Organisatie | Katwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2024 |
Citeertitel | Verordening parkeerbelastingen 2024 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening parkeerbelastingen 2023.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-11-2023 | nieuwe regeling | 26-10-2023 |
De raad van de gemeente Katwijk;
gelezen het voorstel van het college van 26 september 2023;
gelet op artikel 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening Katwijk;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN 2024(Verordening parkeerbelastingen 2024)
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
centrale computer: computer van het Servicehuis Parkeer- en Verblijfsrechten, waarmee de gemeente Katwijk een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met het gebruik van een telefoon;
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte en moet worden betaald bij de aanvang van het parkeren, tenzij het bij de aanvraag van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon inloggen op de centrale computer. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.
Artikel 7 Termijnen van betaling
In afwijking van het bepaalde onder het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon inloggen op een centrale computer.
Indien een vergunning wordt ingetrokken wordt op aanvraag ontheffing van de parkeerbelasting verleend over de nog niet ingetreden kalenderdagen waarop de vergunning betrekking heeft. Er is geen aanspraak op ontheffing als het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan €10,00.
Vrijgesteld voor de parkeerbelastingen als bedoeld in artikel 2 zijn:
houders van een in of buiten de Europese Unie geldige gehandicaptenparkeerkaart (zowel voor bestuurders als passagiers), mits deze parkeerkaart met de daartoe bestemde zijde op een van buitenaf duidelijk leesbare plaats direct achter de vooruit van het voertuig is geplaatst. Indien geen voorruit aanwezig is, dient de parkeerkaart op een van buitenaf zichtbare plaats leesbaar te worden aangebracht.
Artikel 10 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.
Artikel 13 Nadere regels door het college
Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelastingen.
Artikel 14 Digitale gehandicaptenparkeerkaart
De houder van een gehandicaptenparkeerkaart krijgt in afwijking van hetgeen in artikel 9 is bepaald, uitsluitend vrijstelling van het betalen van parkeerbelasting, indien de houder de gehandicaptenparkeerkaart heeft aangemeld in het digitaal parkeerrecht GPK-systeem. Het tonen van de papieren gehandicaptenparkeerkaart kan hier niets aan afdoen en geeft niet alsnog recht op vrijstelling van het betalen van parkeerbelasting.
Het college kan nadere regels stellen omtrent de controle op aanwezigheid van een vrijstelling. Met deze controle wordt bedoeld de controle langs elektronische weg met parkeerapparatuur op de aanwezigheid van een aan de houder van een gehandicaptenparkeerkaart toekomende vrijstelling van parkeerbelasting en kunnen regels over de technische werking van de parkeerapparatuur bevatten.
In afwijking van lid 1 kan het college voor een periode bepalen dat houders van een gehandicaptenparkeerkaart, naast het digitale systeem ook hun papierenkaart kunnen gebruiken om in aanmerking te komen voor vrijstelling van het betalen van parkeerbelasting. Het gebruik van de papieren gehandicaptenparkeerkaart vindt plaats op de wijze zoals in artikel 9 is beschreven.
Artikel 15 Inwerkingtreding en citeertitel
De “Verordening parkeerbelastingen 2023” van de gemeente Katwijk van 3 november 2022 alsmede de (gewijzigde) tarieventabel behorende bij deze verordening wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Katwijk in zijn openbare vergadering van 26 oktober 2023.
De griffier
De voorzitter
behorende bij de Verordening parkeerbelastingen 2024
Hoofdstuk 1: Parkeren bij parkeerapparatuur
Het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel a kan geschieden voor onbepaalde tijd.
Hoofdstuk 2: Parkeren door vergunninghouders
Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, krachtens welke het is toegestaan een voertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuur- en/of vergunninghouderplaatsen zoals aangegeven in de kolommen 1 en 2 van onderstaand overzicht, bedraagt:
Hoofdstuk 3: Parkeren in parkeergarages
De tarieven voor parkeren in de parkeergarages bedragen:
Werknemersabonnement parkeergarage Boulevard / Kustwerk**/**** | ||
Werkdagabonnement parkeergarage Boulevard / Kustwerk***/**** | ||
* van 1 oktober tot en met 31 maart zijn de eerste twee uren gratis
** een werknemersabonnement geldt op maandag tot en met zondag van 7.00 tot 22.00 uur
*** een werkdagabonnement geldt op maandag tot en met vrijdag van 7.00 tot 22.00 uur
**** de vigerende tarieven worden aan de abonnementhouder doorberekend als er buiten de geldige abonnementstijden gebruik gemaakt wordt van de garage
Deze tarieventabel behoort bij de Verordening parkeerbelastingen 2024.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 26 oktober 2023.