veel gevallen is voor de uitvoering van uw initiatief een omgevingsvergunning nodig. Verdiep u eerst in de procedure, daarmee worden niet alleen misverstanden voorkomen, maar voorkomt u ook dat u mogelijk dubbel werk moet doen. De site www.omgevingsloket.nl kan u hierbij al flink op weg helpen. Bekijk de mogelijkheden en beperkingen vanuit de regelgeving en beleid. Op sommige plekken zijn ontwikkelingen vanuit de regelgeving gemakkelijker te realiseren dan op andere plekken.

Op ruimtelijkeplannen.nl vindt u bestemmingsplannen en de provinciale omgevingsverordening. Deze bevatten regels over wat u wel en niet mag op uw locatie.

 

In onze omgevingsvisie leest u wat onze ambities voor de toekomst zijn.

 

Wij adviseren bij het doorlopen van het stappenplan een adviseur met kennis landschap en/of stedenbouw in te schakelen.

Analyse

We vinden het belangrijk dat een plan een positieve impuls geeft aan de plek en aan de omgeving. Dat een plan de omgeving verrijkt en dat er samenhang is tussen het plan en de omgeving. Daarom is het van belang eerst de omgeving te analyseren.

Hierbij geldt dat specifieke kenmerken van de plek en directe omgeving belangrijker zijn dan kenmerken van het grotere gebied eromheen.

 

Hoe is het landschap, het dorp of de wijk ontstaan

Begin daarom met kijken naar de ontwikkelingsgeschiedenis van uw plangebied. Niet om op zoek te gaan naar vormen die zich laten kopiëren, maar wel om de omgeving beter te kunnen interpreteren. Daardoor kunt u een plan ontwikkelen dat aansluit bij de specifieke plek. Onderdeel van de analyse van de ontwikkelingsgeschiedenis is het bekijken van historische kaarten. De kaarten bij het deelgebied waarin uw plan is gelegen, maar ook de site www.topotijdreis.nl, kunnen u hierbij helpen. Vaak zijn van verschillende tijdlagen sporen terug te vinden op de plek of in de omgeving.

 

Landschappelijke en/of stedenbouwkundige kenmerken

Kijk goed naar het plangebied en zijn omgeving. In het buitengebied gaat het dan met name om het landschap met eigen opzet en elementen, in de bebouwde kom gaat het meer om opbouw van de stedenbouwkundige structuur. De hoofdstructuren en kwaliteiten van de verschillende wijken, dorpen en het buitengebied van Venray zijn in dit RKK omschreven. De kwaliteiten die in die gebieden genoemd worden kunnen helpen bij het richting geven aan het ontwerp, de plek en de vormgeving.

Onderzoek hoe de voorgenomen ontwikkeling zich verhoudt tot het landschap en/of de objecten in de omgeving. Kijk in het geval van bebouwing ook naar de nokrichting, rooilijnen, kleuren materiaalgebruik, nok- en goothoogte, kenmerkende detaillering etc. Hoe kan uw plan op deze kenmerken aansluiten?

 

Kansen voor versterking van kwaliteiten

Breng de kwaliteiten van uw plangebied in beeld. Wat zijn kwaliteiten waarvan u zegt; ‘die moeten in de nieuwe situatie in ieder geval terugkomen’. Wat zijn de kwaliteiten die met de ontwikkeling behouden of versterkt kunnen worden? Of voegt u met uw ontwikkeling een nieuwe waarde of kwaliteit toe?

 

Kansen om knelpunten weg te nemen

Breng ook de knelpunten in beeld en beschrijf waar de ontwikkeling mogelijkheden biedt om knelpunten weg te nemen. Is er bijvoorbeeld wateroverlast in de omgeving en zorgt u voor bergingsmogelijkheden, of is er veel last van hitte in de omgeving en zorgt u door middel van beplanting voor verkoeling?

 

Uit de analyse zou ook kunnen blijken dat uw plan niet past op de gekozen locatie. In dat geval dient u uw plan of de locatie aan te passen.

 

Als voorbeeld van de werking van het stappenplan kijken we naar twee ontwikkelingen in het Oude ontginningsgebied: de plaatsing van een zonneveld en de omzetting van een agrarisch bedrijf naar een burgerwoning. Uit de informatie onder het kopje deelgebieden blijkt dat dit landschap zich kenmerkt door een afwisseling van open en gesloten gebieden. De kavels zijn onregelmatig van vorm.

 

Zoals aangegeven bij de beschrijving van de oude ontginningsgebieden, zijn zonnevelden mogelijk met een oppervlak van 2 tot circa 25 hectare.

 

Een woning op bestaande erven is mogelijk als bestaande bebouwing wordt gesloopt.

 

In het oorspronkelijke landschap kwamen veel landschapselementen zoals bosjes en houtwallen voor. In de loop van de tijd zijn deze verdwenen. Bekijk of het mogelijk is deze terug te brengen langs de perceelsgrenzen. Hiermee kunt u de kleinschaligheid van het landschap versterken. Om te zien waar beplanting is verdwenen, kunt u bijvoorbeeld kijken op topotijdreis.nl. Wellicht zijn er in het verleden ook sloten verdwenen. Door deze terug te brengen kan een bijdrage worden geleverd aan klimaatadaptatie.

 

Wilt u bebouwing of bouwwerken zoals zonnepanelen toevoegen? Volg dan altijd de richting van een van de perceelsgrenzen.

Ontwerp

Het is bijna nooit zo dat er maar één oplossing bestaat, bijna altijd zijn er meerdere oplossingen denkbaar. Wel is het van belang dat de ontwikkeling logisch past op de plek. In de analyse heeft u al gekeken naar kenmerken, structuren, kwaliteiten en knelpunten in de omgeving. In het ontwerp is het van belang deze samen te laten komen. Zoek daarbij zelf naar goede voorbeelden.

Door uw plan te tekenen ontdekt u welke denkbare oplossing uw voorkeur heeft. Deze oplossing bespreekt u met de gemeente. De laatste stap is om deze voorkeursoplossing gedetailleerd uit te werken en de impact van de ontwikkeling op de omgeving in beeld te brengen. Dat betekent dat u een nauwkeurige plattegrond moet maken van de nieuwe situatie, het kleur- en materiaalgebruik of het type beplanting laat zien.

Overleg

Ga al in een vroeg stadium in overleg met de gemeente over uw initiatief. Doe dit stap voor stap en zie het als een mooi proces waarbij u uw positieve bijdrage levert aan de gewenste ruimtelijke kwaliteit van Venray. Vergeet ook niet de omgeving te betrekken en mee te nemen in de plannen.

 

 

In het voorbeeld is een zonneveld ingepast binnen de perceelsgrenzen. De panelen staan parallel aan de perceelsgrenzen. Een draaiing van 90 graden, waarbij de panelen parallel staan aan de twee andere perceelsgrenzen is ook mogelijk.

 

De woning met bijgebouwen is ingepast op het bestaande erf. In beide gevallen zijn de perceelsgrenzen versterkt door het toevoegen van beplanting.

 

Deelgebieden

Hieronder ziet u een kaart met de verschillende deelgebieden. De hoofdindeling is gebaseerd op de omgevingsvisie waar een onderscheid is gemaakt in centrum, woongebieden, werkgebieden en agrarisch gebied. De laatste is hier landelijk gebied genoemd aangezien hier ook natuurgebieden onder vallen. Het landelijk gebied is verder onderverdeeld in deelgebieden op basis van landschapstypen. Het centrum en de woongebieden in Venray zijn ingedeeld op basis van stedenbouwkundige karakteristieken. Alle dorpen zijn als aparte deelgebieden onderscheiden. Uiteraard is er binnen deze gebieden veel variatie aanwezig in aanwezige functies. Deze aanwezige functies zijn mede bepalend voor de toekomstige mogelijkheden. Voor een aantal landelijke gebieden is daarom een specifiek toekomstperspectief geschetst.

 

De grens tussen deelgebieden is in sommige gevallen een harde grens, maar veel vaker een geleidelijke overgang. Met name de randzones rondom dorpen vragen om extra aandacht: deze vormen de eerste aanblik wanneer je het dorp in rijdt en zijn daarnaast het gebied waar inwoners van het dorp graag een ommetje maken. In dit overgangsgebied tussen de kernen en het landelijk gebied zijn de opgaven vanuit het stedelijk gebied leidend.

 

Door te klikken op een deelgebied word je doorverwezen naar de pagina over dit deelgebied.

Centrum

Het centrum van Venray ligt, als een spin in het web, centraal binnen de kern. Ons centrum kent een duidelijke structuur, een historische uitstraling en voorziet toch in een compleet voorzieningenaanbod. Er is sprake van een buitenring (de Singels) en een binnenring (Raadhuisstraat, Julianasingel, Langeweg, St. Jozefweg). Het centrumgebied is het gebied dat zich binnen de binnenring bevindt. Het is een dynamisch en bruisend gebied, waarin historie, winkelen, cultuur, evenementen, horeca, recreatie, werken en wonen samen komen. Ons centrum kent weinig groen, alleen aan de noordzijde ligt het vernieuwde stadspark naast de Grote Kerk. Via de tuin van het gemeentehuis, de Engelse tuin en Jerusalem zet dit groen zich voort richting het St. Annapark ten noorden van het centrumgebied.

 

Van oorsprong heeft het centrum een relatief kleinschalig kerngebied met een compacte structuur, gevormd door historische wegen en pleinen. Het kernwinkelgebied bestaat uit de twee pleinen (Grote Markt en Henseniusplein/schouwburgplein) waar de horeca op geconcentreerd is, met daartussen een verbindingslus. De Grotestraat (oostzijde) vormt het hart van het kernwinkelgebied. Hier concentreren zich de bezoekersstromen en zijn de belangrijkste winkels gelegen. De Schoolstraat als parallelstructuur aan de Grotestraat completeert de winkellus. De aanloop in het westelijk deel van het kernwinkelgebied (onder andere de Bleek) is later aangebouwd en minder groot, ondanks dat zich hier de twee supermarkten met de grote parkeerterreinen bevinden.

 

In het centrum wordt ook veel gewoond, boven winkels en in de woningen en appartementencomplexen rondom het kernwinkelgebied. De woontoren van de Gouden Leeuw is hier een goed voorbeeld van, maar ook het gebied rond Jerusalem en de Heuvelstraat. Langs de westelijke en oostelijke randen van het centrum liggen vooral grondgebonden woningen.

 

Belangrijke uitgangspunten om rekening mee te houden bij ontwikkeling

  • Historische wegen, pleinen, gevels en panden.

  • Verscheidenheid aan bebouwing in uitstraling, vorm en functie.

  • Het toevoegen van groen in de openbare ruimte en op daken.

  • Ruimte geven aan wonen aan de randen van het centrum.

  • Relevante welstandscriteria: Centrum, Historisch gebied, Monumenten en karakteristieke panden, Reclame, Zichtlijnen (Langs wegen op grens van deelgebied Centrum)

Historische kaart 1950

Opgaven

  • Voorkomen van leegstand door transformatie van (winkel)panden, met de nadruk op wonen

  • Aantrekkelijke en gezonde leefomgeving door het toevoegen van meer groen

  • Behoud van de historische uitstraling en structuur van het centrum

  • Balanceren tussen de uitstraling van een stad en dorp

  • Verduurzaming van panden door isolatie, duurzame installaties, en toevoegen van zonnepanelen.

Woongebieden - Wijken Venray

In de kern Venray wonen meer dan 30.000 inwoners. Venray is opgebouwd uit verschillende woonwijken die elk hun eigen opbouw en architectuur hebben. We kennen in Venray een gebied binnen de binnenring, namelijk het centrum. Verder bestaat Venray uit een compact deel binnen de singels en nieuwe woongebieden buiten de singels (in alle vier windrichtingen), met de Brabander als meest recente uitbreidingswijk.

 

Het is niet de verwachting dat er in de toekomst nog veel aan woongebied zal worden uitgebreid. Wel is sprake van herinvulling van een aantal grootschalige binnenstedelijke locaties, zoals het St. Annapark, de herontwikkeling op het St.

Servaasterrein, de locatie van het ziekenhuis en mogelijk ook het noordelijk deel van De Brier. Ook zijn er tal van kleinere inbreidingslocaties. Tevens is er aandacht voor de mogelijkheden om vrijkomende (karakteristieke en/of monumentale) gebouwen te herbestemmen naar nieuwe functies.

 

In de woongebieden bevinden zich naast de woningen ook allerlei voorzieningen zoals scholen, speel- en groenvoorzieningen. Er zijn drie wijkwinkelcentra in de kern Venray: in Landweert, Veltum en Brukske. Aan de zuidzijde van de kern Venray ligt het gebied de Wieën, een grootschalig sportcomplex.

De groenstructuur binnen de woongebieden van de kern Venray wordt met name bepaald door een reeks van (sport-)parken tezamen met de groene uitstraling van de twee instituutsterreinen. Aan de noord- en westkant zorgen de twee grote groengebieden St. Annapark en het Vlakwaterbos voor een verbinding met het beekdal van de Loobeek. Daarnaast vormen de volwassen bomenrijen die de vele lanen en de singels begeleiden, een sterke groene structuur.

 

De kern Venray bestaat (naast de wijk Centrum) uit de volgende woonwijken: Centrum-West en Centrum-Oost, Brukske, Veltum, Vlakwater, Landweert, Smakterheide, St. Antoniusveld en De Brabander. Van deze wijken worden de kwaliteiten in dit hoofdstuk benoemd en

Een analyse van de hoofdkwaliteiten van deze wijken is te vinden onder de volgende knoppen.

Centrum-West

De wijk Venray-West bestaat uit de buurten West-Zuid, West-Midden en Noord-West. De buurt West-zuid is een kleine, relatief jonge buurt, met enkele oude straten (Kruisstraat, St. Antoniusstraat, Langstraat). De woningvoorraad bestaat uit een mix van kleine en middeldure woningen en grote wooncomplexen zoals de Franciscanerpoort. De buurt is dicht bebouwd waardoor er weinig ruimte is voor speel- en parkeervoorzieningen.

 

De buurt West-Midden is een rustige, naoorlogse buurt. De wijk verjongt en veel sociale huurwoningen worden verkocht. De buurt heeft een klein winkel-/horeca-aanbod op het Kennedyplein. Hier liggen ook de Kemphaan, een activiteitencentrum voor ouderen uit heel Venray, en de voormalige Vredeskerk.

 

Ook de buurt Noord-West is gebouwd in de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw. In de buurt staat een aantal wooncomplexen voor ouderen (Hoge Beek, Ambachtskwartier, St. Joriskwartier). In de buurt staan verder de voormalige bassischool de Toverbal, wijkgebouw ‘d’n Hoender’ en verspreid over de wijk enkele kleinschalige bedrijven

 

De karakteristiek van de jaren 50 structuur moet behouden blijven om deze periode ook in Venray herkenbaar te laten blijven. Ondanks de grote bebouwingsdichtheid oogt de wijk in een aantal delen groen, in andere delen niet door de hoge dichtheid aan auto’s in de straat. De bewoners ervarende nabijheid van het Centrum als positief. Veel bewoners wonen lang tot zeer lang in de wijk, deze bewoners voelen zich ook erg betrokken bij hun wijk. Er zijn veel voorzieningen voor ouderen.

Belangrijke uitgangspunten om rekening mee te houden bij ontwikkeling

  • Langstraat, kempweg, merseloseweg en hoenderstraat zijn oude wegen met lintbebouwing. Deze bebouwing is daarom gevarieerd.

  • Tussen deze linten bevindt zicht een rechtlijnig structuur met bebouwing, met heldere lijnen en zichten over groenstructuren.

  • De bebouwing heeft een kleine korrelgrootte hoogbouw in het groen aan de zijde van de singel.

  • Openbare ruimte is groen.

  • Relevante welstandscriteria: Centrum, Historisch gebied, Monumenten en karakteristieke panden, Reclame.

Historische kaart 1900

Opgaven

  • Voorkomen van leegstand door transformatie van (winkel)panden, met de nadruk op wonen

  • Aantrekkelijke en gezonde leefomgeving door het toevoegen van meer groen

  • Behoud van de historische uitstraling en structuur van het centrum

  • Balanceren tussen de uitstraling van een stad en dorp

  • Verduurzaming van panden door isolatie, duurzame installaties, en toevoegen van zonnepanelen.

Centrum-Oost

De wijk Centrum-Oost bestaat uit drie buurten: de Burggraaf, de Oranjebuurt en de buurt Zuid (Bomenbuurt).

De Burggraaf is een rustige buurt met een mix van vooroorlogse en naoorlogse woningen. Aan de Noordsingel /Raadhuisstraat zijn winkels en kantoren gevestigd.

 

De Oranjebuurt is een ruim opgezette naoorlogse woonbuurt met hier en daar een bedrijf aan huis. Het is een gewilde buurt om te wonen, en veel bewoners zijn actief voor het welzijn in de wijk. Naast moedercentrum EVA, die ook een inloopfunctie heeft voor oudere bewoners, staat in deze buurt ook de basisschool Petrus Banden.

