Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Beekdaelen

Hemelwaterverordening Beekdaelen 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBeekdaelen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingHemelwaterverordening Beekdaelen 2024
CiteertitelHemelwaterverordening gemeente Beekdaelen 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 10.32a van de Wet milieubeheer
  2. artikel 149 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

31-12-2023nieuwe regeling

31-10-2023

gmb-2023-479270

Tekst van de regeling

Intitulé

Hemelwaterverordening Beekdaelen 2024

De raad van de gemeente Beekdaelen

 

Gezien het voorstel van het college d.d. 12 september 2023

 

Overwegende dat het van belang is dat het rioolstelsel minder hemelwater hoeft te verwerken.

 

Gelezen het advies van de raadscommissie d.d. 19 oktober 2023

 

Gelet op het artikel 10.32a van de wet Milieubeheer en artikel 149 van de Gemeentewet

 

BESLUIT VAST TE STELLEN DE VOLGENDE VERORDENING:

 

Hemelwaterverordening Beekdaelen 2024.

 

AFDELING 1. Algemene bepalingen

 

Artikel 1. Definities

In de verordening wordt verstaan onder:

  • -

    bergingsvoorziening: voorzieningen die bedoeld zijn om regenwater tijdelijk of langdurig vast te houden.

  • -

    college: het college van burgemeester en wethouders van gemeente Beekdaelen.

  • -

    infiltratie: het proces waarbij hemelwater wegzakt in de bodem.

  • -

    infiltratievoorziening: een vorm van een bergingsvoorziening om opgevangen hemelwater te infiltreren.

  • -

    plangebied: het hele gebied binnen een ontwikkeling waarvoor een omgevingsvergunning of bestemmingsplan/wijziging van omgevingsplan wordt aangevraagd.

  • -

    K-waarden: het vermogen van de bodem om water of bodemlucht door te laten, wordt aangegeven met de zogeheten doorlatendheidscoëfficiënt (K).

  • -

    verhard oppervlak: oppervlak voorzien van verhardingen (o.a. daken, bestratingen, verharde terreinen, etc.), zodanig dat hemelwater van dit oppervlak niet in de bodem kan infiltreren.

  • -

    waterberging: zie bergingsvoorziening.

AFDELING 2. Waterberging

 

Artikel 2. Verplichting tot waterberging

  • 1.

    Met het oog op het beperken van wateroverlast wordt in het gehele grondgebied van de gemeente Beekdaelen geen hemelwater van plangebieden met verhard oppervlak door (her)bouw, uitbreiding of herontwikkelingen in een openbaar riool geloosd, tenzij een bergingsvoorziening op eigen perceel is aangebracht en in stand gehouden.

  • 2.

    De minimale capaciteit van de bergingsvoorziening is:

    • -

      60 liter per m² van het verhard oppervlak (horizontaal gemeten). Indien met toestemming van Waterschap Limburg vertraagd geloosd wordt op het oppervlaktewater in beheer van het waterschap, zijn de eisen van Waterschap Limburg van toepassing.

  • 3.

    De bergingsvoorziening wordt zo ontworpen en in stand gehouden dat deze tussen 24 uur en 48 uur weer voor 100% beschikbaar is. Het in de bergingsvoorziening opgevangen hemelwater wordt geïnfiltreerd. Is infiltratie volgens de in artikel 2 lid 5 opgenomen criteria niet mogelijk dan moet vertraagd worden afgevoerd naar het gemeentelijk riool door middel van een bergingsvoorziening met een vertraagde afvoer met een diameter van maximaal 110 mm bij particuliere woningen, voorzien van een spuipunt.

  • 4.

    Uitvoering van een onderzoek naar de doorlatendheid van de bodem is verplicht bij initiatieven met (her)bouw, uitbreiding of herontwikkelingen met verhard oppervlak > 200 m2. Aan dit onderzoek worden de volgende eisen gesteld:

    • Bepaling van de K-waarden.

    • Het onderzoek dient inzicht te geven in de laagopbouw en bijbehorende doorlatendheid van de bodem tot een diepte van 10,0 m-mv (of zover als voor het realiseren van een bergingsvoorziening noodzakelijk is).

