Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Beekdaelen

Speelruimtebeleid gemeente Beekdaelen 2023-2033

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBeekdaelen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSpeelruimtebeleid gemeente Beekdaelen 2023-2033
CiteertitelSpeelruimtebeleid gemeente Beekdaelen 2023-2033
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

11-11-2023nieuwe regeling

31-10-2023

gmb-2023-480846

Z/21/161363/343361

Tekst van de regeling

Intitulé

Speelruimtebeleid gemeente Beekdaelen 2023-2033

Inleiding

 

De voormalige gemeenten Schinnen, Onderbanken en Nuth hadden weliswaar een eigen visie en werkwijze op het terrein van speelruimte, geen van de voormalige gemeenten had echter een beleidskader. Harmoniseren van beleid was daarom niet aan de orde na de fusie tot de gemeente Beekdaelen, ook omdat speelruimtebeleid geen wettelijk vereiste is.

 

In de praktijk bestaat er – zo hebben we gemerkt in de afgelopen jaren - behoefte aan een beleidskader om bijvoorbeeld antwoord te kunnen geven op verzoeken vanuit kernen/wijken om een nieuwe speelplek of sport-speelvoorzieningen (skateparkje).

Ook geeft een speelruimtebeleid richting en doet recht aan de inzet van inwoners van Beekdaelen die zich jaar in jaar uit inzetten als bestuurslid of vrijwilliger bij een speeltuin.

Bovenal vinden wij speelruimtebeleid van belang omdat spelen belangrijk is voor de ontwikkeling van kinderen, jeugd en jongeren. Dit speelruimtebeleid geeft hierop een antwoord voor de gehele gemeente Beekdaelen.

 

Tenslotte, niet voor niets is in het Verdrag inzake de Rechten van het kind (VN 1989) het recht op speelruimte vastgelegd in artikel 31, lid 1: “De Staten die partij zijn, erkennen het recht van het kind op rust en vrije tijd, op deelneming aan spel en recreatieve bezigheden passend bij de leeftijd van het kind, en op vrije deelneming aan het culturele en artistieke leven.”

 

In de raadsinformatiebrief van 1 februari 2022 zijn een aantal vastgestelde uitgangspunten om te komen tot een speelvoorzieningenbeleid gedeeld met de toenmalige gemeenteraad. Deze vormden de leidraad bij het op te stellen beleid.

 

Het belang van spelen

 

Speelruimte is de plek waar kinderen kunnen spelen. Maar kinderen spelen overal. Een grasveld, het trottoir, de portieken, de tuin, het park, plein, groenwal, alles kan in dienst staan van spel.

Bij speelruimte gaat het dus om de bespeelbaarheid van de woonomgeving als geheel. In de praktijk wordt de woonomgeving steeds minder geschikt voor kinderspel door o.a. het toenemende beslag van het verkeer en autobezit op de ruimte, de intensieve bebouwing, toename van vandalisme. Kortom de woonomgeving wordt, vooral in de ogen van de gebruikers, steeds voller, drukker en soms ook onveiliger.

 

Waar geen of onvoldoende goede speelruimte is, neemt de hoeveelheid tijd die kinderen buiten spelen af. Terwijl buitenspelen essentieel is voor de ontwikkeling van kinderen (zie ook bijlage I, Het belang van spelen: de effecten van buiten spelen op de mentale en fysieke ontwikkeling van kinderen, jeugd en jongeren).

Als reactie hierop plaats de gemeente, - soms samen of na overleg met ouders van jonge kinderen - speeltoestellen die het spel kunstmatig uitlokken. Hiermee ontstaat een onderscheid tussen formele en informele speelruimte.

 

Informele speelruimte is de ruimte die kinderen voor hun spel gebruiken, maar die niet speciaal daarvoor bestemd is. Binnen de gemeente Beekdaelen is, gezien het groene en landelijke karakter, veel informele speelruimte beschikbaar die voor de wat oudere kinderen aantrekkelijk kan zijn. Uit het leefstijlonderzoek1 dat Beweegdaelen in het najaar van 2021 heeft uitgevoerd op alle basisscholen in Beekdaelen blijkt dat maar liefst ruim 45% van de kinderen 3 of 4 dagen per week buiten speelt. Waar ze spelen is helaas niet bekend. Slechts 2% van de leerlingen van de basisscholen speelt doordeweeks nooit buiten.

 

Formele speelruimte is ruimte die bewust voor buitenspelen is bestemd. Of en hoe deze ruimte wordt ingericht is een vraagstuk waar vele factoren een rol bij spelen. Welke kaders zijn belangrijk, voor wie is de speelvoorziening, welke mogelijkheden biedt de omgeving, wat zijn wensen van omwonenden, welke inzet vanuit vrijwilligers is mogelijk/gewenst, welke knelpunten ervaren zij?

Dat vraagt om een visie op speelruimte. Bovendien is het creëren van speelruimte, en als onderdeel daarvan het inrichten van speelvoorzieningen, geen eenmalige investering. Speelruimte/speelvoorzieningen moeten worden beheerd en op termijn vervangen en dat drukt op de gemeentelijke middelen.

De inrichting van de ruimte wijzigt, de bevolkingssamenstelling verandert, belangen en wensen verschuiven, allerlei ontwikkelingen kunnen de beschikbare speelruimte onder druk zetten. Binnen dit krachtenveld vraagt speelruimte continue aandacht en zorg. Voldoende en goede speelruimte kan alleen tot stand worden gebracht als er een helder speelruimtebeleid is.

Wettelijk kader, richtlijnen

Richtlijnen voor formele speelruimte

In het verleden heeft de overheid geprobeerd een eerlijke spreiding van speelruimte te onderbouwen met de zogenaamde 3%-norm. Op basis van een niet aangenomen initiatiefwet uit 2003 hebben alle gemeenten in 2006 een beleidsbrief ontvangen met het verzoek 3% van de openbare ruimte te bestemmen als speelruimte. Echter, deze norm stelt geen eisen aan kwaliteit, houdt geen rekening met demografische gegevens en zegt niets over het type openbare ruimte.

 

De richtlijnen die verschillende belangenorganisaties (NUSO, Jantje Beton), gemeenten en adviesbureaus daarna hebben opgesteld voor de spreiding van de formele speelplekken houden wel rekening met de demografische opbouw van een buurt en geven invulling aan de basiskwaliteit van speelruimte. Deze richtlijn is goed van toepassing in verstedelijkt gebied waar geen informeel speelruimte is en waar veel wijken zijn met een specifiek karakter (bv. starterswijken met veel gezinnen/kleine kinderen). Beekdaelen is natuurlijk geen verstedelijkt gebied, maar vormt een groene long tussen verstedelijkt gebied. Hierdoor rijst de vraag in hoeverre de onderstaande richtlijn geldend is.

 

Tabel 1 overzicht van de richtlijnen.