 

De buurt Zuid (Bomenbuurt) is een woonwijk uit de jaren 60 van de vorige eeuw met hoofdzakelijk rijtjeswoningen in de sociale huursector. Aan de Zuidsingel en op de locatie van de voormalige Biologische school is recent nieuwbouw gerealiseerd. In de buurt staan verder een basisschool, zorgcomplex Beukenrode, een Turks- en Marokkaans ontmoetingscentrum, wijkgebouw De Springplank en kinderdagverblijf De Circustent. Verspreid in de buurt zijn ook bedrijven gevestigd.

 

In de wijk is sprake van een hoog voorzieningenniveau. Door de ligging nabij het centrum zijn alle winkels en horeca dichtbij, maar ook de wijk zelf beschikt over een uitgebreid aanbod aan maatschappelijke voorzieningen. De heldere ruimtelijke structuur van de wijk en de karakteristiek van de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw willen we behouden. De drie buurten in de wijk kennen hierbij elk hun eigen identiteit. Bijzonder waardevol is het voormalig kloostercomplex Beukenrode met de monumentale waarden van het klooster, de kerk, de binnentuin, de oude kloostermuren en de monumentale bomen op het terrein.

Belangrijke uitgangspunten om rekening mee te houden bij ontwikkeling

  • Stationsweg en oude oostrumseweg zijn oude linten met verscheidenheid aan bebouwing.

  • Daartussen smalle gebogen wegen.

  • Clusters van vergelijkbare bebouwingstypen waarbij binnen eenzelfde bouwperiode voor verschillende bouwstijlen is gekozen.

  • Accenten op de hoeken.

  • Relevante welstandscriteria: Centrum, Historisch gebied, Monumenten en karakteristieke panden, Reclame.

Historische kaart 1900

Brukske

‘t Brukske is een woonwijk uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De wijk heeft een winkelcentrum, een Multifunctioneel Centrum (met o.a. een basisschool, kinderopvang, sportzaal en een wijkcentrum), een moskee en een kerk.

 

Stedenbouwkundig gezien heeft de wijk een heldere structuur met herhaling van woonclusters met veel doodlopende woonstraten (zogenaamde bloemkoolwijk). Er is sprake van een grote centrale groenzone met fiets- en wandelpaden.

 

Het groene middengebied is belangrijk voor de belevingswaarde van de overwegend dichtbebouwde wijk en moet behouden blijven. Het MFC en het recent vernieuwde winkelcentrum liggen centraal in de wijk en er is een nieuwe centrale ontsluiting ontstaan op de Henri Dunantstraat, waardoor de wijk minder naar binnen gekeerd is.

Belangrijke uitgangspunten om rekening mee te houden bij ontwikkeling

  • Heldere en autoluwe groenstructuur in het midden van de wijk

  • Robuuste groenstructuur aan de buitenzijde als buffer tot de Deurneseweg

  • De wijk heeft een ringweg (Brukske) met kromming, welke is aangezet met laanbeplanting.

  • Aan deze weg zitten rechte/hoekige wegen in korte lijnen met verspringingen.

  • Wandelpaden door de groenstructuur zijn slingerend

  • Voorzieningen zijn centraal in de wijk gelegen

  • De bebouwig vormt clusters en heeft eenzelfde korrelgrootte

Historische kaart 1900

Opgaven

  • Voldoende en betaalbare woningen voor jong en oud

  • Aandacht voor groen en kwaliteiten van de omgeving bij (keuze voor) inbreidingslocaties; nieuwbouw in schaal en maat goed afstemmen op de omgeving

  • Toegankelijkheid van voorzieningen, goede wandel- en fietsverbindingen

  • Een gezonde en groene woonomgeving die uitnodigt om te bewegen en te ontmoeten

Veltum

Veltum is een wijk met verschillende woongebieden. Veltum I is gebouwd in de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw en bestaat uit een mix van sociale huur- en middeldure koopwoningen. In dit deel zijn ook het winkelcentrum, twee basisscholen (de Keg en Coninxhof) en een medisch centrum te vinden. Naast het winkelcentrum ligt een aantal flats in een parkachtige woonomgeving. De centrale groenzone sluit aan op het bosgebied en is belangrijk voor de belevingswaarde in de overwegend dichtbebouwde wijk.

 

Veltum II is gebouwd in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw en is een groen woongebied met in het zuidelijke deel veel middeldure koopwoningen. In het noordelijke deel staan vooral vrijstaande woningen op ruime kavels en een complex met patiobungalows.

 

Aan de westzijde ligt de woonbuurt Kulut. Kenmerkend zijn de groene bosrandzones die de woonwijk afschermen en de overgang naar het buitengebied.

 

Aan de oostzijde maken een gedeelte van het sportcomplex de Wieën en de locatie van de Intratuin onderdeel uit van de wijk. Karakteristiek in dit deel van de wijk is de oudere bebouwing aan de Langstraat en de Hoebertweg.

 

Veltum kent heel veel verschillende woongebieden die allemaal hun eigen karakter hebben. De groene uitstraling van Veltum, de aanwezigheid van bos en oude stuifzanden vinden we waardevol. Dat geldt ook voor de Veltumse kapel en de karakteristieke uitstraling van de Hoebertweg. De wijk ligt daarnaast tegen het Vlakwatergebied aan, waardoor voor bewoners dichtbij veel groen aanwezig is met veel recreatiemogelijkheden. Ook beschikt de wijk over veel voorzieningen.

Belangrijke uitgangspunten om rekening mee te houden bij ontwikkeling

Oostzijde

  • Behoud Veltumse kapel (rijksmonument)

  • Veel voorzieningen

  • Woningen als clusters aan geknikte wegen

Westzijde

  • Groene lommerrijke wijk met bos en oude stuifzanden

  • Variatie in bebouwing

  • Bebouwing aan de zuidzijde geschakeld en in het overige deel vrijstaand

  • Bebouwing in clusters als een soort eilanden gescheiden door robuuste bosstructuren.

  • Gebogen wegen of geknikte wegen

  • Achterzijden aan het bos

  • Dichtbij recreatiemogelijkheden

Relevante welstandscriteria

  • Historisch gebied, Monumenten en karakteristieke panden

Historische kaart 1900

Opgaven

  • Voldoende en betaalbare woningen voor jong en oud

  • Aandacht voor groen en kwaliteiten van de omgeving bij (keuze voor) inbreidingslocaties; nieuwbouw in schaal en maat goed afstemmen op de omgeving

  • Toegankelijkheid van voorzieningen, goede wandel- en fietsverbindingen

  • Een gezonde en groene woonomgeving die uitnodigt om te bewegen en te ontmoeten

Vlakwater

Vlakwater is een ruim opgezette en bosrijke wijk. Vlakwater heeft een aantal belangrijke bovenwijkse functies zoals het VieCuri ziekenhuis, een hospice, het Vlakwaterbos, een uitgebreid bosgebied met stuifzand waarbinnen tevens het Odapark en sportcentrum De Sprank zijn gelegen. Het Vlakwatergebied heeft een belangrijke ‘groenelongfunctie’ voor Venray en is een belangrijk uitloop- en recreatiegebied. Het Vlakwaterbos vervult tevens een bufferfunctie tussen de kern van Venray en het dal van de Loobeek.

 

Vlakwater is een woonwijk met twee deelgebieden, namelijk de Molenklef (grenzend aan de Beekweg en Westsingel) en het oorspronkelijke Vlakwatergebied (“Vlakwater 1”en “Vlakwater 2”) ten zuiden van de Hoendersraat, verder begrensd door de Westsingel en het Vlakwaterbos. In de wijk zijn geen scholen, winkels, horeca of buurtcentra, waar bewoners elkaar kunnen treffen. De wijk bestaat met name uit grote kavels met grote vrijstaande woningen.

 

De groene, parkachtige omgeving met vele wandelmogelijkheiden is van belang. Daarom dient de relatie met het Vlakwaterbos en het Loobeekdal behouden te worden.

Belangrijke uitgangspunten om rekening mee te houden bij ontwikkeling

  • ‘Merseloseweg‘ en ‘Aan de Dril’ zijn oude agrarische wegen met bomenlanen

  • Vrijstaande bebouwing

  • Aan de oostzijde wonen in het bos met veel opgaande beplanting. Aan de westzijde wonen aan het landelijk gebied met meer openheid en zicht over de agrarische velden.Hierdoor vormt het een soort parkachtige omgeving

  • Odapark en Vlakwaterbos

  • Veilige speelgelegenheden

  • Buffer tussen Venray en het dal van de Loobeek

  • Wandelmogelijkheden en uitloop- en recreatiegebied

  • Welstandscriteria Monumenten en karakteristieke panden

Historische kaart 1900

Landweert

Landweert is gebouwd in de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw. In de wijk staan ongeveer 2.500 woningen en het is daarmee de grootste wijk van Venray. Het is een zeer gevarieerde wijk met een mix van huur- en koopwoningen. In het hart van de wijk tref je een winkelcentrum, sporthal en wijkcentrum ’t Stekske aan. Verder staan verspreid in de wijk drie basisscholen (De Klimboom, Montessorischool en De Kruudwis).

 

Medisch Centrum Antoniusveld, en Medisch Centrum Buitenlust zijn op korte afstand bereikbaar. Het oudste deel van de wijk (Landweert I) bestaat uit woonhofjes. Een wirwar van straten, pleintjes en plantsoentjes. Landweert II en III hebben een echt stratenplan en ogen daardoor ook ruimer van opzet. Opvallend is de groenstructuur met fietsroute die centraal door de wijk loopt, vanuit Keizersveld tot de Stationsweg.

 

De natuur en het groen en de vele speelveldjes zijn belangrijke kwaliteiten van Landweert. Er is een goede verkeerssituatie (goede voet- en fietspaden, weinig autoverkeer, voldoende parkeerplaatsen) en voldoende voorzieningen.

Belangrijke uitgangspunten om rekening mee te houden bij ontwikkeling

  • Brede en ruim opgezette wegen

  • De kruidenlaan en het voetpad aansluitend op het fluitekruid vormen een scheiding tussen het zuidelijk gedeelte met een ‘bloemkoolstructuur’ met openbare groenstructuren die veelal aan de achterzijde van de bebouwing zijn gelegen.

  • De noordzijde kenmerkt zicht door lange lijnen en een ruime opzet.

  • Binnen de wijk zijn clusters met vergelijkbare bebouwingstypen te vinden.

  • Veel speelgelegenheden.

Historische kaart 1900

Opgaven

  • Voldoende en betaalbare woningen voor jong en oud

  • Aandacht voor groen en kwaliteiten van de omgeving bij (keuze voor) inbreidingslocaties; nieuwbouw in schaal en maat goed afstemmen op de omgeving

  • Toegankelijkheid van voorzieningen, goede wandel- en fietsverbindingen

  • Een gezonde en groene woonomgeving die uitnodigt om te bewegen en te ontmoeten

Smakterheide

Smakterheide is een kleine, oudere en rustige Venrayse wijk. Aan de Noordsingel en de Nieuwe Maasheseweg zijn enkele bedrijven en kantoren gevestigd. De wijk heeft alleen een wijkgebouw en een tennispark. Verder zijn er geen andere voorzieningen, maar de wijk ligt wel tegen het centrum aan. Aan de westkant van de wijk ligt bovendien het St.Annapark, een voormalig psychiatrisch centrum met karakteristieke gebouwen in een parkachtige omgeving. Het St. Annapark wordt momenteel door de Renschdael Groep herontwikkeld met woningbouw, zorg, horeca en beperkte bedrijvigheid. Ten noorden van de wijk ligt industrieterrein Smakterheide. Tussen de woonwijk en het industrieterrein ligt een overgangsgebied waar gewoond en gewerkt wordt.

 

Het St. Annapark is een parkachtig gebied met bossen en stuifduinen en een aantal waardevolle monumentale gebouwen, bomen en lanen. Het park is deels openbaar toegankelijk. Het park heeft een unieke en hoogwaardige uitstraling en vervult voor de bewoners van de wijk Smakterheide, maar ook voor heel Venray, een belangrijke recreatieve functie. Ten noorden van St. Annapark ligt een groene bufferzone tussen het bedrijventerrein en de nieuwbouwwijk de Brabander. Het open karakter hiervan willen we behouden.

Belangrijke uitgangspunten om rekening mee te houden bij ontwikkeling

  • St. Annapark kenmerkt zich door rijk gedetailleerde sollitaire gebouwen bestaande uit een hoofdvorm met vleugels omringd door waardevol groen.

  • Monumentale gebouwen, bomen en lanen.

  • St. Annapark vormt een groene buffer tussen het bedrijventerrein en de Brabander.

  • De ‘Maasheseweg’ en ‘Sint Odastraat’ zijn oude bebouwingslinten met een variatie aan bebouwing.

  • Welstandscriteria Monumenten en karakteristieke panden.

Historische kaart 1900

Opgaven

  • Voldoende en betaalbare woningen voor jong en oud

  • Aandacht voor groen en kwaliteiten van de omgeving bij (keuze voor) inbreidingslocaties; nieuwbouw in schaal en maat goed afstemmen op de omgeving

  • Toegankelijkheid van voorzieningen, goede wandel- en fietsverbindingen

  • Een gezonde en groene woonomgeving die uitnodigt om te bewegen en te ontmoeten

St. Antoniusveld

St. Antoniusveld is een wijk uit de jaren 90 van de vorige eeuw, gelegen tussen ‘t Brukske en Landweert, het Servaashof en de A73. Het is een kleine, moderne wijk met rechte straten. Aan de zuidkant liggen patio’s waar vooral ouderen wonen. Aan de westkant ligt het St. Servatiusterrein, een psychiatrisch centrum waar inmiddels ook andere maatschappelijke en zorgfuncties zijn gevestigd. Dit terrein heeft een geheel eigen karakter, met veel groen en monumentale bebouwing. Aan de rand van de wijk staan verschillende maatschappelijke functies. Er is een winkel gevestigd in de wijk (Claessens groente en fruit); voor andere voorzieningen is men aangewezen op de winkelcentra in andere wijken en het centrum.

 

De wijk dankt zijn naam aan de Sint-Antoniuskapel, gelegen langs de Stationsstraat. Centraal in de wijk ligt een waterpartij met haaks daarop een doorgaande speelruimte / langzaam verkeersroute. Daarnaast is het naastgelegen St. Servatiusterrein waardevol, door de historische bebouwing en de parkachtige omgeving met veel monumentale bomen en lanen. De groene, ruime opzet en het open karakter van de centrale vlaktes, waar ruimte is voor onderlinge binding, vormen de identiteit en kenmerken van de wijk. Hierdoor is het een zeer herkenbare wijk met sterke beeldkwaliteit.

Belangrijke uitgangspunten om rekening mee te houden bij ontwikkeling

  • St. Servatiusterrein met historische bebouwing en monumentale lanen. Dit is een statig terrein met symmetrische opbouw.

  • Het nieuwe gedeelte van de wijk is ook symmetrisch waarbij de opbouw wordt gespiegeld in de fibulavijver

  • Clusters met vergelijkbare bebouwingstypen

  • De buitenwegen zijn glooiend en daarbinnen zijn de wegen rechtlijnig.

  • Ruim opgezette groengebieden in de wijk

  • Sint-Antoniuskapel

  • Instandhouden bestaande beeldkwaliteit

  • Welstandscriteria Historisch gebied, Monumenten en karakteristieke panden

Historische kaart 1900

Opgaven

  • Voldoende en betaalbare woningen voor jong en oud

  • Aandacht voor groen en kwaliteiten van de omgeving bij (keuze voor) inbreidingslocaties; nieuwbouw in schaal en maat goed afstemmen op de omgeving

  • Toegankelijkheid van voorzieningen, goede wandel- en fietsverbindingen

  • Een gezonde en groene woonomgeving die uitnodigt om te bewegen en te ontmoeten

De Brabander

De Brabander ligt in het noordwesten van de kern Venray en grenst aan het buitengebied (Loobeekdal). De Brabander is de jongste Venrayse wijk en nog volop in aanbouw. De wijk heeft geen voorzieningen; bewoners zijn hiervoor aangewezen op het centrum of de andere wijken.

 

De beeldkwaliteit van de woningen en de ruimtelijke uitstraling van de wijk is hoog en willen we behouden. Bij de opzet van de wijk Brabander is veel rekening gehouden met bestaande groenstructuren (bosjes en bomenlanen). Daarnaast is een doorgaande weg (Nieuwe Overloonseweg) met groenzone slingerend midden door de wijk aangelegd. Deze weg versterkt het groene karakter van de wijk en zorgt er ook voor dat het doorgaande verkeer niet door de woonstraten in de wijk komt. De wijk ligt aan de westzijde tegen het Loobeekdal en aan de oostzijde tegen het St. Annapark aan, waardoor er voor de bewoners dichtbij waardevol groen aanwezig is met veel recreatiemogelijkheden.

Belangrijke uitgangspunten om rekening mee te houden bij ontwikkeling

  • De ‘Nieuwe Overloonseweg’ is een vrijgelegen ontsluitingsweg die verschillende delen van de wijk scheidt

  • De ‘Overloonseweg’ is een een oud lint met een variatie aan vrijstaande bebouwing

  • Tussen de ‘overloonseweg’ en ‘nieuwe overloonseweg‘ staan vrijstaande woningen gelegen aan korte doodlopende wegen

  • Het middengebied is rechtlijnig van opzet met vergelijkbare uitstraling van de bebouwing. Daarbij zijn accenten aangebracht op de hoeken en in zichtlijnen. Bijvoorbeeld verandering van nokrichting van een woning op de hoek, of een hoger appartementengebouw in een zichtlijn)

  • Ten westen ligt een cluster met vrijstaande woningen met een gezamenlijke uitstraling.

