Organisatie | Utrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Utrechts Ombudsloket |
Citeertitel | Verordening Utrechts Ombudsloket |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-11-2023 | Actualisatie Verordening Utrechts Ombudsloket | 02-11-2023 |
De raad van de gemeente Utrecht;
Gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van 26 november 2023;
Artikel 108, eerste lid en artikel 149 Gemeentewet
Overwegende dat de raad een Utrechts Ombudsloket wenst in te stellen als laagdrempelige toegang voor Utrechters tot de ombudsfunctie inclusief communicatie, voorlichting en informatie die zowel onafhankelijk als Utrechts is;
besluit vast te stellen de volgende Verordening Utrechts Ombudsloket:
Artikel 4 Rechtspositieregeling
De voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter van het Utrecht Ombudsloket ontvangen maandelijks een vergoeding voor hun werkzaamheden en een onkostenvergoeding. Deze vergoeding en onkostenvergoeding bedragen 80% van de vergoeding en onkostenvergoeding die leden van de raad ontvangen ingevolge artikel 3.1.1 respectievelijk artikel 3.1.6 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.
De artikelen 3.1.7 (reiskostenvergoeding), 3.1.10 (ziektekostenverzekering), 3.1.11 (samenloop met arbeidsongeschiktheidsuitkering), 3.1.13 (vergoeding bij verlof), 3.3.1 (bewaken en beveiligen), 3.3.2 (informatie- en communicatievoorzieningen), 3.3.3 (scholing), 3.3.4 (beroepsvereniging), 3.3.5 (bedrijfsgeneeskundige zorg), 3.3.6 (voorzieningen in verband met beroepsziekte of dienstongeval), 3.3.7 (voorzieningen in verband met een structureel functionele beperking) en 3.3.8 (eindheffingsbestanddelen) van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers zijn van overeenkomstige toepassing op de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter van het Utrechts Ombudsloket, alsmede de met deze bepalingen samenhangende bepalingen uit de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers.
De artikelen 5 (verzekering arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden), 6 (informatie- en communicatievoorzieningen), 7 (werkkostenregeling) en 8 (betaling en declaratie) van de Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Utrecht zijn van overeenkomstige toepassing op de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter van het Utrechts Ombudsloket.
De voorzitter van de raad verleent aan de (plaatsvervangend) voorzitter van het Utrechts Ombudsloket op diens verzoek tijdelijk verlof wegens zwangerschap en bevalling op de in het verzoek vermelde dag die ligt tussen ten hoogste zes en ten minste vier weken voor de vermoedelijke datum van de bevalling die blijkt uit een overlegde verklaring van een arts of een verloskundige.
De voorzitter van de raad verleent aan de (plaatsvervangend) voorzitter van het Utrechts Ombudsloket op diens verzoek tijdelijk verlof, indien hij wegens ziekte niet in staat is zijn werk uit te oefenen en blijkens een verklaring van een arts aannemelijk is dat hij de uitoefening niet binnen acht weken zal kunnen hervatten. Het verlof gaat in op de dag na de bekendmaking van de beslissing op het verzoek.
Artikel 9 Arbeidsovereenkomst en management ambtenaren Utrechts ombudsloket
De ambtelijke rechtspositie, de HUP-030 alsmede toekomstige door de gemeentesecretaris vastgestelde wijzigingen ervan, is op de bij dit stafbureau werkzame ambtenaren van toepassing voor zover deze geen ondergeschiktheid impliceert aan de raad of het college van burgemeester en wethouders. Op grond van de mandaatregeling gemeenteraad en burgemeester gemeente Utrecht is de griffier bevoegd, namens de raad, te besluiten tot het aangaan, wijzigen en beëindigen van arbeidsovereenkomsten met ambtenaren van het Utrechts Ombudsloket en oefent daarmee tevens het werkgeverschap uit ten aanzien van de binnen het stafbureau van het Utrechts Ombudsloket werkzame ambtenaren.
In gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van de verordening beslist het dagelijks bestuur op voorstel van het Utrechts Ombudsloket.