Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Heerlen

Gemeente Heerlen - Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren in Heerlen 2023 (Parkeerverordening 2023)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHeerlen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingGemeente Heerlen - Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren in Heerlen 2023 (Parkeerverordening 2023)
Citeertitel
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpParkeren

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 149 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-11-2023Nieuwe regeling

31-05-2023

gmb-2023-475803

OBM-23000247

Tekst van de regeling

Intitulé

Gemeente Heerlen - Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren in Heerlen 2023 (Parkeerverordening 2023)

AFDELING I DEFINITIES

 

 

Artikel 1  

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college: college van burgemeester en wethouders van Heerlen.

  • b.

    RVV 1990: Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990.

  • c.

    motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder z. van het RVV 1990.

  • d.

    parkeren: het gedurende een aangesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden en lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift verboden is.

  • e.

    sector: gebied waar vergunninghouderplaatsen en/of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn.

  • f.

    bewoner: inwoner van de gemeente Heerlen die de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt en staat ingeschreven als ingezetene in de persoonsregistratie van de gemeente op een adres in een gebied waar vergunninghouderplaatsen en/of combi-parkeerplaatsen aanwezig zijn.

  • g.

    huishouden: een huishouden bestaat tenminste uit één of meer meerderjarige bewoners die in één woonruimte wonen en samen in hun dagelijkse onderhoud voorzien.

  • h.

    bedrijf: natuurlijke persoon of rechtspersoon, niet zijnde een bewoner, stichting of vereniging, die

    • blijkens een uittreksel uit het register van de Kamer van Koophandel gevestigd is in een sector, of

    • volgens opgave van de Kamer van Koophandel behoort tot de vrije beroepen en gevestigd is in een sector.

  • Een beroep of bedrijf wordt beschouwd als één bedrijf indien de vestigingsadressen dezelfde zijn, het een aaneengesloten bebouwing betreft, dan wel sprake is van een juridische constructie waaruit moet worden geconcludeerd dat het in wezen één beroep of bedrijf betreft, tenzij het tegendeel wordt aangetoond.

  • i.

    kentekenhouder: degene, op wiens naam een motorvoertuig is gesteld in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stb.1994, 475) aangehouden register van opgegeven kentekens. Met een kentekenhouder wordt gelijkgesteld:

    • degene die krachtens een leasecontract of een huurcontract, afgesloten met een beroepsmatig dan wel bedrijfsmatig werkend lease-/verhuurbedrijf gebruiksgerechtigde is van een motorvoertuig voor een periode gelijk aan de geldigheidsperiode van de vergunning;

    • degene die krachtens een werkgeversverklaring aantoont: dat hij gedurende een aaneengesloten periode van tenminste de looptijd van de aan te vragen vergunning gerechtigd is gebruik te maken van een motorvoertuig, waarvan het kenteken staat ingeschreven op naam van zijn werkgever en dat hij gedurende deze periode werkzaam is bij deze werkgever.

  • j.

    centrale computer: digitale systeem van het bedrijf waarmee de gemeente Heerlen een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerproducten en -transacties in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon of internetverbinding.

  • k.

    parkeerapparatuur: parkeerautomaten, centrale computer en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overig onder parkeerapparatuur wordt verstaan.

  • l.

    parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats waar betaald parkeren van kracht is.

  • m.

    combi-parkeerplaats: parkeerapparatuurplaats waar tevens geparkeerd kan worden met een vergunning.

  • n.

    vergunninghouderplaats: een parkeerplaats die gelegen is:

  • Binnen een sector die is aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990, of

  • gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990 met het opschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd.

  • o.

    E-laad parkeerplaats: een parkeerplaats die bestemd is voor het parkeren van een (semi-) elektrisch motorvoertuig ten behoeve van het opladen van het voertuig en die nader aangeduid is met bord E4 inclusief onderbord met aanduiding of in bord E8c.

  • p.

    gehandicaptenparkeerplaats: parkeerplaats die bestemd is voor de houder van een Europese gehandicaptenparkeerkaart.

  • q.

    parkeergelegenheid: hetgeen daar volgens maatschappelijke opvattingen onder wordt verstaan, waaronder garage, oprit of eigen (al dan niet gehuurde) parkeerplaats.

  • r.

    vergunning: een door het college verleende vergunning krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren in een nader omschreven sector, op daartoe aangewezen parkeerapparatuur (combi)- en/of vergunninghouderplaatsen.

  • s.

    vergunninghouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend. Een vergunning wordt via de centrale computer afgegeven. Er worden géén vergunningen in de vorm van een vignet of andere hardcopy beschikbaar gesteld.

