Paragraaf 1 Voorbereiding
Artikel 8 Oproep en voorlopige agenda
- 1
De voorzitter zendt ten minste 7 dagen voor een raadsvergadering de raadsleden een schriftelijke oproep en de voorlopige agenda met de daarbij behorende stukken.
- 2
In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van een schriftelijke oproep een aanvullende agenda opstellen. Zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de raadsvergadering wordt deze met de daarbij behorende stukken aan de leden gezonden.
- 3
Op de stukken, bedoeld in het eerste en tweede lid, is artikel 9, derde lid, van toepassing.
- 4
De agenda wordt bij aanvang van een raadsvergadering door de raad vastgesteld.
Artikel 9 Ter inzage leggen van stukken
- 1
Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op een voorlopige agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep op het gemeentehuis ter inzage gelegd. Als na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raad en zo mogelijk door middel van een openbare kennisgeving.
- 2
Elektronisch beschikbare stukken worden op de website van de gemeente geplaatst. De raadsleden treffen de stukken ook aan op Notubiz.
- 3
Informatie van de raad of aan de raad verstrekte informatie waaromtrent op grond van hoofdstuk V van de wet geheimhouding is opgelegd, blijft in afwijking van het eerste en tweede lid, onder berusting van de griffier.
Artikel 10 Openbare kennisgeving
- 1
Raadsvergaderingen worden ten openbare kennis gebracht door plaatsing op de gemeentelijke website en in het Noord-Bevelands advertentie- en informatieblad.
- 2
In spoedeisende gevallen kan de openbare kennisgeving uitsluitend langs elektronische weg plaatsvinden.
Paragraaf 2 Ter vergadering
Artikel 11 Presentielijst
- 1
De griffier draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten van raadsvergaderingen.
- 2
Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekenen raadsleden de presentielijst. Aan het einde van elke raadsvergadering wordt die lijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.
Artikel 12 Aantal spreektermijnen
- 1
Beraadslagingen over onderwerpen of voorstellen geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raad anders beslist.
- 2
Spreektermijnen worden door de voorzitter afgesloten.
- 3
Raadsleden mogen in een termijn niet meer dan eenmaal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.
- 4
Het derde lid is niet van toepassing op een raadslid dat een amendement, een subamendement, een motie of een initiatiefvoorstel heeft ingediend, ten aanzien van de beraadslaging over het door dat raadslid ingediende.
- 5
Bij de bepaling hoeveel malen door een raadslid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.
Artikel 12a Spreekregels
- 1
De leden van de raad en overige aanwezigen spreken vanaf hun plaats of van de spreekplaats en richten zich tot de voorzitter.
- 2
Bij bijzondere gelegenheden kan de voorzitter bepalen dat de leden van de raad en de overige aanwezigen vanaf een andere plaats spreken.
Artikel 13 Deelname aan de beraadslaging door anderen
Onverminderd artikel 21 van de Gemeentewet kan de raad op besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.
Artikel 13a. Spreekrecht burgers tijdens de raadsvergaderingen
- 1
Inwoners van de gemeente of anderszins belanghebbenden (ter beoordeling van de gemeenteraad) kunnen na opening van de vergadering het woord voeren.
- 2
Het woord kan niet gevoerd worden:
- a.
over een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar of beroep op de rechter openstaat of heeft opengestaan;
- b.
over benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;
- c.
indien een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend;
- d.
in een besluitvormende raad over een onderwerp waarover dezelfde spreker in een informatieve raad heeft gesproken tenzij er zich gewijzigde feiten of omstandigheden hebben voorgedaan.
- 3
De totale spreektijd voor alle sprekers tezamen bedraagt 30 minuten.
- 4
Een spreker heeft maximaal 5 minuten spreektijd. Wanneer, gelet op het bepaalde onder 3, het aantal sprekers hiertoe aanleiding geeft, bepaalt de raad of er meer mensen kunnen inspreken.
- 5
Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit voor de aanvang van de vergadering aan de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam en het onderwerp waarover hij het woord wil voeren.
- 6
De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.
