Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Assen

Kwaliteitskader peuteropvang Assen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAssen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingKwaliteitskader peuteropvang Assen
CiteertitelKwaliteitskader peuteropvang Assen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-11-2023Nieuwe regeling

07-09-2023

gmb-2023-478294

Tekst van de regeling

Intitulé

Kwaliteitskader peuteropvang Assen

 

 

Dit Kwaliteitskader hoort bij de ‘Subsidieregeling peuteropvang gemeente Assen’.

 

  • Doel: Bewaken, beheersen en verbeteren van de kwaliteit van peuteropvang met VVE in de gemeente Assen.

  • Looptijd: Dit Kwaliteitskader gaat in per 1-1-2024. Hiermee is het vorige kwaliteitskader peuteropvang Assen, vastgesteld op 8 oktober 2019, ingetrokken.

  • Toetsing: De GGD inspecteert jaarlijks de eisen uit dit kwaliteitskader, boven op de basisvoorwaarden zoals aangegeven in de landelijke wet- en regelgeving. De GGD adviseert de gemeente Assen over haar constateringen.

 

Nr.Omschrijving

1. Wet- en regelgeving

De aanbieder van peuteropvang moet voldoen aan de basisvoorwaarden zoals aangegeven in het Besluit Basisvoorwaarden Kwaliteit Voorschoolse Educatie, de Wet Kinderopvang, de Regeling Wet Kinderopvang en het Besluit kwaliteit kinderopvang.

 

2. Aanbod peuteropvang

De subsidie is bestemd voor peuteropvang locaties waarbij het gaat om

  • een laagdrempelige voorziening voor alle peuters van 2,5 - 4 jaar en voor peuters met een vve-indicatie* van 2 - 4 jaar;

  • een voorziening waar wordt gewerkt met een door het NJI erkend vve-programma;

  • een voorziening waar peuters van dezelfde leeftijd geplaatst worden in horizontale groepen. Wanneer dit niet haalbaar is kan daarvan worden afgeweken op voorwaarde dat dit onderbouwd opgenomen is in het pedagogisch beleidsplan;

  • een voorziening waarbij zoveel mogelijk sprake is van gemengde groepen: kinderen met en zonder vve-indicatie en wel of niet vallend onder de kinderopvangtoeslag spelen en ontwikkelen zich gezamenlijk in een groep. Wanneer dit niet haalbaar is kan daarvan worden afgeweken op voorwaarde dat dit onderbouwd opgenomen is in het pedagogisch beleidsplan.

 

Aanbodverplichting

Peuteropvang locaties die subsidie ontvangen hebben ten aanzien van peuters met een vve-indicatie een aanbodverplichting. Peuters van 2-4 jaar met een vve-indicatie moeten de mogelijkheid hebben om 16 uur per week gebruik te maken van het vve-aanbod (Voor peuters van 2,5-4 jaar met een vve-indicatie is dit zelfs een wettelijke verplichting).

Om het afnemen van de volledige 16 uur per week te stimuleren is de tweede 8 uur per week voor ouders gratis. Peuteropvang locaties laten dit weten aan de ouder(s)/ wettelijk vertegenwoordiger(s) van de peuters.

 

* Peuters die voldoen aan de gemeentelijke doelgroep-definitie krijgen een vve-indicatie. De Jeugdgezondheidszorg (JGZ) kan dit al vroeg inschatten omdat zij de kinderen volgen vanaf de eerste levensweken. Soms blijkt pas op de peuteropvang dat een kind tot de doelgroep behoort. In dat geval legt de voorschoolse organisatie het ter toetsing voor aan de JGZ.

 

3. Doorgaande lijn naar het basisonderwijs

In het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie staat bij artikel 4a: De houder beschrijft in het pedagogisch beleidsplan, bedoeld in artikel 3 van het Besluit kwaliteit kinderopvang, op zo concreet en toetsbaar mogelijke wijze:(…) en dan onder f: de wijze waarop vorm wordt gegeven aan de inhoudelijke aansluiting tussen voor- en vroegschoolse educatie en aan een zorgvuldige overgang van het kind van voor- naar vroegschoolse educatie.

Als uitwerking hiervan wordt van de aanbieder van peuteropvang verwacht:

  • a.

    dat er een warme overdracht plaats vindt bij alle kinderen (met als uitzondering de kinderen waarvan ouders bezwaar hebben tegen een overdacht), en

  • b.

    dat er – per locatie – minimaal 1x per jaar een gesprek plaats vindt met één of meerdere medewerkers van de school waar peuters met een vve-indicatie in het afgelopen jaar naar toe zijn overgegaan. Als dit meerdere scholen zijn dan dient de aanbieder van peuteropvang met tenminste 2 scholen afzonderlijk een gesprek te hebben, waarbij de keuze valt op de scholen waar de meeste peuters naartoe zijn gegaan. In dit gesprek is aandacht voor:

    • of de visie ten aanzien van het ontwikkelen en leren voldoende op elkaar aansluit;

    • of het pedagogisch klimaat voldoende op elkaar aansluit;

    • of de wijze waarop tegemoetgekomen wordt aan de ondersteunings-/zorgbehoefte van het kind / de kinderen voldoende op elkaar aansluit.

Hierbij gaat het in het gesprek om vragen als: wat zijn de sterke punten? Wat kan er beter? Waarbij (vooral) aandacht is voor de rol/taak die de aanbieder van peuteropvang hierin heeft, met als doel de doorgaande lijn naar het basisonderwijs te verbeteren.

 

c. Vanaf 1 januari 2025 is er per locatie

  • een verslag beschikbaar van het gesprek met de school / scholen (zie onderdeel b);

  • in het pedagogisch beleidsplan een passage opgenomen met concrete doelen t.b.v. de doorgaande leer- en ontwikkelingslijn van peuters met een vve-indicatie waarvoor in het komende jaar extra aandacht is, bijvoorbeeld naar aanleiding van het gesprek met de school / scholen.

 

4. Ouderbetrokkenheid

Uit het pedagogisch beleidsplan blijkt verder dat er per locatie afspraken zijn over de wijze waarop:

  • a.

    ouders van kinderen met een vve-indicatie betrokken worden, waarbij de ouders weten

    • hoe het staat met de ontwikkeling van hun kind;

    • wat zij thuis aan ontwikkelingsstimulering kunnen doen en hoe ze dat moeten doen.

  • b.

    ouders van kinderen met een vve-indicatie geactiveerd en gemotiveerd worden om deel te nemen aan de ouderactiviteiten in de wijk, zodat zij hun kinderen beter kunnen ondersteunen in hun ontwikkeling.

 

5. Vve-taakuren

In het pedagogisch beleidsplan is vastgelegd dat er per peuteropvang-groep formatie is opgenomen voor vve-taken buiten de kind-gebonden openingsuren. Deze vve-taken hebben een directe relatie met de kwaliteit van vve:

  • voorbereidings- en evaluatietijd;

  • oudercontactmomenten.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van B&W op 7 november 2023

M.L.J. Out, voorzitter

T. Dijkstra, secretaris