Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Amsterdam

Beleidsregels educatievoorziening volwassenen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAmsterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels educatievoorziening volwassenen
CiteertitelBeleidsregels educatievoorziening volwassenen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-11-2023nieuwe regeling

02-07-2013

gmb-2023-476509

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels educatievoorziening volwassenen

Artikel 1 Begrippen

  • 1.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      Web: Wet educatie en beroepsonderwijs;

    • b.

      Wpb: Wet participatiebudget:

    • c.

      Educatievoorziening: een opleiding educatie als bedoeld in artikel 1 van de Wbp;.

    • d.

      Re-integratievoorziening: re-integratievoorziening als bedoeld in artikel 1 van de Wbp;

    • e.

      College: het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Amsterdam;

    • f.

      Taalbehoeftige: persoon bij wie de Nederlandse taal een belemmering vormt om adequaat te kunnen participeren in Amsterdam.

Artikel 2 Doelgroep

De doelgroep van deze beleidsregels zijn personen wonende in de gemeente Amsterdam van 18 jaar en ouder:

  • -

    die de intentie hebben langdurig in Nederland te verblijven en voor wie de voorziening noodzakelijk is om adequaat te kunnen participeren.

Uitgesloten zijn personen die:

  • -

    inburgeringsplichtig zijn;

  • -

    in aanmerking komen voor een taaltraject gericht op arbeidsinschakeling via een re-integratievoorziening;

  • -

    een verblijfstitel met een tijdelijk verblijfsdoel hebben.

Artikel 3 Taak gemeente

  • 1.

    Het College draagt zorg voor het aanbieden van educatievoorziening aan personen behorende tot de doelgroep. Het College stelt vast welke voorziening voor personen uit de doelgroep het meest geschikt is.

  • 2.

    Het College stemt de educatievoorziening zo goed mogelijk af op het startniveau, de persoonlijke omstandigheden en het doelperspectief (zoals bijv. werk, participatie en opvoeding) van de taalbehoeftige.

  • 3.

    Het aanbod komt tot stand op basis van een intake (o.a. het bepalen van het doelperspectief), daarnaast wordt de deelnemer getoetst door een door het College aan te wijzen deskundige.

  • 4.

    Het College kan jaarlijks besluiten om prioritaire doelgroepen aan te wijzen.

  • 5.

    Het College stelt jaarlijks op basis van het beschikbare budget vast welke educatievoorziening in welke mate worden ingezet voor de doelgroep.

  • 6.

    Op verzoek van een persoon uit de doelgroep kan het College een persoonlijke educatievoorziening verstrekken.

Artikel 4 Voorzieningen

  • 1.

    De educatievoorziening is bij voorkeur gekoppeld aan het doelperspectief, zoals werk, participatie of opvoeding.

  • 2.

    De educatievoorziening bestaat voor meer dan de helft uit lessen Nederlands en daarnaast uit een of meer van de volgende onderdelen:

    • -

      basisvaardigheden (ICT en rekenen);

    • -

      andere thema’s gericht op het doelperspectief;

    • -

      burgerschapsthema’s en voorbereiding op participatie in de Amsterdamse samenleving.

  • 3.

    De voorziening heeft als doel verhoging van het Nederlandse taalniveau en het verhogen van de mate van participatie.

  • 4.

    De educatievoorziening heeft altijd een relatie met een duale activiteit. Dit is een participatieactiviteit waarbij de deelnemer de Nederlandse taal leert (naast de lessen bij de aanbieder) in een praktijksituatie die aansluit bij de persoonlijke ambitie en doelperspectief van de deelnemer. Door de interactie tussen taal en participatie versterkt dit zowel het leren van de taal als het meedoen in de samenleving.

Artikel 5 Persoonlijke educatievoorziening

  • 1.

    Op verzoek van een persoon uit de doelgroep kan het College een persoonlijke educatievoorziening verstrekken, indien bijzondere persoonlijke omstandigheden van de persoon naar oordeel van het College een bijzondere persoonlijke educatievoorziening vereisen.

