Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard

Beleidsnota ontheffingverlening wegen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard
OrganisatietypeWaterschap
Officiële naam regelingBeleidsnota ontheffingverlening wegen
CiteertitelBeleidsnota ontheffingverlening wegen
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990)
  2. Wegenverkeerswet 1994
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

20-09-2022

wsb-2023-14012

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsnota ontheffingverlening wegen

Inleiding

 

De beleidsnota ontheffing heeft tot doel het gebruik van de wegen mogelijk te houden voor alle verkeer waarvoor deze wegen bedoeld zijn.

 

Vanwege de aard en breedte van de wegen in de Krimpenerwaard heeft het hoogheemraadschap regels gesteld aan het gebruik daarvan. Dat zijn onder andere gewichtsbeperkingen en snelheidsbeperkingen. Voor een aantal wegen gelden nog aanvullende gebruiksbeperkingen voor het soort weggebruiker. Het is mogelijk ontheffing te krijgen op deze regels voor zover de aard van de weg dat toelaat (eventueel met aanvullende voorzieningen) en de verkeersveiligheid afdoende gewaarborgd blijft.

 

Uitgangspunt bij het ontheffingenbeleid is dat een zeker profiel van vrije ruimte blijft gehandhaafd, de bereikbaarheid van percelen is gewaarborgd en de effecten op de berijdbaarheid en veiligheid en de gevolgen voor het beheer en onderhoud aanvaardbaar zijn. Dat geldt ook bij tijdelijke stremmingen door de uitvoering van (vergunningplichtige) werken. Deze beleidsnota geeft de regels weer voor ontheffingverlening.

 

Op 6 juli 2004 is de beleidsnota ontheffing- en vergunningverlening wegen door het college van dijkgraaf en hoogheemraden vastgesteld. Deze nota is vervolgens gedurende 4 weken ter inzage gelegd en per 1 september 2004 in werking getreden.

 

Op 20 september 2022 is deze nota gewijzigd vastgesteld omdat er in verband met de Omgevingswet een nieuwe waterschapsverordening en beleidsregels voor vergunningverlening op grond van deze waterschapsverordening zijn vastgesteld die de beleidsregels voor vergunningverlening in deze nota vervangen op het moment dat deze inwerking treden. De regels voor ontheffingverlening in deze nota die in werking blijven hebben hun grondslag in in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV 1990) en het Voertuigreglement, die zijn afgeleid van de Wegenverkeerswet. Onderdeel IV-D was al eerder vervallen bij vaststelling van deze vervangende beleidsregel:Waterschapsblad 2018, 2526 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen (officielebekendmakingen.nl).

 

I. Taken en bevoegdheden

Het hoogheemraadschap is in de Krimpenerwaard belast met de zorg voor de openbare wegen buiten de bebouwde kom in de zin van de Wegenwet, met uitzondering van rijks- en provinciale wegen. Deze beheertaak is vastgelegd in het Reglement voor het hoogheemraadschap. De zorg voor de wegen omvat mede het instandhouden en zo nodig verbeteren van de wegen. Andere taken van het hoogheemraadschap zijn de zorg voor de waterkeringen en de waterkwantiteit.

 

De regels zijn opgesteld om een goede uitoefening van de wegenbeheertaak te waarborgen. Onder voorwaarden kunnen ontheffingen worden verleend voor bepaalde regels in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV 1990) en het Voertuigreglement, die zijn afgeleid van de Wegenverkeerswet. Ontheffing op verkeersregels en verkeerstekens uit de RVV 1990 worden met een zogenaamde ontheffing verleend.

 

Controle van ontheffingen gebeurt door de politie. In overleg met het hoogheemraadschap kunnen sancties worden opgelegd bij meerdere overtredingen door één persoon of bedrijf. Dat hangt dan weer af van:

  • -

    de aard en de zwaarte van de overtreding;

    • in veel gevallen het aantal tonnen boven het toegestane gewicht;

    • de mate van snelheidsovertreding. In een ontheffing is vaak een maximale rijsnelheid van 30 km/uur voorgeschreven;

  • -

    het aantal keer dat de overtreding is geconstateerd.

Dit kan er toe leiden dat bepaalde personen of bedrijven (tijdelijk) geen ontheffing meer kunnen krijgen.

II. Algemene uitgangspunten

Weg

Een weg bestaat uit de rijbaan, de bermen en indien aanwezig ook uit de wegsloot. In onderstaande figuur is dat aangegeven.