 

Richtlijnen speelruimte

Doelgroep

kinderen

jeugd

jongeren

Leeftijd

0-6 jaar

6-12 jaar

12-18 jaar

Actieradius

100 meter

300-400 meter

1000 meter

Verzorgingsgebied

3 ha

50 ha

300 ha

Aantal gebruikers

15-30

65-85

75-95

Oppervlakte speelruimte

100-500 m2

1000-2000 m2

2000-6000 m2

Voorzieningen:

3 toestellen

3 toestellen

4 toestellen

3 speelprikkels*

4 speelprikkels

4 speelprikkels

bank & afvalbak

bank & afvalbak

bank & afvalbak

*speelprikkels zijn objecten die niet speciaal voor spelen zijn geplaatst maar wel speelmogelijkheden bieden (knikkertegels, hinktegels maar ook openbaar groen/zandhopen/hagen)

 

Veiligheid van speeltoestellen

De veiligheid van speeltoestellen is geregeld in het Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen (WAS). Dit besluit stelt onder andere eisen aan de veiligheid en aan het beheer van en de aansprakelijkheid voor speeltoestellen2 in de openbare ruimte. Het besluit geldt voor producenten, importeurs, keurders, verkopers, installateurs en beheerders.

 

aansprakelijkheid

Degene die het toestel voorhanden3 heeft, moet kunnen aantonen dat alles in het werk is gesteld om de veiligheid te waarborgen. Het gaat daarbij om: inspectie van speeltoestellen, registratie van relevante gegevens in een logboek en het snel verhelpen van eventuele gebreken.

Deze verantwoordelijkheid is in overeenstemming met en aanvullend op de risicoaansprakelijkheid die wordt omschreven in het Burgerlijk Wetboek.

Het aanbieden van onveilige speeltoestellen wordt gezien als het plegen van een onrechtmatige daad.

Als een speeltoestel op gemeentelijke grond wordt geplaatst door bijvoorbeeld een particulier of een speeltuin, wordt het toestel – door zgn. natrekking - eigendom van de gemeente als eigenaar van de ondergrond. De gemeente kan bij ongevallen met speeltoestellen die door derden geplaatst zijn tenminste medeaansprakelijk, zo niet volledig, aansprakelijk worden gesteld. De enige manier om dit te vermijden door in een beheers- of huurovereenkomst met een (speeltuin)stichting de volledige aansprakelijkheid bij de stichting te leggen en te eisen dat de stichting zich afdoende verzekert.

In Beekdaelen hebben de voormalige gemeenten hierover - via overeenkomsten – met de speeltuinstichtingen uiteenlopende afspraken gemaakt. In veel overeenkomsten is de aansprakelijkheid expliciet bij de stichting gelegd. In een aantal gevallen juist niet. In één geval (de speeltuin in Merkelbeek) ontbreekt een overeenkomst tussen gemeente en stichting (die is in de afgelopen 57 jaar niet afgesloten). De meeste stichtingen die op basis van een (gebruiks)overeenkomst aansprakelijk zijn, hebben een deugdelijke aansprakelijkheidsverzekering afgesloten op de stichting na die beide speellocaties in de kern Nuth beheert, ’t Töreke en De Eijken.

 

Beheersovereenkomst

 

Om te voorkomen dat speeltuinen, bestuursleden of vrijwilligers (eventueel persoonlijk) aansprakelijk worden gesteld in geval van ondeugdelijk onderhoud is het zaak om hierover een heldere regeling af te spreken en in te voeren.

Een voor de hand liggende regeling is het invoeren van jaarlijkse gemeentelijke veiligheidsinspecties en -keuringen – zoals bij de openbare speellocaties het geval is - van de speeltoestellen in alle speeltuinen - beheerd door stichtingen - en deze regeling op te nemen in een nieuw op te stellen format beheersovereenkomst.

De resultaten van de inspecties leiden normaal gesproken tot te nemen onderhoudsmaatregelen. De speeltuinen worden verplicht deze te (laten) uitvoeren (ook vast te leggen in de beheerovereenkomst).

Bij nalatigheid van de kant van speeltuinen zal de gemeente - als uiteindelijk aansprakelijke - maatregelen moeten nemen zoals het verwijderen van de onveilige toestellen.

Voorwaarde bij een dergelijke regeling is dat er voldoende ambtelijke capaciteit en budget aanwezig is voor de naleving ervan.

Aandachtspunten

Sociale speelomgeving

Belangrijk bij speellocaties is de sociale omgeving: het netwerk van personen en organisaties rondom de speelruimte. Dat sociale netwerk is van groot belang voor een prettig speelklimaat in de kernen. Vooral als er in een buurt spanningen zijn tussen groepen (jongens/meisjes, kinderen/jongeren, allochtoon/autochtoon) of als de leefbaarheid onder druk staat. Vaak werkt het ook andersom. De ervaring met vrijwilligers in speeltuinen laat zien dat het werken aan toezicht de cohesie en de leefbaarheid van een buurt ten goede komen. De speeltuin in de kern Nuth, ’t Töreke, is hier een voorbeeld van. Na renovatie van de openbare speellocatie, plaatsing van omheining en de komst van enkele beheerders, verdween de overlast in de openbare speelruimte.

Daarnaast is de aanwezigheid van een speelgelegenheid in een woonwijk vaak een pré bij woonplaatskeuze van gezinnen met jonge kinderen. Zij kunnen op hun beurt een positieve rol spelen in het voorkomen van het verder afkalven van het voorzieningenniveau in de kernen, een proces dat overal in ons land speelt.

 

Soorten speellocaties

Speellocaties zijn er in Nederland, en ook in Beekdaelen, in veel soorten en maten. Een speellocatie ontstaat meestal als een groep bewoners het belangrijk vindt dat er in de wijk of buurt een ruimte is waar kinderen en jeugd in een beschermde omgeving, al dan niet onder permanent toezicht, kunnen spelen.

Als de kinderen ouder worden, verschuiven die doelstellingen. Sommige speellocaties richten zich op kinderen van buiten de eigen kern, kinderopvang/naschoolse opvang en schoolreisjes. Bij andere locaties voelen buurtbewoners zich niet meer betrokken en is het moeilijk voldoende vrijwilligers voor het klussen en het toezicht op de been te houden.

De traditionele speeltuin heeft een omheining, een speeltuingebouwtje, toegangs- en/of ledenbeleid en richt zich naast het aanbieden van speelruimte ook verkoop van versnaperingen, kinderfeestjes en jaarlijkse activiteiten.

De rechtsvorm is meestal vereniging of stichting. In Beekdaelen zijn er traditionele speeltuinen in Schinveld (met een regionale functie), Merkelbeek, Vaesrade, Oirsbeek en Schimmert.

Er zijn ook speeltuinen met een open karakter, vergelijkbaar met een openbare speellocatie, maar met vaste buurtbewoners die - niet continu - toezicht houden en toestellen inspecteren, repareren en klussen uitvoeren (zoals jaarlijks zand vernieuwen). In Beekdaelen is dit het geval bij ’t Töreke en De Eijken in Nuth, ’t Peschke in Wijnandsrade, Knolwei in Schimmert, speeltuin Os Durp in Bingelrade, de speeltuin in Puth en de in 2022 gerealiseerde speeltuin in Jabeek.