- 7
De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter of een lid van de raad kan een voorstel doen voor de behandeling (inclusief het gedurende één ronde stellen van vragen door raadsleden aan de spreker) van de inbreng van de burger.
- 8
Een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger, zoals genoemd in lid 7, kan bestaan uit:
- -
het voor kennisgeving aannemen van de inbreng van de burger;
- -
de inbreng direct betrekken bij het voorliggende agendapunt van de desbetreffende raadsvergadering;
- -
de inbreng voor verder onderzoek c.q. behandeling in handen stellen van het college, waarbij het resultaat via een terugkoppeling zal plaatsvinden richting de spreker en/of raad.
- 9
Insprekers hebben zich behoorlijk te gedragen in woord en verschijning, zulks ter beoordeling aan de voorzitter. De voorzitter is bevoegd is om in te grijpen.
Artikel 13b. Presentaties door burgers, maatschappelijke instellingen, bedrijven etc. tijdens de raadsvergaderingen.
- 1
Burgers, maatschappelijke instellingen en bedrijven kunnen een presentatie geven over een idee, een project of over een politiek actueel onderwerp.
- 2
In een raadsvergadering wordt bij voorkeur niet meer dan één presentatie gegeven.
- 3
De tijd voor het houden van een presentatie is maximaal 15 minuten, waarna nog maximaal 15 minuten discussie kan plaatsvinden.
- 4
Een verzoek tot het houden van een presentatie loopt via de griffier.
- 5
De agendacommissie bepaalt of en wanneer een presentatie aan de raad gegeven wordt.
- 6
Artikel 13a, lid 2, is van toepassing.
Artikel 14 Voorstellen van orde
Raadsleden kunnen tijdens een raadsvergadering mondeling een voorstel van orde betreffende de vergadering doen. De raad beslist hier terstond over.
Paragraaf 3 Stemmingen
Artikel 15 Primus bij hoofdelijke stemming
Alvorens de aangekondigde onderwerpen aan de orde te stellen deelt de voorzitter mede, bij welk lid van de raad, de hoofdelijke stemming zal beginnen. Daartoe wordt de alfabetische lijst van raadsleden gevolgd, waarbij iedere vergadering de volgende op de lijst wordt aangewezen tot deze weer van boven begint.
Artikel 15a Stemverklaring
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, kunnen raadsleden hun voorgenomen stemgedrag toelichten.
Artikel 16 Beslissing
- 1
De voorzitter, sluit de beraadslaging als hij vaststelt dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, tenzij de raad anders beslist.
- 2
Voordat de stemming over het voorstel in zijn geheel plaatsvindt, formuleert de voorzitter het voorstel over de te nemen eindbeslissing.
Artikel 17 Stemming: procedure hoofdelijke stemming
- 1
De voorzitter vraagt de raadsleden of zij stemming verlangen. Is dit niet het geval dan stelt de voorzitter vast dat het voorstel zonder hoofdelijke stemming is aangenomen.
- 2
Als een voorstel zonder stemming wordt aangenomen kunnen de in de vergadering aanwezige raadsleden aantekening in de notulen vragen, dat zij geacht willen worden te hebben tegengestemd of zich overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet van deelneming aan de stemming te hebben onthouden.
- 3
Als een raadslid om stemming of hoofdelijke stemming vraagt, doet de voorzitter daarvan mededeling aan de raad.
- 4
Bij hoofdelijke stemming roept de griffier de raadsleden bij naam op hun stem uit te brengen. De stemming begint bij het raadslid dat daarvoor overeenkomstig artikel 15 is aangewezen. Vervolgens geschiedt de oproeping op alfabetische volgorde.
- 5
Bij hoofdelijke stemming brengen ter vergadering aanwezig raadsleden, tenzij zij overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet niet aan de stemming deel behoren te nemen, hun stem uit door 'voor' of 'tegen' uit te spreken, zonder enige toevoeging.
- 6
Een raadslid dat zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, kan deze vergissing herstellen totdat het volgende raadslid gestemd heeft. Bemerkt het raadslid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt aantekening vragen van zijn vergissing. Dit brengt geen verandering in de uitslag van de stemming.
