Projectplan Waterwet vervangen inlaat INL-56

Het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, hierna te noemen het hoogheemraadschap, werkt continu aan zijn watersysteem om het waterbeheer nu en in de toekomst zeker te stellen. Om ons werk voor droge voeten in het gebied goed uit te kunnen blijven voeren, is een verbetering nodig. Met de bouw van een nieuwe inlaat maken wij het gebied klaar voor de toekomst. Het weer wordt extremer, regenbuien worden heviger met meer kans op wateroverlast, of er is juiste sprake van watertekort vanwege te weinig neerslag. Met een goed stelstel van sloten en plassen en met krachtige gemalen blijven wij de weersverandering de baas.

Het vervangen van INL-56 is een maatregel horend bij het peilbesluit Zuidplaspolder Zuidoost. Vanwege een onhandige constructie van de instroom van de huidige inlaat is het voor het dagelijkse peilbeheer soms moeilijk om de peilen in de achterliggende polder efficiënt op peil te houden. Daarnaast is de inlaat verouderd en kent een slechte onderhoudsstaat.

Afbeelding 1: In en- uitstroom huidige INL-56

INL-56 maakt onderdeel uit van het watersysteem Zuidplaspolder Zuidoost. Het peilbesluit Zuidplaspolder Zuidoost is 5 oktober 2022 vastgesteld door de Verenigde Vergadering van het hoogheemraadschap. Om het op peil houden van de polder bij droogte optimaal te vervullen wordt er een nieuwe inlaat gerealiseerd. De nieuwe inlaat wordt handbediend en bestaat uit een in en- uitstroomvoorziening en een leiding. De inlaat is gelegen in een secundaire kering. Om te voldoen aan de eisen vanuit de waterkering wordt een dubbele kering aangelegd. Dit houdt in dat de leiding aan beide zijden afsluitbaar is. De bestaande inlaat wordt buiten bedrijf genomen en in zijn geheel verwijderd. Doel van de maatregel is om een nieuwe inlaat aan te leggen waarbij de in het peilbesluit vastgestelde peilen jaarrond goed gevoerd kunnen worden en waarbij water niet onnodig wordt ingelaten.

De huidige inlaat ligt binnen de grenzen van de gemeente Zuidplas. De inlaat is gelegen op het perceel met adres Kortenoord 102 te Nieuwerkerk aan den IJssel. De nieuwe inlaat wordt op hetzelfde perceel aangelegd, meer richting het noorden, zie afbeelding 2.

Afbeelding 2: locatie huidige inlaat en locatie nieuwe inlaat

Adres: Kortenoord 102, 2911 BE, Nieuwerkerk aan den IJssel.

Kadastrale gegevens: gemeente Nieuwerkerk, Sectie B, nr. 6061

De zowel de oude als nieuwe inlaat liggen een perceel welke niet in eigendom is van HHSK.

De inlaat voorziet peilgebieden GPG 1349, 1350 en 1351 van schoon en voldoende water. Het water loopt van de inlaat door de drie peilgebieden naar gemaal Boezemland. Gemaal Boezemland maalt het water uit op de Ringvaart. Zie afbeelding 3.

Afbeelding 3, bemalingsgebied van gemaal Boezemland

Afbeelding 4 geeft een overzicht van de drie peilgebieden vanaf INL-56 naar gemaal Boezemland.

Afbeelding 4 voorzieningsgebied INL-56

De nieuwe inlaat wordt net als de huidige inlaat handbediend. De afmetingen van de inlaat inclusief leiding zijn gelijk aan de afmetingen van de huidige inlaat. Doordat de nieuwe inlaat op een andere locatie wordt gerealiseerd, kan de huidige inlaat in gebruik blijven gedurende de uitvoering van de werkzaamheden. Hierdoor is er tijdens de uitvoering geen verhoogde kans op waterschaarste. De verplaatsing van de inlaat heeft geen negatief effect op het functioneren van het peilgebied.

