Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Voerendaal

Verordening reintegratievoorzieningen ISD Kompas 2023 Gemeente Voerendaal

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVoerendaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening reintegratievoorzieningen ISD Kompas 2023 Gemeente Voerendaal
CiteertitelVerordening Participatiewet 1 juli 2023 IOAW en IOAZ ISD Kompas 2023 gemeente Voerendaal
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpSociale zekerheid

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 8a van de Participatiewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-11-202301-07-2023nieuwe regeling

05-10-2023

gmb-2023-473777

Zaaknr. 393773

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening reintegratievoorzieningen ISD Kompas 2023 Gemeente Voerendaal

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Participatiewet.

  • b.

    doelgroep: personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a, van de wet;

  • c.

    korte afstand tot de arbeidsmarkt: deelname aan de arbeidsmarkt is redelijkerwijs mogelijk binnen één jaar;

  • d.

    grote afstand tot de arbeidsmarkt: deelname aan de arbeidsmarkt is redelijkerwijs niet mogelijk binnen één jaar;

  • e.

    werkgever: degene die op basis van een arbeidsovereenkomst de bevoegdheid heeft om de arbeid van een werknemer gedurende een overeengekomen periode aan te wenden in zijn organisatie;

  • f.

    werknemer: persoon die op basis van een arbeidsovereenkomst arbeid verricht bij de werkgever, daaronder begrepen een persoon als bedoeld in artikel 10d eerste of tweede lid van de wet met wie de werkgever een dienstbetrekking is aangegaan, dan wel dit van plan is;

  • g.

    re-integratievoorziening: een voorziening gericht op arbeidsinschakeling en/of behoud van arbeid.

  • h.

    praktijkroute: het proces om de persoon, behorend tot de doelgroep, toegang tot het doelgroepenregister te laten verkrijgen op basis van loonwaarde vaststelling op de werkplek;

  • i.

    jobcoaching: door een erkende deskundige geboden methodische ondersteuning aan personen met een arbeidsbeperking en aan werkgevers, gericht op het vinden en behouden van werk;

  • j.

    Werken met behoud van uitkering is in deze verordening gelijk aan een proefplaatsing

  • k.

    Dagelijks Bestuur: dagelijks bestuur van Intergemeentelijke Sociale Dienst Kompas

 

Hoofdstuk 2 Opdracht dagelijks bestuur

Artikel 2 Algemene re-integratievoorzieningen

  • 1.

    Het dagelijks bestuur stelt ter nadere uitvoering van deze verordening beleidsregels vast waarin wordt vastgelegd welke voorzieningen, waaronder ondersteunende voorzieningen, het dagelijks bestuur in ieder geval kan aanbieden en de voorwaarden die daarbij gelden, voor zover daarover in deze verordening geen nadere bepalingen zijn opgenomen.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur kan de voorzieningen, bedoeld in artikel 5 aanbieden aan personen die behoren tot de doelgroep met een grote afstand tot de arbeidsmarkt;

  • 3.

    Het dagelijks bestuur maakt een afweging van de individuele mogelijkheden, omstandigheden, functionele beperkingen, competenties en capaciteiten van een belanghebbende, en biedt aan de hand van deze afweging ondersteuning aan belanghebbende. De omstandigheden hebben in elk geval betrekking op de zorgtaken van die persoon en de mogelijkheid dat hij behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie of gebruik maakt van de voorziening beschut werk. Onder zorgtaken wordt in ieder geval verstaan:

    • a.

      de opvang van ten laste komende kinderen tot 5 jaar;

    • b.

      de noodzakelijkheid van het verrichten van mantelzorg.

  • 4.

    Het dagelijks bestuur kan bij het bepalen van de wijze waarop de ondersteuning wordt vormgegeven, prioriteiten stellen in verband met de beschikbare financiële middelen als ook de maatschappelijke, economische en conjuncturele ontwikkelingen.

  • 5.

