Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Leusden

Beleidsnotitie natuurzwemvijver gemeente Leusden

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLeusden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsnotitie natuurzwemvijver gemeente Leusden
CiteertitelBeleidsnotitie natuurzwemvijver gemeente Leusden
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-11-2023nieuwe regeling

31-10-2023

gmb-2023-476040

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsnotitie natuurzwemvijver gemeente Leusden

 

1. Inleiding

 

In dit stuk beantwoorden wij de vraag wat de gemeente Leusden onder een natuurzwemvijver verstaat en wanneer de aanleg van een natuurzwemvijver vergunningplichtig is.

 

Een natuurzwemvijver is een ecologische zwemvijver die zo is ingericht dat men er ook in kan zwemmen. Het is een soort tuinvijver die voldoende groot en diep is zodat men er in kan zwemmen. Waterplanten spelen een belangrijke rol in het reinigen van het zwemwater. Het water is helder omdat het de drager van leven is, het water is zelfreinigend. Het grootste verschil met een zwembad is dat een natuurzwemvijver geen chloorinstallatie nodig heeft. Daarnaast gaat een natuurzwemvijver op in het landschap, qua vorm- en materiaalgebruik (bij voorkeur natuurlijke materialen).

 

Er is geen omgevingsvergunning nodig voor het onderdeel bouwen het realiseren van een zwembad, bubbelbad of soortgelijke voorziening, dan wel een (natuurzwem)vijver op een erf 1 (bouwperceel) bij een woning, zolang deze niet is voorzien van een overkapping. In alle overige situaties is wel een vergunning nodig. Daarnaast is ook een omgevingsvergunning nodig als het erf (bouwperceel) in een gebied van een wettelijk beschermd monument of een gebied met hoge archeologische waarde ligt.

 

1.1 Aanleiding

In de praktijk komt bij steeds meer percelen in het buitengebied de vraag voor een natuurzwemvijver buiten het bouw-/ bestemmingsvlak (hierna bouwperceel). Het bestemmingsplan geeft geen mogelijkheid voor het aanleggen van een natuurzwemvijver buiten het bouwperceel. Deze natuurzwemvijvers kunnen (ook door de veelal minder geslaagde inpassing in de omgeving) in meer of mindere mate afbreuk doen aan de landschappelijke waarden van het buitengebied. Daarnaast kan een natuurzwemvijver voor omwonenden overlast of (geluids)hinder veroorzaken.

 

Om in de behoefte van burgers te kunnen voorzien en om wildgroei van natuurzwemvijvers te voorkomen, zijn richtlijnen wenselijk. Dit beleidskader geeft antwoord op de vraag waar en onder welke voorwaarden een natuurzwemvijver is toegestaan en wanneer er een vergunning aangevraagd moet worden.

 

1.2 Doelstelling

Deze beleidsregel heeft als doel:

  • a.

    Bieden van een alternatieve locatie voor natuurzwemvijvers voor eigen gebruik buiten het bouwperceel, indien de natuurzwemvijver binnen het bouwperceel niet mogelijk is.

  • b.

    Maatwerk bieden voor natuurzwemvijvers buiten het bouwperceel, met behoud/ versterken van landschappelijke, cultuurhistorische en natuurwaarde (landschappelijke kwaliteit).

 

1.3 Reikwijdte

De nota richt zich op natuurzwemvijvers ten behoeve van het woongenot en de daarop direct betrekking hebbende aspecten en faciliteiten die bij de aanleg, het gebruik en het onderhoud van toepassing zijn.

2. Bestaand beleid

 

Een (natuur)zwemvijver of een zwembad zonder overkapping is standaard toegestaan binnen het bouwperceel. Hiervoor hoeft geen vergunning te worden aangevraagd. Uitzondering hierop is als het bouwperceel is gelegen in een gebied van een wettelijk beschermd monument of een gebied met hoge archeologische waarde. In deze gevallen is een omgevingsvergunning nodig.

Buiten het bouwperceel is een natuurzwemvijver op grond van de vigerende bestemmingsplannen niet toegestaan.

3. Advies

 

Om tegemoet te komen aan de wens om een natuurzwemvijver buiten het bouwperceel te realiseren is het nodig om beleidsregels vast te stellen. Uitgangspunt hierbij is dat de zwemvijver wordt uitgevoerd als natuurzwemvijver. Om verrommeling van het landschap te voorkomen wordt de natuurzwemvijver landschappelijk ingepast in of aansluitend aan het bouwperceel.

4. Argumenten

 

1.1Het oprichten van (natuur)zwemvijvers of zwembaden buiten bouwpercelen is verboden.

