Organisatie | Heerde |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel bijzondere bijstand gemeente Heerde 2024 |
Citeertitel | Beleidsregels bijzondere bijstand gemeente Heerde 2024 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Aanvullende beleidsregels bijzondere bijstand 2018.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2024 | nieuwe regeling | 31-10-2023 |
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
bijzondere bijstand: bijstand die bestemd is voor de uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van bestaan, die niet kunnen worden voldaan uit het inkomen, de toepasselijke bijstandsnorm of inkomensvoorziening en/of uit het aanwezige vermogen zoals bedoeld in artikel 35 van de Pw;
draagkracht: het deel van de middelen wat de belanghebbende aan kan wenden om in bijzondere kosten te kunnen voldoen. De draagkracht in relatie tot bijzondere bijstand wordt uitgedrukt in een percentage van het voor de bijzondere bijstand in aanmerking te nemen inkomen. Er wordt in dit verband gesproken van een draagkrachtpercentage;
Tot het inkomen van belanghebbende worden gerekend de middelen, het inkomen en het bijzonder inkomen als bedoeld in de artikelen 31 lid 1, 32 en 33 Pw. De middelen genoemd in artikel 31 lid 2 Pw worden niet als inkomen beschouwd.
Indien zich in de loop van de vastgestelde draagkrachtperiode ontwikkelingen voordoen die van zodanig belangrijke aard zijn dat hieraan niet kan worden voorbijgegaan (bijvoorbeeld het wegvallen c.q. het ontstaan van inkomstenbronnen) kan in afwijking van het zevende lid herziening plaatsvinden van de draagkracht over het resterende deel van de draagkrachtperiode.
5.1. Bijzondere bijstand voor algemeen noodzakelijke bestaanskosten aan jongeren van 18-21 jaar
6.1. Collectieve ziektekostenverzekering
Het college beëindigt de deelname van een deelnemer aan de collectieve ziektekostenverzekering wanneer de deelnemer niet meer aan de voorwaarden voldoet of op eigen verzoek van de deelnemer. De deelname wordt niet eerder beëindigd dan met ingang van het kalenderjaar dat volgt op het jaar waarin de deelnemer niet meer aan de voorwaarden voldoet, tenzij de deelnemer verzoekt de beëindiging eerder te doen plaatsvinden.
6.4. Tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten
Het bedrag van de TPZ wordt vanaf 2024 elk jaar per 1 januari aangepast met een percentage dat overeenkomt met het procentuele verschil tussen de gehuwdennorm per 1 januari van dat jaar en de gehuwdennorm van het daaraan voorafgaande jaar. De bedragen worden op vijf hele euro’s naar boven afgerond. In 2024 wordt de indexering van 2023 en die van 2024 toegepast.
7.2. Eigen bijdrage rechtsbijstand
Voor een eigen bijdrage in de kosten van rechtsbijstand en noodzakelijke bijkomende kosten kan bijzondere bijstand worden verleend indien de rechtsbijstand wordt toegekend. Indien de rechtsbijstand is toegekend buiten het Juridisch Loket om, en de korting op de eigen bijdrage niet van toepassing is, wordt deze korting in mindering gebracht op de bijzondere bijstand.
8.1. Algemene bepalingen voor reiskosten
Vergoedingen voor reiskosten anders dan bedoeld in het eerste lid komen alleen voor bijzondere bijstand in aanmerking indien het reiskosten voor het volgen van een inburgeringstraject en scholing betreft, het bezoek gericht is aan een gedetineerde, een verpleegde of verzorgde, aan een uit huis geplaatst kind, of voor een psychische of medische behandeling.
In afwijking van het tweede en derde lid wordt, indien de reis vanwege gezondheidsredenen van de aanvrager niet met het openbaar vervoer afgelegd kan worden, de vergoeding vastgesteld op basis van het aantal kilometers volgens de kortste route per eigen vervoer. Bij de beoordeling van reiskosten wordt onder “gezin” verstaan: de gehuwden of samenwonenden en de inwonende kinderen tot 18 jaar.