Openbare speellocaties zijn soms omheind (maar op ieder moment toegankelijk) en een stuk kleiner van opzet (2 of 3 toestellen). Hieronder vallen ook trapveldjes, basketbalveldjes en jeu de boulesbanen.

In totaal zijn er 51 speellocaties in Beekdaelen waarvan een aantal locaties een (drie)dubbele functie heeft (speellocatie, trap- en basketbalveldje ineen):

 

  • 8 trapveldjes

  • 4 basketbalveldjes

  • 1 beweegtuin ouderen

  • 1 bmx baan

  • 1 beweegroute

  • 6 jeu de boules banen

  • 1 skateparkje

  • 27 speellocaties waarvan:

    • o

      5 besloten speeltuinen (een stichting voert het beheer uit, heft entree en handhaaft vaste openingstijden

    • o

      6 semi-openbare speeltuinen (buurtbewoners zorgen voor openen/sluiten van de locatie en voeren eenvoudige klussen uit)

Pluspunt traditionele speeltuin

De openbare ruimte is niet geschikt om alle typen speeltoestellen te plaatsen. Sommige toestellen zijn daarvoor eenvoudigweg te duur, te gevoelig voor vandalisme of alleen geschikt als er intensief onderhoud plaatsvindt. Daarnaast kan het wenselijk zijn dat er toestellen zijn die specifiek bedoeld zijn voor kinderen of jeugdigen met een handicap of andere doelgroep (in de speeltuin in Schimmert zijn dergelijke toestellen aanwezig). Behoud van de traditionele speeltuinen is dan ook van belang.

Bovendien is de kracht van de traditionele speeltuin de meerwaarde door zelfwerkzaamheid, fondswerving en mogelijkheden tot subsidieverwerving. Die meerwaarde kan bestaan uit duurzamer behoud van de toestellen (door regelmatig onderhoud en reparatie hebben zij een langere levensduur), extra of grotere toestellen die de stichting via fondswerving aanschaft, de variatie in toestellen gericht op verschillende leeftijden, de aanwezigheid van sanitair en eigen accommodatie en een hoger onderhoudsniveau van de toestellen/het terrein dan de speeltoestellen in de openbare ruimte.

 

Financiële waardering speeltuinen

Gezien hun maatschappelijke functie en de kostenbesparingen die de stichtingen verzorgen (reparatie toestellen, dagelijks onderhoud, aanschaf toestellen via fondswerving e.d.) ontvangen zij een jaarlijkse – inmiddels geharmoniseerde – subsidie van 3.554 euro.

De vergoeding voor onderhoud loopt echter erg uiteen. Zo zijn er twee speeltuinen (in vm. Onderbanken) die jaarlijks 10.000 euro ontvangen voor onderhoudsmaterialen, gereedschappen en het opleiden en binden van vrijwilligers. Er zijn ook speeltuinen die geen onderhoudsvergoeding ontvangen, maar materiaalkosten declareren bij de gemeente. De gemeente voert er bijvoorbeeld wel groenonderhoud uit (Schimmert, Oirsbeek). Ook zijn er speeltuinen die niets ontvangen, zelf groenonderhoud uitvoeren en nauwelijks materialen declareren (Vaesrade). En er is een speeltuinstichting die geen accommodatie heeft, geen subsidie ontvangt maar wel onderhoud/reparaties verricht (materiaalkosten declareert) en via sponsoring nieuwe toestellen aanschaft (Nuth).

Hieruit blijkt dat de voormalige gemeenten uiteenlopende afspraken hebben gemaakt met hun speeltuinstichtingen.

 

Openstelling speeltuinen

Het ligt voor de hand om aan de structurele subsidie en/of vergoeding voor het speeltuinwerk de voorwaarde te stellen dat de openingstijden zich niet beperken tot enkele uurtjes per week. Ook hierin zijn in Beekdaelen verschillen zichtbaar die veelal te maken hebben met de gestage terugloop van het aantal beschikbare vrijwilligers. De speeltuin in Vaesrade heeft om die reden de openingstijden van de kinderboerderij moeten terugbrengen naar 2 middagen. De speeltuin in Oirsbeek blijft hierdoor op zaterdag dicht (ook omdat er op zaterdagen weinig kinderen komen spelen) en de speeltuin in Schinveld heeft jaren moeite gehad de roosters te vullen/de speeltuin dagelijks open te stellen.

Wellicht is het zinvol om te bezien of voorzieningen toegankelijk worden buiten openingstijden door bijvoorbeeld sleutelbeheer.

Dat betekent niet dat de voorzieningen gratis toegankelijk moeten worden. De huidige lidmaatschapsregelingen stimuleren de betrokkenheid van inwoners bij de eigen speeltuin in de kern en daarnaast ook de financiële armslag van de stichtingen.

 

Onderhoud en vervanging

Goed beheer is minstens zo belangrijk als de aanleg en inrichting. Een fantastische speelplek die vervuilt en verloedert, heeft op den duur weinig speelwaarde. Daarentegen vormt een eenvoudige, maar goed onderhouden en met liefde beheerde speelplek het middelpunt van de buurt.

De inrichting en het beheer van speelruimte vragen om een structureel budget. Is er geen structurele financiering, dan blijft het bij adhoc maatregelen met weinig toekomstwaarde. Zo moet er budget zijn voor de cyclus van onderhoud en vervanging.

Op dit moment beschikt Beekdaelen over een structureel onderhoudsbudget van € 50.000.

Dit budget bestaat uit € 20.000 (budget 650570409 speelvoorzieningen algemeen).

Daarnaast is er een budget van € 30.000 beschikbaar (budget 650570410 speeltoestellen).

 

Herkomst budgetten

De gemeenteraad van de voormalige gemeente Nuth heeft in 2005, na inventarisatie van speelruimte en formulering van speelruimtebeleid, het jaarlijkse benodigde onderhoud- en vervangingsbudget voor de bestaande speellocaties structureel verhoogd van € 27.000 euro naar € 39.850 euro per jaar voor de periode van 2006 tot 2025. Een doorrekening van afschrijving en vervanging lag daaraan ten grondslag.

Echter op enig moment is dit budget wegbezuinigd. Met als gevolg dat vervanging niet meer kon plaatsvinden. Slechts het onderhoudsbudget van ca. € 15.000 per jaar resteerde (waaruit onderhoud en de hoogstnoodzakelijke vervanging is betaald).

 

De voormalige gemeente Onderbanken stelde vanaf 2012 jaarlijks € 30.000 beschikbaar als vervangingsbudget4 voor de twee speeltuinen in Merkelbeek en Schinveld.

De voormalige gemeente Schinnen beschikte over een onderhoudsbudget van € 4.500 waaruit onderhoud én vervanging plaatsvond.

 

Uit de huidige budgetten (650570409 speelvoorzieningen algemeen en 650570410 speeltoestellen) worden nu de kosten betaald voor inspecties, het onderhoud dat daaruit voortvloeit, de noodzakelijke vervanging van toestellen in de openbare ruimte en alle overige zaken (bv. jaarlijks val- en speelzand vervangen) en reparaties aan toestellen, hekwerken en straatmeubilair.