 

 

Zonder duidelijke grens, bijvoorbeeld bij het ontbreken van een wegsloot, geldt de eigen- domsgrens van het wegperceel als grens van de weg. Op grond van de keur geldt in dat geval als minimumgrens een afstand van 1,50 meter uit de kant van de rijbaan.

 

Profiel van vrije ruimte

Voor alle wegen geldt ook een profiel van vrije ruimte. Daarmee wordt bedoeld dat naast en boven de weg voldoende ruimte is zodat de weg toegankelijk is voor alle verkeer dat daarvan gebruik mag maken. Bovenop de wettelijke maximale afmetingen van voertuigen geldt voor het profiel van vrije ruimte nog een bepaalde veiligheidsmarge ofwel manoeuvreerruimte.

 

Streefbeelden

De streefbeelden en daarbij behorende functie-eisen voor de wegen staan beschreven in het Beheerplan Wegen dat in juni 2003 door de Verenigde Vergadering is vastgesteld.

 

Streefbeelden zijn opgesteld voor de volgende onderdelen:

 

Berijdbaarheid

Door het regelmatig onderhouden van de wegen zorgt het hoogheemraadschap voor het berijdbaar houden daarvan voor het verkeer waarvoor de weg bedoeld is. Daarnaast zijn maatregelen nodig om schade aan het wegdek en de bermen, wateroverlast en gladheid zoveel mogelijk te voorkomen. Ontheffing- en vergunningverlening spelen hierbij een rol door bijvoorbeeld verkeerslast(aslast) beperking, toelaatbare vervoermiddelen en berm- inrichting.

 

Verkeersveiligheid

Omstandigheden die de verkeersveiligheid nadelig beïnvloeden zoals gladheid, gaten in wegdek en bermen, boomtakken op de rijbaan enzovoort, moeten adequaat worden bestreden. Ontheffing- en vergunningverlening zijn onder meer aan de orde bij het onder houden van vergunde objecten, het vrijhouden van het profiel van vrije ruimte voor verkeer en het behouden van het overzicht op de weg. Daarnaast kunnen eisen worden gesteld aan bijvoorbeeld de markering en inrichting van parkeerplaatsen en uitritten, en verlichting of markering om onoverzichtelijke situaties te voorkomen.

 

Bereikbaarheid

Met bebording wordt aangegeven voor welk verkeer een bepaalde weg bedoeld is. De bereikbaarheid moet voor dat verkeer gewaarborgd blijven. Het instellen van een parkeerverbod of het parkeren slechts in daarvoor bestemde (gemarkeerde) vakken kan een hulpmiddel zijn om de doorstroming en daarmee de bereikbaarheid te verbeteren. Voor de berm- en of weginrichting geldt het vrijhouden van een minimaal rijprofiel (hoogte en breedte) bij beplanting, bebouwing, hekwerken of andere objecten. Om verkeersintensiteit en de verkeerslast te beperken om juist voor bepaalde groepen de bereikbaarheid te vergroten zijn er weinig mogelijkheden. Dat kan bijvoorbeeld door het instellen van een beperkte toegankelijkheid in de spitsperiode. De belangrijkste mogelijkheden om hierin te sturen liggen in het nemen van inrichtingsmaatregelen, zoals de aanleg van overslag- plaatsen of parkeerterreinen, en verkeersbesluiten. Ook kunnen eisen gelden voor de periode of het aantal keer dat een ontheffing geldig is, en aan de afmetingen en het totaalgewicht van het te gebruiken voertuig en de snelheid waarmee mag worden gereden.

 

Milieu en Landschappelijke inpassing

Het hoogheemraadschap houdt rekening met het milieu door onder meer het uitvoeren van ecologisch bermbeheer op daartoe geschikte bermen (voldoende breed en beperkte verkeersintensiteit, zogeheten eco-bermen) en het bevorderen van een natuurvriendelijke inrichting van bermen en slootkanten op de andere wegbermen. Hiervoor is in 2004 door het hoogheemraadschap een nota met richtlijnen voor ecologisch bermbeheer vastgesteld. Verder wordt er gestreefd naar een gezond bomenbestand en het bevorderen van de ecologische, landschappelijke of cultuurhistorische waarde van de wegen.

 

Werkzaamheden van derden moeten hieraan worden getoetst. Mogelijke eisen voor ontheffingverlening zijn hierbij:

  • -

    graafwerkzaamheden tot een minimum beperken;

  • -

    grondaanvullingen zoveel mogelijk met uitkomende grond verrichten;

  • -

    voldoen aan eisen vanuit het ecologische bermbeheer;

  • -

    het toestaan van bepaalde typen bomen;

  • -

    onderhoudseisen voor bomen en bermen met een meerjarige onderhoudscyclus.