Bij dit project vinden geen emissies plaats van chemische stoffen. De materialen die gebruikt worden, te weten staal, beton en hout, zijn standaard materialen die bij de waterbouw worden toegepast. Deze materialen gaan geen verbindingen aan met het water waardoor de chemische kwaliteit kan worden aangetast. Het eventueel lozen van bemalingswater uit een bouwkuip is geregeld in het Besluit lozen buiten inrichtingen. De chemische en ecologische kwaliteit van het watersysteem blijft gelijk of verbeterd door dit project.

De aanleg van de instroom en de leiding vinden plaats in de boezemkade. Bij het ontwerp van deze onderdelen wordt rekening gehouden met de grond- en waterkerende functie van de dijk, bijvoorbeeld door gebruik te maken van tijdelijke bouwkuipen. Hierdoor leidt de realisatie van het uitstroomhoofd en de leiding niet tot schade aan de waterkering en daardoor een hoger overstromingsrisico.

De nieuwe inlaat neemt de functie van de oude inlaat over. De bestaande inlaat wordt na realisatie van de nieuwe inlaat buiten werking gesteld en zal in zijn geheel worden verwijderd.

In deze paragraaf staat een beschrijving van en toelichting op de werkzaamheden van de nieuw te bouwen inlaat.

Instroomconstructie

Vanaf de watergang wordt een betonnen instroomconstructie aangebracht. In de instroomopening wordt een krooshek aangebracht om kroosvuil tegen te houden. Er worden schotbalksponningen aangebracht om de instroomconstructie droog te kunnen zetten. De inlaat wordt handmatig bediend en wordt naar gelang de behoefte aan water verder open of dicht gezet.

Leiding

Tussen de instroom en- uitstroomconstructie wordt een leiding aangebracht. De diameter van de leiding bedraagt rond 200 mm. De leiding wordt dubbel kerend uitgevoerd door middel van een schotbalksponning in de instroomconstructie en een handbediende schuifafsluiter in de instroomconstructie. De leiding wordt onder afschot aangelegd. De leiding moet voldoen aan de eisen die gesteld zijn voor buisleidingsystemen (NEN 3650) en de aanvullende eisen voor buisleidingen in of nabij waterstaatswerken (NEN 3651).

Uitstroomconstructie

De uitstroomconstructie komt uit in een watergang van peilgebied GPG 1349.

Oeverbescherming watergangen

De instroomconstructie wordt uitgevoerd met een beschoeiing. De beschoeiing dient ten behoeve van opsluiting van het grondpakket, ter voorkoming van uitspoeling van grond en het voorkomen van achter- en onderloopsheid.

De nieuwe inlaat wordt in zijn geheel aangelegd op een perceel dat niet in eigendom is van het hoogheemraadschap. Het toekomstige beheer en onderhoud van de complete inlaat wordt na oplevering uitgevoerd door het hoogheemraadschap.

De werkzaamheden kunnen starten na vaststellen van dit projectplan. Vervolgens worden de werkzaamheden aanbesteed. De periode van uitvoering van de werkzaamheden staat gepland in het jaar 2024.

In deze paragraaf staat een beschrijving van de belangrijkste omgevingsaspecten met mogelijke risico’s die voor dit project geïdentificeerd zijn.

Waterhuishouding

De nieuwe inlaat heeft dezelfde inlaatcapaciteit als de huidige inlaat. De nieuwe inlaat kan worden gerealiseerd zonder dat de oude inlaat buiten gebruik gesteld hoeft te worden. Zodoende is er tijdens de realisatie geen tijdelijke inlaat nodig. Nadelige effecten voor het oppervlaktewater en/of de waterkwaliteit worden niet verwacht.

Waterkering

De nieuwe instroomconstructie en de nieuwe leiding worden aangelegd volgens de huidige eisen die zijn vastgelegd in het vergunningenbeleid Waterkeringen van het hoogheemraadschap. Het risico op schade aan de boezemkade door de werkzaamheden, zoals rijschade of zetting, kan beperkt worden door bij de keuze van het materieel en opslag van materiaal rekening te houden met de slappe ondergrond.