    Onverminderd het bepaalde in het vierde lid draagt het dagelijks bestuur zorg voor een evenwichtige verdeling van de middelen over de doelgroep zoals bedoeld in artikel 7 lid 1 onderdeel a van de wet.

  • 6.

    Het dagelijks bestuur doet jaarlijks verslag over de doeltreffendheid van het beleid.

 

Hoofdstuk 3 Voorzieningen

Artikel 3 Bepalingen over voorzieningen

  • 1.

    Het dagelijks bestuur kan een voorziening weigeren als:

    • a.

      de persoon ten behoeve van wie de voorziening zou worden verstrekt niet behoort tot de doelgroep;

    • b.

      de persoon onvoldoende medewerking verleent aan het onderzoek dat nodig is voor het beoordelen van het recht op de voorziening;

    • c.

      de persoon een beroep kan doen op een voorziening op basis van een andere wettelijke regeling, waardoor er sprake is van een voorliggende voorziening;

    • d.

      de voorziening naar het oordeel van het dagelijks bestuur onvoldoende bijdraagt aan de arbeidsinschakeling; of

    • e.

      er niet wordt voldaan aan de voorwaarden die in deze verordening worden gesteld om in aanmerking te komen voor die voorziening.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur kan een voorziening beëindigen als:

    • a.

      de persoon die aan de voorziening deelneemt zijn verplichtingen als bedoeld in de artikelen 9 en 17 van de wet, de artikelen 13 en 37 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers of de artikelen 13 en 37 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen niet nakomt;

    • b.

      de persoon die aan de voorziening deelneemt niet meer behoort tot de doelgroep;

    • c.

      de persoon die aan de voorziening deelneemt algemeen geaccepteerde arbeid aanvaardt waarbij geen gebruik wordt gemaakt van een in deze verordening genoemde voorziening, tenzij het betreft een persoon als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, onder 2°, van de wet;

    • d.

      de voorziening naar het oordeel van het dagelijks bestuur niet langer voldoende bijdraagt aan een snelle arbeidsinschakeling;

    • e.

      de voorziening naar het oordeel van het dagelijks bestuur niet meer geschikt is voor de persoon die gebruik maakt van de voorziening;

    • f.

      de persoon die aan de voorziening deelneemt niet naar behoren gebruik maakt van de aangeboden voorziening; of

    • g.

      de persoon die aan de voorziening deelneemt niet meer voldoet aan de voorwaarden die in deze verordening worden gesteld om in aanmerking te komen voor die voorziening.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur biedt de goedkoopst adequate voorziening aan en houdt bij het voorzieningenaanbod rekening met andere voorzieningen die in het kader van het sociaal domein beschikbaar zijn en stemt het aanbod, als dat nodig is, intern af zodat het optimaal bijdraagt aan een integrale ondersteuning van de persoon. Het dagelijks bestuur houdt bij de afstemming ook rekening met voorzieningen op grond van andere wettelijke regelingen en stemt dit af in het plan van aanpak, bedoeld in artikel 44a van de wet.

 

Artikel 4 Het persoonsgebonden stimuleringsbudget (PSB)

  • 1.

    Tot de doelgroep persoonsgebonden stimuleringsbudget (PSB) behoren alle belanghebbenden van 18 jaar of ouder die de pensioengerechtigde leeftijd nog niet hebben bereikt en die een uitkering levensonderhoud ontvangen op grond van de wet.

  • 2.

    Het persoonsgebonden stimuleringsbudget is een premie die door het dagelijks bestuur kan worden toegekend aan belanghebbenden die een uitkering ontvangen op grond van de wet. Zij bedraagt maximaal € 1.500 per uitkeringsperiode aan interventies ten behoeven van arbeidsinschakeling.

  • 3.

    Voorwaarde voor de toekenning is:

    • a.

      dat belanghebbende actief aan een traject meewerkt dat gericht is op het stimuleren en realiseren van kans vergroting op uitstroom naar algemeen geaccepteerde arbeid.

    • b.

      dat de meest adequate en goedkoopste interventie wordt ingezet om het doel onder sub a te bereiken.