8.5. Reiskosten in verband met een psychische of medische behandeling
Voor reiskosten in verband met regelmatige geneeskundige behandelingen (bijvoorbeeld afspraken ziekenhuis of bezoeken aan hulpverlenende instanties), is vergoeding mogelijk, indien er geen sprake is van een volledige vergoeding vanuit een voorliggende voorziening, zoals Wlz, Wmo of ziektekostenverzekering (zittend ziekenvervoer). Daarnaast moet de behandeling:
8.6. Reiskosten schoolgaande kinderen
Voor reiskosten van kinderen in het voorgezet onderwijs kan bijzondere bijstand worden verleend voor zover deze niet bekostigd kunnen worden uit het inkomen, het kindgebonden budget, een tegemoetkoming op grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdragen en schoolkosten, de tegemoetkoming indirecte schoolkosten, het leerlingenvervoer en/of een regeling van de school.
9. Kosten voor woninginrichting en verhuizing
Onder inrichtingskosten wordt verstaan de kosten voor een gebruikelijke inboedel. Bijzondere bijstand voor inrichtingskosten worden verstrekt in de vorm van een lening.
Voor inrichtingskosten worden de volgende maximale leenbedragen vastgesteld.
Daarnaast is er een extra leningsbedrag van € 400,- per huishouden mogelijk voor de aanschaf van een fiets.
Alleenstaande (kamerbewoner) € 2.150,00
Alleenstaande (zelfstandige huisvesting) € 2.900,00
Gezin van 2 personen € 3.700,00
Gezin van 3 personen € 4.800,00
Gezin van 4 personen € 5.700,00
Gezin van 5 personen € 6.400,00
Gezin van 6 personen € 6.900,00
Voor de terugvordering van de lening verwijzen we naar de beleidsregels terug- en invordering.
10.1. Ingangsdatum en intrekking
Deze beleidsregels treden op 1 januari 2024 in werking onder gelijktijdige intrekking van de aanvullende beleidsregels bijzondere bijstand 2018, met dien verstande dat laatstgenoemde beleidsregels hun werking behouden voor aanvragen die zijn ingediend voor 1 januari 2024.
Aldus vastgesteld op 31 oktober 2023
Het college van burgemeester en wethouders,
Secretaris,
Burgemeester,
B. van Zuthem,
Mr. O.G. Prinsen
Toelichting bij de beleidsregels bijzondere bijstand gemeente Heerde 2023.
Deze beleidsregels geven in de eerste plaats aan welke algemene regels gelden voor de verlening van bijzondere bijstand. Hierbij wordt ingegaan op de systematiek van de bijzondere bijstand en de toepassing van de draagkracht.
In de tweede plaats worden regels gegeven voor de meest voorkomende kostensoorten. Dit is geen limitatieve opsomming. Bijzondere bijstand kan in beginsel voor alle soorten kosten worden verstrekt, zolang deze voldoen aan de algemene bepalingen. Indien de kosten niet zijn benoemd in deze beleidsregels maar wel voldoen aan de algemene bepalingen, wordt de aanvraag beoordeeld aan de hand van de specifieke omstandigheden bij de aanvr.ag,
Vanuit de Participatiewet en jurisprudentie worden een aantal eisen gesteld voor het verstrekken van bijzondere bijstand.
Het moeten bijzondere kosten zijn.
De bijzondere individuele situatie van de belanghebbende en/of zijn gezin bepaalt of kosten als bijzonder kunnen worden aangemerkt. Ook door medische of sociale omstandigheden kunnen kosten als bijzonder worden aangemerkt. Of kosten bijzonder zijn kan het best worden beoordeeld als het tegenovergestelde van algemene kosten. Algemene kosten zijn kosten die iedereen heeft, ongeacht inkomen, maatschappelijke situatie, gezondheid, enzovoort. Zo moet bijvoorbeeld iedereen zijn kleding wassen. Daarmee zijn de kosten van wasmiddelen algemene kosten. Maar wanneer iemand vanwege een aandoening vaker kleding moet wassen, dan moet men vaker dan normaal kleding wassen. Onder die omstandigheden is er sprake van bijzondere kosten.
Het moeten noodzakelijke kosten zijn.
Het is alleen mogelijk bijzondere bijstand te verlenen voor noodzakelijke kosten. Kosten die vermijdbaar zijn of uit vrije wil zijn gemaakt, zijn niet noodzakelijk. Om de noodzaak te bepalen, is het mogelijk dat advies bij een externe deskundige wordt ingewonnen. In ieder geval zijn de onderstaande kosten niet noodzakelijk:
De belanghebbende kan de kosten niet zelf betalen.
Een belanghebbende die over een bepaald inkomen en/of vermogen beschikt, kan draagkracht hebben om de kosten zelf te voldoen. In deze beleidsregels worden richtlijnen vastgesteld hoe om te gaan met het bepalen van het inkomen en het vermogen ten behoeve van de draagkracht.