Dit betekent dat vervangingsuitgaven (€ 30.000) voor de twee speeltuinen in vm. Onderbanken – waarvan de speeltuinen gebruik (mogen) maken zolang er geen nieuw beleid is vastgesteld - budgetoverschrijdingen veroorzaken. In 2019 en in 2022 is dit het geval door de aanschaf van nieuwe toestellen door de stichting speeltuin Breukberg Schinveld.

Ook is hierdoor geen vervangingsbudget voorhanden voor de speeltoestellen in de overige speeltuinen en/of voor de grotere toestellen in de openbare speelruimtes.

 

Noodzakelijke vervangingsinvestering

Op basis van de inspectierapporten van Abos, Nijha en Repcon (de firma’s die samen 90% van de toestellen in Beekdaelen keuren) is de totale vervangingsinvestering bepaald.

Van de toestellen die in eigen beheer worden gekeurd (Merkelbeek, Schimmert) – of niet worden gekeurd (Vaesrade, Schinveld) – is de leeftijd opgevraagd. Daarmee is een inschatting gemaakt van de afschrijvingstermijn – op basis van technische staat - en investeringsvervanging. In bijlage V zijn de vervangingskosten per speellocatie opgenomen.

Het gaat hierbij om een bedrag van € 100.000 per jaar de komende drie jaar. Alle speeltoestellen in Beekdaelen vertegenwoordigen samen een waarde van € 2.000.000.

 

Kosten speellocaties

Op basis van de financiële administratie van de gemeente en die van een aantal speeltuinen is het volgende kostenoverzicht opgesteld:

  • Keuringen: 5.500 euro per jaar (m.u.v. 4 speeltuinen)

  • Reparaties: 7.650 euro per jaar (m.u.v. 2 speeltuinen)

  • Zandlevering: 1.250 euro per jaar

  • Groenonderhoud: 26.300 euro per jaar*

  • Waarde toestellen: ca. 2.000.000 euro (waarvan 1.300.000 in de gesloten speeltuinen)

  • Noodzakelijke vervangingskosten: 100.000 euro per jaar (komende 3 jaar)

*wordt betaald uit post onderhoud openbaar groen

 

Knelpunten

De analyse van alle gegevens, mede samen met de speeltuinstichtingen verzameld, levert het volgende beeld op:

 

  • De kosten van onderhoud en vervanging van de speellocaties zijn hoger dan beschikbaar budget van 50.000 euro per jaar

  • Er is geen vervangingsbudget in de begroting beschikbaar

  • De keuringen van de speeltoestellen vinden niet op dezelfde manier en op alle locaties plaats

  • Binnen de speeltuinstichtingen is gebrek aan en vergrijzing van vrijwilligers

Behoefte aan speellocaties

Toepassen richtlijnen

Alle speelplekken zijn door het gegevenshuis in kaart gebracht (zie bijlage II). Per postcode 6 gebied is aangegeven hoeveel kinderen er wonen in de leeftijd van 0 – 14 en van 15 – 24 (het is helaas is het niet mogelijk de categorieën 0-6, 6-12 en 12-18 te hanteren).

 

We kunnen constateren dat in iedere kern voldoende aanbod aan speellocaties is.

Uitgaande van de demografische gegevens (bijlage III) van Beekdaelen blijkt dat er zelfs in een aantal kernen meerdere speellocaties zijn waar een kleiner aantal volstaat (in de kernen Nuth en Schinnen) of er zelfs geen nodig is.

Dat laatste is het geval in Sweikhuizen, Doenrade, Bingelrade en Jabeek. Bij toepassing van de richtlijnen zou hier uitsluitend één speelvoorziening voor de jongste leeftijdsgroep nodig (0 tot 6 jarigen) zijn en niet voor de 6 tot 12 jarigen en 12 tot 18 jarigen.

 

  • Sweikhuizen: 3 speellocaties teveel

    • o

      2 speeltuinen 0-6; 1 speeltuin 0-12; 1 trapveld 6-18

  • Doenrade: speellocatie richten op 0-6 ipv 0-12 / 1 locatie teveel

    • o

      1 speeltuin 0-12; 1 basketbalveld 6-18

  • Bingelrade: speellocatie richten op 0-6 ipv 0-12 / 2 locaties teveel

    • o

      1 speeltuin 0-12 jarigen; 2 trapveldjes 6-18

  • Jabeek: 1 locatie teveel

    • o

      1 speeltuin 0-6; 1 basketbalveld 6-18

Zoals eerder gesteld (hoofdstuk wettelijk kader) houden de richtlijnen die NUSO, Jantje Beton en adviesbureaus hebben opgesteld weliswaar rekening met de demografische opbouw van een buurt maar zijn ze vooral gericht op verstedelijkt gebied waar geen informeel speelruimte is. Beekdaelen heeft de richtlijn daarom gebruikt om onderzoek te doen naar de spreiding van speellocaties en gaat de richtlijn niet strikt toepassen (speellocaties weghalen en op andere plekken toevoegen).

 

Denkrichtingen

Tijdens de bijeenkomst met de speeltuinstichtingen op 27 september 2022 zijn drie denkrichtingen (zie tabel hieronder) verkend om de knelpunten op te lossen die eerder zijn gesignaleerd. Zowel de gemeente als de stichtingen hebben scores toegekend aan de denkrichtingen per thema/knelpunt (zie tabel op de volgende pagina).

 

Vervolgens hebben zij samen beoordeeld welke invloed de scores hebben op de 3 varianten die in het vervolg traject nader worden uitgewerkt. Aan de stichtingen is gevraagd mogelijke extra denkrichtingen en varianten aan te leveren. Er zijn geen aanvullingen ontvangen. De drie varianten luidden: alle speellocaties behouden; openbare locaties afbouwen op het moment dat zij aan vervanging toe zijn; direct alle openbare locaties verwijderen en tegelijkertijd enkele semi-openbare locaties omvormen tot besloten speeltuinen om zo een evenwichtige spreiding te behouden. Op 30 november 2022 hebben ketenpartners gediscussieerd over en gereageerd op de wenselijkheid van de drie varianten en hun financiële gevolgen.

 

Op basis van de reacties op 30 november (zie ook de paragraaf: Uitkomsten discussie 30 november 2022) is een vierde variant opgesteld die is verwerkt in onderstaande tabel.

 

 

Varianten

De - aanvankelijk drie, later vier - varianten zijn beoordeeld op een drietal aspecten: algemene beleidsmatige aspecten, sociale en fysieke aspecten.