  • In de wijk zijn bosjes en groenstructuren te vinden die al aanwezig waren voor de aanleg van de wijk

Historische kaart 1900

Opgaven

  • Voldoende en betaalbare woningen voor jong en oud

  • Aandacht voor groen en kwaliteiten van de omgeving bij (keuze voor) inbreidingslocaties; nieuwbouw in schaal en maat goed afstemmen op de omgeving

  • Toegankelijkheid van voorzieningen, goede wandel- en fietsverbindingen

  • Een gezonde en groene woonomgeving die uitnodigt om te bewegen en te ontmoeten

Woongebieden - Dorpen

De gemeente Venray heeft 13 dorpen, die samen ca. 13.500 inwoners hebben. Deze dorpskernen zijn ook aangemerkt als woongebieden. Over het algemeen is het prettig wonen in de dorpen en zien we een dorps woonmilieu terug; ruim opgezet, lage woningdichtheid en veel groen. Vooral in de grotere dorpen zoals Ysselsteyn, Oostrum en Wanssum zijn nog veel voorzieningen aanwezig.

 

De dorpen zijn: Blitterswijck, Castenray, Geijsteren, Heide, Leunen, Merselo, Oirlo, Oostrum, Smakt, Veulen, Vredepeel, Wanssum en Ysselsteyn. Elk dorp heeft zijn eigen kwaliteiten en identiteit die u terugvindt door te klikken op het betreffende dorp.

Blitterswijck

Blitterswijck ligt aan de oostkant van de gemeente Venray en ligt aan de noord- en oostzijde tegen de Maas aan. Vroeger lag hier het kasteel van Blitterswijck, dat behoorde tot een lint van kastelen langs de Maas. Het kasteel is verdwenen maar is nog herkenbaar aan enkele restanten, de ommuring en de oprijlaan. Er zijn plannen om dit cultureel erfgoed weer beter herkenbaar te maken. Daarnaast zijn er een drietal rijksmonumenten in het dorp en zijn er verschillende kapellen op splitsingen van wegen.

 

Blitterswijck heeft ruim 1.100 inwoners en een gemiddelde omvang voor een kerkdorp in de gemeente Venray. De historische linten zijn nog duidelijk herkenbaar. Het dorpscentrum ligt aan de oostkant van het dorp. In Blitterswijck liggen de belangrijkste gemeenschappelijke voorzieningen rond het plein in het centrum. Blitterwijck is gelegen in de oude ontginningsgebieden, te zien aan de verschillende groenstructuren in de omgeving die het gebied kleinschaliger maken. Het buitengebied wordt daarom ook voornamelijk agrarisch gebruikt met ook een aantal tuinbouwbedrijven en boomfruittelers.

 

Blitterswijck is onderdeel van de gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum. Deze gebiedsontwikkeling zorgt voor de duurzame waterveiligheid en leefbaarheid van het gebied rondom de Maas. Ook is er door de gebiedsontwikkeling veel nieuwe natuur en ruimte voor waterberging ontstaan. Dit is onder andere te zien aan de ruimte voor de oude maasarm ten oosten van Blitterswijck. Er zijn mooie zichten vanaf de ooijenseweg over deze beek. De rest van Blitterswijck ligt met name met achterzijde richting het landschap.

Belangrijke uitgangspunten om rekening mee te houden bij ontwikkeling

  • Behoud en versterk de uitstraling van de historische linten met een verscheidenheid aan bebouwing uit verschillende tijdsperioden

  • Cluster voorzieningen in het dorpscentrum

  • Behoud de overblijfselen van het kasteel/kasteeltuin en de kasteelmuur

  • Behoud en versterk de (visuele) relatie met de Maasoever en het beekdal

  • Behoud en versterk de bossen van de oude maasarm

  • Voeg hoogstamfruit toe als kleine boomgaardjes als verwijzing naar het verleden.

  • Verbind relatie tussen dorp en ligging in de oude ontginningsgebieden door het toevoegen van laanbeplanting, met name langs wegen.

  • Welstandscriteria: Historisch gebied, monumenten en karakteristieke panden.

Historische kaart 1900

Opgaven

  • Voldoende en betaalbare woningen voor jong en oud, inzetten op levensloopbestendige woningen

  • Aandacht voor groen en kwaliteiten van de omgeving bij ontwikkellocaties; nieuwbouw in schaal en maat goed afstemmen op de omgeving

  • Toegankelijkheid van voorzieningen, goede wandel- en fietsverbindingen

  • Een gezonde en groene woonomgeving die uitnodigt om te bewegen en te ontmoeten

Castenray

Castenray is een landelijk gelegen dorp aan de zuidelijke rand van de Gemeente Venray en grenst aan de Gemeente Horst aan de Maas. Castenray is ontstaan op de kruising van de Horsterweg, Lollebeekweg en Matthiasstraat. Deze van oorsprong agrarische nederzetting is uitgegroeid vanuit de linten en een kapel gelegen op de kruising heeft de aanzet gegeven tot verdere bebouwing. Inmiddels is de kerk het middelpunt van het dorp.

 

Daarnaast wordt Castenray omsloten door het beekdal aan de zuidzijde en een open es aan de westzijde. Deze zorgen voor een fraaie landschappelijke ligging van Castenray.

Belangrijke uitgangspunten om rekening mee te houden bij ontwikkeling

  • Draag bij aan versterking van de openbare ruimte rondom de kerk, de stek en het gemeenschapshuis.

  • Versterk bestaande bomenlanen.

  • Versterk de relatie met het beekdal. Zowel visueel als door middel van het creëren van recreatieve routes.

  • Openhouden en versterken van de openheid van de es

  • Behoud van zichtlijnen op het open agrarische landschap

  • Welstandscriteria: Historisch gebied, monumenten en karakteristieke panden.

Historische kaart 1900

Opgaven

  • Voldoende en betaalbare woningen voor jong en oud, inzetten op levensloopbestendige woningen

  • Aandacht voor groen en kwaliteiten van de omgeving bij ontwikkellocaties; nieuwbouw in schaal en maat goed afstemmen op de omgeving

  • Toegankelijkheid van voorzieningen, goede wandel- en fietsverbindingen

  • Een gezonde en groene woonomgeving die uitnodigt om te bewegen en te ontmoeten

Geijsteren

Geijsteren is een klein kerkdorp aan de noord-oost rand van de gemeente Venray. Het dorp ligt ingeklemd tussen de Maas en een aantal beken zoals de Oostrumsche Beek. Er is veel water aanwezig in de omgeving van Geijsteren. Het buitengebied van Geijsteren herbergt vooral functies op het gebied van landbouw en natuur. Het is een kleinschalig landschap met veel opgaande beplanting zoals bossen, houtwallen en laanstructuren. Ook het dorp zelf is omringd door groen waardoor het zich voegt in de structuur van het landschap.

 

Aan het dorpsplein liggen een kerk, een gemeenschapshuis en enkele horecazaken. Het dorp heeft een hoge archeologische verwachtingswaarde en is rijk aan monumenten en karakteristieke panden, vooral rondom het dorpsplein. Historische lijnen spelen een belangrijke rol in de ruimtelijke structuur van Geijsteren, de kasteelruïne en de entrees zijn waardevol en het dorpsplein met de kastanjeboom vervult de functie van het historisch en toeristisch hart van Geijsteren.

Belangrijke uitgangspunten om rekening mee te houden bij ontwikkeling

  • Behoud dorpsplein met kerk, gemeenschapshuis en verschillende monumenten.

  • Bescherm karakteristieke panden.

  • Behoud het historisch en kleinschalig karakter.

  • Historische lijnen bepalen de ruimtelijke structuur behoud kasteelruïne.

  • Behoud en versterk de relatie met de verschillende natuurgebieden en de beken in de omgeving. Onder andere door project Maasgaard: ecologische verbindingszonen tussen landgoed Geysteren en de oude Maasarm Ooijen-Wanssum.

  • Behoud zichtlijnen op het agrarische landschap.

  • Behoud en versterking van de ‘groene rand’. rondom Geijsteren.

  • Welstandscriteria: Historisch gebied, monumenten en karakteristieke panden.

Historische kaart 1900

Opgaven

  • Voldoende en betaalbare woningen voor jong en oud, inzetten op levensloopbestendige woningen

  • Aandacht voor groen en kwaliteiten van de omgeving bij ontwikkellocaties; nieuwbouw in schaal en maat goed afstemmen op de omgeving

  • Toegankelijkheid van voorzieningen, goede wandel- en fietsverbindingen

  • Een gezonde en groene woonomgeving die uitnodigt om te bewegen en te ontmoeten

Heide

Heide is een dorp ten zuiden van Venray. De kerk en het voormalige schoolgebouw (De

Schol) zijn het middelpunt van het kleine, groene, centrum. Vanuit het centrum van het dorp zijn verschillende wandel- en fietsroutes. Van oudsher is Heide een agrarisch dorp met veeteelt, akkerbouw en groenteteelt.

 

Heide is gelegen midden in het oude ontginninglandschap. Dit is ook te herkennen aan verschillende bomenlanen langs wegen met verschillende zichten over de akkers. De bebouwing ligt open met de achterzijde naar het landschap.

Belangrijke uitgangspunten om rekening mee te houden bij ontwikkeling

  • Behoud agrarische identiteit van het dorp

  • Behoud het groene dorpshart

  • Behoud zichtlijnen over het agrarische landschap.

  • Versterk bestaande bomenlanen

  • Welstandscriteria Karakteristieke panden.

Historische kaart 1900

Opgaven

  • Voldoende en betaalbare woningen voor jong en oud, inzetten op levensloopbestendige woningen

  • Aandacht voor groen en kwaliteiten van de omgeving bij ontwikkellocaties; nieuwbouw in schaal en maat goed afstemmen op de omgeving

  • Toegankelijkheid van voorzieningen, goede wandel- en fietsverbindingen

  • Een gezonde en groene woonomgeving die uitnodigt om te bewegen en te ontmoeten

Leunen

Leunen ligt in een groene omgeving en in de nabijheid van de voorzieningen van Venray.

Leunen is een esdorp dat zich kenmerkt door de ligging aan de randen van beekdalen met essen. De essen zijn open en omringd door wegen. langs deze wegen is zowel bebouwing aan de binnen als buitenzijde van de es te vinden.

 

De Albionstraat is een historische verbindingsweg met Venray, hieraan staat de oudste bebouwing van het dorp. De Kapelweg vormt het centrum met verschillende voorzieningen. De (weliswaar smalle) groene ruimte tussen Leunen en Venray zorgt voor een zichtbare grens tussen Venray en het dorp. Daardoor is het dorp als eigen eenheid herkenbaar en is het ook visueel geen wijk van Venray.

Belangrijke uitgangspunten om rekening mee te houden bij ontwikkeling

  • Behoud dorpse uitstraling

  • Behoud groene ruimte tussen Venray en Leunen

  • Openhouden en versterken van de openheid van de essen

  • Versterk de relatie met de verschillende omliggende natuurgebieden

  • Welstandscriteria: Historisch gebied, monumenten en karakteristieke panden.

Historische kaart 1900

Opgaven

  • Voldoende en betaalbare woningen voor jong en oud, inzetten op levensloopbestendige woningen

  • Aandacht voor groen en kwaliteiten van de omgeving bij ontwikkellocaties; nieuwbouw in schaal en maat goed afstemmen op de omgeving

  • Toegankelijkheid van voorzieningen, goede wandel- en fietsverbindingen

  • Een gezonde en groene woonomgeving die uitnodigt om te bewegen en te ontmoeten

Merselo

Merselo is een typisch esdorp met wegen rondom de essen en (deels) laanbeplanting langs wegen. Aan de oostkant van Merselo worden de essen aan de oostzijde door bossen begrensd. Daarnaast ligt ten zuiden van Merselo een beekdal met meanderende beek. Merselo kenmerkt zich door het hoogteverschil van de hoger gelegen essen die langzaam afdalen naar de Loobeek.

 

Aan de rand van het dorp staat de Beltmolen Nooit Gedacht en in het centrum de uit 1400 stammende H. Johannes de Doper kerk. Ook vind je hier nog veel oude boerderijen, onder andere in het Weverslo gebied met tevens het hoogste punt van Noord-Limburg, het stuifduin de Weverlose Berg. In het buurtschap Dalland staat de Ballonzuil het oudste Luchtvaartmonument van Nederland.

Belangrijke uitgangspunten om rekening mee te houden bij ontwikkeling

  • Openhouden en versterken van de openheid van de es

  • Behoud (zichten op) Beltmolen Nooit gedacht

  • Behoud (zichten op) H. Johannes de doper kerk

  • Historische boerderijen koesteren

  • Aanwezigheid van groen

  • Versterk de relatie met het beekdal. Zowel visueel als door middel van het creëren van recreatieve routes.

  • Versterk de relatie met de verschillende omliggende natuurgebieden

  • Welstandscriteria: monumenten en karakteristieke panden.

Historische kaart 1950

Opgaven

  • Voldoende en betaalbare woningen voor jong en oud, inzetten op levensloopbestendige woningen

  • Aandacht voor groen en kwaliteiten van de omgeving bij ontwikkellocaties; nieuwbouw in schaal en maat goed afstemmen op de omgeving

  • Toegankelijkheid van voorzieningen, goede wandel- en fietsverbindingen

  • Een gezonde en groene woonomgeving die uitnodigt om te bewegen en te ontmoeten

Oirlo

Oirlo is al vanaf de steentijd bewoond. De kerk is het middelpunt van het dorp en ligt bij het kruispunt van de hoofdwegen. Oirlo kent diverse buurtschappen waaronder De Zandhoek, Molenhoek en ’t Riebroek. Midden in het centrum is een dorpsplein te vinden. Van oudsher is Oirlo een agrarisch dorp. Dit is ook te zien aan de verschillende groenstructuren en laanbeplantingen in het oude ontginningsgebied waarin het dorp is gelegen.

Belangrijke uitgangspunten om rekening mee te houden bij ontwikkeling

  • Kerk vormt het middelpunt van het dorp

  • Versterk groenstructuren

  • Behoud zichten over het agrarische gebied. Met name aan de rand van het dorp waardoor er een duidelijke overgang van dorpskern naar buitengebied en er een scheiding blijft tussen dorp en buurtschappen.

  • Welstandscriteria: monumenten en karakteristieke panden.

Historische kaart 1900

Opgaven

  • Voldoende en betaalbare woningen voor jong en oud, inzetten op levensloopbestendige woningen

  • Aandacht voor groen en kwaliteiten van de omgeving bij ontwikkellocaties; nieuwbouw in schaal en maat goed afstemmen op de omgeving

  • Toegankelijkheid van voorzieningen, goede wandel- en fietsverbindingen

  • Een gezonde en groene woonomgeving die uitnodigt om te bewegen en te ontmoeten

Oostrum

Oostrum is een dorp gelegen ten oosten van Venray bijna grenzend aan de wijken St. Antoniusveld en Landweert. Alle belangrijke verbindingen met Venray liggen in of aan Oostrum zoals de afritten van de A73, het treinstation en de N270.

 

In het dorp ligt aan de doorgaande weg een dorpsplein met monumentale rode beuk. Ainds enkele jaren heeft Oostrum ook diverse industrieterreinen, denk aan de Hulst I en II, De Blakt en de Vennendreef. Toch ligt Oostrum in een groene en ruimtelijke omgeving zoals de Boschhuizerbergen en Landgoed Geijsteren.

Belangrijke uitgangspunten om rekening mee te houden bij ontwikkeling

  • Behoud en versterk relatie met de groene en ruimtelijke omgeving

  • Dorpsplein met monumentale rode beuk

  • Zicht vanuit de kerk richting landgoed Geijsteren

  • Uitbreidingen met woningen aan de oostzijde zorgvuldig landschappelijk inpassen

  • Versterken groene en ruimtelijke omgeving

  • Welstandscriteria: Historisch gebied, monumenten en karakteristieke panden.

Historische kaart 1950

Opgaven

  • Voldoende en betaalbare woningen voor jong en oud, inzetten op levensloopbestendige woningen

  • Aandacht voor groen en kwaliteiten van de omgeving bij ontwikkellocaties; nieuwbouw in schaal en maat goed afstemmen op de omgeving

  • Toegankelijkheid van voorzieningen, goede wandel- en fietsverbindingen

  • Een gezonde en groene woonomgeving die uitnodigt om te bewegen en te ontmoeten

Smakt

Smakt is het kleinste kerkdorp van de gemeente Venray (met ruim 200 inwoners) en ligt in het uiterste noorden van de gemeente, tegen de grens met Noord-Brabant. Het dorp is gegroeid langs de spoorlijn en kent hierdoor een langgerekte vorm. Het dorp grenst direct aan het Brabantse dorp Holthees.

 

Smakt is ontstaan door de bedevaarten naar de Sint-Jozefkapel. Bij de kapel zijn later het klooster en de begraafplaats gekomen. Smakt wordt aan de zuid- en noordwestzijde begrensd door bossen. In het zuiden betreft dit de Boschhuizerbergen en in het noordwesten de Overloonse Duinen. Aan de oostzijde ligt het beekdal van de Loobeek; hier is de afgelopen jaren veel natuur ontwikkeld (Smakterbroek en Smakterveld).