De kosten moeten daadwerkelijk zijn gemaakt.
Bijzondere bijstand wordt in principe achteraf verstrekt. De belanghebbende dient de kosten eerst zelf te betalen, voordat een vergoeding plaats kan vinden vanuit de bijzondere bijstand. Er kan geen bijzondere bijstand worden verstrekt voor kosten die de belanghebbende verwacht te maken. Er kan ook geen bijzondere bijstand worden verstrekt of bij voorbaat worden toegekend voor het geval dat de belanghebbende met bepaalde kosten wordt geconfronteerd. Alleen wanneer het om hoge kosten gaat, die de belanghebbende onmogelijk zelf kan voorschieten, kan vooraf bijzondere bijstand worden verstrekt. Een voorbeeld hiervan zijn kosten voor een woninginrichting.
De kosten waarvoor bijzondere bijstand wordt gevraagd moet aan alle vier bovengenoemde voorwaarden voldoen. Wanneer ook aan slechts één voorwaarde niet wordt voldaan, dient de aanvraag te worden afgewezen.
Zeer dringende redenen(artikel 16 PW).
Uit de staande jurisprudentie kan er alleen sprake zijn van een zeer dringende reden wanneer er een acute noodsituatie is die op geen enkele andere manier kan worden verholpen dan door het verstekken van bijzondere bijstand. Bij een acute noodsituatie moet worden gedacht aan een situatie van levensbedreigende aard of die tot blijvend ernstig letsel of invaliditeit kan leiden. Het ontbreken van middelen is geen dringende reden, evenmin wanneer de belanghebbende een schuldregeling volgt of in de WSNP zit. Er dient zeer terughoudend te worden omgegaan met het verstrekken van bijzondere bijstand op grond van een zeer dringende reden. Het kan nooit worden toegepast als een “achterdeur” om buiten de regels om toch bijstand te verlenen.
Hoofdstuk 2: Algemene bepalingen
In dit hoofdstuk worden eisen gesteld aan de belanghebbende. Alleen inwoners van de gemeente Heerde kunnen bijzondere bijstand aanvragen. Er zijn situaties denkbaar waarbij het college af wil wijken van deze eis. Bijvoorbeeld in het geval een aanvrager ingeschreven staat in de gemeente Heerde maar in een inrichting buiten de gemeente verblijft. De bevoegdheid aan het college om in dergelijke bijzondere gevallen af te wijken van de ingezetenen eis, is opgenomen in lid 4 van dit artikel.
Hoofdstuk 3: Beleid m.b.t. inkomen, vermogen en draagkracht
Bij het bepalen van het inkomen van de belanghebbende, wordt gekeken naar de middelen zoals genoemd in artikel 31 lid 1, 32 en 33 van de Pw. Artikel 31 lid 2 wordt niet meegenomen, wat inhoudt dat het kindgebondenbudget niet meegenomen wordt in de berekening van het inkomen.
In het algemeen geldt een draagkrachtgrens van 120% van de bijstandsnorm die voor de aanvrager geldt. Er wordt geen rekening gehouden met de kostendelersnorm. Dit vanwege de complexiteit die dit met zich mee zou brengen bij de behandeling van de aanvraag. En het schept bovendien voornamelijk verwarring en onduidelijkheid voor de aanvragers. In afwijking van de Pw wordt ten aanzien van auto’s en motoren een vrijlating van € 2.500,- toegepast. Met name voor niet-Pw-gerechtigden zou het bezitten van een auto al snel kunnen leiden tot een afwijzing van de aanvraag. Omdat Heerde een landelijke gemeente is, is een eigen vervoermiddel feitelijk een noodzaak: vrijwel alle voorzieningen bevinden zich in de kern Heerde, of zelfs buiten de gemeente. Voor het overige worden de grenzen voor inkomen en vermogen gehanteerd zoals aangegeven in de Pw. Hetzelfde geldt voor de in deze beleidsregels gehanteerde definitie van het begrip vermogen.
De draagkrachtperiode kan voor maximaal 3 jaar worden vastgesteld. Het vaststellen van de periode voor drie jaar wordt toegepast bij periodieke verstrekkingen in gevallen, waar de noodzaak, aard en hoogte van de kosten – zo goed als – stabiel zijn en waarbij niet kan worden verwacht dat de inkomens- en vermogensgrenzen van de aanvrager zich in die periode zullen wijzigen. Indien het inkomen of vermogen van de aanvrager dusdanig verandert, dat dit grote invloed zou hebben op de draagkracht, dan wordt de draagkracht opnieuw berekend.