    • c.

      een positief advies van de participatiecoach.

    • d.

      voorwaarde voor een positief advies is dat de participatiecoach overtuigd is van de getoonde inzet en gebleken motivatie van belanghebbende als deelnemer aan het traject.

  • 4.

    Door de belanghebbende wordt in overleg met zijn participatiecoach een beknopt voorstel gemaakt over de interventies, die bekostigd zullen worden door middel van inzet van het PSB.

  • 5.

    Het voorstel, bedoeld in het vorige lid, kan bestaan uit alle denkbare interventies die de kans op uitstroom of de kans op werk vergroten.

  • 6.

    Deze interventies worden niet limitatief op voorhand vastgesteld.

  • 7.

    Het PSB wordt enkel uitgekeerd aan de leverancier van de interventie.

  • 8.

    Indien één of meer geaccordeerde interventies om welke reden dan ook niet zijn ingezet (verzilverd) binnen de afgesproken termijn en het geaccordeerde PSB dus niet volledig is besteed, kan er door belanghebbende geen aanspraak, in welke zin dan ook, worden gemaakt op deze niet bestede middelen.

  • 9.

    Bij een onderbreking van de uitkering voor de duur van zes of minder aaneengesloten maanden, is er geen nieuw recht op het PSB.

 

Artikel 5 Sociale Activering

  • 1.

    Het dagelijks bestuur kan een persoon die behoort tot de doelgroep activiteiten aanbieden in het kader van sociale activering.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur stemt de duur van de in het eerste lid bedoelde activiteiten af op de mogelijkheden en capaciteiten van die persoon.

  • 3.

    Onder sociale activering wordt verstaan het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten of vrijwilligerswerk ter voorbereiding op de start van een traject gericht op arbeidsinschakeling of gericht op het voorkomen van een sociaal isolement.

 

Artikel 6 Scholing

  • 1.

    Het dagelijks bestuur kan een persoon die behoort tot de doelgroep een scholingstraject aanbieden indien dit noodzakelijk wordt geacht voor duurzame arbeidsinschakeling.

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing op personen als bedoeld in artikel 7 lid 3 onderdeel a van de wet.

  • 3.

    Nadere regels ten aanzien van deze voorziening worden door het dagelijks bestuur vastgelegd in beleidsregels.

 

Artikel 7 Beschut werk

  • 1.

    Het dagelijks bestuur verstrekt om de in artikel 10b, eerste lid, van de wet, bedoelde werkzaamheden mogelijk te maken de volgende voorzieningen:

    • a.

      fysieke aanpassingen van de werkplek of de werkomgeving;

    • b.

      uitsplitsing van taken; en/of

    • c.

      aanpassingen in de wijze van werkbegeleiding, werktempo of arbeidsduur.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur kan aan personen van wie is vastgesteld dat zij uitsluitend in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben, tot het moment van aanvang van de dienstbetrekking, bedoeld in artikel 10b, eerste lid, van de wet, daarnaast de volgende voorzieningen aanbieden:

    • a.

      sociale activering als bedoeld in artikel 5;

    • b.

      scholing als bedoeld in artikel 6;

    • c.

      persoonlijke ondersteuning als bedoeld in artikel 8;

    • d.

      schuldhulpverlening als bedoeld in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.

 

Artikel 8 Persoonlijke ondersteuning bij werk

  • 1.

    Het dagelijks bestuur kan persoonlijke ondersteuning bij werk aanbieden aan personen behorend tot de doelgroep.

  • 2.

    Persoonlijke ondersteuning bij werk als bedoeld in het eerste lid wordt, onverminderd het bepaalde in artikel 3, verstrekt overeenkomstig de bepalingen van Hoofdstuk 3A.

 

Artikel 9 Loonkostensubsidie

  • 1.