 

Het buitengebied kenmerkt zich verder door de agrarische functie. Er zijn voornamelijk landbouwgronden gelegen en agrarische bedrijven waaronder een aantal (intensieve) veehouderijen.

Belangrijke uitgangspunten om rekening mee te houden bij ontwikkeling

  • Behoud langgerekte vorm door spoorlijn

  • Bescherm de Sint-Jozefkapel en het bijbehorende klooster

  • Behoud Zuid- en noordwestzijde begrenzing door bossen

  • Versterk de relatie met het beekdal. Zowel visueel als door middel van het creëren van recreatieve routes.

  • Welstandscriteria: monumenten en karakteristieke panden.

Historische kaart 1900

Opgaven

  • Voldoende en betaalbare woningen voor jong en oud, inzetten op levensloopbestendige woningen

  • Aandacht voor groen en kwaliteiten van de omgeving bij ontwikkellocaties; nieuwbouw in schaal en maat goed afstemmen op de omgeving

  • Toegankelijkheid van voorzieningen, goede wandel- en fietsverbindingen

  • Een gezonde en groene woonomgeving die uitnodigt om te bewegen en te ontmoeten

Veulen

Al in 1422 is er melding van Veulen. In 1628 stonden er 8 boerderijen. Vanaf 1840 begonnen meer boeren zich te vestigen aan de Veulenseweg. Rond de kruising met de Brugpas is later een verzameling gebouwen gekomen die nu de kom vormen. Het dorp heeft een langzame en zeer schoksgewijze groei meegemaakt. Veulen heeft een compacte kom, gelegen in een open agrarisch gebied. Buiten de kom ligt de bebouwing aan historische linten voornamelijk aan de Veulenseweg. Deze linten zijn zeer transparant en geven veel zicht op het open en kleinschalige coulisselandschap. De Veulenseweg is één van de meest karakteristieke bebouwingslinten van oudsher. Veel oude hoeves, plaatsen en boerenerven sieren het landschap.

 

Kenmerkend zijn enkele bijzondere gebouwen zoals de robuuste kerk. De voormalige school en het gemeenschapshuis hebben door de éénlaagse bouw en lange kap een landelijke uitstraling.

 

Het dorp ligt op een overgangsgebied van 3 landschapstypen: aan de westzijde de jonge ontginningen met een open landschap, aan de oostzijde het essenlandschap en door oud bouwland. In de nabije omgeving zijn het voornamelijk weilanden en een open akkerlandschap dat kenmerkend is voor het landschap.

Belangrijke uitgangspunten om rekening mee te houden bij ontwikkeling

  • Behoud compactheid dorp met losse linten in het buitengebied

  • Behoud van karakteristieke bebouwing aan de Veulenseweg

  • Behoud Oude hoeves en boerenerven

  • Behoud van (zichten op) de robuuste kerk

  • Behoud van groene dorpskern

  • Welstandscriteria monumenten en karakteristieke panden.

Historische kaart 1900

Opgaven

  • Voldoende en betaalbare woningen voor jong en oud, inzetten op levensloopbestendige woningen

  • Aandacht voor groen en kwaliteiten van de omgeving bij ontwikkellocaties; nieuwbouw in schaal en maat goed afstemmen op de omgeving

  • Toegankelijkheid van voorzieningen, goede wandel- en fietsverbindingen

  • Een gezonde en groene woonomgeving die uitnodigt om te bewegen en te ontmoeten

Vredepeel

De kern Vredepeel ligt in de uiterste noordwesthoek van Venray. Vredepeel is het jongste dorp van Venray. Een dorp, dat in 1955 is ontstaan door de Grote Peelontginning. Vredepeel is een is een dorp met 240 inwoners. De kern wordt gevormd door de kerk met het gemeenschapshuis en de (voormalige) school. Het is een relatief groot dorpshart ten opzichte van de omliggende woningbouw. De woningen grenzen allen met hun achtertuinen aan het buitengebied. Het dorp wordt ruimtelijk ingekaderd door de Twistweg en de N277. Deze twee wegen vormen een harde begrenzing van het dorp.

 

Vredepeel heeft een landelijk karakter. Er is sprake van een sterke clustering van de agrarische bedrijvigheid langs de Vredeweg en de Twistweg met daartussen open gebieden.

Belangrijke uitgangspunten om rekening mee te houden bij ontwikkeling

  • Behoud de identiteit als ontginningsdorp met rechte wegen en open ligging.

  • Twistweg en N277 vormen grens van het dorp

  • Behoud landelijke karakter

  • Clustering agrarische bedrijven (vredeweg en twistweg)

  • Grote en groene dorpskern

  • Zuidzijde wordt begrensd door bosgebied, overige zijden van het dorp liggen open in het landschap waarbij de achterkanten van de bebouwing naar dit landschap is gericht.

  • Behoud en versterking laanstructuren langs wegen.

  • Welstandscriteria: karakteristieke panden.

Historische kaart 1900

Opgaven

  • Voldoende en betaalbare woningen voor jong en oud, inzetten op levensloopbestendige woningen

  • Aandacht voor groen en kwaliteiten van de omgeving bij ontwikkellocaties; nieuwbouw in schaal en maat goed afstemmen op de omgeving

  • Toegankelijkheid van voorzieningen, goede wandel- en fietsverbindingen

  • Een gezonde en groene woonomgeving die uitnodigt om te bewegen en te ontmoeten

Wanssum

Wanssum ligt in een mooie groene omgeving en in de nabijheid van de voorzieningen van Venray.

 

Wanssum is een dorp dat zich kenmerkt door de ligging aan de Groote Molenbeek en jachthaven, welke het dorp als het ware in tweeën splitst. Het kleinschalig landschap rondom Wanssum vormt een fraai decor, waarin natuur, agrarische activiteiten en andere functies hun plek hebben. Ze dragen bij aan belevingsmogelijkheden. Het natuur- en wandelgebied nabij de Meulebeek en richting de Geijsterse bossen zijn hier een mooi voorbeeld van.

 

Wanssum is ontstaan bij de kruising van de Groote Molenbeek en enkele wegen. Ten westen van de beek bevond zich de dorpskern met de kerk en de voorzieningen. Vanaf 1840 bestond Wanssum uit twee concentraties van bebouwing aan beide zijden van de Groote Molenbeek.

 

Kwaliteiten

Wanssum wil haar dorpse uitstraling behouden. De ruimte tussen Wanssum en Venray heeft een zichtbare grens en een afstand van zo’n 7 kilometer, waardoor Wanssum als een zelfstandig dorp herkenbaar is (en blijft).

Belangrijke uitgangspunten om rekening mee te houden bij ontwikkeling

  • Behoud en versterking van de groene en kleinschalige omgeving.

  • Behoud en versterk de (visuele) relatie tussen de twee delen welke gescheiden zijn door de Groote

  • Molenbeek en jachthaven.

  • Behoud dorpse uitstraling.

  • Behoud open ruimte tussen Venray en Wanssum, waardoor Wanssum als een zelfstandig dorp herkenbaar blijft.

  • Welstandscriteria: Historisch gebied, monumenten en karakteristieke panden.

Historische kaart 1900

Opgaven

  • Voldoende en betaalbare woningen voor jong en oud, inzetten op levensloopbestendige woningen

  • Aandacht voor groen en kwaliteiten van de omgeving bij ontwikkellocaties; nieuwbouw in schaal en maat goed afstemmen op de omgeving

  • Toegankelijkheid van voorzieningen, goede wandel- en fietsverbindingen

  • Een gezonde en groene woonomgeving die uitnodigt om te bewegen en te ontmoeten

Ysselsteyn

Ysselsteyn is een van de grootste dorpen van Venray en kent een relatief jonge geschiedenis: het dorp is in de jaren twintig van de vorige eeuw gesticht als ontginningsdorp. Het ontwerp van het dorp is duidelijk herkenbaar in het rechthoekige verkavelingspatroon. Kenmerkend voor Ysselsteyn zijn ook de lange zichtlijnen door het dorp naar het open buitengebied. Ook het omliggend landschap kenmerkt zich door de jonge ontginningen: een open landschap met kaarsrecht lopende wegen en sloten.

 

Vanwege de omvang van het dorp en de afstand tot de hoofdkern Venray beschikt Ysselsteyn over een relatief hoog voorzieningenniveau. De meeste voorzieningen zijn geconcentreerd rondom het Lovinckplein. Het hoogste gebouw in het dorp is de silo van Vitelia, wat het agrarisch karakter van het dorp weerspiegelt.

 

In het buitengebied van Ysselsteyn ligt een aantal grootschalige agrarische bedrijven (waaronder relatief veel intensieve veehouderijen). Door de uitbreiding van zowel het dorp als de bedrijven is de afstand tussen de bebouwde kom en bedrijven zeer beperkt. Met name ten oosten van Ysselsteyn (aan de Ysselsteynseweg) liggen verschillende intensieve veehouderijbedrijven.

Belangrijke uitgangspunten om rekening mee te houden bij ontwikkeling

  • Behoud uitstraling van het ontginningsdorp met rechtlijnige structuren in een open landschap

  • Behoud rechthoekig verkavelingspatroon met radialen

  • Behoud van het centrum op de plek waar de radialen samenkomen: het Lovinckplein.

  • Behoud van open zichten vanuit de kern naar het buitengebied

  • Behoud en versterking lange zichten door het dorp naar buiten

  • De Silo van Vitelia is en blijft het hoogste gebouw in de kern

  • Dorpsontwikkeling hoofdzakelijk binnen de ringstructuur.

  • Welstandscriteria: karakteristieke panden.

Historische kaart 1900

Opgaven

  • Voldoende en betaalbare woningen voor jong en oud, inzetten op levensloopbestendige woningen

  • Aandacht voor groen en kwaliteiten van de omgeving bij ontwikkellocaties; nieuwbouw in schaal en maat goed afstemmen op de omgeving

  • Toegankelijkheid van voorzieningen, goede wandel- en fietsverbindingen

  • Een gezonde en groene woonomgeving die uitnodigt om te bewegen en te ontmoeten

Ruimtelijk Kwaliteits Kader gemeente Venray

Werkgebieden

De gemeente Venray heeft een groot aantal bedrijventerreinen welke in dit ruimtelijk kwaliteitskader aangemerkt zijn als werkgebieden. Ze liggen verspreid over het grondgebied, met name bij Venray en Oostrum maar ook in Ysselsteyn en Wanssum (haven). De gemeente Venray biedt hiermee ruimte aan behoud en groei van bestaande werkgelegenheid en bedrijvigheid.

 

Met 450 ha bedrijventerrein beschikt Venray over een relatief groot aanbod aan werkgebieden. Vooral de aanleg van de A73 in de jaren negentig van de vorige eeuw zorgde voor een economische impuls. Elk bedrijventerrein in Venray heeft zo zijn eigen segment en dat bepaalt ook mede de benodigde inrichting en de ruimtelijke kwaliteit van het terrein. Smakterheide, De Blakt en Witte Vennen zijn de grootschalige, industrieel-logistieke terreinen in Venray. Ook het grootste deel van het haven- en industrieterrein Wanssum valt onder deze categorie. De Hulst I, Vennendreef, Oude melkfabriek, Agrobaan Ysselsteyn en het oostelijk deel van Wanssum zijn te kenmerken als gemengde bedrijventerreinen (bedoeld voor het MKB); Keizersveld en De Hulst II zijn bedrijven- en kantorenparken. Tenslotte is De Brier aangewezen als stedelijk dienstenterrein waar plek is voor kantoren, volumineuze detailhandel en leisure voorzieningen.

 

Kenmerkend voor de meeste bedrijventerreinen zijn de veelal grootschalige bebouwing, blokvormige structuren, ruime wegen en veel verstening. Op de bedrijventerreinen is weinig (openbaar) groen aanwezig wat zorgt voor een sobere uitstraling.

 

De ruimtelijke kwaliteit en uitstraling van de bedrijventerreinen verschilt sterk van elkaar. Daarnaast geldt dat er ook binnen een terrein verschillen van kwaliteitsniveau zijn. De belangrijkste herstructureringslocaties in Venray zijn De Brier, De Oude melkfabriek, De Hulst I en delen van Smakterheide.

 

Belangrijke uitgangspunten om rekening mee te houden bij ontwikkeling

  • Aanwezigheid van groen is een belangrijke kwaliteitstoevoeging op de verschillende bedrijventerreinen. Dus ookal is in de omgeving (nog) niet veel groen aanwezig, is het van belang bij nieuwe ontwikkelingen kwalitatief groen toe te voegen.

  • Door de vrij grote hoeveelheden aan verharding is het zorgen voor goede en voldoende waterberging een belangrijke voorwaarde voor ontwikkeling.

  • Parkeren vindt in de basis plaats op eigen terrein.

  • (Nieuwe) platte daken worden zo gebouwd zodat deze geschikt zijn voor het dragen van zonnepanelen.

  • Welstandscriteria: Voor gebied langs A73: Zichtlocaties, Reclame op zichtlocaties

Opgaven

  • Verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit van bestaande bedrijventerreinen

  • Verduurzamen: rekening houden met energietransitie, klimaatadaptatie en circulaire energie

  • Ontwikkelen van minimaal 20 ha nieuw bedrijventerrein(en) voor lokale bedrijvigheid

Ruimtelijk Kwaliteits Kader gemeente Venray

Landelijk gebied

Het landelijk gebied is in transitie. De energietransitie en klimaatverandering vragen om ruimte. Maatschappelijk spelen er discussies over voedselproductie, grondgebruik en biodiversiteit en de transitie van de landbouw heeft ook ruimtelijk een impact.

 

De agrarische sector is al jarenlang in beweging. De toenemende aandacht voor duurzaamheid, gezondheid, klimaatverandering en natuur en biodiversiteit zal leiden tot verdergaande wijzigingen van de sector. Hoewel dit proces al in gang is gezet, staat niet nu niet vast hoe de ontwikkelingen in de sector gaat verlopen. De verwachting is in het toekomstbeeld naast grootschalige en kleinschalige ook technologische en biologische landbouwbedrijven zullen voorkomen. Ook het agrarisch grondgebruik zal door bovenstaande opgaven veranderen waarbij naast extensieve ook intensieve vormen (met teeltondersteunende voorzieningen) blijven bestaan. Het aantal agrarische bedrijven zal afnemen waardoor er leegstand binnen het agrarisch vastgoed ontstaat. Dit brengt ontwikkelingen zoals hergebruik of sloop van voormalige agrarische bedrijfsgebouwen met zich mee. Met als doel het behoud van economische bedrijvigheid en voorkomen van verrommeling en ondermijning.

Voor enkele gebieden is een toekomstperspectief geschetst. Deze zijn aangeduid met diverse kleuren.

 

Perspectief agrarisch (bruin): Deze gebieden zijn overwegend agrarisch en blijven naar verwachting overwegend agrarisch. Dit betekent dat wij zeer terughoudend zijn met het toevoegen van woningen en andere geurgevoelige objecten. Deze gebieden zijn over het algemeen wat verder van de dorpskernen gelegen.

 

Perspectief wonen (oranje): Aangeduide gebieden kennen een toekomstperspectief met overwegend wonen. Deze gebieden liggen veelal direct grenzend aan dorpskernen of bebouwingsconcentraties.

 

Perspectief gemengd (blauw): Deze gebieden lenen zich voor een gemengd karakter, waarbij onder andere gedacht kan worden aan wonen, recreatie en kleinschalige bedrijvigheid.

 

Perspectief grootschaliger (niet-) agrarische activiteiten (rood): Deze gebieden lenen zich voor grootschalige (niet-)agrarische gebieden. Deze gebieden kenmerken zich door een goede ontsluiting waardoor grootschaligere activiteiten op deze locaties overweegbaar zijn. Deze gebieden lenen zich, onder voorwaarden, voor grotere bedrijvigheid.

 

Beekdalen

De beekdalen lopen van west naar oost door het landschap van de gemeente Venray. Het rivierdal van de Maas loopt van zuid naar noord.

 

Het Beekdallandschap is een van oorsprong laag gelegen, nat landschap met een kleinschalige structuur. Omdat de beekdalen gevoelig zijn voor hoog water, werd er van oudsher niet in gebouwd maar met name in gebruik genomen als weidegrond. Beekbegeleidende beplantingsstructuren en moerassige laagten zorgen ervoor dat de beekdalen als groene aders door het landschap lopen.

 

Tijdens de ruilverkavelingen zijn de beken op sommige plaatsen verregaand gekanaliseerd om water snel af te voeren. Het landschap rondom het beekdal werd hier grootschaliger en het oorspronkelijke beekdal kreeg hier minder ruimte. Hierdoor zijn veel kenmerkende elementen uit het beekdallandschap verdwenen en is ook de herkenbaarheid van het beekdallandschap grotendeels verdwenen. In tegenstelling tot vroeger komt er nog maar weinig beplanting voor in de beekdalen. Wel zijn nog beekbegeleidende bosstructuren aanwezig. Op sommige plekken is het meanderen van de beek weer hersteld of wordt dit in de toekomst nog hersteld en worden beplantingsstructuren hersteld.