Inkomsten uit arbeid van ten laste komende kinderen, als bedoeld in artikel 31 lid 2 sub h Pw, worden alleen vrijgelaten, indien het bijzondere bijstand betreft voor een ander in de bijstand begrepen persoon dan het minderjarige kind met inkomsten uit arbeid. Betreft het een aanvraag voor het minderjarige kind zelf, dan moeten deze inkomsten wel worden meegenomen.
Hoofdstuk 5: Kosten van algemene aard
Dit hoofdstuk bevat de mogelijkheid om de algemene bijstand voor twee specifieke doelgroepen onder bepaalde omstandigheden aan te vullen met bijzondere bijstand.
Hoofdstuk 6: Kosten in verband met ziekte en ondersteuning
Volgens vaste rechtspraak van de beroepsrechter is de Zorgverzekeringswet in beginsel een voorliggende voorziening die passend en toereikend is voor de kosten van (para)medische zorg. Dat geldt ook als de kosten niet volledig worden vergoed door de zorgverzekering, of als de aanvrager geen gebruik kan maken van een aanvullende verzekering wegens premieachterstand. Dat betekent dat bijzondere bijstand niet mogelijk is voor kosten die onder de Zorgverzekeringswet vallen.
Iedere Nederlander is verplicht om zich te verzekeren tegen ziektekosten. Mensen met een laag inkomen kunnen als tegemoetkoming in de kosten van deze verzekering zorgtoeslag aanvragen. De Zorgverzekering bestaat uit een basisverzekering (verplicht) die eventueel aangevuld kan worden met een aanvullend pakket.
De gemeente heeft een collectieve zorgverzekering afgesloten. Dit is de zogenaamde gemeentepolis. Inwoners van de gemeente Heerde die hiervoor in aanmerking komen kunnen mogelijk met korting deelnemen aan de gemeentepolis.
Om budgettaire redenen uit pakket
Op grond van artikel 15 PW is er geen recht op bijstand voor kosten die in de voorliggende voorziening als niet noodzakelijk worden aangemerkt. Dat is het geval als die kosten niet voor vergoeding in aanmerking komen. Soms worden kosten om budgettaire redenen uit het pakket van een voorliggende voorziening gehaald, terwijl de noodzakelijkheid van de kosten niet in het geding is. Bijvoorbeeld de kosten voor eenvoudige loophulpmiddelen, zoals rollators, krukken en looprekken. Je kunt dergelijke kosten vanuit de bijzondere bijstand vergoeden.
Op grond van artikel 16 PW kun je in afwijking van artikel 15 PW bijzondere bijstand verlenen voor kosten die niet onder de dekking van de Zorgverzekering vallen. Dat kan als gelet op alle omstandigheden, dringende redenen daartoe noodzaken. Er moet sprake zijn van een acute noodsituatie en de behoeftige omstandigheden waarin de betrokkene verkeert moeten op geen enkele andere wijze zijn te verhelpen, zodat het verlenen van bijstand onvermijdelijk is. Volgens vaste rechtspraak is er een acute noodsituatie bij een situatie die levensbedreigend is of blijvend psychisch of lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben (ECLI:NL:CRVB:2012:BY4808).
Betrokkene heeft géén aanvullende verzekering
Als betrokkene géén aanvullende Zorgverzekering heeft afgesloten, dan is dit ook geen voorliggende voorziening. Hij kan er geen gebruik van maken. In dit geval is er geen sprake van een genoegzaam besef van verantwoordelijkheid. Dit is geregeld in de Maatregelenverordening Participatiewet IOAW en IOAZ gemeente Heerde.) Je kunt een afstemming opleggen of de bijstand als lening toekennen onder voorwaarde dat de klant zich alsnog aanvullend verzekert. Als betrokkene herhaaldelijk een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid toont, kun je de aanvraag wel afwijzen. Je moet overigens wel een keuze maken: óf een afstemming, óf de bijstand als lening. Beide kan niet.