  • t.

    jaar: kalenderjaar.

  • u.

    bezoekersregeling: met een bezoekersregeling kunnen bezoekers van bewoners in daartoe aangewezen gebieden tegen een gereduceerd tarief parkeren.

  • v.

    bewonerskraskaart: met een kraskaart kunnen bezoekers van bewoners in daartoe aangewezen gebieden tegen een gereduceerd tarief parkeren gedurende het aantal uren dat op de betreffende kraskaart is aangegeven.

  • w.

    bewonersdagkraskaart: met een bewonersdagkraskaart kunnen bezoekers van bewoners in daartoe aangewezen gebieden gedurende één dag parkeren.

  • x.

    deelauto: het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen en een aanbieder van een deelautosysteem.

  • y.

    Belparkeren: parkeren waarbij de parkeerder zich bij de start van zijn parkeeractie telefonisch aanmeldt bij een belprovider en vervolgens weer afmeldt aan het einde van de parkeeractie. Het parkeergeld wordt achteraf (door de belprovider) meestal per maand aan de parkeerder in rekening gebracht.

 

AFDELING II VERGUNNINGHOUDERPLAATSEN, VERGUNNINGEN EN VERGUNNINGBEWIJZEN

 

 

Artikel 2  

  • 1.

    Het college kan, bij openbaar te maken besluit, wegen c.q. weggedeelten en/of gebieden aanwijzen die bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders;

  • 2.

    Het college kan, bij openbaar te maken besluit, de tijdstippen vaststellen waarop het parkeren alleen aan vergunninghouders is toegestaan.

 

Artikel 3  

  • 1.

    Het college kan op aanvraag een vergunning verlenen voor het parkeren op vergunninghouderplaatsen of combi-parkeerplaatsen.

  • 2.

    Het college kan regels stellen voor het aanvragen en verlenen van een vergunning.

  • 3.

    3Een vergunning wordt op kenteken en op adres verleend.

  • 4.

    Een vergunning kan worden verleend aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig, wanneer deze in een gebied waar vergunninghouder-plaatsen en/of combi-parkeerplaatsen aanwezig zijn:

  • a.

    woont, dan wel

  • b.

    een beroep of bedrijf uitoefent

  • 5.

    De eigenaar of houder van een motorvoertuig die voldoet aan beide in het vierde lid gestelde voorwaarden wordt, voor wat betreft de eerste aangevraagde vergunning, geacht te beantwoorden aan de in het vierde lid onder a. genoemde voorwaarde.

  • 6.

    Het college kan in bijzondere gevallen een vergunning ook verlenen aan eigenaren of houders van motorvoertuigen die niet voldoen aan één van de in het vierde lid van dit artikel genoemde voorwaarden.

  • 7.

    Het college kan, bij openbaar te maken besluit, nadere regels vaststellen met betrekking tot de maximale uitgifte van het aantal vergunningen. Dit kan per type vergunning en/of per sector.

  • 8.

    Het college kan aan een vergunning voorschriften en beperkingen verbinden. Deze voorschriften en beperkingen strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte.

 

 

Artikel 4  

  • 1.

    Het college beslist uiterlijk binnen 8 weken na de datum van ontvangst van een aanvraag voor een vergunning.

 

Artikel 5  

  • 1.

    Een vergunning wordt verleend voor een periode van 6 maanden.

  • 2.

    Aan de vergunninghouder wordt een digitaal besluit van uitgifte van de vergunning verstrekt.

  • 3.

    Het bewijs van uitgifte bevat in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      Artikel 87, juncto artikel 25 RVV 1990;

    • b.

      Geldigheidsduur;

    • c.

      Sector aanduiding;

    • d.

      Vergunningnummer;

    • e.

      Het/de kenteken(s) van het motorvoertuig waarvoor de vergunning is verleend.

    • f.

      Het adres waarop de vergunning is afgegeven.

 

Artikel 6  

  • 1.

    Het college kan een vergunning beëindigen, intrekken of wijzigen:

    • a.

      op verzoek van de vergunninghouder;

    • b.

      wanneer de vergunninghouder de sector, waarvoor de vergunning is verleend, niet meer staat ingeschreven als ingezetene in de persoonsregistratie van de gemeente op een adres in een gebied waar vergunninghouderplaatsen en/of combi-parkeerplaatsen aanwezig zijn of het daar uitgeoefende beroep of bedrijf beëindigt;

    • c.

      wanneer zich een wijziging voordoet in een van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van een vergunning;

    • d.

      wanneer voor de betreffende sector het stelsel van vergunningen komt te vervallen;

    • e.

      wanneer de vergunninghouder handelt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften.