- 7
De voorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming mee. Deze doet daarbij tevens mededeling van het genomen besluit.
Artikel 18 Volgorde stemming over amendementen en moties
- 1
Als een amendement op een aanhangig voorstel is ingediend, wordt eerst over dat amendement gestemd en vervolgens over het voorstel zoals het dan luidt in zijn geheel.
- 2
Als een subamendement is ingediend, wordt eerst over het subamendement gestemd en vervolgens over het amendement waarop dat betrekking heeft.
- 3
Als meerdere amendementen of subamendementen op een aanhangig voorstel zijn ingediend, wordt onverminderd het eerste en tweede lid, eerst over het meest verstrekkende amendement of subamendement gestemd.
- 4
Als aangaande een aanhangig voorstel een motie is ingediend, wordt eerst over het voorstel gestemd en vervolgens over de motie.
Artikel 19 Stemming over personen
- 1
Bij stemming over personen voor benoemingen of het opstellen van voordrachten of aanbevelingen, benoemt de voorzitter drie raadsleden tot stembureau.
- 2
Aanwezige raadsleden zijn verplicht een door het stembureau verstrekt stembriefje in te leveren, tenzij zij overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet niet aan de stemming deel behoren te nemen.
- 3
Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen zijn te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen. De raad kan op voorstel van het stembureau beslissen dat bepaalde stemmingen worden samengevat op één briefje.
- 4
Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het tweede lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.
- 5
Voor het bepalen van de volstrekte meerderheid als bedoeld in artikel 30 van de Gemeentewet worden geacht geen stem te hebben uitgebracht die leden die geen behoorlijk stembriefje hebben ingeleverd. Onder een niet behoorlijk ingevuld stembriefje wordt verstaan:
- a
een blanco ingevuld stembriefje;
- b
een ondertekend stembriefje;
- c
een stembriefje waarop meer dan één naam is vermeld, tenzij de stemming verschillende vacatures betreft;
- d
een stembriefje waarbij, indien het een benoeming op voordracht betreft, op een persoon wordt gestemd die niet is voorgedragen;
- e
een stembriefje waarbij op een andere persoon wordt gestemd dan die waartoe de stemming is beperkt.
- 6
In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist de raad op voorstel van het stembureau.
Artikel 19a Beslissing door het lot
- 1
Wanneer het lot moet beslissen, worden de namen van hen tussen wie de beslissing moet plaatshebben, door de voorzitter op afzonderlijke, geheel gelijke, briefjes geschreven.
- 2
Deze briefjes worden, nadat zij door het stembureau zijn gecontroleerd, op gelijke wijze gevouwen, in een stembokaal gedeponeerd en omgeschud.
- 3
Vervolgens neemt de voorzitter een van de briefjes uit de stembokaal. Degene wiens naam op dit briefje voorkomt, is gekozen.
Paragraaf 5 Besloten vergadering
Artikel 22 Toepassing reglement op besloten vergaderingen
Op een besloten raadsvergadering is dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.
Artikel 23 Notulen besloten vergadering
- 1
De conceptnotulen c.q. verslagen van besloten raadsvergaderingen worden niet verspreid, maar berusten bij de griffier.
- 2
Deze notulen c.q. verslagen worden zo spoedig mogelijk in een besloten raadsvergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raad een besluit over het al dan niet opheffen van de geheimhouding op de vastgestelde notulen c.q. verslagen.
- 3
De vastgestelde notulen c.q. verslagen worden door de voorzitter en de griffier ondertekend.
Artikel 24 Opheffing geheimhouding
Als de raad op grond van artikelen 89, vierde lid van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding van aan de raad verstrekte informatie op te heffen, wordt, als het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten vergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd..
Paragraaf 6 Toehoorders en pers
Artikel 25 Toehoorders en pers
- 1
Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare raadsvergaringen uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen.
- 2
Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.
Artikel 26 Geluid- en beeldregistraties
Degenen die van een openbare raadsvergadering geluid- of beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.