    Het dagelijks bestuur verstrekt overeenkomstig artikel 10d, van de wet, ambtshalve of op aanvraag, loonkostensubsidie aan de werkgever die een dienstbetrekking aan gaat met een persoon die behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie. In geval van een aanvraag zijn het tweede tot en met het zesde lid van dit artikel van toepassing.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur bevestigt de ontvangst van de aanvraag schriftelijk aan de werkgever, of als de aanvraag wordt gedaan door de persoon, aan de werkgever en de persoon.

  • 3.

    Een aanvraag voor loonkostensubsidie wordt, als het een persoon betreft die nog niet behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie, ook beschouwd als een aanvraag om vast te stellen of de persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie, bedoeld in artikel 10c, eerste lid, onder a, van de wet. Als deze aanvraag is gedaan na het begin van de dienstbetrekking voor een persoon als bedoeld in artikel 10d, tweede lid, van de wet, wordt de vaststelling of de persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie bepaald door middel van de Praktijkroute.

  • 4.

    De loonkostensubsidie wordt niet verstrekt als de werkgever op grond van een andere regeling aanspraak maakt op financiële tegemoetkomingen in verband met de indiensttreding van de werknemer of als redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de persoon ook zonder loonkostensubsidie kan worden aangenomen voor dat werk.

  • 5.

    Het dagelijks bestuur stelt binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag de loonwaarde vast, tenzij in overleg met de werkgever toepassing wordt gegeven aan artikel 10d, vijfde lid, van de wet.

  • 6.

    Het dagelijks bestuur neemt bij het verstrekken van de loonkostensubsidie het preferente proces loonkostensubsidie in acht.

 

Artikel 10 Werken met behoud van uitkering

  • 1.

    Het dagelijks bestuur kan personen uit de doelgroep de voorziening ‘Werken met behoud van uitkering’ aanbieden (proefplaatsing). Deze bestaat uit het werken met behoud van uitkering, gedurende een bepaalde periode.

  • 2.

    Het doel van de proefplaatsing kan bijvoorbeeld zijn het vervullen van een stage, het leren functioneren in een arbeidsrelatie, het opdoen van werkervaring, en is steeds gericht op uitstroom naar een reguliere baan.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur kan, als dit door hem noodzakelijk wordt geacht, een persoon als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a, van de wet die algemene bijstand ontvangt, toestemming verlenen om op een proefplaatsing bij een werkgever voor de duur van twee maanden, met de mogelijkheid tot verlenging met maximaal vier maanden, onbeloonde werkzaamheden te verrichten met behoud van uitkering.

  • 4.

    In bijzondere situaties is het toegestaan om nogmaals aan dezelfde persoon een proefplaatsing aan te bieden bij een andere werkgever, waarbij het bepaalde in het derde lid van overeenkomstige toepassing is.

  • 5.

    Voor een proefplaatsing wordt uitsluitend toestemming verleend als:

    • a.

      de persoon, gelet op zijn vaardigheden en capaciteiten, tot de werkzaamheden in staat is;

    • b.

      het dagelijks bestuur verwacht dat de plaatsing bijdraagt aan het vergroten van de kans op arbeidsinschakeling;

    • c.

      hierdoor de concurrentieverhoudingen niet onverantwoord worden beïnvloed en geen verdringing op de arbeidsmarkt plaatsvindt;

    • d.

      de werkzaamheden van de persoon niet al eerder onbeloond door hem bij die werkgever, of diens rechtsvoorganger, zijn verricht; en

    • e.

      de werkgever bij aanvang van de proefplaatsing schriftelijk de intentie heeft uitgesproken dat hij de persoon, bij gebleken geschiktheid, direct aansluitend aan zijn proefplaatsing, voor minimaal zes maanden, zonder proeftijd, in dienst zal nemen.

  • 6.

    Het dagelijks bestuur weigert deze voorziening als redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de persoon ook zonder proefplaatsing kan worden aangenomen voor dat werk.

  • 7.

    Als de werkzaamheden op de proefplaatsing wegens ziekte worden onderbroken, dan wordt de periode van ziekte voor de toepassing van de maximale periode, bedoeld in artikel 3, buiten beschouwing gelaten.