Recreatiebeleid

Het hoogheemraadschap houdt rekening met toenemende recreatie in de Krimpenerwaard en werkt mee aan initiatieven die de recreatie kunnen bevorderen voor langzaam verkeer. Bij vergunningverlening voor algemene recreatieve doeleinden zoals openbare bankjes in bermen (bemoeilijkt het onderhoud) wordt dat in de overwegingen meegenomen.

 

Wettelijke regels en normen

Voor het vaststellen van het beleid is het hoogheemraadschap gehouden aan de regelgeving van Rijk en provincie. In het Beheerplan Wegen is de geldende wet- en regelgeving beschreven. Voor ontheffingverlening is daarbij onder meer van belang de regelgeving volgend uit:

 

Het Reglement

Op grond van het Reglement voor het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard heeft het hoogheemraadschap binnen het Krimpenerwaardse deel van het beheergebied de zorg voor de openbare we gen buiten de bebouwde kom in de zin van de Wegenwet, met uitzondering van de provinciale wegen.

 

De RVV 1990

De RVV 1990 is gebaseerd op de Wegenverkeerswet. Het hoogheemraadschap kan als bevoegd gezag op bepaalde verkeersregels en verkeerstekens in de RVV ontheffing ver- lenen.

 

Het Voertuigreglement

Ook het Voertuigreglement is gebaseerd op de Wegenverkeerswet. Het hoogheemraad- schap kan als bevoegd gezag op bepaalde regels in het Voertuigreglement betreffende afmetingen en gewicht ontheffing verlenen. In de gevallen waarin sprake is van een zo- genaamd Exceptioneel Transport heeft het Hoogheemraadschap de vergunningverlening gemandateerd aan de Dienst Wegverkeer (RDW), omdat dergelijke transporten vaak ge- bruik maken van wegen van verschillende wegbeheerders.

 

Verkeersbesluiten

Op grond van artikel 18 van de Wegenverkeerswet worden verkeersbesluiten voor het verkeer op wegen genomen door het algemeen bestuur of, krachtens besluit van het al- gemeen bestuur, door het dagelijks bestuur. Verkeersbesluiten worden opgesteld met het oog op de behoeften van het verkeer en de veiligheid van de weggebruikers. Door middel van bebording en markering volgens de RVV 1990 worden geldende verkeers- besluiten aangegeven.

III. Ontheffingen

A. Zwaar verkeer

Criteria

a.aslast

Voor wegen met een maximum toelaatbaar voertuiggewicht van 15 ton geldt:

 

Type vrachtwagen

Bestemming

Bestemming is het eigen bedrijf of gemeentelijk parkeerterrein

Bestemming die bij uitzondering (éénmalig) bereikt moet worden zoals bezorgen van

bouwmaterialen

Bestemmingen met lage frequentie zoals periodieke leveranties

Bestemmingen met vrij hoge frequentie, enkele keren per week, zoals melktransport van boerderijen.

2-assige vrachtwagen

N.v.t. (15 ton totaalgewicht is de limiet)

3-assige vrachtwagen

Aslast van 7 ton

Aslast van 8 ton

Aslast van 7 ton

Aslast van 7 ton

4-assige vrachtwagen

Aslast van 7 ton

Aslast van 8 ton

Aslast van 7 ton

Geen algemene ontheffing

Truck

N.v.t. (15 ton totaalgewicht is de limiet)

Truck met oplegger

Aslast van 7 ton

Aslast van 8 ton

Aslast van 7 ton

Geen algemene ontheffing

Vrachtwagen met aanhanger

Aslast van 7 ton

Aslast van 8 ton

Geen algemene ontheffing

Geen algemene ontheffing

Landbouwtractor

N.v.t. (15 ton totaalgewicht is de limiet)

Landbouwtractor met aanhanger

Aslast van 7 ton

Aslast van 8 ton

Aslast van 8 ton

Geen algemene ontheffing

Hierop zijn de volgende bepalingen van toepassing:

1) 2 assen op een onderlinge afstand van minder dan 1,3 m gelden als 1 as;

2) de genoemde tonnages zijn maximum tonnages;

3) bij de beoordeling van een aanvraag om ontheffing voor een voertuig wordt met behulp van de laatste versie van de rekenmethodiek Novab berekend bij welke belading en eigen gewicht van het voertuig of samenstel daarvan de last van enige as van het voertuig hoger wordt gesteld dan in de tabel genoemde norm. De hierdoor gevonden maximale gewicht van het beladen voertuig of samenstel daarvan (tonnage) wordt als voorschrift verbonden aan de ontheffing;

4) met het totaalgewicht wordt bedoeld het eigen gewicht van het voertuig of samenstel daarvan en de lading.