 

Kenmerken

  • lagere ligging, de kleinschaligheid met openheid door doorzichten (bosjes, singels, kleine kavels) en anderzijds de wijdse openheid van het beekdal

  • Verkaveling staat haaks op de beek

  • In het landschap staan grote solitaire bomen

  • Er is veelal sprake van lijnbeplanting en vlakbeplanting, kruisende wegen en solitaire incidentele bebouwing (niet gestructureerd qua verschijningsvorm en locatie) incidentele bebouwing

  • Reliëf haaks op de beek met de laagste delen nabij de beekloop en hogere delen verder van de beek af.

  • Lager gelegen beekdalen kennen van oorsprong een vochtige bodem

  • weinig bebouwing en anders in de vorm van linten op enige afstand van de beek en op hoger gelegen gronden op het aangrenzende landschap

Waarden

  • Een beekdal is bij uitstek een landschapstype voor waterberging

  • Afwezigheid van bebouwing in het beekdal; bebouwing alleen in linten op de hoger gelegen randen van het beekdallandschap

  • Het beekdallandschap vormt een robuust netwerk dat natuurgebieden met elkaar verbindt

  • Ecologische waardevolle vochtige en natte milieus liggen in het lager gelegen deel van het beekdal

  • Open zichtlijnen vanaf de randen van het beekdal richting de beek

  • Mozaïekstructuur tussen openheid van graslanden en landschapselementen

Opgaven

In de beekdalen spelen de volgende opgaven:

  • Landschap, natuur, water en bodem

    De Europese Kaderrichtlijn Water stelt dat het watersysteem in 2027 op orde moet zijn. Dit vereist ecologisch, hydrologisch en geomorfologisch herstel van oppervlaktewateren en behoud of herstel van de fysisch-chemische toestand.

  • Klimaatadaptatie

    Klimaatverandering vraagt om meer ruimte voor water en het langer vasthouden van water in droge perioden. Het toevoegen van groen, het ruimte geven aan beken, rivieren en de Maas zijn mogelijkheden om in te spelen op de klimaatverandering. De beekdalen kunnen bij uitstek bijdragen aan het bufferen van water.

  • Energietransitie

    Realisatie van een zonneveld is mogelijk binnen een bestaand bouwvlak tot een maximum van 2 hectare. Uitgangspunt is volledige sloop van bedrijfsgebouwen. Als bestaande gebouwen blijven bestaan dienen eerst de bedrijfsdaken benut te worden en is een aanvullende investering in kwaliteit vereist.

  • Landbouwtransitie

    Rundveehouderij met weidegang

  • Vrijetijdseconomie

    Ontsluiting van beekdalen voor ondergeschikt recreatief medegebruik

Uitstraling landschap

  • Binnen het beekdallandschap wordt ingezet op herontwikkeling van de beekdalen, zodat deze weer zichtbaar en herkenbaar zijn in het landschap.

  • Hermeandering beken, vernatting, omvorming grondgebruik van bouwland naar kruidenrijke graslanden.

  • Versterken van het kleinschalige karakter van het beekdal, door middel van het toevoegen van (kleinschalige) landschapselementen.

  • Wegen worden landschappelijk aangezet met laanbeplanting.

  • De beek zelf wordt aangezet met beekbegeleidende beplanting op en langs de beek. Dit gebeurt met groepsgewijze aanplant, versterking van biodiversiteit en klimaatadaptief.

  • De beekdalen zijn in principe onbebouwd. Er wordt ingezet op vermindering van de bebouwing in het beekdal of hergebruik van bebouwing is voor recreatieve doeleinden. Alleen als bijzonder accent en in combinatie met beekdalontwikkeling (hermeandering, versterken beplanting, extensiveren landgebruik, verbeteren recreatieve gebruiksmogelijkheden etc.) is nieuwe bebouwing in het beekdal mogelijk.

  • Uitbreidingen van bestaande bedrijvigheid in het beekdal zijn alleen beperkt mogelijk aan randen van het beekdal. Daarbij behoud van de openheid van het beekdal (dus geen brede bebouwing aan beekdalrand en voldoende afstand tot de beek). Grootschalige bedrijvigheid is niet gewenst.

  • De ruimte rondom de beek of waterloop kan gebruikt worden voor natuurontwikkeling in combinatie met recreatiemogelijkheden, of het creëren van een landschappelijke overgang van het erf richting het landschap middels erf- of perceelsbeplanting.

  • Daar waar de beekdalen grenzen aan dorpsranden zoekt het dorp weer contact met het beekdallandschap en geeft de beek ruimte. Dit kan door de weg aan de buitenzijde van het dorp te leggen zodat woningen aan de voorzijde zicht hebben op het beekdal of de achterzijden landschappelijk in te passen.

  • De beekdalen vanuit het dorp weer toegankelijk maken voor wandelaars waar dat mogelijk is te combineren met de aanwezige natuur.

Uitstraling van erf en bebouwing

  • Gebruik gebiedseigen beplanting.

  • Houtsingels op perceelsgrenzen.

  • Landschappelijke inpassing achterzijden van bebouwing (bijv. d.m.v. hout-singels).

  • Kavel/Erf past in de kleinschalige landelijke omgeving door middel van toepassing erfbeplanting aan alle zijden van het erf.

  • Bebouwing is gesitueerd aan en georiënteerd op de weg. Bebouwing wordt zo compact mogelijk gehouden in verband met gewenste afstand tot het beekdal.

  • Bebouwing staat altijd op enige afstand van de ontsluitingsweg zodat er een groen en representatieve voortuin gecreëerd kan worden.

  • Bebouwing staat parallel aan de weg.

  • Bebouwing sluit aan bij streekeigen architectuur.

  • Streekeigen bebouwing in de (nabije) omgeving kan dienen als inspiratie.

  • Welstandscriteria Buitengebied

Esgronden

Het Essenlandschap is onder invloed van menselijk gebruik ontstaan. Rondom de dorpen lagen de esgronden, die eeuwenlang werden opgehoogd met mest uit potstallen (dierenmest, vermengd met heideplaggen). Hierdoor vormden de essen hoger gelegen delen in het landschap. Essen kunnen nog altijd herkend worden aan hun bolle ligging. Vanwege de vruchtbaarheid van de bodem waren essen overwegend in gebruik als akker waardoor ze open bleven in het landschap.

 

Ontwatering van de essen vond plaats door middel van inzijging (wegzakken van regenwater in de ondergrond), zodat kavelsloten nauwelijks voorkwamen. Langs de randen van de essen ligt dikwijls een weg waarlangs de agrarische bebouwing was geconcentreerd. Deze weg is vaak voorzien van laanbeplanting. Beplanting is vooral gelegen bij de bebouwing en naast de wegen. Hierdoor hebben essen een zeer open karakter.

 

Kenmerken

  • Kleinschalige verkaveling en bebouwing langs de historische wegen

  • Veelal kleine verkavelingen in diverse richtingen, vooral op de flanken van de essen en aan historische wegen. De essen om Leunen zijn aan de binnenzijde van de randweg bebouwd, elders aan de buitenzijde.

  • Akkerbouw op de es, vollegrond tuinbouw

Waarden

  • unieke ontstaansgeschiedenis

  • bolle en open ligging in het landschap

  • kleinschalige en onregelmatige verkaveling langs de randen van de es

  • bebouwing langs historische wegen op de flanken van de es

  • akkerbouw en vollegrond tuinbouw vanwege voedselrijke bodem

  • singels en lanen langs de weg rondom de es

  • (historische) erven zijn voorzien van erfrandbeplanting

Opgaven

Op de esgronden spelen de volgende opgaven:

  • Landschap, natuur, water en bodem

    De Europese Kaderrichtlijn Water stelt dat het watersysteem in 2027 op orde moet zijn. Dit vereist ecologisch, hydrologisch en geomorfologisch herstel van oppervlaktewateren en behoud of herstel van de fysisch-chemische toestand. Ook herstel en bescherming van de bodem is een belangrijke opgave.

    Omdat de openheid van de es zeer waardevol is, is dit niet de geschikte locatie voor de aanplant van nieuw bos.

  • Klimaatadaptatie

    Klimaatverandering vraagt om meer ruimte voor water en maatregelen ter voorkoming van hittestress op de bodem. Vanwege de openheid en afwezigheid van sloten op de essen, zal er vooral aan de randen van essen gezocht kunnen worden naar het toevoegen van groen in de vorm van laanbeplanting en erfrandbeplanting.

  • Energietransitie

    Realisatie van een zonneveld is mogelijk binnen een bestaand bouwvlak tot een maximum van 2 hectare. Uitgangspunt is volledige sloop van bedrijfsgebouwen. Als bestaande gebouwen blijven bestaan dienen eerst de bedrijfsdaken benut te worden en is een aanvullende investering in kwaliteit vereist.

  • Landbouwtransitie

    Op de esgronden zal de landbouwtransitie zich vooral richten op functieverandering en extensivering. De gemengde gebieden (blauw) lenen zich voor een gemengd karakter, waarbij onder andere gedacht kan worden aan wonen, recreatie en kleinschalige bedrijvigheid. Daarnaast zijn er gebieden die een toekomstperspectief kennen met overwegend wonen(oranje). Deze gebieden liggen veelal direct grenzend aan dorpskernen of bebouwingsconcentraties.

  • Vrijetijdseconomie

    De esgronden zijn aantrekkelijk om te fietsen wandelen. Kleinschalige recreatieve voorzieningen kunnen worden ingepast in bestaande erven.

Uitstraling landschap

  • Instandhouden van de karakteristieke openheid, de bodemkwaliteit en het reliëf van de essen.

  • Onbebouwd en onbeplant laten van oude akkers, vanwege de waarde van de openheid en de beleefbaarheid van de glooiingen, en het (micro) reliëf in het landschap.

  • De weg markeert de rand van de es.

  • Wegen worden aangeplant met laanbeplanting.

  • kleinschalige verkaveling en bebouwing langs historische wegen.

  • Behoud van zichten op en over de es.

  • Er wordt ingezet op vermindering van de bebouwing op de esgronden. Daarbij gaat het vooral om vermindering van bebouwing midden op de esgronden. Hergebruik van bebouwing is mogelijk aan de randen van de esgronden en dan vooral gericht op recreatieve doeleinden. Uitbreidingen van bestaande bedrijvigheid is alleen beperkt mogelijk aan de randen van de esgronden. Grootschalige bedrijvigheid is niet gewenst.

  • Opknappen van waardevolle (historische) bebouwing, eventueel d.m.v. splitsing in wooneenheden. Bij splitsing dient een extra meerwaarde gecreëerd te worden door de woning goed in te passen in relatie tot de omgeving waarin het ligt en hiermee wordt bewerkstelligd dat de historische stedenbouwkundige- en landschapsstructuur wordt behouden, versterkt of hersteld.

  • Herstel van historische beplantings-, wegen- en padenstructuren.

Uitstraling erf en bebouwing

  • Een ontwikkeling mag niet ten koste gaan van de openheid van de es, of zicht op de es. Daarbij is het van belang dat bebouwing op kavels zich ook niet verbreedt ten opzichte van de weg.

  • Bebouwing past in de kleinschalige landelijke omgeving door middel van toepassing van gebiedseigen erfbeplanting, met name aan de randen van het erf (erfrandbeplanting)

  • Er dient altijd sprake te blijven van een goede ordening op een kavel. Dit betekent een representatieve voorzijde van het erf met de woonfuncties, met daarachter gelegen de bedrijfskavel met bedrijfsmatige functies. Ook als het “erf” enkel een woonbestemming heeft de ordening op het “erf” visueel aan laten sluiten bij dit principe.

  • De situering van de bebouwing kan variëren. Wel dient er sprake te blijven van samenhang tussen de bebouwing. Dit kan op diverse manieren tot uiting komen: een compact erf met korte onderlinge afstanden tussen de bebouwing, vormgeving van de bebouwing en het materiaal en kleurgebruik. Hierbij is een compacte erfindeling het uitgangspunt.

  • Het voorerf is groen en representatief ingericht; (gras, solitaire bomen, haag), geen opslagfuncties.

  • Parkeren zo veel mogelijk op eigen terrein, ingepast met een bosje of inheemse haag.

  • Welstandscriteria Buitengebied

Oude ontginningsgebieden

Dit oude agrarische landschap wordt gekenmerkt door een onregelmatige structuur. De verkaveling is kleinschalig en op sommige plekken grillig van vorm. In de loop der tijd heeft het landschap een relatief meer open karakter gekregen. Van oorsprong komen hier veel meer landschapselementen voor zoals houtsingels en bosjes. Het gebied kent een grote afwisseling van groen en bebouwing. De boerderijen die van oudsher vrijliggend of in kleine clusters gebouwd zijn, liggen op sommige plekken nu in linten, knopen en clusters. De linten in de oude ontginningsgebieden zijn verschillend van karakter:

  • Perspectief agrarisch (bruin): Deze gebieden zijn overwegend agrarisch en blijven naar verwachting overwegend agrarisch. Dit betekent dat wij zeer terughoudend zijn met het toevoegen van woningen en andere geurgevoelige objecten. Deze gebieden zijn over het algemeen wat verder van de dorpskernen gelegen.

  • Perspectief wonen (oranje): Aangeduide gebieden kennen een toekomstperspectief met overwegend wonen. Deze gebieden liggen veelal direct grenzend aan dorpskernen of bebouwingsconcentraties.

  • Perspectief gemengd (blauw): Deze gebieden lenen zich voor een gemengd karakter, waarbij onder andere gedacht kan worden aan wonen, recreatie en kleinschalige bedrijvigheid.

  • Persepctief grootschaliger (niet-) agrarische activiteiten (rood): Deze gebieden lenen zich voor grootschalige (niet-)agrarische gebieden. Deze gebieden kenmerken zich door een goede ontsluiting waardoor grootschaligere activiteiten op deze locaties overweegbaar zijn. Deze gebieden lenen zich, onder voorwaarden, voor grotere bedrijvigheid.

Kenmerken

  • Lintbeplanting aan diverse wegen en een deel van het spoor. Nog een enkele verkaveling omzoomd door singels.

  • Oud bouwland heeft een mozaïekstructuur van diverse kavelgrootten in diverse richtingen en diverse openheid. Afwisseling in open en gesloten gebieden met een redelijk hoge bebouwingsdichtheid.

  • Grote diversiteit aan bedrijvigheid. De oude clusters bestaan uit agrarische bedrijvigheid en gemengd wonen.

Waarden

  • Afwisseling tussen open en gesloten gebieden door variatie aan groenstructuren op erfranden en perceelsgrenzen.

  • Laanbeplanting langs wegen.

  • Mozaïekstructuur en diversiteit in kavelgrootte.

  • Bebouwing veelal gelegen in linten of bebouwingsclusters.

Opgaven

In de oude ontginningsgebieden spelen de volgende opgaven:

  • Landschap, natuur, water en bodem

    De Europese Kaderrichtlijn Water stelt dat het watersysteem in 2027 op orde moet zijn. Dit vereist ecologisch, hydrologisch en geomorfologisch herstel van oppervlaktewateren en behoud of herstel van de fysisch-chemische toestand.

    De oude ontginningsgebieden lenen zich voor het toevoegen van kleine bosgebieden en landschapselementen. Hiermee wordt leefgebied van planten en dieren van het agrarische landschap versterkt en uitgebreid en kunnen ze beter migreren tussen de grotere natuurgebieden.

  • Klimaatadaptatie

    Klimaatverandering vraagt om meer ruimte voor water en het vasthouden van water in droge perioden. Ook het toevoegen van groen in de vorm van laanbeplanting en erfrandbeplanting is van belang.

  • Energietransitie

    Realisatie van een zonneveld is mogelijk binnen een bestaand bouwvlak tot een maximum van 2 hectare. Realisatie van een zonneveld is mogelijk met een minimale omvang van 2 ha met inachtneming van de richtlijnen van KODE Venray. De maximale maat is afhankelijk van de maatvoering zoals in KODE Venray is vastgesteld

  • Landbouwtransitie

    In het oudeontginningsgebied zijn veel agrarische bedrijven aanwezig. De landbouwtransitie zal hier per gebied, zoals hierboven beschreven, een andere invulling hebben. In de kaart is aangegeven welke gebieden de meeste ontwikkelmogelijkheden bieden voor agrarische ontwikkelingen en waar meer nadruk komt te liggen op functiemenging of wonen.

  • Vrijetijdseconomie

    Naast de algemene opgave om voldoende recreatieve routes te hebben in het landelijk gebied, zijn er enkele linten die geschikt lijken voor kleinschalige recreatieve voorzieningen.

Uitstraling landschap

  • Altijd beplanting toevoegen aan het landschap ter versterking of herstel van het aaneengesloten netwerk van landschapselementen.

  • Het in stand houden van de grillige verkaveling en zo mogelijk, deze zichtbaarder maken door beplanting toe te voegen op de perceelgrenzen.

  • Aandacht voor behoud en bescherming van cultuurhistorische structuren, zoals zand-paden en houtopstanden.

  • Wegen die door dit gebied lopen worden aangeplant met laanbeplanting.

  • Kansen benutten voor bijdrage aan natuurontwikkeling, zoals akkerrandbeheer (kruidenrijke rand), bloemrijk grasland, poelen en bosjes.

  • De uitbreiding van bebouwing met name binnen de gesloten gebieden. Sloop van bebouwing met name binnen de open gebieden.