 

Hoofdstuk 3A. Specifieke bepalingen doelgroep Breed offensief

Artikel 11 Bepalingen en re-integratieondersteuning

  • 1.

    Het dagelijks bestuur kan persoonlijke ondersteuning bij werk en overige voorzieningen verstrekken ten behoeve van een persoon met een arbeidsbeperking.

  • 2.

    Bij de toekenning van persoonlijke ondersteuning bij werk en overige voorzieningen gelden, onverminderd het bepaalde in artikel 3, de volgende voorwaarden:

    • a.

      de persoon behoort tot de doelgroep en is minimaal achttien jaar oud, tenzij hij VSO/PRO-onderwijs heeft genoten;

    • b.

      de persoon kan zonder deze vorm van ondersteuning niet aan het arbeidsproces deelnemen;

    • c.

      de werkgever biedt een dienstbetrekking aan van minimaal 6 maanden, met een minimale arbeidsduur van 12 uur per week;

    • d.

      het betreft geen Arbo-taak waarvoor de werkgever verantwoordelijk is;

    • e.

      het betreft geen meeneembare voorziening die tot de standaarduitrusting van de werkgever behoort of algemeen gebruikelijk is in een organisatie;

    • f.

      er is naar het oordeel van het dagelijks bestuur geen sprake van een werkplekaanpassing die in zijn algemeenheid van de werkgever kan worden verlangd; en

    • g.

      de kosten van de voorziening(en) zijn naar het oordeel van het dagelijks bestuur proportioneel, dat wil zeggen dat de investering in de voorziening moet opwegen tegen de opbrengsten van uitstroom naar werk.

Artikel 11a Aanvraagprocedure persoonlijke ondersteuning bij werk en overige voorzieningen

  • 1.

    Een aanvraag om persoonlijke ondersteuning bij werk en overige voorzieningen kan bij het dagelijks bestuur worden ingediend door de persoon of zijn werkgever. Het dagelijks bestuur kan hiervoor een aanvraagformulier vaststellen.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur bevestigt de ontvangst van de aanvraag.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur bepaalt na overleg met de persoon, en indien van toepassing met de werkgever, welke ondersteuning of voorziening(en) het beste kunnen bijdragen aan de arbeidsinschakeling.

  • 4.

    Het dagelijks bestuur onderzoekt, voor zover nodig en gelet op de omstandigheden van de persoon, in daartoe voorkomende gevallen de mogelijkheden om door samenwerking met andere partijen, onder meer op het gebied van (publieke) gezondheid, jeugdhulp, maatschappelijke ondersteuning, onderwijs, schuldhulpverlening, welzijn en wonen, te komen tot een zo goed mogelijk afgestemde integrale dienstverlening met het oog op de arbeidsinschakeling, bedoeld in artikel 8a, tweede lid, onder g, onderdeel 1, of de wijze van voortgezette persoonlijke ondersteuning, bedoeld in artikel 8a, tweede lid, onder g, onderdeel 2, van de wet.

 

Artikel 11b Persoonlijke ondersteuning bij werk en overige voorzieningen

  • 1.

    Het dagelijks bestuur kan persoonlijke ondersteuning bij werk in de vorm van jobcoaching in natura verstrekken door middel van een jobcoach die werkzaam is in een dienstverband bij of in opdracht van WSP Parkstad of een derde, waarbij de gemeente de uitvoering van de jobcoaching heeft ingekocht.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur kan persoonlijke ondersteuning bij werk in de vorm van een subsidie toekennen aan de werkgever voor:

    • a.

      jobcoaching door een interne of externe jobcoach; of

    • b.

      interne werkbegeleiding door een interne werkbegeleider.

  • 3.

    De in het eerste of tweede lid genoemde ondersteuning kan ook worden aangeboden met het oog op het verrichten van werkzaamheden, anders dan in dienstverband, zoals bij een proefplaatsing of een leer-werktraject.