 

Verder geldt hierop het amendement van de Verenigde Vergadering van het hoogheemraadschap van de Krimpenerwaard van 29 september 1999; inhoudende dat een land bouwtractor met aanhanger, een 3 assige vrachtwagen en een truck met oplegger een ontheffingsmogelijkheid hebben tot een totaalgewicht van 25 ton voor uitvoering van reguliere werkzaamheden dienstig aan de uitoefening van een agrarisch bedrijf (dus niet puin, grond of andere niet-specifieke agrarische zware materialen).

 

Voor bovengenoemde voertuigen of samenstellen daarvan geldt een maximum rijsnelheid van 30 km/uur. In uitzonderlijke gevallen wordt stapvoets rijden voorgeschreven

geldigheidsduur

  • De periode waarover een ontheffing geldig is wordt afgestemd op de periode waar- voor ontheffing nodig wordt geacht.

  • Het aantal keer dat een ontheffing geldig is wordt afgestemd op het aantal transpor- ten waarvoor ontheffing nodig wordt geacht.

B. Exceptioneel transport

Criteria

afmetingen

Naast het gewicht van voertuigen gelden de wettelijke eisen voor de maximale lengte en breedte die aan een voertuig wordt gesteld volgens het Voertuigreglement. De maximale afmetingen van veel voorkomende voertuigen zijn:

personenauto´s en bedrijfsauto´s

lengte 12,00 m; breedte 2,55 m; hoogte 4,00 m

Afwijkende maximale lengte (en breedte) (exclusief lading):

  • trekker-opleggercombinatie 16,50 m

  • bussen 13,50 m (15,00 m voor bussen van voor 10 september 2003)

  • gelede bussen 18,75 m

  • vrachtauto met aanhangwagen 18,75 m

  • rijdende werktuigen 20,00 m, breedte 3,00 m

  • aanhangwagens 12,00 m, breedte 2,60 m (in een aantal gevallen)

  • landbouwtrekker en aanhangwagen ten behoeve van de landbouw 18,00 m, breedte 3,00 m (lading tot 3,5 m)

bromfietsen

lengte 4,00 m; hoogte 2,50 m breedte:

  • bromfietsen 1,00 m (met belading 1,50 m)

  • 3-of meer wielen 2,00 m

  • motorfiets met zijspan 2,55 m

Ontheffingen op afmetingen worden met mandaat van het hoogheemraadschap verleend door de Dienst Wegverkeer (RDW). Dit geldt voor voertuigen tot een lengte van 27,00 m en een breedte tot 3,00 m (voor landbouwvoertuigen tot 3,50) m, met een maximumgewicht tot 60 ton. Voor voertuigen breder dan 3,00 of 3,50 m kan een ontheffing worden aangevraagd bij Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland.

 

C. Parkeren

langs wegen met een parkeerverbod

Parkeren langs wegen met een parkeerverbod is toegestaan in daarvoor bestemde (gemarkeerde) vakken. Voor het aanbrengen van een gemarkeerd vak moet een vergunning worden aangevraagd. Dat geldt ook voor het (verplicht) aanduiden van de parkeerplaats met een bord.

 

Op grond van de RVV 1990 geldt het parkeerverbod niet voor houders van een gehandicaptenparkeerkaart of bestuurders van gehandicaptenvoertuig indien niet langer wordt geparkeerd dan drie uren.

 

Criteria

b.locatie ten opzichte van de weg

Buiten de doorgaande rijbaan is het aanbrengen van een parkeervak toegestaan. De parkeerplaats moet zodanige afmetingen hebben dat een geparkeerd voertuig daar volledig binnen past.