  • 2.

    Van bijzondere persoonlijke omstandigheden is in ieder geval sprake indien de gemeentelijke voorziening als bedoeld in artikel 4.2 niet geschikt is omdat de deelnemer;

    • a.

      zodanige fysieke of psychische belemmeringen ondervindt dat een daarop aangepaste voorziening voor hem noodzakelijk is.

    • b.

      een voorziening met zijn huidige of toekomstige werkgever heeft samengesteld die mede gericht is op zijn huidige en toekomstige werkzaamheden;

    • c.

      door overige redenen niet in staat is om aan een gemeentelijke voorziening te kunnen deelnemen.

  • 3.

    Het verzoek om een persoonlijk educatievoorziening, bedoeld in artikel 3.6, gaat vergezeld van:

    • a.

      een projectplan (activiteiten, planning, te behalen resultaten en kosten) dat door de aanvrager is opgesteld;

    • b.

      offerte van de educatie aanbieder (waarin de aanbieder aantoont dat de docent die het trajectplan gaat uitvoeren tenminste beschikt over één afgeronde opleiding/certificaten van de hieronder genoemde opleidingen 1 );

    • c.

      alsmede een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel dan wel uit het beroeps- of handelsregister van het land van vestiging, welk uittreksel niet ouder dan twee maanden is;

    • d.

      een medische verklaring, indien sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 5 lid 2, onder a.

  • 4.

    De persoonlijke educatievoorziening bedraagt ten hoogste € 8.000,- en wordt eenmalig aan een persoon verstrekt. (De voorziening wordt betaald aan de educatie aanbieder). De hoogte van de persoonlijk educatievoorziening wordt niet geïndexeerd.

  • 5.

    Het College wijst het verzoek om een persoonlijk educatievoorziening af, indien:

    • a.

      naar het oordeel van het College geen sprake is van bijzondere persoonlijke omstandigheden;

    • b.

      naar oordeel van het College het door de persoon ingediende projectplan onvolledig is en niet aan de eisen zoals genoemd in artikel 4 lid 1,2 en 3 voldoet;

    • c.

      naar oordeel van het College uit het projectplan blijkt dat de docent die de activiteiten gaat uitvoeren niet beschikt over de benodigde opleiding zoals omschreven in artikel 5 lid 3 onder b.

Artikel 6 Prioritering doelgroep

  • 1.

    Indien het College met het oog op de beschikbare capaciteit besluit om bepaalde groepen met voorrang te behandelen, maakt het College bij die prioritering een keuze uit en of meer van de volgende doelgroepen:

    • a.

      personen die eerder nog geen inburgerings- of ander taalaanbod van de gemeente Amsterdam hebben gehad;

    • b.

      analfabeten;

    • c.

      ouders/ verzorgers die belast zijn met de opvoeding van hun minderjarige kinderen.

  • 2.

    Het College kan een wachtlijst instellen, indien wordt overgegaan tot toepassing van het eerste lid.

  • 3.

    Het College stelt bij de instelling van de wachtlijst de criteria vast voor de volgorde van de afhandeling van de aanvragen op de wachtlijst.

Artikel 7 Eigen bijdrage

  • 1.

    De deelnemer is een eigen bijdrage verschuldigd voor een 2e of daarop volgende educatievoorziening die hij van de gemeente Amsterdam ontvangt wanneer deze na 1 januari 2014 is gestart. Voor deelname aan een 1e educatievoorziening is geen eigen bijdrage verschuldigd, tenzij deze een opleiding tot Staatsexamen (hierna STEX I of II) betreft. De kosten van het daadwerkelijk examen STEX zijn voor rekening van de deelnemer.

  • 2.

    De hoogte van de eigen bijdrage voor een educatievoorziening is gekoppeld aan de duur van de aangeboden voorziening te weten:

    • a.