 

Artikel 11c Inhoud beschikking persoonlijke ondersteuning bij werk en overige voorzieningen

Het dagelijks bestuur geeft in een beschikking tot toekenning van persoonlijke ondersteuning of een overige voorziening in ieder geval aan:

  • a.

    welke persoonlijke ondersteuning of overige voorziening wordt verstrekt;

  • b.

    als subsidie wordt verstrekt, wat de omvang is van het subsidiebedrag;

  • c.

    de duur en intensiteit van de ondersteuning;

  • d.

    de ingangsdatum van de ondersteuning of overige voorziening;

  • e.

    als de verstrekking afwijkt van wat is aangevraagd, wat de reden is van afwijking; en

  • f.

    voor zover van toepassing, welke andere ondersteuning of voorziening relevant is, of kan zijn, waaronder de wijze waarop de persoon integraal kan worden ondersteund.

 

Artikel 11d Persoonlijke ondersteuning bij werk

  • 1.

    Het dagelijks bestuur kan persoonlijke ondersteuning bij werk in de vorm van jobcoaching in natura verstrekken door middel van een jobcoach die werkzaam is in een dienstverband bij of in opdracht van de gemeente of een derde, waarbij de gemeente de uitvoering van de jobcoaching heeft ingekocht.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur kan persoonlijke ondersteuning bij werk in de vorm van een subsidie toekennen aan de werkgever voor:

    • a.

      jobcoaching door een interne of externe jobcoach; of

    • b.

      interne werkbegeleiding door een interne werkbegeleider.

 

Artikel 11e Specifieke voorwaarden toekenning persoonlijke ondersteuning bij werk

  • 1.

    De aanvraag voor persoonlijke ondersteuning bij werk moet binnen 26 weken na de ingangsdatum van de dienstbetrekking zijn ontvangen, tenzij voorafgaand aan of op het moment van aanvang van het dienstverband de noodzaak voor die ondersteuning redelijkerwijs nog niet bekend kon zijn.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur besluit op basis van individueel maatwerk, waarbij de aard, omvang, duur en intensiteit van de persoonlijke ondersteuning wordt gewogen.

 

Artikel 12 Jobcoaching

  • 1.

    Een jobcoach die de persoonlijke ondersteuning bij werk verzorgt moet voldoen aan de kwaliteitseisen zoals gesteld door het UWV.

  • 2.

    De in te zetten jobcoaching wordt bepaald op basis van de loonwaardemeting

  • 3.

    Het dagelijks bestuur kan van de in het tweede lid bedoelde loonwaardemeting afwijken voor zover toepassing daarvan, gelet op het belang dat beoogt te worden beschermd, leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

  • 4.

    De gemeente biedt jobcoaches van WSP Parkstad, door de gemeente gecontracteerde jobcoaches als de jobcoach genoemd in art.12a met voorrang aan.

 

Artikel 12a Jobcoaching in natura

  • 1.

    Het dagelijks bestuur kan ambtshalve, of op aanvraag, jobcoaching in natura verstrekken door middel van een jobcoach die werkzaam is in dienstverband middels de gemeenschappelijke regeling ISD Kompas.

  • 2.

    Bij aanvragen om jobcoaching in natura en de voorbereiding van een beschikking op de aanvraag is het bepaalde in de artikelen 12 van toepassing.

 

Artikel 12b Subsidie voor het organiseren van jobcoaching

  • 1.

    Het dagelijks bestuur kan op aanvraag subsidie voor het organiseren van jobcoaching verlenen aan de werkgever.

  • 2.

    Subsidie voor het organiseren van jobcoaching kan, met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 16a tot en met 16c, worden verleend als:

    • a.

      de jobcoaching bestaande uit een individueel trainings- of inwerkprogramma en een systematische begeleiding van de persoon behorend tot de doelgroep, gericht op het kunnen uitvoeren van de aan hem opgedragen taken, wordt geborgd door middel van een coachingsplan;

    • b.

      de omvang en de kwaliteit van de georganiseerde jobcoaching passend is;

    • c.

      de continuïteit van de jobcoaching geborgd is; en

    • d.

      de persoon voor wie de subsidie wordt gevraagd daarvan op de hoogte is en schriftelijk instemt met het organiseren van jobcoaching door de werkgever.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur kan voor jobcoaching een maximumtarief per uur hanteren dat toereikend is voor de organisatie van jobcoaching, waarbij het dagelijks bestuur zorgdraagt voor de kenbaarheid van de voor het betreffende jaar van toepassing zijnde tarieven.