 

c.tijdelijke ontheffingen

In bijzondere situaties bijvoorbeeld bij bouwactiviteiten, verhuizingen en dergelijke kan een tijdelijke of eenmalige ontheffing worden verleend. Daarbij worden de volgende beoordelingscriteria doorlopen:

  • is er geen alternatief aanwezig buiten de doorgaande rijbaan;

  • er moet voldoende doorrijbreedte beschikbaar blijven voor de overige weggebruikers. De minimale breedte hiervoor bedraagt 4,5 meter (3 meter voertuigbreedte en 2x 0,75 m manoeuvreerruimte);

  • de verkeersveiligheid, en dan met name het zicht voor de overige weggebruikers, moet voldoende gewaarborgd zijn.

d.parkeerplaats op kenteken

Een ontheffing voor het aanbrengen van een parkeerplaats op kenteken wordt slechts verleend aan houders van een gehandicaptenparkeerkaart volgens het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW). Hiervoor worden dezelfde beoordelingscriteria doorlopen als bij de tijdelijke ontheffingen:

  • is er geen alternatief aanwezig buiten de doorgaande rijbaan;

  • er moet voldoende doorrijbreedte beschikbaar blijven voor de overige weggebruikers. De minimale breedte hiervoor bedraagt 4,5 meter (3 meter voertuigbreedte en 2x 0,75 m manoeuvreerruimte);

  • de verkeersveiligheid, en dan met name het zicht voor de overige weggebruikers, moet voldoende gewaarborgd zijn.

De ontheffing vervalt op het moment dat de gehandicaptenparkeerkaart niet meer geldig is.

IV. Uitzonderingen en bijzondere bepalingen

Uitzonderingen

Voor een aantal uitzonderlijke vormen van weggebruik of in bijzondere situaties, waar het hoogheemraadschap in beginsel geen ontheffing voor verleent, kan na onderstaande belangenafweging door het dagelijks bestuur van het hoogheemraadschap toch een ontheffing

 

Uitzonderingen bij ontheffingen kunnen worden gemaakt voor bijvoorbeeld parkeren voor invaliden en bijzondere eenmalige transporten.

 

Ontheffingen

Overwegingen

  • zijn er alternatieven denkbaar met minder bezwaren voor de in de streefbeelden genoemde aspecten berijdbaarheid, verkeersveiligheid en bereikbaarheid;

  • kunnen de belangen van de ontheffinghouder in verhouding tot de belangen van andere weggebruikers de afgifte van een ontheffing rechtvaardigen;

  • bestaat de mogelijkheid tot precedentwerking in die gevallen waarbij meerdere aan vragen uiteindelijk zal kunnen leiden tot een te grote aantasting van de gebruiksmogelijkheden van andere weggebruikers.

Vervolgens worden er aanvullende eisen gesteld aan de ontheffing.

 

Slotbepaling

Niet in alle gevallen zullen de uitgangspunten voor ontheffingverlening kunnen voorzien in een afgewogen oordeel voor een ontheffingsaanvraag. In dat geval zal de aanvraag aan het dagelijks bestuur van het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard moeten worden voorgelegd.

V. Ontheffingprocedure

De procedure voor ontheffingverlening start met een schriftelijke aanvraag door degene die ontheffing wil hebben voor het gebruik van de wegen. Voor het behandelen van aanvragen worden leges in rekening gebracht. Dit is ook het geval indien een aanvraag wordt afgewezen. Door vooroverleg met de afdeling Vergunningen kan duidelijk worden in welke mate een aanvraag kan worden goedgekeurd om onnodige legeskosten te voorkomen.

 

Door de aanvrager kan vooraf schriftelijk of mondeling overleg worden gevoerd met het hoogheemraadschap. In het vooroverleg tussen de aanvrager en het hoogheemraadschap kan in grote lijnen antwoord worden gegeven op de volgende vragen:

  • a.

    is voor het gebruik of de werkzaamheden ontheffing benodigd?

  • b.

    voldoet het object van aanvraag aan de criteria in deze en onderliggende beleidsnota’s?

Indien de aanvraag hieraan niet voldoet kan in overleg met de aanvrager worden bezien of door een aanpassing van het object van aanvraag alsnog aan de criteria kan worden voldaan.

  • c.

    welke gegevens zijn nodig voor de aanvraag?

  • d.

    zijn aanvullende onderzoeken noodzakelijk?

Nadat de aanvrager een schriftelijke aanvraag heeft ingediend bij het bestuur van het hoogheemraadschap start de daadwerkelijke ontheffingsprocedure. Hierbij wordt de aanvraag zo nodig opnieuw beoordeeld. De aanvraag moet een duidelijke omschrijving van de gewenste werken of handelingen vermelden met plaatsomschrijving en kadastrale gegevens en tekeningen, en verder alle gegevens die het bestuur voor een goede beoordeling nodig acht.