  • Opknappen van waardevolle (historische) bebouwing, eventueel d.m.v. splitsing in wooneenheden. Bij splitsing dient een extra meerwaarde gecreëerd te worden door de woning goed in te passen in relatie tot de omgeving waarin het ligt en hiermee wordt bewerkstelligd dat de historische stedenbouwkundige- en landschapsstructuur wordt behouden, versterkt of hersteld.

  • Herstel van historische beplantings-, wegen- en padenstructuren.

Uitstraling erf en bebouwing

  • Bebouwing past in de kleinschalige landelijke omgeving door middel van toepassing gebiedseigen erfbeplanting, met name aan de randen van het kavel (erfrandbeplanting).

  • Er dient altijd sprake te blijven van een goede ordening op de kavel. Dit betekent een representatieve voorzijde van het “erf” met de woonfuncties, met daarachter gelegen de eventuele bedrijfsmatige functies.

  • De situering van de bebouwing kan variëren. Wel dient er sprake te blijven van samenhang tussen de bebouwing. Dit kan op diverse manieren tot uiting komen: een compacte uitstraling met korte onderlinge afstanden tussen de bebouwing, vormgeving van de bebouwing en het materiaal en kleurgebruik.

  • Het voorerf/de voortuin is groen en representatief ingericht (gras, solitaire bomen, haag) en bevat geen opslagfuncties.

  • Parkeren zo veel mogelijk op eigen terrein, ingepast met een bosje of inheemse haag.

  • De ontwikkelingsrichting mag nooit ten koste gaan van aaneengesloten landschapselementen, zoals houtwallen- en singels op perceelgrenzen.

  • Het hoofdgebouw ligt vooraan de weg.

  • Hoe groter de bebouwing, des te meer aaneengesloten forse landschapselementen er nodig zijn om de balans tussen het “erf” en het landschap te behouden.

  • Welstandscriteria Buitengebied

Jonge ontginningsgebieden

Het gebied van de jonge ontginningen is met name gelegen aan de westzijde van gemeente Venray. Dit landschap is het meest recent ontgonnen. Doordat landbouwtechnieken op het moment van ontginnen moderner waren dan ten tijde van het ontstaan van de oude bouwlanden, is dit een grootschalig agrarisch cultuurlandschap geworden. Het kenmerkt zich ook door een rechtlijnig wegen- en verkavelingspatroon. Er zijn enkele zeer waardevolle open gebieden waar ook geen/ weinig bebouwing aanwezig is. Structurerend in het landschap zijn de wegen die begeleidt worden door bomenlanen.

 

De openheid wordt vaak scherp begrensd door bosgebieden. De bossen vormen daarmee de achtergrond van het verder vrij open gebied. De bebouwing (grootschalige agrarische bedrijven) heeft een rationeel karakter en is veelal grootschaliger dan de bebouwing in de rest van het buitengebied. Deze bebouwing staat compact op het erf. Door de hier aanwezige open gebieden zijn de bedrijven op grotere afstand zichtbaar.

 

Rondom Ysselsteyn heeft het gebied van de jonge ontginning een iets andere uitstraling. Dit dorp is namelijk in de jaren ’20 gesticht als nieuwe nederzetting en is geometrisch opgebouwd met uitwaaierende wegen. Dit zorgt voor diepe, redelijk smalle verkavelingen in het buitengebied. De bebouwing is vaak in een groene setting ingebed. In sommige gevallen staan de stallen overduidelijk in beeld.

 

In de jonge ontginningsgebieden liggen linten met verschillende toekomstperspectieven:

  • Perspectief agrarisch (bruin): Deze gebieden zijn overwegend agrarisch en blijven naar verwachting overwegend agrarisch. Dit betekent dat wij zeer terughoudend zijn met het toevoegen van woningen en andere geurgevoelige objecten. Deze gebieden zijn over het algemeen wat verder van de dorpskernen gelegen.

  • Perspectief wonen (oranje): Aangeduide gebieden kennen een toekomstperspectief met overwegend wonen. Deze gebieden liggen veelal direct grenzend aan dorpskernen of bebouwingsconcentraties.

  • Perspectief gemengd (blauw): Deze gebieden lenen zich voor een gemengd karakter, waarbij onder andere gedacht kan worden aan wonen, recreatie en kleinschalige bedrijvigheid.

  • Perspectief grootschaliger (niet-) agrarische activiteiten (rood): Deze gebieden lenen zich voor grootschalige (niet-)agrarische gebieden. Deze gebieden kenmerken zich door een goede ontsluiting waardoor grootschaligere activiteiten op deze locaties overweegbaar zijn. Deze gebieden lenen zich, onder voorwaarden, voor grotere bedrijvigheid.

Kenmerken

  • Lintbeplanting: langs bebouwingslinten en in het open landschap.

  • Veel grasland.

  • Planmatige, strakke en rationele verkaveling met sloten als grenzen.

  • Rechtlijnige, brede en grote bouwkavels aan wegen.

  • Planmatige bebouwingsstructuur volgt verkavelingsstructuur.

  • Rationele opbouw in zonering bouwkavel: woning met daarachter bedrijfsgebouwen.

  • Bedrijfsgebouwen bestaan uit grote bouwmassas die compact op de kavel staan.

  • Agrarische bedrijvigheid: intensieve veehouderij,

  • Bouw- en graslanden

Waarden

  • grootschalige openheid

  • rationele verkavelingsstructuur

  • laanbeplanting langs wegen

  • bossen vormen de achtergrond/grens van het landschap als contrast met de openheid

  • genormaliseerde beken en waterlopen

Opgaven

In de jonge ontginningen spelen de volgende opgaven:

  • Landschap, natuur, water en bodem

    De Europese Kaderrichtlijn Water stelt dat het watersysteem in 2027 op orde moet zijn. Dit vereist ecologisch, hydrologisch en geomorfologisch herstel van oppervlaktewateren en behoud of herstel van de fysisch-chemische toestand.

    Deze gebieden grenzen aan natura 2000-gebieden waar een grote natuuropgave ligt. De natuurdoelen zijn vastgelegd in de Europese Habitatrichtlijn. Met name het oplossen van verdroging in de natura 2000-gebieden zal vernatting van een deel van de jonge ontginningen tot gevolg hebben. Hier liggen kansen voor natte en vochtige meer natuurlijke graslanden en agrarisch natuurbeheer. Daarnaast kan herstel en aanleg van lijnvormige landschapselementen het leefgebied verbeteren voor planten en dieren van het agrarische landschap.

  • Klimaatadaptatie

    Klimaatverandering vraagt om meer ruimte voor water en maatregelen ter voorkoming van droogte. Het toevoegen van groen, het ruimte geven aan beken, rivieren en de Maas zijn mogelijkheden om in te spelen op de klimaatverandering. Daarnaast moet water langer worden vastgehouden in perioden van langdurige droogte.

  • Energietransitie

    Realisatie van een zonneveld is mogelijk binnen een bestaand bouwvlak tot een maximum van 2 hectare. Realisatie van een zonneveld is mogelijk met een minimale omvang van 2 ha met inachtneming van de richtlijnen van KODE Venray. De maximale maat is afhankelijk van de maatvoering zoals in KODE Venray is vastgesteld.

  • Landbouwtransitie

    De landbouw zal nadrukkelijk aanwezig blijven in de jonge ontginningen. De nadruk zal liggen op verduurzaming van bestaande bedrijven en een goede invulling van vrijkomende agrarische bebouwing en erven. Zoals hiervoor aangegeven kennen de linten in het gebied verschillende toekomstperspectieven. Deze zijn weergegeven in de kaart.

  • Vrijetijdseconomie

    Toevoegen van recreatieve routes

  • Mobiliteit

    Verbeteren verkeersveiligheid, met name waar verschillende soorten verkeer zoals landbouwverkeer en fietsers samenkomen.

Uitstraling landschap

  • Behouden van het open en wijdse karakter, waarbij de bossen de achtergrond van dit open landschap vormen.

  • In stand houden van de rechtlijnige en geordende verkaveling.

  • Behouden van zichtlijnen en waardevolle open ruimten. Waar mogelijk deze versterken.

  • Aandacht voor behoud en bescherming van cultuurhistorische structuren, zoals ontginningsassen en zandpaden.

  • Laanbeplanting versterken langs alle wegen, bijvoorkeur door deze aan weerszijden te beplanten.

  • De schaalgrootte van het landschap en bijbehorende zichtlijnen blijven behouden.

  • Kansen benutten voor bijdrage aan natuur-ontwikkeling, zoals akkerrandbeheer, krui-denrijke randen en bermen, bloemrijk grasland of poelen.

  • Sloop van in verval geraakte bedrijfsbebouwing, ontstenen van het landschap.

  • Daar waar akkers grenzen aan bosranden, kunnen deze randen versterkt worden door middel van bosmantel/zoom vegetatie.

Uitstraling erf en bebouwing

  • Het “erf” heeft een groene robuuste uitstraling waarbij de schaal en korrelgrootte passend zijn bij de ontginningslinten in het landschap.

  • Hierbij mag de bebouwing wel zichtbaar zijn, maar is deze met robuuste beplanting ingepast in het open landschap.

  • Altijd een stevige beplanting toevoegen van singels en hagen aan weerszijden van de langsgevels van de bebouwing rondom het erf.

  • Het levert hierdoor een bijdrage aan de beeldkwaliteit van robuuste boscomplexen aan de randen van het ontginningenlandschap.

  • Schuren en grote bedrijfsgebouwen hebben zadeldaken, hoofdgebouw heeft een kap.

  • Kleurstelling is passend in het landschap en sluit aan bij de kleuren van de gebouwen in de omgeving.

  • Maak gebruik van gebiedseigen beplanting.

    Woonfunctie aan voorzijde van het erf.

    Bedrijfsmatige functies naast of achter de kopgevel van de woning.

  • Eenduidige situering van de bedrijfs-bebouwing (in dezelfde richting gelegen).

    Compacte erfindeling.

  • Bebouwing sluit aan bij streekeigen architectuur.

  • Bebouwing in de (nabije) omgeving kan dienen als inspiratie.

  • Materialisering: haal inspiratie uit lokale materialen of pas nieuwe toe die in harmonie zijn met het bestaande. Eenvoud en harmonie zijn de sleutelwoorden.

  • Bebouwing staat altijd op enige afstand van de ontsluitingsweg zodat er een groen en representatief voorerf/voortuin gecreëerd kan worden.

  • Welstandscriteria Buitengebied

Natuurgebieden

Binnen dit landschapstype vallen de bossen, heiden, vennen, zandverstuivingen en overstromingsvlaktes van de Maas. Dit zijn ook grofweg de gebieden met de meest droge en meest natte gronden. Het hoogst gewaardeerd wordt echter het feit dat veel van deze gebieden zich laten kenmerken door hun besloten karakter gevormd door bos gecombineerd met hun bebouwingsarme karakter.

 

Dit landschapstype is belangrijk in het kader van het Nationaal Natuur Netwerk (NNN). Het landschap heeft een hoge ecologische waarde en er is op plekken ruimte voor recreatief medegebruik. Deze ecologische waarden zijn beschermd middels verschillende beschermingsregimes zoals de aanduiding van Natura 2000 en NNN. In dit landschapstype staan de natuurwaarden en het beheer hiervan voorop. Transformatie van naaldbos naar gemengd loofbos is gewenst, maar ook de omzetting naar heide of stuifzandgebieden behoren tot de mogelijkheden. Hierbij moeten aanwezige(cultuurhistorische) waarden en elementen zoals de duitse oorlogsbegraafplaats, zandpaden en rosmolen behouden blijven.

 

De bos- en heidegebieden zijn in clusters te vinden en verspreid door de hele gemeente. Zo heeft bijna elke kern ook een nabijgelegen bos/natuurgebied op loop en/of fietsafstand.

 

Rondom de Maas zijn de afgelopen jaren ingrijpende hoogwaterbeschermingsmaatregelen genomen (Maaspark Ooijen-Wanssum) die ertoe hebben geleid dat niet alleen de waterveiligheid sterk is toegenomen, maar ook de landschappelijke kwaliteiten en de natuurwaarden van het gebied enorm zijn versterkt.

 

Kenmerken

  • Grote bosgebieden met op sommige plekken hoogveen, heide en enkele stuifduinen.

  • In de bossen nabij de jonge ontginningen is een rechtlijnige verkavelingsstructuur herkenbaar. Bebouwing is vrijwel afwezig.

  • Bossen en natuur met hoge ecologische en recreatieve waarde.

  • Maaslandschap.

Waarden

  • besloten karakter

  • hoge natuurwaarden

  • rechtlijnige padenstructuur in bossen nabij de jonge ontginningen

  • het reliëf van de (oude)stuifduinen

  • afwezigheid van bebouwing

Opgaven

In de natuurgebieden spelen de volgende opgaven:

  • Landschap, natuur, water en bodem

    De Europese Kaderrichtlijn Water stelt dat het watersysteem in 2027 op orde moet zijn. Dit vereist ecologisch, hydrologisch en geomorfologisch herstel van oppervlaktewateren en behoud of herstel van de fysisch-chemische toestand. In dit kader wil de gemeente ook extra bos realiseren. Het uitbreiden van bestaand bos wordt gezien als goede manier om extra bos te realiseren. Ook wordt ingezet op de omvorming van naaldbos naar loofbos. Daarnaast is aandacht nodig voor de natuurdoelen die zijn vastgelegd in de Europese Habitatrichtlijn.

  • Klimaatadaptatie

    Klimaatverandering vraagt om meer ruimte voor water en maatregelen ter voorkoming van hittestress. Het toevoegen van groen en nieuw bos, het ruimte geven aan beken, rivieren en de Maas zijn mogelijkheden om in te spelen op de klimaatverandering.

  • Energietransitie

    Realisatie van een zonneveld is mogelijk binnen een bestaand bouwvlak tot een maximum van 2 hectare. Uitgangspunt is volledige sloop van bedrijfsgebouwen. Als bestaande gebouwen blijven bestaan dienen eerst de bedrijfsdaken benut te worden en is een aanvullende investering in kwaliteit vereist.

  • Landbouwtransitie

    -

  • Vrijetijdseconomie

    Verbeteren toegankelijkheid, rekening houdend met de natuurwaarde.

  • Mobiliteit

    Stimuleren dat mensen op de fiets natuurgebieden bezoeken.

Uitstraling landschap

  • Gebruik het bos en heidelandschap als een waardevol te behouden ecosysteem en zet in op versterking van de ecologische verbindingen.

  • Behoud het plaatselijke microreliëf.

  • Bestrijd vergrassing van de heide door beheer, bijvoorbeeld met een schaapskudde.

  • Versterk het bosareaal met aanplant van gemengd loofbos en richt het beheer op het omvormen van naaldbos naar loofbos.

  • Creëer meer natuurlijke overgangen tussen bos en agrarisch landschap, zogenaamde mantelzones.

  • Voorkom versnippering in de natuurgebieden.

    Gebruik zoneringen om de recreatieve druk op te vangen d.m.v. goede hoofdroutes waardoor verstoring in de gebieden wordt voorkomen.

  • Zet in op wandelen en fietsen op uitgezette paden.

  • Faciliteer ruiters met eigen ruiterpaden.

  • Weer gebiedsvreemde functies.

  • Behoud rechtlijnige verkavelingsstructuur de bossen nabij de jonge ontginningen

Uitstraling erf en bebouwing

  • Geen woon of bedrijfsbebouwing in de bos- en heidegebieden.

  • Eventuele (recreatieve) bebouwing vormt een eigen en compact ensemble die terughoudend is en bescheiden oogt in het boslandschap.

  • Bebouwing ligt wat verscholen van de weg af

  • Veel gebiedseigen en boomrijke beplanting.

Ruimtelijk Kwaliteits Kader gemeente Venray

Welstand

De gemeenteraad is verplicht om een welstandsnota vast te stellen. De welstandsnota dient als basis bij de beoordeling of een bouwplan voldoet aan redelijke eisen van welstand. Deze pagina bevat het welstandsbeleid van de gemeente Venray. Het welstandsbeleid zoals dit is vastgesteld in 2018 is hierin overgenomen. Zonder inhoudelijke aanpassing. De kaartinformatie uit de welstandsnota is verwerkt in de kaarten per deelgebied.

Venrayse ambitie

De gemeente Venray streeft in zijn algemeenheid een vlotte afhandeling van aanvragen na. Dit geldt ook voor aanvragen omgevingsvergunningen voor de activiteit bouwen. Bij deze vergunning is een welstandstoets aan de orde. Het versnellen van de vergunningsprocedure of de welstandstoets is een invulling van deze algemene ambitie. Deze nieuwe welstandsnota moet helpen deze ambitie te realiseren.

 

De ambitie op het gebied van welstand richt zich op behoud van ruimtelijke kwaliteit en op wederzijds vertrouwen. Deze ambitie sluit aan op de trend van een terugtredende overheid en het versterken van eigen verantwoordelijkheden van burgers en bedrijven. De gemeente Venray kan en wil niet alle aspecten op het gebied van welstand met regels voorschrijven.