 

Criteria

Variant 1

Huidig beleid voortzetten

(Status Quo)

Variant 2

Overbodige locaties afbouwen*

(Sterfhuis-constructie)

Variant 3

Alleen speeltuinen*

o.b.v. vastgestelde kaders

Variant 4

Speeltuinen behouden en ontmoetings-plekken inrichten*

Beleidsmatige aspecten

Zelfsturing/burgerparticipatie

-

-

+

+

Sober en doelmatig (sluitend op begroting)

-

+

+

-

Algemene waardering effecten beleidsmatige aspecten

-

-/+

+

-/+

Sociale aspecten

Burger-ouders tevredenheid algemeen

+

-

-

+

Kind tevredenheid

+

-

-

+

Sociale mentale ontwikkeling kinderen (spelen is leren)

+

-

-

+

Fysieke ontwikkeling kinderen (tegengaan overgewicht, verbetering motoriek)

+

-

-

+

Sociale cohesie in buurt

+

-

+

+

VN Verdrag inzake rechten kind (recht op speelruimte)

+

-

-

+

Toegevoegde waarde leefomgeving

+

-

+

+

Algemene waardering effecten sociale aspecten

+

-

-

+

Fysieke aspecten

Borging veiligheid speelelementen

-

+

+

+

Kosten afstemming speelvoorziening op doelgroep

-

+

+

+

Beheersbaarheid vervangingskosten speelelementen

-

+

+

+

Beheersbaarheid beheerkosten speelruimte (groen/verharding en valondergrond)

-

+

+

-

Borging sociale controle/toezicht speelruimte

-

-

+

+

Algemene waardering effecten fysieke aspecten

-

+

+

+

Algemene waardering effecten beleidsmatige, sociale en fysieke aspecten

+7

+5

+9

+12

 

*Voor behoud openbaar toegankelijke locaties ter stimulering van bewegen/gezondheid zijn de volgende elementen uitgezonderd:

jeu de boules banen, trap-/basketbalveldjes, skatebaan en de bestaande beweegtuin

 

Voorwaarden hierbij voor de bestaande speeltuinstichtingen:

  • -

    Aanbod doelgroepen 0-12 jaar

  • -

    Financiële draagkracht voor vervanging toestellen 50% van de waarde

  • -

    Borging veiligheid inspecties door stichting in administratief systeem gemeente (jaarlijkse keuring door en voor kosten van de gemeente)

  • -

    Standaard gebruikersovereenkomst met taken en verantwoordelijkheden

  • -

    Borging toezicht (eventuele financiële bijdrage gemeente bij bestaande stichtingen)

  • -

    Bij afhankelijkheid gemeente jaarlijks inzicht verstrekken middels een volledig financieel verslag (inkomsten/uitgaven)

  • -

    Jaarrond geopend met aangepaste openingstijden gekoppeld aan criteria (weersomstandigheden)

Toegevoegde/aangepaste voorwaarden bij oprichting van eventueel nieuwe speeltuinstichtingen:

  • -

    Aanvraag voldoet aan spreidingsrichtlijn gemeente Beekdaelen o.b.v. radius

  • -

    Borging toezicht volledig voor rekening stichting vanwege verantwoordelijkheidsgevoel

  • -

    Borging levensvatbaarheid middels plan vrijwilligers inzet

Uitkomsten discussie 30 november 2022

Tijdens een informatiebijeenkomst in de raadszaal in Nuth op 30 november 2022 hebben ketenpartners (contactpersonen van de speeltuinstichtingen, vrijwilligers (semi-) openbare speeltuinen, kinder-peuteropvang, jeugd-jongerenwerk, raads- en commissieleden) gereageerd op de denkrichtingen en de varianten die samen met de speeltuinorganisaties zijn opgesteld.

 

De algemene reactie luidt:

Er is begrip voor de poging om de knelpunten op deze wijze aan te pakken. Echter, de focus moet breder:

 

  • De leeftijdscategorie jeugd van 12 tot 18 jaar is ondergesneeuwd. Deze groep valt overigens uiteen in uit twee groepen met andere interesse/behoefte: 12-14 jarigen en 15-18 jarigen. Die laatste groep heeft minder behoefte aan sport- en spel plekken en meer aan hangplekken.

  • Door te focussen op besloten speeltuinen en door openbare plekken af te bouwen, komt de toegankelijkheid voor een groep kinderen in het gedrang ook al zijn de speeltuinen het hele jaar open. Kostenoverwegingen van en tijdsbeslag voor ouders spelen hierbij een rol.

  • ‘Gedwongen’ omvormen van semi-openbare naar besloten speeltuinen is niet op alle plekken mogelijk. Er is veel draagvlak bij omwonenden nodig (die een bestuur moeten vormen) waarover twijfels bestaan.

  • De technische benadering (tabellen met wegingen en scores) heeft een hoog theoretisch en abstract karakter en is daardoor niet helemaal te doorgronden.

  • Het lijkt erop dat er geen keuzemogelijkheden zijn aangezien alle scores in de richting van één variant wijzen.

  • Het openhouden van kleinschalige openbare speelplekken en het openstellen van schoolpleinen heeft de voorkeur van de aanwezigen.

Vierde variant

Op basis van deze input is, zoals toegezegd tijdens de bijeenkomst, gekozen voor het uitwerken van een vierde variant (inmiddels toegevoegd op pagina 13 en 14).

In deze variant kunnen de openbare locaties, op het moment dat zij aan vervanging toe zijn, worden omgevormd naar ‘ontmoetingsplekken’ voor jong maar ook voor oud.

De behoefte in de buurt/wijk is daarbij leidend. Maar nog belangrijker is de betrokkenheid uit de buurt/wijk als voorwaarde hiervoor.

Bewoners geven aan welke activiteiten gewenst zijn op de locatie (speelkansen zoals: slingeren, schommelen, glijden, klimmen en/of ontmoetingsmogelijkheden: hangen, zitten, sporten). Ook geven zij aan of zij bereid zijn een actieve rol in het proces van ontwikkeling en toezicht te spelen. Uit initiatieven elders in het land en over de grens blijkt dat omwonenden bereid zijn tot een bepaalde mate van ‘sociale’ controle op een openbare locatie als zij betrokkenheid bij de locatie ervaren.

Mocht er geen bereidheid zijn om actief deel te nemen aan het proces dan ruimte de gemeente de huidige toestellen op en gaat de locatie op in de openbare ruimte (groenvoorziening of plein).

Het uitgangspunt is om bij omvorming zoveel mogelijk natuurlijke spelelementen toe te passen.

 

Deze vierde variant is gepresenteerd in de beeldvormende commissie op 14 februari 2023.

De algemene tendens was positief en constructief. De variant is hierna verder uitgewerkt op het gebied van financiële en procesmatige aspecten, de fasering van de omvorming plus de inhoud van de nieuwe, uniforme, gebruiksovereenkomsten. Deze uitwerking is op 25 mei 2023 gepresenteerd aan de speeltuinstichtingen en de vrijwilligers die betrokken zijn bij de (semi)openbare speellocaties. Ook zij reageerden positief. Reden om in deze nota en bijbehorend raadsvoorstel expliciet te kiezen voor toepassing van variant vier en op basis daarvan de kaders van het nieuwe speelruimtebeleid op te stellen.

Kaders speelruimtebeleid

Conclusie

Op basis van het voorgaande is te concluderen dat:

  • Er in Beekdaelen een – meer dan - dekkend speelaanbod is zowel in de openbare ruimte als in de speeltuinen.