    • Het onderzoek dient inzicht te geven in de grondwaterstand.

    • Door perceeleigenaar/initiatiefnemer kan worden afgeweken van bovenstaande vereisten indien betrouwbare informatie van het plangebied voorhanden is. De perceeleigenaar/initiatiefnemer dient dit ter goedkeuring aan het college voor te leggen.

  • 5.

    De bergingsvoorziening wordt uitgevoerd als infiltratievoorziening bij:

    • Een K-waarde ≥ 0,1 m/dag en;

    • Een grondwaterstand dieper dan 1,0 m-mv.

  • 6.

    Bergen en vertraagd afvoeren is toegestaan bij:

    • Een K-waarde < dan 0,1 m/dag en/of

    • Een grondwaterstand hoger dan 1,0 m-mv.

  • 7.

    De hoeveelheid hemelwater die na vulling van de bergingsvoorziening niet kan worden opgevangen omdat de voorziening de maximale capaciteit heeft bereikt, kan d.m.v. een spuipunt op het eigen perceel worden geloosd in de openbare ruimte conform de geldende voorkeursvolgorde afkoppelen van provincie Limburg en Waterschap Limburg. Indien de toepassing van een spuipunt niet mogelijk is, is de aansluitverordening riolering Beekdaelen van toepassing.

    Aansluiten op een vuilwaterriool is niet toegestaan.

  • 8.

    Een infiltratievoorziening wordt bij voorkeur voorzien van een bodempassage, het toepassen van uitlogende materialen is niet wenselijk.

  • 9.

    Het college kan gemotiveerd afwijken van de verplichting om een bergingsvoorziening aan te brengen, voor zover het aanbrengen van de bergingsvoorziening redelijkerwijs niet mogelijk is. Deze motivering maakt integraal onderdeel uit van de omgevingsvergunning.

Artikel 3. Maatwerkvoorschrift

Het college kan maatwerkvoorschriften stellen over de inrichting en het beheer van de bergingsvoorziening.

 

AFDELING 3. Overige bepalingen

 

Artikel 4. Overgangsrecht

Artikel 2 is niet van toepassing op (principe)verzoeken om wijziging van het bestemmingsplan of aanvragen om omgevingsvergunning die worden ingediend voor de formele inwerkingtreding van deze verordening en waarop schriftelijk door het college is medegedeeld, dat er (onder voorwaarden) mee kan worden ingestemd. Op dergelijke verzoeken en aanvragen is artikel 2 slechts niet van toepassing gedurende de termijn waarvoor de principemedewerking is afgegeven.

Artikel 5. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 31 december 2023.

Artikel 6. Intrekking

Niet van toepassing

Artikel 7. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “hemelwaterverordening gemeente Beekdaelen 2024”.

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 31 oktober 2023.

De griffier

Mevr. B van der Wijst

De voorzitter

dhr. ing. E. Geurts

Toelichting

Artikel 2.

 

Lid 1 en 2

Via de regel om bij nieuw en vervangend oppervlak te voorzien in een minimale waterbergingscapaciteit van 60 mm per m² verhard oppervlak, wordt hemelwater langer vastgehouden op eigen terrein. Op die manier wordt de belasting op de openbare riolering geleidelijk aan teruggebracht. Een capaciteit van 60 liter per m2 betekent dat voor een perceel met een verhard oppervlak van bijvoorbeeld 1000 m² (horizontaal gemeten) moet worden voorzien in een vorm van bergingsvoorziening met een totale capaciteit van 1000 maal 60 liter, dit is 60.000 liter of 60 m³ holle ruimte.

 

Het gebruik en het overlopen van de bergingsvoorziening mag niet leiden tot schade aan in de nabijheid liggende percelen en opstallen. Schade, direct en/of indirect, die eventueel zal ontstaan, is en blijft voor rekening voor de perceeleigenaar/initiatiefnemer.

 

Lid 3

De bergingsvoorziening dient binnen 24 tot 48 uur weer beschikbaar te zijn, zodat opeenvolgende regenbuien wederom geborgen kunnen worden in de bergingsvoorziening.