 

De gemeente Venray is verantwoordelijk voor de 'publieke ruimte van Venray', ook waar het gaat om welstand. De 'publieke ruimte' is hier het openbaar domein, begrensd door de erfgrens van percelen c.q. de voorgevel van gebouwen. De kwaliteit van de 'publieke ruimte' is bepalend voor de beleving van het openbaar domein. Deze beleving is grotendeels van belang voor het gedrag van zijn gebruikers. De gemeente Venray heeft een verantwoordelijkheid voor de beeldkwaliteit in het openbaar domein. Daarbuiten wil de gemeente Venray de verantwoordelijkheid bij de burger zelf leggen. Dit is de 'individuele ruimte'. In het kader van deregulering treedt de gemeente terughoudender op in gebieden die niet of in mindere mate tot de 'publieke ruimte' van Venray behoren. De gemeente Venray geeft haar burgers het vertrouwen dat zij zowel als individu alsook als collectief op een verantwoorde wijze met hun 'individuele ruimte' omgaan. De burger kan het vertrouwen in de gemeente Venray hebben dat deze haar verantwoordelijkheid neemt voor de 'publieke ruimte van Venray'.

 

Om invulling te geven aan dit 'wederzijds vertrouwen' wordt het welstandstoezicht benaderd vanuit de gedachte 'nee, tenzij'.

Terughoudendheid in het toepassen van preventief welstandstoezicht is de basis, ook wat betreft de mate van welstandscriteria. Maar waar nodig gelden er duidelijke regels. Om uitvoering aan deze gedachte te geven past de gemeente Venray een differentiatie in welstandstoezicht toe. Het welstandsbeleid wordt gedifferentieerd naar gebieden en overige criteria. Ook in de mate van toetsing zit een differentiatie.

 

Voor meer informatie over de juridische toetsing wordt verwezen naar deze bijlage.

Waar wordt welstand toegepast?

Zoals gezegd past de gemeente Venray een differentiatie in welstandstoezicht toe. Het welstandsbeleid wordt in de eerste plaats gedifferentieerd naar de specifieke situatie in wijken, buurten of gebieden en naar de plaats van een bouwwerk op het erf. Dit betekWelsent dat minder beeldbepalende gebieden (waaronder grote delen van Venray, de dorpen en bedrijventerreinen) welstandsvrij blijven. Voor beeldbepalende panden die gelegen zijn in bestemmingsplan Venray en cultuurhistorisch waardevolle gebieden blijft het welstandstoezicht van kracht cq. wordt het toezicht in beperkte mate terug ingevoerd.

 

De volgende gebieden worden onderscheiden:

  • Centrum van Venray

  • Historisch gebied (historische linten en bebouwingsconcentraties)

  • Zichtlocaties (bebouwing aan de Singels en bedrijfskavels aan de A73)

  • Buitengebied

Verder hecht de gemeente Venray belang aan een aantal aspecten waarbij ook een bepaalde mate van welstandstoetsing om de hoek komt kijken:

  • Historisch erfgoed (monumenten en karakteristieke panden in bestemmingsplan Venray)

  • Plannen waarvoor een beeldkwaliteitsplan is opgesteld

  • Reclame

Met deze combinatie van differentiatie in gebieden en overige welstandsaspecten blijft het welstandstoezicht voor de beeldbepalende c.q. belangrijke gebieden én de grotere bouwplannen/ontwikkelingen behouden. Voor de minder grote bouwplannen in gebieden als woonwijken en bedrijventerreinen én de kleinere bouwplannen gelden géén preventieve welstandscriteria: deze blijven welstandsvrij.

 

Doort te klikken op een deelgebied of thema ziet u de welstandscriteria die van toepassing zijn. In de kaarten per deelgebied is de ligging van monumenten en historisch gebied aangegeven.

Centrum van Venray

De ruimtelijke kwaliteit van het centrum van Venray is belangrijk voor het winkelend publiek en voor de ondernemer die er gevestigd is. Het centrum van Venray trekt veel mensen uit de wijde omtrek. Venray is niet zo maar een stad als ieder ander. Het heeft zijn eigen historie, sfeerbepalende monumenten, grote pleinen en een gevarieerd winkelaanbod. Ook de historische aanloopstraten naar het centrum dragen bij aan de beleving van het centrum. Mensen moeten zich prettig en thuis voelen in de winkelstraten. Als de ambiance goed is, verblijft het publiek langer of komt nog eens terug. Hierdoor neemt de kans op bestedingen toe.

 

In het kader van het thema 'Wederzijds vertrouwen' is er voor gekozen om voor het centrumgebied preventief welstandstoezicht te handhaven. Omdat een kleine ingreep van grote invloed kan zijn op het bereikte niveau van beeldkwaliteit van het centrum als geheel wordt voor het centrum preventief welstandstoezicht toegepast.

Bouwplannen met welstandscriteria

Nieuwbouw hoofdgebouw

  • Het gebouw heeft een relatie met de omgeving. Het ontwerp van de gevel, dakvorm en schaalgrootte past in de schaal- en maatverhoudingen ('korrel') van de omgeving;

  • Om de bestaande variatie in gebouwen te behouden is variatie in de architectuur per individueel gebouw wenselijk;

  • De kleuren worden afgestemd op de bestaande omgeving;

  • Het ontwerp van de gevels, het dak en de detaillering van het gebouw vormen een samenhangend geheel.

Bijgebouwen grenzend aan openbaar gebied

  • Bijgebouwen worden afgestemd op en/of respecteren de oorspronkelijke architectuur en schaal van het bestaande gebouw;

  • De kleuren worden afgestemd op het bestaande gebouw en de omgeving.

Gevelverandering grenzend aan openbaar gebied

Gevelveranderingen

  • De veranderingen worden afgestemd op de oorspronkelijke architectuur, schaal en geleding van de gevel;

  • De totale gevel van het gebouw vormt een samenhangend geheel;

  • De kleuren worden afgestemd op het bestaande gebouw en de omgeving.

Rolhekken en rolluiken

  • Worden alleen op de begane grond toegepast;

  • Zijn grotendeels open of transparant.

Dakkapellen (gericht op openbaar gebied)

  • De vorm, het materiaal en de kleuren worden afgestemd op het bestaande gebouw;

  • De plaatsing en breedte van afzonderlijke elementen wordt afgestemd op de gevelgeleding.

Erfafscheiding grenzend aan openbaar gebied

  • Het materiaal is duurzaam van kwaliteit en wordt samen met de kleur afgestemd op de omgeving.

Terrasafscheidingen (horeca)

  • De terrasafscheiding is aan de bovenzijde transparant;

  • De kleurstelling is neutraal

  • Een reclame-uiting wordt subtiel en niet te contrasterend vormgegeven.

Historisch gebied

Binnen dit gebied vallen de historische linten en bebouwingsconcentraties. Zij zijn waardevol, omdat zij vanuit de historie gezien de structuurdragers zijn vanuit de kern Venray richting omliggende dorpen. Aan deze linten en in sommige dorpen zijn vaak ook de historische bebouwingsconcentraties zichtbaar (monumenten en karakteristieke panden). Kenmerkend voor de linten is het in de loop van tijd ontstane straatbeeld met wisselend karakter en bebouwing uit diverse periodes. De afwisselende stedenbouwkundige maat en korrel aan deze linten is zeer structuurbepalend en dient kenmerkend en behouden te blijven. Het St. Anna en St.Servaas terrein zijn twee bijzondere gebieden, grenzend aan de singels. Beide terreinen kenmerken zich door relatief grootschalige bebouwing in een parkachtige omgeving.

Preventief welstandstoezicht richt zich op nieuwe én bestaande gebouwen in het aangeduide gebied of in een aangeduide straatwand.

 

Nieuwbouw hoofdgebouw

  • Het gebouw heeft een relatie met de omgeving. Het ontwerp van de gevel, dakvorm en schaalgrootte past in de schaal- en maatverhoudingen (‘korrel’) van de omgeving;

  • De kleuren worden afgestemd op de bestaande omgeving;

  • Het ontwerp van de gevels, het dak en de detaillering van het gebouw vormen een samenhangend geheel.

Gevelveranderingen grenzend aan openbaar gebied

  • De veranderingen worden afgestemd op de oorspronkelijke architectuur, schaal en geleding van de gevel;

  • De totale gevel van het gebouw vormt een samenhangend geheel;

  • De kleuren worden afgestemd op het bestaande gebouw en de omgeving.

Zichtlocaties

De criteria voor zichtlocaties zijn op de delen in twee deelgebieden, te weten de Singels en de bedrijventerreinen grenzend aan de A73.

De Singels

De singels vormen de hoofdwegenstructuur rond de kern van Venray. De structuur is erg belangrijk als voorziening voor het bereikbaar maken van het centrumgebied en de diverse woonwijken. In ruimtelijke zin is bij de Singels met name de begeleiding van de route en de stedenbouwkundige korrel (massa en maat) van belang.

Bedrijventerreinen grenzend aan A73

De A73 (formeel Rijksweg 73) is de ruggengraat van Limburg. De A73 verbindt Noord-Limburg en Zuid-Limburg met elkaar. Op een gemiddelde werkdag passeren er bijna 60.000 voertuigen. Preventief welstandstoezicht richt zich op het behoud van de ruimtelijke kwaliteit van bestaande en nieuwe gebouwen langs de A73. Met grenzend aan het zichtgebied wordt de gevel bedoeld die evenwijdig aan de A73 ligt en/of de gevel die direct in het zicht ligt als haaks vanaf de A73 wordt gekeken.

 

De criteria voor preventief welstandstoezicht voor beide deelgebieden zijn hetzelfde en beperken zich tot nieuwbouw van een hoofdgebouw en gevelveranderingen grenzend aan het zichtgebied en reclame. Met grenzend aan het zichtgebied wordt de gevel bedoeld die vanaf de singel beschouwd als 'voorgevel' wordt gezien.

 

Nieuwbouw hoofdgebouw

  • Het gebouw heeft een relatie met de omgeving. Het ontwerp van de gevel, dakvorm en schaalgrootte past in de schaal- en maatverhoudingen (‘korrel’) van de omgeving;

  • De kleuren worden afgestemd op de bestaande omgeving of spelen in op de bijzondere ligging;

  • Het ontwerp van de gevels, het dak en de detaillering van het gebouw vormen een samenhangend geheel.

Gevelveranderingen grenzend aan openbaar gebied

  • De veranderingen worden afgestemd op de oorspronkelijke architectuur, schaal en geleding van de gevel;

  • De totale gevel van het gebouw vormt een samenhangend geheel;

  • De kleuren worden afgestemd op het bestaande gebouw en de omgeving.

Buitengebied

Bouwplannen in het buitengebied worden getoetst aan het bestemmingsplan ‘Buitengebied Venray 2010’ of ‘Buitengebied Oost’. Bij deze bestemmingsplannen is een beeldkwaliteitsplan en een ruimtelijk kwaliteitskader opgesteld. Voorliggend ruimtelijk kwaliteitskader vervangt dit eerdere kwaliteitskader. Het beeldkwaliteitsplan gaat in op de landschappelijke inpassing van bouwplannen. Het ruimtelijk kwaliteitskader geeft randvoorwaarden voor een ruimtelijke ontwikkeling. Een groot aantal bouwplannen wordt landschappelijk ingepast. Bedrijfsgebouwen (binnen de functies “Agrarisch”, “Agrarisch met waarden” en “Bedrijf”) en woningen hebben een bepaalde omvang en zijn daardoor vaak duidelijk zichtbaar in het buitengebied, ondanks een landschappelijke inpassing. Voor deze bouwplannen gelden preventieve welstandscriteria. Deze criteria zijn beperkt tot enkele hoofdlijnen.

 

Het oprichten van bijgebouwen, die ten dienste staan van een woning, dan wel het aanpassen van woningen in het buitengebied wordt niet preventief getoetst aan redelijke eisen van welstand.

 

Voor gebouwen binnen de navolgende bijzondere functies gelden geen preventieve welstandscriteria: “Cultuur en ontspanning”, “Gemengd – Kasteelterrein”, “Horeca”, “Maatschappelijk”, “Maatschappelijk – Geestelijke gezondheidszorg”, “Maatschappelijk – Militaire zaken”, “Recreatie”, “Sport” en “Sport – Manege”

 

Reden is, dat deze functies merendeels gelegen zijn op grotere terreinen, welke een niet-openbaar karakter hebben. Over het algemeen hebben de gebouwen binnen deze bijzondere functies al een specifieke gebiedseigen karakteristiek, die het gevolg is van de bijzondere functie van de locatie dan wel de gebouwen, waarbij aangesloten kan worden.

Bedrijfsgebouwen

(bij functies Agrarisch, Agrarisch met waarden en Bedrijf)

 

kleurstelling

  • Gevels worden uitgevoerd in een gedekte kleurstelling, bijvoorbeeld in een donkere tint groen/grijs/bruin/rood;

  • Het dak wordt uitgevoerd in een gedekte kleurstelling, bijvoorbeeld antraciet of zwart.

Monumenten en karakteristieke panden

Preventieve welstandstoets: ja

In de gemeente Venray zijn verscheidene gebouwen en bouwwerken aangemerkt als rijksmonument of gemeentelijk monument (zie kaarten per deelgebied). Voor monumenten geldt dat zij een bepaalde hoge historische waarde hebben. Dit kan bijvoorbeeld de beeldkwaliteit van de buitenzijde betreffen maar ook de historische waarde van de binnenzijde.

Vanwege het speciale karakter van monumenten wordt over het algemeen er de voorkeur aan gegeven de historische gelaagdheid, ofwel de ontwikkelingsgeschiedenis van het pand, ook na restauratie herkenbaar te laten zijn.

Bij de meer ingrijpende bouwactiviteiten bij monumenten is over het algemeen een bouwhistorisch onderzoek3 noodzakelijk. Hieruit komen de specifieke kenmerken en waarden van het gebouw naar voren.

De criteria zijn in algemene termen omschreven. Zodoende wordt specialisten op het gebied van ontwerp en restauratie voldoende ontwerpruimte beschermd.

 

Welstandscriteria:

  • De functie is ondergeschikt aan de hoofdvorm en de structuur van het monument. Waardevolle onderdelen van het exterieur dienen behouden te blijven;

  • De veranderingen die men aanbrengt ten behoeve van het gebruik van het pand dienen ongedaan gemaakt te kunnen worden, opdat de hoofdstructuur geen geweld wordt aangedaan;

  • Beoordeeld wordt in hoeverre de monumentwaarde, van zowel interieur als exterieur, behouden blijft. Alleen veranderingen die noodzakelijk zijn om het pand in deze tijd te laten functioneren worden in principe toegestaan;

  • Noodzakelijke nieuwe onderdelen zullen qua maat, vlakverdeling, materiaal, details, kleur en afwerking afgestemd moeten worden op de bestaande situatie;

  • Bouwsporen die van betekenis zijn voor de geschiedenis van het pand of van de stad moeten in principe aanwezig blijven en zichtbaar zijn;

  • Bij monumenten moet met de toepassing van kleur zeer zorgvuldig worden omgegaan.

Karakteristieke panden – bestemmingsplan Venray

Preventieve welstandstoets: ja voor zover zichtbaar vanaf de openbare weg

 

Preventieve ambtelijke welstandstoets bij veranderingen grenzend aan de openbare weg. Eigenaren wordt geadviseerd gebruik te maken van de deskundigheid en ondersteuning van het Adviesbureau Ruimtelijke Kwaliteit.

 

In de kaarten per deelgebied is in een overzicht opgenomen van karakteristieke panden.

 

Indien een pand tevens gelegen is in historisch gebied, gelden de criteria voor Historisch gebied.

 

Voor de karakteristieke panden, die niet zijn gelegen in een historisch gebied gelden navolgende welstandscriteria:

  • De veranderingen worden afgestemd op de oorspronkelijke architectuur, schaal, geleding en materiaal- en kleurgebruik van de gevel en dak;

  • De totale gevel van het gebouw vormt een samenhangend geheel;

  • De kleuren worden afgestemd op het bestaande gebouw en de omgeving;

  • Bij cultuurhistorisch waardevolle boerderijen is het van belang dat het (voormalig) agrarisch karakter behouden blijft.

Karakteristieke panden – overig

Preventieve welstandstoets: vrijblijvend deskundig advies

 

Vanwege het waardevolle karakter van een pand, wordt eigenaren geadviseerd om vrijblijvend gebruik maken van de deskundigheid en ondersteuning van het Adviesbureau Ruimtelijke Kwaliteit, zodat aanpassingen recht doen aan de bijzonderheden van het betreffende pand.

 

In de gemeente Venray zijn naast monumenten ook vele karakteristieke panden aanwezig, welke geen wettelijke bescherming genieten. Voor karakteristieke panden geldt dat zij een bepaalde historische waarde hebben. Dit is primair de beeldkwaliteit van de buitenzijde, die bijdraagt aan de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving.

 

De meeste eigenaren van karakteristieke panden zijn zich ervan bewust, dat zij in het bezit zijn van een pand met een bijzondere architectonische waarde en zullen hierdoor met grote zorg hun pand koesteren en onderhouden. De gemeente spreekt hier haar waardering voor uit.

 

Vooruitlopend op de Omgevingsvisie is in deze nota in bijlage 5 per kern een overzicht opgenomen van de karakteristieke panden, die de gemeente Venray rijk is.