  • Het speelaanbod vooral is gericht op de allerjongsten (0 tot 10 jarigen) en bestaat uit traditionele toestellen. Voor de oudere jeugd zijn er 12 trap- en 2 basketbalveldjes en 1 skatepark.

  • Vervangingsbudget ontbreekt. Er is jaarlijks 100.000 euro nodig voor vervanging van de bestaande toestellen die de openbare ruimte en in de speeltuinen staan.

  • De speeltuinstichtingen gebrek hebben aan vrijwilligers/toezichthouders.

  • Er – in het verleden – heel uiteenlopende afspraken zijn gemaakt en overeenkomsten afgesloten met de speeltuinstichtingen.

  • Betrokkenheid van omwonenden bij de (semi-)openbare speellocaties sterk is afgenomen.

Uitgangspunten/kaders

Op basis van deze conclusies zijn de vragen over formele speelruimte en de gewenste visie daarop, gesteld op pagina 4, voor een groot deel te beantwoorden.

”Of en hoe deze ruimte wordt ingericht is een vraagstuk waar vele factoren een rol bij spelen. Welke kaders zijn belangrijk, voor wie is de speelvoorziening, welke mogelijkheden biedt de omgeving, wat zijn wensen van omwonenden, welke inzet vanuit vrijwilligers is mogelijk/gewenst, welke knelpunten ervaren zij? Bovendien is het creëren van speelruimte, en als onderdeel daarvan het inrichten van speelvoorzieningen, geen eenmalige investering. Speelruimte/speelvoorzieningen moeten worden beheerd en op termijn vervangen en dat drukt op de gemeentelijke middelen.”

 

Uitgangspunten:

 

  • Formele speelruimte, ruimte die bewust voor buitenspelen is bestemd, moet blijven bestaan.

    Naast het belang van spelen voor de ontwikkeling van kinderen, jeugd en jongeren is buiten spelen immers een belangrijke factor in het tegengaan van overgewicht (en het grotere risico op gezondheidsachterstanden op latere leeftijd).

    • o

      De 5 besloten speeltuinen in Beekdaelen zijn hierbij van belang. Hier kunnen jonge kinderen met hun gezinnen, schoolklassen en/of peuterspeelzalen/kinderopvang veilig en ‘letterlijk begrensd’ spelen, ontdekken en samenwerken.

    • o

      Het is gewenst om de vaak beperkte openingstijden van de speeltuinen te verruimen zodat de vele toestellen, die een relatief grote waarde vertegenwoordigen (1,3 miljoen euro), nog beter benut worden. Te denken valt aan experimenten met vervroegde openstelling (in/kort na de carnavalsvakantie i.p.v. 1e paasdag). De speeltuinstichtingen hebben daarbij ondersteuning nodig gezien het tekort aan vrijwilligers en middelen. De Stichting Speeltuinwerk Limburg (SpeL) kan adviseren over praktische zaken/problemen die hierbij spelen.

  • De openbare ruimte die als speelruimte is ingericht moet worden behouden en liefst verbeterd zodat deze beter wordt benut door alle inwoners.

    Beekdaelen heeft, net als alle andere gemeenten, in het kader van het Gezond en Actief Leven Akkoord een opdracht om een gezonde leefomgeving te creëren. Onderdeel hiervan is een omgeving die stimuleert tot bewegen. Het ligt voor de hand om de omgeving die als speelruimte is ingericht te behouden en liefst te verbeteren zodat deze beter wordt benut.

    • o

      Het verbeteren van het aanbod in de (semi)openbare speellocaties kan zorgen voor meer divers aanbod. Daarbij is het belangrijk de inrichting af te stemmen op meer leeftijdsgroepen, daar waar mogelijk aanbod voor alle leeftijden te combineren en naast spel ook sport- en ontmoeting mogelijk te maken.

Kaders

Dit betekent dat de volgende kaders worden vastgesteld:

 

  • 1.

    Behoud (en ondersteuning van) besloten speeltuinen, trap-en basketbalveldjes, jeu de boulebanen, bmx baan, skatepark, ouderenbeweegtuin)

  • 2.

    Omvorming – op kosten van gemeente – van 14 (semi)openbare speellocaties, op het moment dat de toestellen aan vervanging toe zijn, tot ‘ontmoetingsplekken’ voor jong maar ook voor oud waar spelen, sporten en ontmoeten centraal staat onder voorwaarden. Aan de hand van het vervangingsoverzicht is hiervoor een periode van vijf jaar ingepland (zie bijlage VI).

  • 3.

    Geen toevoeging van nieuwe speel/sportlocaties tenzij:

    • er locaties verdwijnen (bijvoorbeeld omdat tijdens het omvormen geen draagvlak wordt bereikt) waardoor het sport/speel aanbod dreigt te verschralen terwijl er elders binnen de kern wel draagvlak is;

    • bewoners – op basis van het uitdaagrecht – een speellocatie in eigen beheer en voor eigen rekening aanleggen waarbij planvorming, aanleg/inrichting, kosten onderhoud, aansprakelijkheid voor hun rekening is en e.e.a. in een bruikleenovereenkomst wordt vastgelegd.

Voorwaarden

Daarbij stelt de gemeente de volgende voorwaarden (afgestemd met de speeltuinstichtingen en vrijwilligers betrokken bij (semi)openbare speellocaties:

 

Ad 1

Voorwaarden die van toepassing zijn op de 5 besloten speeltuinen (Schinveld Breukberg; Merkelbeek Sjravelheukske; Schimmert Klavertje vier; Vaesrade speeltuin en kinderboerderij; Oirsbeek ’t Wipke):

 

  • De speeltuinstichtingen reserveren voor vervanging toestellen 50% van de waarde en geeft jaarlijks inzage in financiën (inkomsten/uitgaven)

  • De gemeente voert jaarlijks 2 inspecties en 1 keuring uit (via de firma Repcon)

  • De stichtingen voeren (minimaal) maandelijks een veiligheid inspectie uit, verwerken de resultaten in administratief/geautomatiseerd systeem (gemeente/Repcon) en voeren reparaties uit (trainingen in veiligheidsinspectie en dagelijkse controles zijn beschikbaar bij Speeltuinwerk Limburg (SpeL))

  • De speeltuinstichtingen gaan geleidelijk hun openingstijden uitbreiden te beginnen met eerdere opening (carnaval – eind oktober)

  • De gemeente kent de speeltuinstichtingen structureel een extra bijdrage (5.000 euro) toe - naast jaarlijkse subsidie - te besteden aan vrijwilligers/toezicht en lidmaatschap van Speeltuinwerk Limburg (SpeL). Het stichtingsbestuur dient het structureel toegekende budget te verantwoorden.