Locatiekeuze en ruimtelijke inpassing

Er is onderzocht of het vervangen van de bestaande inlaat mogelijk en wenselijk is. Er is gezocht naar een optimale plek in het watersysteem voor het realiseren van de nieuwe inlaat. Bij de keuze van de nieuwe inlaat is gekozen om deze meer naar het noorden te leggen, verder weg van het bestaande woonhuis op het perceel. Bij de locatiekeuze houdt het hoogheemraadschap rekening met het duurzaamheidsaspect, alsook de bodem, kabels en leidingen, ruimtelijke ordening, flora en fauna, archeologie en cultuurhistorie en ruimtelijke ordening.

Bereikbaarheid voor beheer en onderhoud

De nieuwe inlaat is bereikbaar over een toegangsweg naar het woonhuis welke reeds aanwezig is, met de bewoners zijn hierover afspraken gemaakt.

Verkeer

Omdat de nieuwe inlaat op particulier terrein ligt en niet gelegen is aan een openbare weg wordt er geen hinder verwacht voor het verkeer. Wel zal er hinder zijn voor de terreineigenaar. Voor uitvoering van het project moeten met de terreineigenaar afspraken worden gemaakt over de uitvoering van het project en het zoveel mogelijk voorkomen van overlast.

Nutsvoorzieningen

Voordat begonnen wordt met de werkzaamheden zal er een KLIC-melding worden gedaan. In overleg met de eigenaren van de relevante kabels en leidingen worden maatregelen getroffen waardoor geen schade aan deze kabels en leidingen kan worden veroorzaakt.

Bodem

Na raadplegen van de Atlas bodeminformatie en de Atlas bodemkwaliteit geven geen noodzaak tot (aanvullend) nader onderzoek of saneren. Eventueel bij werkzaamheden vrijkomende grond is geschikt voor hertoepassing.

Archeologie

De omvang van de projectlocatie is kleiner dan 10.000 m2 nader archeologisch onderzoek is niet nodig. Ook raadpleging in de Atlas Archeologie van de Omgevingsdienst Middel-Holland geeft geen aanleiding voor nader archeologisch onderzoek.

Natuur

Uit de habitat geschiktheidskaarten van het hoogheemraadschap blijkt dat het projectgebied een potentieel biotoop biedt voor algemene broedvogels, grote modderkruiper, platte schijfhoren, waterspitsmuis en de ringslang. Ter plekke van de instroomconstructie staan bomen welke voor de aanleg gekapt moeten worden. Het kappen van de bomen moet plaatsvinden voor de start van het broedseizoen (15 maart). Indien dit niet mogelijk is dan zal gekeken moeten worden of er sprake is van broedende vogels in de te kappen bomen. Indien dit het geval is kunnen de bomen pas gekapt worden na afloop van het broedseizoen (15 juli).

Geluid

De inlaat heeft geen geluiduitstraling.

Eigenaren

De nieuwe inlaat bevindt zich op particulier terrein. Met de eigenaar van het perceel worden afspraken gemaakt om de hinder en onverhoopte schade zoveel mogelijk te voorkomen. Een afschrift van het projectplan Waterwet wordt verzonden naar de eigenaar van het perceel.

Weggebruikers

Bij de aanvoer van materieel en tijdens de bouw van het gemaal kunnen de beheerders en de gebruikers van de percelen enige hinder ondervinden. Dit wordt beperkt door het benodigde materiaal en materieel zo veel mogelijk gelijktijdig aan- en af te voeren. Van een tijdelijke omleidingsroute is bij de aanleg geen sprake.

Beheerder waterkering

Het hoogheemraadschap is de beheerder van de boezemkade. Dientengevolge wordt dit projectplan vastgesteld door het hoogheemraadschap. Alle ontwerptekeningen en -berekeningen ten behoeve van de uitvoering inclusief uitvoeringsaspecten (plannen van aanpak) moeten voorafgaand aan de werkzaamheden ter goedkeuring voorgelegd worden aan het hoogheemraadschap.