Hoofdstuk 7: Juridische kosten
Bijzondere bijstand voor de eigen bijdragen voor rechtsbijstand is in ieder geval mogelijk, wanneer de belanghebbende een toevoeging heeft gekregen. De noodzaak (en nut) van het proces is dan beoordeeld door de Raad voor de Rechtsbijstand. Vanuit de bijstandsverlening kan een nadere verplichting worden opgelegd om een juridische procedure te voeren. Hierbij is met name te denken aan procedures die de behoefte aan bijstand verminderen of zelfs helemaal te niet doen. Bijvoorbeeld vorderingen van alimentatie, achterstallig loon of het aanvechten van ontslag. In deze gevallen kan bijzondere bijstand ook zonder advies van het Juridisch Loket worden toegekend, maar er moet dan nog steeds sprake zijn van een toevoeging.
Indien een toevoeging via het Juridisch Loket is verkregen, krijgt de belanghebbende € 53,- korting op de eigen bijdrage. Voor de rest van de eigen bijdrage kan bijzondere bijstand aangevraagd worden. Indien een belanghebbende buiten het Juridisch Loket een toevoeging heeft gekregen, wordt de bijzondere bijstand voor de eigen bijdrage verminderd met € 53,-.
Hoofdstuk 8: Reis- en verwervingskosten
Kosten die verband houden met het verkrijgen of behouden van werk behoren te worden betaald uit het Participatiebudget. Dit geldt uiteraard alleen wanneer de belanghebbende tot de doelgroep van de Participatiewet behoort.
Indien belanghebbende regelmatig reiskosten maakt en hier bijzondere bijstand voor aanvraagt, kan bijzondere bijstand verleend worden voor een kortingsabonnement.
Voor bezoek aan gedetineerden, mensen die intramuraal worden verpleegd en uit huis geplaatste kinderen kan bijzondere bijstand aangevraagd worden. Een vereiste hierbij is dat de gedetineerde, verpleegde of het kind tot het gezin van de belanghebbende behoort. Een bezoek aan een oom of tante, of opa of oma komt niet voor bijzondere bijstand in aanmerking. Voor bezoek aan een gedetineerde geldt verder dat de gedetineerde geen verlofrecht mag hebben. In een dergelijk geval wordt verwacht dat de gedetineerde zijn gezin bezoekt, in plaats van andersom.
Een belanghebbende kan ook bijzondere bijstand aanvragen in verband met een bezoek aan een medische specialist. Vanuit de Wmo kan een kortingstarief van toepassing zijn. Indien mogelijk, wordt van de belanghebbende verwacht hier gebruik van te maken. Voor de overige kosten kan bijzondere bijstand aangevraagd worden.
Kinderen die vanwege een beperking of ziekte meer dan 15 kilometer afleggen om bij hun middelbare school te komen, kunnen bijzondere bijstand aanvragen. Naast reguliere dienstregelingen, wordt gekeken of de contracten die zijn afgesloten in het kader van leerlingenvervoer een mogelijk oplossing bieden.
Hoofdstuk 9: Kosten voor woninginrichting en verhuizing
De bijzondere bijstand voor inrichtingskosten is bedoeld voor de aanschaf van een nieuwe inboedel, dus niet ter vervanging van inboedel. Hiervoor gelden de bepalingen onder de duurzame gebruiksgoederen. De bijzondere bijstand is bedoeld voor de noodzakelijke inboedel. Zaken als decoratieve voorwerpen, bijzonder keukengerei (b.v. een blender), enzovoorts, die niet noodzakelijk zijn voor de bewoning, komen voor eigen rekening van de belanghebbende. Overigens kan de belanghebbende zelf bepalen aan welke artikelen hij de bijstand besteedt. Maar wanneer de bijstand volledig is gebruikt, en hij beschikt nog niet over een wasmachine, maar wel over een home cinema center, dan is dat zijn eigen keuze. Er kan geen verdere bijzondere bijstand worden verstrekt.
Er zijn tegenwoordig op verschillende plaatsen kwalitatief goede tweedehands spullen verkrijgbaar, via kringloopwinkels of via websites als marktplaats.nl. De belanghebbende kan mogelijk ook een beroep doen op zijn omgeving. Op deze manier is het eenvoudig mogelijk om kwalitatief goede spullen voor weinig of zelfs gratis te krijgen.
Stoffering, zoals vloerbedekking, gordijnen en behang, zijn niet tweedehands verkrijgbaar (hoewel het vaak mogelijk is dat de belanghebbende de stoffering overneemt van de vorige bewoner). Stofferingskosten worden niet gerekend tot de duurzame gebruiksgoederen. Daarom kan bijzondere bijstand om niet worden verstrekt.