 

AFDELING III VERBODSBEPALINGEN

 

 

Artikel 7

  • 1.

    Het is verboden enig voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig, te plaatsen of te laten staan:

  • a.

    op een parkeerapparatuurplaats,

  • b.

    op een combi-parkeerplaats;

  • c.

    op een vergunninghouderplaats;

  • d.

    op een gehandicaptenparkeerplaats;

  • e.

    op een E-laad parkeerplaats.

  • 2.

    Het is verboden een fiets, een bromfiets, of enig ander voorwerp op zodanige wijze tegen of bij parkeerapparatuur te plaatsen of te laten staan, dat daardoor een normaal gebruik ervan wordt belemmerd of verhinderd.

  • 3.

    Het college kan in bijzondere omstandigheden ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.

 

Artikel 8  

  • 1.

    Het is verboden parkeerapparatuur op andere wijze of met andere middelen dan die welke in de kennisgeving op de parkeerapparatuur staan aangegeven, in werking te stellen.

  • 2.

    Het is verboden op een parkeerapparatuurplaats of een combi-parkeerplaats gedurende de tijden waarop het parkeren daar slechts tegen betaling is toegestaan:

    • a.

      een motorvoertuig te parkeren indien de parkeerapparatuur niet in werking is gesteld of niet onmiddellijk na aanvang van het parkeren in werking wordt gesteld;

    • b.

      een motorvoertuig te parkeren indien het kenteken niet is aangemeld bij een belprovider;

    • c.

      een motorvoertuig geparkeerd te houden indien de parkeerapparatuur dan wel de belprovider aangeeft dat de parkeertermijn is verstreken. Indien de parkeerbelasting wordt geheven door middel van een parkeerautomaat, zal door het achter de voorruit van het motorvoertuig aanbrengen of neerleggen van de uit de parkeerautomaat verkregen kaart/betalingsbewijs moeten blijken of de hiervoor vermelde verbodsbepalingen niet worden overtreden. De dag en het tijdstip van afloop van de parkeertermijn, afgedrukt op deze kaart/dit betalingsbewijs, dienen nog niet verstreken te zijn en moeten duidelijk leesbaar zijn vanaf de buitenzijde van het voertuig, behoudens het bepaalde in het derde lid van dit artikel.

  • 3.

    In afwijking in zoverre van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel dient de betaling, indien het inwerkingstellen van de parkeerapparatuur geschiedt door middel van het aanmelden bij de centrale computer van de gemeente dan wel van het bedrijf of de instantie waarmee de gemeente een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon of ander communicatiemiddel, te geschieden binnen twee maanden na de dag waarop het belastbare feit heeft plaatsgevonden.

  • 4.

    Het in tweede lid van dit artikel vervatte verbod geldt niet wanneer aan de eigenaar of houder van het motorvoertuig een vergunning is verleend voor het parkeren op de betreffende combi-parkeerplaatsen en niet gehandeld wordt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorwaarden.

  • 5.

    Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het tweede lid van dit artikel.

 

Artikel 9  

  • 1.

    Het is verboden gedurende de tijden waarop het parkeren op een vergunninghouderplaats slechts aan vergunninghouders is toegestaan aldaar een motorvoertuig te parkeren of geparkeerd te houden wanneer dit in strijd is met de aan de vergunning verbonden voorwaarden.

  • 2.

    Dit uitgezonderd de combi-parkeerplaatsen .

  • 3.

    Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.

 

 

AFDELING IV STRAFBEPALING

 

 

Artikel 10  

Overtreding van het bepaalde in afdeling III van deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de eerste categorie.

 

AFDELING V OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

 

 

Artikel 11  

Met de opsporing van overtredingen van deze verordening zijn, behalve de in artikel 141 van het Wetboek van strafvorderingen genoemde opsporingsambtenaren, de door het college aangewezen ambtenaren belast.

Artikel 12

Deze verordening treedt in werking op de dag na die, waarop zij is bekendgemaakt. Hiermee komt de huidige parkeerverordening 2016 te vervallen.

 

Artikel 13  

Deze verordening wordt aangehaald als "Parkeerverordening Heerlen 2023".

 

 

 

Aldus besloten tijdens de openbare vergadering van de gemeenteraad van de gemeente Heerlen van 31 mei 2023.

voorzitter,

drs. R. Wever

griffier,

drs. T.W. Zwemmer