Kapvergunning

De bomen nabij de instroomconstructie die gekapt moeten worden staan niet op de bomenlijst van de gemeente Zuidplas. Er is geen kapvergunning nodig voor het vellen van deze houtopstanden.

Er zijn geen verdere vergunningen en voorschriften van toepassing.

De werkzaamheden zoals beschreven in dit projectplan dienen te voldoen aan de onderstaande voorwaarden.

• 1.

  De werkzaamheden mogen pas uitgevoerd worden als het projectplan van rechtswege onherroepelijk is geworden.

• 2.

  Het hoogheemraadschap zorgt ervoor dat het waterkerend vermogen en de stabiliteit van de boezemwaterkering niet worden verminderd. De sterkte en stabiliteit van de waterkering moeten tijdens de uitvoering en na het gereedkomen van het werk voortdurend zijn gewaarborgd. Hiertoe moeten alle ontwerptekeningen en –berekeningen t.b.v. de uitvoering inclusief uitvoeringsaspecten (plannen van aanpak) voorafgaand aan de werkzaamheden ter goedkeuring voorgelegd worden aan het hoogheemraadschap.

• 3.

  De bestaande waterpeilen moeten worden gehandhaafd.

• 4.

  Het hoogheemraadschap zorgt ervoor dat na de uitvoering van de werkzaamheden de bij de werkzaamheden gebruikte gereedschappen, hulpwerken en -materialen, afval en overige zaken volledig worden verwijderd van de waterkering en uit de watergangen en de hierlangs gelegen beschermingszones.

• 5.

  Daar waar geen verharding aanwezig is, moeten ontgravingen in de waterkering, het talud en het maaiveld direct na het beëindigen van de werkzaamheden worden ingezaaid met een daartoe geschikt graszaadmengsel, dat ter goedkeuring is voorgelegd aan het hoogheemraadschap.

• 6.

  Het hoogheemraadschap ziet erop toe dat beschadigde terrein- en wegverhardingen zo spoedig mogelijk worden hersteld.

• 7.

  Het hoogheemraadschap ziet erop toe dat het talud van de boezemkering afgewerkt wordt onder dezelfde taludhelling als het aangrenzende deel.

• 8.

  Het hoogheemraadschap zorgt ervoor dat na het gereedkomen van de werken de taluds van de watergangen buiten de werkzaamheden weer in de oorspronkelijke staat worden gebracht. Er moeten zodanige voorzieningen worden getroffen dat geen uitspoeling van de grond plaats kan vinden. De te plaatsen beschoeiing moet de bestaande of nieuwe oeverlijn volgen. De beschoeiing moet van een deugdelijke constructie zijn, zodanig dat vervorming of overhelling wordt voorkomen.

• 9.

  Tijdens de werkzaamheden zorgt het hoogheemraadschap ervoor dat alle voor het uitvoeren van de werken nodige ontgravingen tot een minimum worden beperkt en onmiddellijk na het gereedkomen worden aangevuld.

• 10.

  Het hoogheemraadschap zier erop toe dat als gevolg van de werken de doorstroming van het water niet ontoelaatbaar worden belemmerd.

In geval van calamiteiten zal de communicatie plaatsvinden vanuit de vigerende calamiteitenorganisatie en wordt conform bestaande procedures van het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard gehandeld. Binnen de projectorganisatie dient de aannemer een calamiteit onmiddellijk te melden bij de directievoerder. De directievoerder is verantwoordelijk voor de informatieverstrekking aan het hoogheemraadschap en eventuele derde partijen zoals de gemeente. Binnen het hoogheemraadschap wordt de normale procedure gevolgd. Bij de start van de werkzaamheden wordt een communicatieschema gemaakt met de verantwoordelijke personen en telefoonnummers.