  • Gemeente en speeltuinstichtingen maken uniforme afspraken over zandlevering, afvoer afval en groenonderhoud*

Voorwaarden die van toepassing zijn op de (semi) openbare speellocaties (’t Toreke Nuth, Bingelrade, Jabeek, Puth)

 

  • De gemeente voert jaarlijks 2 inspecties en 1 keuring uit (via de firma Repcon)

  • De vrijwilligers voeren (minimaal) maandelijks een veiligheid inspectie uit, verwerken de resultaten in administratief/geautomatiseerd systeem (gemeente/Repcon) en voeren kleine reparaties uit (trainingen in veiligheidsinspectie en dagelijkse controles zijn beschikbaar bij Speeltuinwerk Limburg (SpeL))

  • Omvorming naar speel-sport en ontmoetingsplekken voor jong en oud vindt plaats als merendeel toestellen aan vervanging toe is én er betrokkenheid en draagvlak is bij omwonenden

  • De gemeente/externe partner begeleidt dit omvormingsproces

  • Gemeente en vrijwilligers maken uniforme afspraken over zandlevering, afvoer afval en groenonderhoud*

  •  

* Uniforme afspraken, vast te leggen in nieuwe bruikleenovereenkomsten:

  • o

    Groenonderhoud (gras, hagen) door gemeente/aannemer

  • o

    Zandlevering op afroep bij centrale leverancier, cc naar gemeente

  • o

    Afvoer afval: rolcontainer op terrein speeltuin, stichting opent/sluit tijdig poort voor RD4

  • o

    Bomeninspectie 1 maal per jaar door gemeente

  • o

    Afhankelijk van resultaat bomeninspectie: preventief handelen (kappen en herplanten gefaseerd)

  • o

    Groot onderhoud accommodatie door gemeente, klein onderhoud door stichting

Ad 2

Voor 14 (semi) openbare speellocaties geldt dat omvorming naar sport-, speel- en ontmoetingsplek plaatsvindt:

 

  • Op voorwaarde dat er voldoende betrokkenheid/draagvlak in buurt/wijk is.

  • De gemeente start – via een externe partij - per locatie een participatietraject om omwonenden en gebruikers te stimuleren een actieve bijdrage te leveren aan ontwikkeling, inrichting en/of toezicht op de locatie na inrichting. E.e.a. is uitgewerkt in een aparte Participatienota Speelruimtebeleid (augustus 2023).

  • Als draagvlak en/of bereidheid actief bij te dragen, ontbreekt dan verwijdert de gemeente de huidige toestellen en gaat de locatie op in de openbare ruimte (groenvoorziening of plein).

  • Bij de inrichting van de sport-, speel-, ontmoetingsplek vindt toepassing van - zoveel mogelijk - natuurlijke spel- en sportelementen plaats.

 

 

 

Bijlage I Het belang van spelen

 

Wat is het belang van spelen voor de ontwikkeling van kinderen, jeugd, jongeren, maar ook voor volwassenen? In deze bijlage worden de effecten van buitenspelen op een rij gezet.

 

Spelen is leuk

Spelen is van alle tijden en spelen is gewoon leuk. Kinderen kunnen ook niet precies aangeven wat spelen nu precies is. Spelen heeft een eigen waarde. Het spel heeft symbolische waarde voor kinderen, het geeft betekenis aan ervaringen. Maar het is bovenal plezierig en vrijwillig. Het is goed voor het welbevinden van kinderen.

 

Spelen is leren

Spelen (en sporten en ontmoeten) is van wezenlijk belang voor de geestelijke en lichamelijke ontwikkeling van kinderen, jeugdigen en jongeren. Een kind verkent de omgeving, ontmoet daarbij andere kinderen, jeugdigen, jongeren, bekende en onbekende volwassenen.

Allerlei materialen, mogelijkheden, structuren en situaties komen tijdens het spelen op hun pad. Het omgaan met de voorwerpen en situaties in zijn of haar omgeving is een belangrijke voorwaarde voor de ontwikkeling.

 

Cognitief-psychische ontwikkeling

Tijdens het spel spelen mentale processen een belangrijke rol. Spel bevordert de cognitief-psychische ontwikkeling. Zoals het bevorderen van logisch denken en probleemoplossend vermogen, leren kennen van de structuur van de ruimte, leren kennen van structuur van de tijd en creatieve competentie.

Logisch denken en probleemoplossend vermogen wordt gedoeld op het leren kennen van oorzaak – gevolgrelaties en kunnen classificeren, in serie zetten van tastbare en niet tastbare zaken. De structuur van de ruimte leren kennen houdt in weten wat hoog, laag, ver, dichtbij, hard of zacht is plus kennis van de verhoudingen van het eigen lichaam. Kinderen leren de structuur van de tijd: opeenvolging van gebeurtenissen, afwachten van een regenbui, dag-en nachtritme, week- en jaarritme, de begrippen heden, verleden en toekomst en natuurlijk de seizoenen. De ontwikkeling van de creatieve competentie vindt overal plaats bij spelen. Hierbij leren kinderen eigen ideeën en oplossingen bedenken.

 

Motorisch-lichamelijke ontwikkeling

Bij de motorisch-lichamelijke ontwikkeling valt te denken aan de ontwikkeling van grove en fijne motoriek, vaardigheden zoals lopen, werpen, vangen, zwemmen, springen, klimmen en klauteren, manipulatie van kleine voorwerpen en materialen. Maar ook visuele, auditieve waarnemingen en tastwaarnemingen worden getraind. Te denken valt aan waarnemen van textuur, temperatuur, trillingen.

 

Sociaal-emotionele ontwikkeling

Op sociaal-emotioneel vlak leren kinderen hun eigen zelfbeeld, ontwikkeling van eigen gevoelens, zelfstandigheid, sociale vaardigheden, sociale redzaamheid en hun eigen waarden en normen bepalen. Met het bepalen van het zelfbeeld weten kinderen tot welke

groep ze behoren (familie, etnische groep). Eigen gevoelens zoals angst, drift en vriendschap krijgen een plek tijdens het spelen. Kinderen leren zelfstandig te zijn en eigen keuzes te maken en daaraan trouw te blijven en die keuzes uit te voeren met of zonder hulp van anderen. Ook leren ze sociale vaardigheden zoals omgaan met anderen,

regels en gezagsverhoudingen. Het leren van sociale redzaamheid houdt in zorgen voor uiterlijke verschijningsvorm en lichamelijke verzorging en het vaardig worden in het zorgen voor de omgeving. Kinderen leren hun eigen waarden en normen ontdekken.

 

Spelen is gezond

Spelen en sporten kan de gezondheid bevorderen. De beweging gaat overgewicht tegen. Steeds meer kinderen hebben op steeds jongeren leeftijd te maken met overgewicht. Spel en sport verminderen bovendien stress en aandachtsmoeheid bij kinderen. Dit verband is sterker bij spelen in de natuur.

 

Spelen is woonplezier/cohesie

Een omgeving die uitlokt tot meer spelen en sporten maakt de kans groter dat mensen elkaar ontmoeten. Met verhoging van die kans ontstaat de mogelijkheid dat mensen elkaar, via kinderen en jeugdigen, van naam leren kennen en elkaar kleine diensten gaan bewijzen zoals even op kinderen passen. Elkaar van gezicht en naam kennen en elkaar kleine diensten bewijzen zorgt voor vertrouwen en binding met elkaar. Beide zijn belangrijk voor een grotere binding met de buurt en meer leefbaarheid. Bovendien is het zo gemakkelijker om sociale controle en toezicht uit te oefenen.