 

  • 1)

    Beoordeling aanvraag:

    • a.

      is voor het gebruik of de werkzaamheden ontheffing benodigd?

    • b.

      is de aanvraag compleet?

  • Bij deze beoordeling wordt bezien of de aanvraag aan de juiste instantie is gericht en of voor de werkzaamheden ontheffing van het hoogheemraadschap benodigd is. Zo nodig zal het hoogheemraadschap advies vragen aan de politie.

  • 2)

    Bevestiging aanvraag, afhandeling binnen 6 weken.

    De ontvangst van de aanvraag wordt schriftelijk bevestigd. Hierbij wordt medegedeeld dat de afhandeling van het verzoek maximaal 6 weken in beslag zal nemen.

  • 3)

    Opleggen leges.

    De leges wordt vastgesteld op grond van de legesverordening van het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard.

  • 4)

    Belanghebbenden schriftelijk of telefonisch in de gelegenheid stellen zienswijzen binnen een termijn van 10 dagen kenbaar te maken.

    Bekeken wordt of er andere belanghebbenden zijn. Deze belanghebbenden worden schriftelijk of telefonisch benaderd en worden in de gelegenheid gesteld zienswijzen binnen een termijn van 10 dagen kenbaar te maken.

  • 5)

    Verzenden ontheffing of het besluit tot weigering naar aanvrager en eventuele belanghebbenden. Publiceren van het besluit tot verlening van ontheffing of vergunning of besluit tot weigering, met aangegeven de mogelijkheid tot het indienen van een bezwaar.

    Na een interne beoordeling van de conceptontheffing of besluit tot weigering wordt deze in een definitieve versie ondertekend en verzonden naar de aanvrager en in afschrift naar eventuele belanghebbenden. Het besluit tot ontheffing wordt gepubliceerd in de plaatselijke pers, waarbij de mogelijkheid tot het indienen van een bezwaar wordt aangegeven op grond van de Algemene wet bestuursrecht. De verleende ontheffingen worden vermeld op een lijst, welke ter kennisneming aan de orde komt in de vergadering van dijkgraaf en hoogheemraden.

  • 6)

    Als een bezwaarschrift wordt ingediend, behandeling van het bezwaarschrift met uitspraak binnen 10 weken, met een maximale extra verdaging van 4 weken.

    Als een bezwaarschrift wordt ingediend wordt deze afgegeven aan de secretaris van de commissie voor bezwaarschriften. Binnen 10 weken zal deze commissie het bezwaar- schrift behandelen en het college van dijkgraaf en hoogheemraden hierover adviseren. Het college kan de behandelingstermijn onder schriftelijke melding aan bezwaarmaker met 4 weken verlengen, waarbinnen zij een uitspraak doet. Extra uitstel is slechts toegestaan met instemming van alle betrokken partijen.

VI. Ontheffingcontrole en handhaving

De controle op ontheffingen wordt uitgevoerd door de politie. In een convenant tussen de politie en het hoogheemraadschap zijn afspraken vastgelegd over de politie-inzet. De politie maakt melding van overtredingen op ontheffingen. Sancties worden volgens de wettelijke regels door politie of justitie opgelegd. Het hoogheemraadschap hanteert bij meerdere overtredingen als extra sanctie het intrekken van de ontheffing. Overtredingen op verkeersbesluiten en wettelijke regels worden niet aan het hoogheemraadschap doorgegeven.

 

Sanctieprocedure

Bij een overtreden van een ontheffing geldt de volgende sanctieprocedure:

  • A.

    Een waarschuwing bij de eerste overtreding.

  • B.

    Het intrekken van de ontheffing bij een tweede overtreding en binnen een half jaar niet afgeven van een nieuwe ontheffing.

  • C.

    Het intrekken van de ontheffing bij een derde overtreding en binnen twee jaar niet afgeven van een nieuwe ontheffing.

  • D.

    Het intrekken van de ontheffing en het niet meer afgeven van een ontheffing bij een volgende overtreding.

Het intrekken van een ontheffing wordt aan de politie doorgegeven als controlerende instantie.

 

De bovenstaande sanctiemaatregelen gelden als richtlijn. Afhankelijk van de aard en de zwaarte van de overtreding, zoals het aantal tonnen boven het toegestane gewicht of de mate van snelheidsovertreding, -in een ontheffing is vaak een maximale rijsnelheid van 30 km/uur voorgeschreven-, kan hiervan worden afgeweken