 

Lid 4

De voorziening moet afgestemd zijn op de kenmerken van de ondergrond. Hiervoor is het noodzakelijk om een goed beeld te krijgen van de ondergrond. Onderzoek naar de k-waarde (mate van waterdoorlatendheid) van de grond en een beeld van de grondwaterstand ter plaatse is hierbij onontbeerlijk. Ondanks dat globale informatie over k-waarden en grondwaterstanden wellicht voorhanden is, moet rekening worden gehouden dat lokaal significante verschillen in de eigenschappen kunnen optreden.

 

Voor verharde oppervlakken > 200 m2 zal de zogenaamde emmerproef enkel dienen als een eerste indicatie van de bodemdoorlaatbaarheid.

 

Lid 5

Bj een K-waarde < 1,0 m/dag is een infiltratievoorziening met een vertraagde leegloop toegestaan.

 

Lid 7

Bij extreme neerslag, die de verplichte waterbergingscapaciteit in het betreffende werkingsgebied te boven gaat, kan onder voorwaarden gebruik worden gemaakt van de openbare ruimte indien het hemelwater niet op eigen terrein kan worden verwerkt. Het derde lid maakt duidelijk dat de bergingsvoorziening niet bedoeld is om alle mogelijke regenbuien op te vangen. Dit artikellid geeft invulling aan de wettelijke zorgplicht die de gemeente heeft voor het verwerken van hemelwater, als dat redelijkerwijs niet van de perceeleigenaar kan worden gevergd.

 

Lid 9

Het is niet zo dat de hemelwaterverordening situaties die niet voldoen aan de waterbergingseis uit het eerste lid zonder meer verbiedt. Er zijn situaties denkbaar waarin het realiseren van de voorgeschreven hoeveelheid bergingsvoorziening erg lastig is, of zelfs onmogelijk. Dit is in lijn met de opdracht in art. 10.32a lid 2 Wm om geen lozingsverbod in te stellen als van de perceeleigenaar redelijkerwijs geen andere wijze van afvoer kan worden gevergd. Een initiatiefnemer kan, in dit soort gevallen, een vrijstelling aanvragen om een bergingsvoorziening met een lagere capaciteit te hoeven aanleggen. Deze motivering maakt dan wel integraal onderdeel uit van de omgevingsvergunning.

Ook de aanwezigheid van mijndrempels of andere na-ijleffecten van de steenkoolwinning in de nabijheid van het plangebied, of aanwezige verontreiniging, kan een reden zijn om af te wijken van de verordening. Een initiatiefnemer dient in dit soort gevallen in overleg te treden met het college (of een afvaardiging) over de aard van de leegloop van de bergingsvoorziening. Is infiltratie niet toegestaan of niet wenselijk, dan moet vertraagd worden afgevoerd. Deze motivering maakt ook dan integraal onderdeel uit van de omgevingsvergunning.

 

Artikel 3.

In dit artikel is geregeld dat het college een maatwerkvoorschrift kan stellen over de inrichting en het beheer van een bergingsvoorziening. Bij beheermaatregelen valt te denken aan bijvoorbeeld de manier van onderhouden van afvoerleidingen of infiltratiekratten, deze kunnen bijvoorbeeld verstopt raken. Met een maatwerkvoorschrift kan de gemeente specifieke voorschriften geven over de inrichting en het beheer van een bergingsvoorziening in concrete situaties. Het maatwerkvoorschrift is een besluit waartegen rechtsbescherming open staat.

 

Artikel 4.

Ruimtelijke initiatieven kennen vaak een lange doorlooptijd. Een overgangsregeling is daarom van belang om duidelijkheid en rechtszekerheid te bieden aan initiatiefnemers en belanghebbenden. (Principe)verzoeken om wijziging van het bestemmingsplan of aanvragen om omgevingsvergunning die worden ingediend voor de formele inwerkingtreding van de verordening en waarop schriftelijk door het college is medegedeeld, dat er (onder voorwaarden) mee kan worden ingestemd, hoeven niet te voldoen aan de eisen zoals opgenomen in artikel 2. Dit geldt alleen voor de termijn waarvoor de principemedewerking is afgegeven. Deze termijn bedraagt één jaar. Als de aanvraag om omgevingsvergunning gedurende deze termijn niet wordt ingediend, vervalt de principemedewerking.