 

Spelen is een recht

Kinderen, jeugdigen en jongeren hebben tot slot ook recht op speelruimte.

Dit blijkt uit het Verdrag inzake de Rechten van het kind, dat werd aangenomen door de Verenigde Naties op 20 november 1989. Het omvat alle kinderrechten, geldt wereldwijd en heeft dezelfde kracht als een wet in Nederland. Het verdrag is eigenlijk een contract

tussen de overheden en hun minderjarige bevolking.

Lid 1 van Artikel 31 van het Verdrag inzake de Rechten van het kind:

“De Staten die partij zijn, erkennen het recht van het kind op rust en vrije tijd, op deelneming aan spel en recreatieve bezigheden passend bij de leeftijd van het kind, en op vrije deelneming aan het cultureleen artistieke leven.”

 

Bijlage II Overzicht locatie speellocaties met actieradius

 

 

Bijlage III Demografische ontwikkelingen

 

Aantal jeugdigen per leeftijdscategorie, per kern

 

 

Bijlage IV Gegevens speeltuinstichtingen

 

Locatie

Besloten speeltuinen

(entree/beheer)

Ontstaan

Stichting

Lid SpeL

Subsidie = 3.554,-

Extra bijdrage

Keuring

Groen

Zand

Reparaties

Vrijwilligers

Opmerkingen

10.000,-

4.776,-

Stichting

Gemeente

Stichting

Gemeente

Levering

Verwerking

Aantal ca.

vergoeding

Stichting

Gemeente

Stichting

Gemeente

Stichting

Gemeente

(betaalt)

Schinveld

Breukberg

1962

X

-

X

X

-

-

-

-

X

X

-

X

-

X

-

15

X

6K/j

Gebrek aan vrijwilligers

Merkelbeek

Sjravelheukske

1965

X

X

X

X

-

X

-

X

-

X

-

X

-

X

-

30

X

3K/j

Geen overeenkomst met gemeente

Klavertje vier

Schimmert

X

X

X

-

-

X

-

-

X

X

X

-

X

X

6

X

VIDAR:

5,5K/j

Inhuur toezicht

op weekdagen

18 u p/week

Speeltuin Vaesrade

1982

X

X

X

-

-

-

-

X

-

X

-

X

-

X

-

5

X

Ouderdom toestellen

2009: verruimd

-

-

-

X

-

-

X

-

-

-

-

-

-

-

5

X

Beperkte openingstijden

Wipke Oirsbeek

1964

X

-

X

-

-

-

X

X

X

-

X

X

X

40

Geen entreeheffing

 

Semi openbaar

en openbaar

Ontstaan

Stichting

Lid SpeL

Subsidie = 3.554,-

Keuring

Groen

Zand

Reparaties

Vrijwilligers

Opmerkingen

Stichting

Gemeente

Stichting

Gemeente

Levering

Verwerking

Aantal

vergoeding

Stichting

Gemeente

Stichting

Gemeente

Stichting

Gemeente

(betaalt)

Semi-openbaar (afgesloten in nacht)

‘t Töreke

Nuth

1980

X

X

-

-

X

-

X

-

X

X

-

X

X

4

-

Renovatie in 2011

Bestuur incompleet

De Eijken Nuth

2013

-

-

-

-

X

-

X

-

X

-

X

-

X

1

-

Realisatie op kosten projectontwikkelaar

Knolwei

Schimmert

1982

-

-

-

-

X

-

X

-

X

X

-

X

X

-

-

Overlast hangjeugd

Naast Bockereyer

Sweikhuizen

2000

-

-

-

-

X

-

X

-

?

-

?

-

X

-

-

Realisatie op kosten gemeente op vm. voetbalveld

’t Peschke

Wijnandsrade

2005

-

-

-

-

X

-

X

-

X

X

-

X

X

2

-

Oorspronkelijke doelgroep afwezig

Beatrixplein

2000

-

-

-

-

X

-

X

-

X

X

-

X

X

1

-

Betrokken omwonenden

Openbaar

Onderste Puth

Puth

2017

-

-

-

-

X

-

X

X

-

X

-

X

X

7

-

Ouderdom toestellen

Gebiedsontwikkeling

Os Durp Bingelrade

2017

X

-

-

-

X

-

X

-

X

X

-

X

X

10

-

Realisatie op kosten stichting, aanleg kunstgrasveld door gemeente

Speeltuin Jabeek

2022

X

-

-

-

X

-

X

-

X

X

-

X

X

5

-

Realisatie op kosten stichting (BIT bijdrage)

 

 

Bijlage V proces en planning

 

In overleg met Speeltuinwerk Limburg * (SpeL) is in 2022 een aanpak en een planning opgesteld voor het proces van beleidsopstelling. In dit proces krijgen vertegenwoordigers van de besturen van de speeltuinstichtingen en –verenigingen de ruimte om hun visie te geven. Ook worden andere partijen, zoals scholen, kinder- en peuteropvang, Beweegdaelen betrokken bij het proces.

 

*SpeL is een door de provincie Limburg gesubsidieerde organisatie die projecten begeleidt en ondersteunt die ruimte geven aan buiten spelen om daarmee buiten spelen voor alle kinderen in Limburg mogelijk te maken

 

De aanpak ziet er als volgt uit:

 

Voorbereidingsfase:

Presentatie van het proces aan besturen van speeltuinstichtingen en –verenigingen

Verzamelen demografische en financiële gegevens voor de analyse

Verzamelen input van speeltuinstichtingen en –verenigingen tijdens gesprekken

 

Opstellen plan van aanpak

Samenstellen analyse op basis van verzamelde gegevens

mei t/m augustus 2022

Presentatie analyse aan speeltuinstichtingen en bespreking mogelijke varianten

29 september 2022

Uitwerken varianten inclusief financiële gevolgen 

oktober t/m november 2022

Presentatie analyse en varianten aan alle betrokken partijen

30 november 2022

Opstellen concept plan van aanpak op basis van reacties

1e kwartaal 2023

Presentatie concept plan van aanpak aan beeldvormende commissie

1e kwartaal 2023

Raadsbehandeling

3e kwartaal 2023

 

 


1

Leefstijlonderzoek JOGG Beweegdaelen 2021

2

De definitie van een speeltoestel luidt: “inrichting die bestemd is voor vermaak of ontspanning, waarbij uitsluitend van de zwaartekracht of de fysieke kracht van de mens gebruik wordt gemaakt.”

3

Het WAS definieert de term ‘voorhanden’ niet. Algemeen gangbaar is de uitleg dat de eigenaar van de ondergrond/toestel verantwoordelijk is.

4

beleid vm Onderbanken: € 15.000 structureel jaarlijks vervangingsbudget per speeltuin op voorwaarde dat de speeltuin 25% van de investering zelf bekostigt uit eigen inkomsten en donaties/fondsen