      € 50,- voor trajecten van maximaal 10 weken;

    • b.

      € 100,- voor trajecten van maximaal 6 maanden (200 uur) en;

    • c.

      € 150,- voor trajecten langer dan 6 maanden.

    • d.

      € 150,- voor trajecten die met een persoonlijk educatievoorziening worden gestart.

    De eigen bijdrage voor STEX I en II wordt jaarlijks door het ministerie vastgesteld.

  • 3.

    De hoogte van de eigen bijdrage wordt vastgelegd in de overeenkomst met de deelnemer.

  • 4.

    De deelnemer betaalt de eigen bijdrage nadat hij de educatievoorziening heeft beëindigd of heeft afgerond.

  • 5.

    Betaling in termijnen is niet mogelijk. De deelnemer is verplicht de eigen bijdrage binnen 6 weken na ontvangst van de aanslag te betalen.

  • 6.

    De eigen bijdrage wordt door het College niet geïnd als de deelnemer:

    • a.

      minimaal 80% heeft deelgenomen aan de in de overeenkomst genoemde educatievoorziening;

    • b.

      en bij STEX I of II heeft deelgenomen aan het examen.

Artikel 8 Rechten en plichten van de deelnemer

  • 1.

    Onverminderd andere verplichtingen, voortvloeiend uit wet- of regelgeving, geldt voor een persoon die deelneemt aan een educatievoorziening de verplichting:

    • a.

      alle inlichtingen te verstrekken aan het College over de passendheid en de voortgang van de voorziening en wijzigingen in zijn persoonlijke situatie die van belang kunnen zijn voor de beoordeling omtrent de voortzetting van een voorziening, daaronder in ieder geval begrepen wijzigingen in woonplaats en wijzigingen met betrekking tot zijn gezondheidssituatie;

    • b.

      zijn medewerking te verlenen aan onderzoeken over de inhoud, passendheid, voortgang en uitvoering van de voorziening;

    • c.

      naar vermogen uitvoering te geven dan wel mee te werken aan de onderdelen van de voorziening.

  • 2.

    Als een persoon zijn verplichtingen krachtens het vorige lid niet nakomt, kan het College beslissen dat zijn aanspraak op iedere educatievoorziening (zoals bedoeld in deze beleidsregel) vervalt.

  • 3.

    Indien een deelnemer meer dan 20% verwijtbaar afwezig is, kan de gemeente besluiten de voorziening te beëindigen en het dossier af te sluiten.

  • 4.

    Het College informeert de belanghebbende op adequate wijze over de voor hem geldende rechten en plichten jegens het College en derden welke voortvloeien uit deze beleidsregel of anderszins betrekking hebben op diens medewerking aan een educatievoorziening.

Artikel 9 Overeenkomst

Indien de deelnemer de aangeboden educatievoorziening of persoonlijke educatievoorziening aanvaardt, sluit het College met de deelnemer een overeenkomst.

Deze overeenkomst bevat in ieder geval:

  • a.

    een omschrijving van de educatievoorziening;

  • b.

    de duur van de voorziening;

  • c.

    een opgave van de rechten en plichten van de deelnemer;

  • d.

    de hoogte van de verschuldigde eigen bijdrage en de te ontvangen bonus;

  • e.

    de gevolgen van niet nakomen van de overeenkomst.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van bekendmaking op de in artikel 3:42 van de Algemene wet bestuursrecht voorgeschreven wijze.

Artikel 11 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als “Beleidsregels educatievoorziening volwassenen”


1

Competent docent Nederlands als tweede taal (BVNT2), post-hoger beroepsonderwijs Nederlands als tweede taal, docent NT2 in de volwasseneneducatie, toegepaste taalwetenschap met specialisatie Nederlands als tweede taal, algemene taalwetenschap met specialisatie Nederlands als tweede taal, opleiding Nederlands als tweede taalexpert of een duale masteropleiding Nederlands als tweede taal.