De aanleg van zwembaden en (natuur)zwemvijvers met bijkomende voorzieningen (zoals o.a. verharding en verlichting) is beperkt tot de bouwpercelen. In de praktijk komt steeds meer de vraag voor een natuurzwemvijver buiten het bouwperceel. De aanleg van een natuurzwemvijver buiten het bouwperceel is in strijd met het bestemmingsplan.

 

Omdat het de wens is de zwemvijver buiten het bouwperceel te plaatsen is het belangrijk dat de natuurzwemvijver een natuurlijke uitstraling heeft en zich in het landschap voegt. Op internet worden veel (natuur)zwemvijvers aangeboden. Niet alle voorbeelden kunnen geschaard worden onder een natuurzwemvijver.

 

Afbeelding 1: Geen natuurlijke uitstraling. En dergelijke (natuur)zwemvijver hoort binnen het bouwperceel gesitueerd te worden.

 

1.2 Met een inpassingsplan kan medewerking worden verleend aan een natuurzwemvijver buiten het bouwperceel

Om verrommeling te voorkomen is het daarnaast van belang dat de natuurzwemvijver landschappelijk wordt ingepast. Dit voorkomt dat de natuurzwemvijver wordt uitgevoerd en ingepakt met verharding (beton – steen) of verlichting. Daardoor ontstaat een stedelijke uitstraling wat in het buitengebied buiten de bouwpercelen juist niet de bedoeling is.

 

Afbeelding 2: Voorbeeld van een natuurzwemvijver.

5. Beleidsregels

Artikel 1 Begrippen

bouwperceel of bebouwingsvlak: een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels van het vigerende bestemmingsplan zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegestaan.

 

erf: al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden;

 

natuurzwemvijver: een niet openbare natuurzwemvijver, die zo is ingericht dat men er ook in kan zwemmen. Waterplanten spelen een belangrijke rol in het reinigen van het zwemwater. Een natuurzwemvijver heeft een eigen biologisch zuiveringssysteem.

 

Terras: zitplek op het erf al dan niet voorzien van een harde ondergrond.

 

Verharding: terras en paden en andere oppervlakteverhardingen.

 

Zwembad: een niet openbare bak met water waarin je kunt zwemmen, al dan niet voorzien van een chloorinstallatie.

Artikel 2 Binnen bouwpercelen

1.1 Een zwembad, bubbelbad of soortgelijke voorziening, dan wel een (natuurzwem)vijver op een erf bij een woning of woongebouw, mits deze niet is voorzien van een overkapping kan zonder omgevingsvergunning voor het onderdeel ‘bouwen’ worden gerealiseerd2 .

Artikel 3 Buiten bouwpercelen

Buiten bouwpercelen is de realisatie van een zwembad, bubbelbad of soortgelijke voorziening, dan wel een (natuurzwem)vijver op grond van het bestemmingsplan niet toegestaan. Onder voorwaarden is het college bereid medewerking te verlenen aan een natuurzwemvijver (ecologische zwemvijver). Hiervoor dient wel een omgevingsvergunning te worden aangevraagd.

Voor het aanleggen van natuurzwemvijver gelden de volgende bepalingen:

  • a.

    Aansluitend aan het bouwperceel;

  • b.

    De natuurzwemvijver kan van een constructie worden voorzien, bij voorkeur van natuurlijke of gerecyclede kunststoffen. De constructie moet demontabel zijn (geen betonbakken);

  • c.

    Om de natuurzwemvijver ligt geen of nauwelijks verharding;

  • d.

    De natuurzwemvijver gaat op in het landschap’, een inrichtingstekening maakt onderdeel uit van de aanvraag omgevingsvergunning.

  • e.

    Technische ruimte wordt binnen bouwperceelgesitueerd.

  • f.

    Verlichting is toegestaan, mits deze geen nadelige gevolgen heeft voor de aanwezige natuurwaarden.

  • g.

    Akkoord van de buren maakt onderdeel uit van de aanvraag omgevingsvergunning.

Artikel 3 Aanlegvergunning3

Ligt het erf/ (bouw)perceel in een gebied van een wettelijk beschermd monument, een gebied met hoge archeologische waarde, Agrarisch gebied met Landschapswaarden, Agrarisch gebied met landschaps- en natuurwaarden of Bos en Natuurgebied, dan is ook een omgevingsvergunning voor het onderdeel ‘aanleggen’ nodig.


1

erf: al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden.

2

Bijlage II Besluit omgevingsrecht (Bor) hoofdstuk III artikel 3 lid 5.

3

Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, in gevallen waarin dat bij een bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit is bepaald.