 

De lijst is samengesteld uit verschillende cultuurhistorische bronnen, welke karakteristieke panden beschrijven, zoals de verscheidene bestemmingsplannen uit de periode 2000-2010 waarin karakteristieke panden aangeduid waren op de plankaart , de MIP, de lijst van cultuurhistorisch waardevolle boerderijen, Stichting Venray Monumentaal en het Cuypers Genootschap.

 

Uit het overzicht blijkt duidelijk, dat Venray trots mag zijn op de omvang van haar cultuurhistorisch waardevol erfgoed, dat zowel in de dorpen als in het uitgestrekte buitengebied is gelegen.

Bebouwde kom:

In de dorpen zijn de bijzondere panden van oorsprong gelegen in de oude kernen van de dorpen. Vanouds bezat de kerk een centrale rol in de gemeenschappen. In Venray waren daarnaast ook meerdere kloostercomplexen en scholen aanwezig, die nu een monumentale waarde bezitten.

 

In de eerste helft van de 20e eeuw groeide, mede door het oprichten van Sint Anna en Sint Servatius geleidelijk Venray door bebouwing langs de verbindingswegen, zoals de Stationsweg en de Langstraat, die hierdoor verdichtten. Ook de kerkdorpen beginnen in die periode in omvang toe te nemen, waardoor zij zich steeds duidelijker gaan profileren in het landelijke gebied. Zo verdicht in Leunen bijvoorbeeld de bebouwing langs de Albionstraat, de verbindingsweg naar Horst. Veel panden uit de eerste helft van de 20e eeuw hebben een fraaie architectuur met veel aandacht voor vormgeving en detaillering, die tot op heden alom sterk gewaardeerd wordt.

 

Door oorlogsschade en als gevolg van naoorlogse stedenbouwkundige ontwikkelingen zijn helaas veel bijzondere panden verloren gegaan.

 

In de wederopbouwperiode maakt Venray en de omliggende dorpen een grote ontwikkeling door, waarvan planmatige uitbreidingen kenmerkend zijn. In de vroeg naoorlogse periode zijn enkele projecten tot stand gekomen, die nu bijzondere waardering verdienen. Naast enkele voorbeelden van industrieel erfgoed (Inalfa aan de Maasheseweg, Muvero ketels aan de Stationsweg en Confectiebedrijf Beeren aan de Merseloseweg) zijn ook de woningbouwprojecten aan de Kolkweg in de Oranjebuurt (architect Gebr. de Vries, 1957) en de witte woningen aan de Kennedystraat-Langeweg (architect L.P.H. Waterman, 1946) vanwege hun samenhangende en markante architectuur vermeldingswaardig.

Buitengebied:

In het buitengebied zijn de oudere boerderijen gelegen aan de esranden en in vele verspreid liggende kleine buurschappen in het landschap. Afgelopen eeuw zijn slechts enkele boerderijen bewaard gebleven die een oorsprong hebben van voor 1900, omdat vanwege ouderdom, oorlogsgeweld en de vergaande ontwikkelingen in de landbouw de meeste inmiddels vervangen zijn door nieuwe boerderijen.

 

Door geleidelijke kleinschalige ontginning van woeste gebieden in het eerste helft van de 20e eeuw zijn op de nieuwe landbouwgronden boerderijen tot stand gekomen, die vaak herkenbaar zijn aan de kenmerkende mansardekap, waarmee ze afgedekt zijn. De boerderijen aan de Horsterweg in Castenray is hiervan een sprekend voorbeeld. Ook is vanaf 1925 het dorp Ysselsteyn opgericht, met haar bijzondere en tot op heden herkenbare stedenbouwkundige planmatige opzet.

 

Na WOII brak een periode aan van wederopbouw en planmatige grootschalige heideontginningen in Vredepeel en ten zuiden van Ysselsteyn. In deze periode zijn karakteristieke agrarische bebouwingseenheden tot stand gekomen aan de Timmermannsweg, Moostdijk, Vredeweg en Twistweg. De boerderijen zijn hierbij in kleine bebouwingsclusters gebouwd en vertonen een grote mate van samenhang. Behoud van de ensemblewaarde is van belang om de ontginnings-geschiedenis van deze gebieden voelbaar te houden.

Kapellen

Een bijzondere categorie karakteristieke panden die in Venray voorkomt zijn de vele kappelletjes. In bijlage 6 is hiervan een overzicht weergegeven. De Stichting Kruisen en Kapellen Venray is nauw betrokken bij de instandhouding van dit religieus erfgoed. Meerdere kapellen hebben de status van beschermd monument.

 

In bijlage 1 wordt nader ingegaan op de historische gebieden in de kern Venray en de afzonderlijke dorpen. Indien meerdere monumenten en karakteristieke panden bijeen liggen kan dit aanleiding zijn om het gebied met “historisch” aan te duiden. De criteria die gelden voor historische linten en bebouwingsconcentraties staan genoemd in 3.4.2 Historisch gebied.

 

Voor karakteristieke panden zal bij het vrijblijvende welstandsadvies de navolgende welstandscriteria toegepast worden:

  • De veranderingen worden afgestemd op de oorspronkelijke architectuur, schaal, geleding en materiaal- en kleurgebruik van de gevel en dak;

  • De totale gevel van het gebouw vormt een samenhangend geheel;

  • De kleuren worden afgestemd op het bestaande gebouw en de omgeving;

  • Bij cultuurhistorisch waardevolle boerderijen is het van belang dat het (voormalig) agrarisch karakter behouden blijft.

Reclame

Preventief welstandstoezicht: Ja

Het reclamebeleid is onderverdeeld in drie delen voor de verschillende gebiedstypen, waarin reclameuitingen preventief getoetst dienen te worden aan redelijke eisen van welstand.

Dat zijn:

  • A: Reclame in het centrum van Venray;

  • B: Reclame in historisch gebied;

  • C: Reclame op zichtlocaties.

Voor reclames op woningen ten behoeve van een bedrijf of beroep aan huis (bijv. kapsalon of adviesbureau) zijn afzonderlijke voorschriften opgenomen, omdat de reclame hier ondergeschikt dient te zijn aan de primaire woonfunctie.

Reclame in het centrum van Venray

Als algemeen uitgangspunt voor het toepassen van reclame in Historische gebieden geldt, dat reclame afgestemd wordt op de architectuur van het gebouw en de omgeving.

Bij een woonpand is de bedrijfsmatige functie (zoals een beroep of bedrijf aan huis) ondergeschikt aan de woonfunctie van het pand. Om die reden zijn de mogelijkheden voor reclame beperkt tot een bescheiden naambord en kleine reclamezuil.

Welstandscriteria ten behoeve van ambtelijke toetsing

Reclame bij bedrijfspanden:

 

Algemeen:

  • Maximaal twee reclame-uitingen per pand. Bij hoekpanden of bovengemiddeld grote panden zijn drie reclame-uitingen mogelijk;

  • Onder de dorpellijn van de eerste etage of daarmee gelijk te stellen hoogte;

  • Reclame op een gebouw of luifel is niet toegestaan;

  • Loodrecht op of evenwijdig en vlak tegen de gevel;

  • Als zelfstandig element vormgeven, waarbij de maatvoering en detailleringen zijn afgestemd op én harmoniëren met de oorspronkelijke gevel;

  • Verstoort niet de samenhang en ritmiek van de straatwand;

  • Geen mechanisch bewegende delen, lichtcouranten, lichtreclame met veranderlijk of intermitterend licht, daglichtreflecterende reclame of herhaling van teksten;

  • Geen reclame voor diensten of producten die niet in het pand plaatsvinden respectievelijk worden verkocht;

  • Geen losse merkenreclame (beeld en tekst);

  • Geen framereclames en haakse reclames;

Specifieke voorschriften:

  • Tegen de gevel:

    • o

      Uitgevoerd in losse letters;

    • o

      Maximale afmeting: 2,5 meter breed, 0,5 meter hoog;

  • Als onderdeel van een ontwerp:

    • o

      Uitgevoerd in losse letters;

    • o

      Maximale afmeting: 2,5 meter breed, 0,5 meter hoog;

    • o

      Enkelzijdige lichtbak:

    • o

      Maximale afmeting: 2,5 meter breed, 0,5 meter hoog;

    • o

      Alleen toepassen indien deze goed geïntegreerd is in de architectuur;

    • o

      Achtergrond in beginsel voorzien van zogenaamde lichtwerende blokfolie;

  • Tegen een luifel:

    • o

      Aan de voorzijde alleen losse letters;

    • o

      Maximale afmeting: 2,5 meter breed, 0,5 meter hoog én niet groter dan de afmeting van de luifel;

  • Op zonwering:

    • o

      Reclame alleen op de volant;

  • Op gevelopeningen:

    • o

      Reclameteksten: maximaal 10% van de oppervlakte van de gevelopeningen;

    • o

      Sfeerbeelden: maximaal 50% van de oppervlakte van de gevelopeningen.

Specifieke voorschriften bij woningen:

  • Maximaal één reclame;

  • Tekstreclame: maximale breedte 1,0 meter, maximale hoogte 0,5 meter;

  • Onverlicht naambord: maximale oppervlakte 0,36 vierkante meter;

  • Reclamezuiltje van maximaal 1,0 meter hoog en 0,5 meter breed op het voorterrein.

Reclame in historisch gebied

De afgelopen jaren is hard gewerkt aan het verhogen van de ruimtelijke kwaliteit van het centrum. Hierin heeft het "Reclamebeleid gemeente Venray 2010, bijlage bij de Nota Ruimtelijke Kwaliteit in Venray" van november 2010 een belangrijke rol gespeeld. De inspanningen voor het verhogen van de ruimtelijke kwaliteit hebben er in oktober 2011 toe geleid dat Detailhandel Nederland het centrum van Venray heeft bekroond met de titel: "Beste Binnenstad 2011-2013" in de categorie 'dorpskernen'.

 

Als algemeen uitgangspunt voor het toepassen van reclame in het Centrumgebied geldt dat reclame afgestemd wordt op de architectuur van het gebouw en de omgeving.

Welstandscriteria ten behoeve van ambtelijke toetsing

Algemeen:

  • Maximaal twee reclame-uitingen per pand. Bij hoekpanden of bovengemiddeld grote panden zijn drie reclame-uitingen mogelijk;

  • Onder de dorpellijn van de eerste etage of daarmee gelijk te stellen hoogte;

  • Reclame op een gebouw of luifel is niet toegestaan;

  • Loodrecht op of evenwijdig en vlak tegen de gevel;

  • Als zelfstandig element vormgeven, waarbij de maatvoering en detailleringen zijn afgestemd op én harmoniëren met de oorspronkelijke gevel;

  • Verstoort niet de samenhang en ritmiek van de straatwand;

  • Geen mechanisch bewegende delen, lichtcouranten, lichtreclame met veranderlijk of intermitterend licht, daglichtreflecterende reclame of herhaling van teksten;

  • Geen reclame voor diensten of producten die niet in het pand plaatsvinden respectievelijk worden verkocht;

  • Geen losse merkenreclame (beeld en tekst);

  • Geen framereclames;

Specifieke voorschriften:

  • Tegen de gevel:

    • o

      Uitgevoerd in losse letters;

    • o

      Maximale afmeting: 2,5 meter breed, 0,5 meter hoog;

  • Als onderdeel van een ontwerp:

    • o

      Uitgevoerd in losse letters;

    • o

      Maximale afmeting: 2,5 meter breed, 0,5 meter hoog;

    • o

      Enkelzijdige lichtbak:

    • o

      Maximale afmeting: 2,5 meter breed, 0,5 meter hoog;

    • o

      Alleen toepassen indien deze goed geïntegreerd is in de architectuur;

    • o

      Achtergrond in beginsel voorzien van zogenaamde lichtwerende blokfolie;

  • Tegen een luifel:

    • o

      Aan de voorzijde alleen losse letters;

    • o

      Maximale afmeting: 2,5 meter breed, 0,5 meter hoog én niet groter dan de afmeting van de luifel;

  • Haaks op de gevel (zgn. uitsteekreclame):

    • o

      Bij monumentale panden zijn geen haakse reclames toegestaan.

    • o

      Maximale afmeting: 0,6 meter hoog, 0,6 meter breed, 0,15 meter dik;

    • o

      Toepassen zonder hinder voor verkeer én gezien in relatie tot de afmetingen van het pand zelf en/of karakteristiek van de openbare ruimte;

    • o

      Achtergrond en zijkanten in beginsel voorzien van zogenaamde lichtwerende blokfolie;

    • o

      Indien twee uitsteekreclames haaks op de gevel van een (dubbel)pand worden aangebracht, mag de gezamenlijke oppervlakte niet groter te zijn dan 0,55 vierkante meter;

  • Op zonwering:

    • o

      Reclame alleen op de volant;

  • Op gevelopeningen:

    • o

      Reclameteksten: maximaal 10% van de oppervlakte van de gevelopeningen;

    • o

      Sfeerbeelden: maximaal 50% van de oppervlakte van de gevelopeningen.

Reclame bij woonpanden:

  • Maximaal één reclame;

  • Tekstreclame: maximale breedte 1,0 meter, maximale hoogte 0,5 meter;

  • Onverlicht naambord: maximale oppervlakte 0,36 vierkante meter;

  • Reclamezuiltje van maximaal 1,0 meter hoog en 0,5 meter breed op het voorterrein.

Reclame op zichtlocaties

De A73 en de singels zijn als hoofdwegenstructuur belangrijk als voorziening voor het bereikbaar maken van het centrumgebied en de diverse woonwijken. Wat betreft reclame wordt onderscheid gemaakt tussen reclame bij bedrijfspanden en reclame bij woonpanden.

Bij bedrijfspanden zijn er meer mogelijkheden voor reclame, zowel in de vorm van gevelreclame als in de vorm van vlaggenmasten en reclamezuilen.

Bij een woonpand is de bedrijfsmatige functie (zoals een beroep of bedrijf aan huis) ondergeschikt aan de woonfunctie van het pand. Om die reden zijn de mogelijkheden voor reclame beperkt tot een bescheiden naambord en kleine reclamezuil.

Welstandscriteria ten behoeve van ambtelijke toetsing

Reclame bij bedrijfspanden:

 

Algemeen:

  • Maximaal twee uitingen per gebouw (exclusief vlaggenmasten en reclamezuilen);

  • Reclame op het dak is niet toegestaan;

  • Geen reclame voor diensten of producten, die niet in het pand plaatsvinden respectievelijk worden verkocht;

  • Geen mechanisch bewegende delen, lichtcouranten, lichtreclame met veranderlijk of intermitterend licht, daglichtreflecterende reclame of herhaling van teksten;

  • Geen losse merkenreclame (autodealers en daarmee gelijk te stellen ondernemers uitgezonderd);

  • Geen framereclames;

Specifieke voorschriften:

  • Reclame op de gevel:

    • o

      Één reclametekst met logo op de gevel gemonteerd in de vorm van:

    • o

      Losse letters;

    • o

      Een in het gevelvlak geïntegreerd, onverlicht reclamevlak;

    • o

      Een in het gevelvlak geïntegreerde lichtbak;

    • o

      Niet verlichte belettering kan ook aangestraald worden.

    • o

      • Maximale uitval van aanstraalverlichting ten opzichte van gevel 0,5 meter;

    • o

      - Maximale hoogte van de gevelreclame 1,0 meter;

    • o

      - Breedte van reclame-uiting is maximaal 50% van de gevelbreedte met een totale maximale breedte van 7,0 meter.

  • Bij grootschalige panden kan een bredere reclame-uiting gerealiseerd worden,

    • o

      de totale breedte niet meer dan 20% van de gevelbreedte;

    • o

      uitgevoerd in losse letters.

  • Vlaggenmasten:

    • o

      Bij de ingang van het gebouw of het terrein;

    • o

      Maximaal drie vlaggenmasten;

    • o

      Bij grootschalige terreinen is één vlaggenmast per 50 meter kavelbreedte mogelijk tot een maximaal aantal van zes stuks;

    • o

      Maximale grootte vlaggen: 1,5 meter x 2,25 meter;

    • o

      Maximale grootte banieren: 1,0 meter x 3,5 meter.

  • Vrijstaande reclamezuilen:

    • o

      Maximaal één zuil per perceel/gebouw;

    • o

      Breedte van de zuil is niet meer dan 1/3 van de hoogte:

    • o

      Niet hoger dan 3 meter, tenzij in de planregels van een bestemmingsplan een afwijkende hoogte is vastgelegd.

Specifieke voorschriften bij woningen:

  • Maximaal één reclame;

  • Tekstreclame: maximale breedte 1,0 meter, maximale hoogte 0,5 meter;

  • Onverlicht naambord: maximale oppervlakte 0,36 vierkante meter;

  • Reclamezuiltje van maximaal 1,0 meter hoog en 0,5 meter breed op het voorterrein.

Terugkoppeling

Tot en met 28 mei was het mogelijk om te reageren op het ruimtelijk kwaliteitskader. Hier is door ca. 30 mensen gebruik van gemaakt.

 

Een samenvatting van de reacties en de wijze waarop we deze zullen verwerken vindt u hier. In juli zal deze website worden aangepast naar aanleiding van de reacties. Na de zomer wordt het ruimtelijk kwaliteitskader ter vaststelling aangeboden aan de gemeenteraad.

Aldus besloten in de openbare vergadering van 31 oktober 2023

De voorzitter,

M.C. Uitdehaag 

De griffier,

S.A. Boere