 

Artikel 13 Interne werkbegeleiding

Als een persoon uit de doelgroep voor het kunnen verrichten van werk is aangewezen op begeleiding die de gebruikelijke begeleiding door de werkgever en andere werknemers aanzienlijk te boven gaat, kan het dagelijks bestuur een subsidie verlenen aan de werkgever voor de aangetoonde meerkosten die verbonden zijn aan het organiseren van de interne werkbegeleiding.

 

Artikel 14 Specifieke voorwaarden toekenning vervoersvoorziening

  • 1.

    Het dagelijks bestuur kan een vervoersvoorziening toekennen aan een persoon die door zijn beperking niet zelfstandig naar zijn werkplek, proefplaatsing of opleidingslocatie kan reizen. Deze vervoersvoorziening kan zowel in natura als in de vorm van een vergoeding in geld worden verstrekt.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur biedt een vervoersvoorziening aan als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

    • a.

      de persoon kan door zijn beperking niet zelfstandig reizen of gebruik maken van het openbaar vervoer; en

    • b.

      het vervoer is beperkt tot woon-werkverkeer.

  • 3.

    De hoogte van de vergoeding in geld hangt af van het aantal dagen dat moet worden gewerkt en bedraagt het in de markt reguliere tarief voor een taxi of een andere vorm van vervoer.

  • 4.

    Het dagelijks bestuur brengt een eventueel bedrag voor een vervoersvoorziening van de werkgever aan de werknemer in mindering op de te verstrekken vervoersvoorziening.

 

Artikel 15 Specifieke voorwaarden noodzakelijke intermediaire activiteit bij visuele of motorische handicap

Het dagelijks bestuur kan een voorziening in de vorm van een intermediaire activiteit toekennen die gericht is op de vervanging of ondersteuning van een door ziekte of gebrek geheel of gedeeltelijk ontbrekende visuele of motorische lichaamsfunctie.

 

Artikel 16 Specifieke voorwaarden meeneembare voorzieningen

  • 1.

    Het dagelijks bestuur kan een meeneembare voorziening toekennen, als dit nodig is voor de persoon om te kunnen werken.

  • 2.

    Er is geen limitatieve lijst van voorzieningen. In principe kan elk product als een meeneembare voorziening worden beschouwd als de noodzaak en meerwaarde in de werksfeer aantoonbaar is.

  • 3.

    De meeneembare voorziening wordt in principe in bruikleen beschikbaar gesteld. In bijzondere gevallen kan het dagelijks bestuur besluiten de voorziening in eigendom te verstrekken.

 

Artikel 16a Specifieke voorwaarden werkplekaanpassingen

Het dagelijks bestuur kan een aanpassing van de werkplek toekennen aan een persoon, als dit noodzakelijk is om zijn werk uit te voeren. In beginsel kan daarbij elk product als een werkplekaanpassing worden beschouwd als de noodzaak en meerwaarde in de werksfeer aantoonbaar zijn.

 

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 17  

In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het dagelijks bestuur.

 

Artikel 18 Hardheidsclausule

Het dagelijks bestuur kan, indien de toepassing van bepalingen in deze verordening in de individuele situatie tot onbillijkheden van overwegende aard leidt, voor zover het de bevoegdheid betreft die voortvloeit uit deze verordening, afwijken van deze verordening.

 

Artikel 19 Inwerkingtreden en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2023 onder gelijktijdige intrekking van de Participatieverordening WWB, IOAW en IOAZ 2023

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Participatiewet 1 juli 2023 IOAW en IOAZ ISD Kompas 2023 gemeente Voerendaal

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 5 oktober 2023

De raad van de gemeente Voerendaal