Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zaanstad

Beleidsregels eenmalige energietoeslag Zaanstad 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZaanstad
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels eenmalige energietoeslag Zaanstad 2023
CiteertitelBeleidsregels Eenmalige energietoeslag Zaanstad 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 35 van de Participatiewet
  3. artikel 9 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen
  4. artikel 33 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen
  5. artikel 62 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-11-202301-09-2024nieuwe regeling

31-10-2023

gmb-2023-469823

z7983785 / d370

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels eenmalige energietoeslag Zaanstad 2023

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad,

 

gelet op:

  • titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • de artikelen 35 van de Participatiewet;

  • de artikelen 9, 33 en 62 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (Wet SUWI);

 

overwegende dat:

  • het college het wenselijk vindt om aan te geven in welke situaties en onder welke voorwaarden huishoudens in aanmerking kunnen komen voor een eenmalige energietoeslag 2023;

  • het daarom wenselijk is voor dit doel aanvullende beleidsregels vast te stellen op de Beleidsregels gemeentelijke werk- en inkomensvoorzieningen Zaanstad 2019;

 

besluit vast te stellen de “Beleidsregels eenmalige energietoeslag Zaanstad 2023”.

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • 1.

    wet: Participatiewet;

  • 2.

    college: college van burgemeester en wethouders van de Zaanstad;

  • 3.

    huishouden: de alleenstaande of het gezin zoals bedoeld in artikel 4 van de wet die verblijf heeft op het adres waarvoor hij eindverantwoordelijk is voor de betaling van de energielasten.

  • 4.

    laag inkomen: maximaal 140% van de voor huishouden van toepassing zijnde bijstandsnorm, zoals bedoeld in artikel 5, onderdeel c van de wet, waarbij artikel 19a en 22a van de wet buiten toepassing blijven;

  • 5.

    peildatum: 1 november 2023;

  • 6.

    referteperiode: de maand oktober 2023. Voor huishoudens met een eigen onderneming geldt als referteperiode het kwartaal voorafgaand aan de maand oktober 2023;

  • 7.

    zelfstandige woonruimte: een woonruimte bestemd voor langdurig verblijf en beschikt over een eigen woon/slaapkamer, is voorzien van een eigen keuken met aanrecht, een aan- en afvoer voor water, een aansluitpunt voor een kooktoestel, een eigen wc met waterspoeling en een eigen toegangsdeur heeft, die van binnen en buiten op slot kan.

 

Artikel 2 Doelgroep eenmalige energietoeslag2023

  • 1.

    De eenmalige energietoeslag 2023 is bedoeld voor het huishouden met een laag inkomen en wordt ambtshalve of op aanvraag als categoriale bijzondere bijstand verleend.

  • 2.

    De hoogte van de eenmalige energietoeslag 2023 wordt bepaald op basis van de volgende categorie indeling:

    • a.

      Categorie A: de toeslag bedraagt € 1.400 voor het huishouden met een inkomen niet hoger dan 120% van de voor hen geldende bijstandsnorm;

    • b.

      Categorie B: de toeslag bedraagt € 1.100 voor het huishouden met een inkomen hoger dan 120% maar niet hoger dan 130% van de voor hen geldende bijstandsnorm;

    • c.

      Categorie C: de toeslag bedraagt € 800 voor het huishouden met een inkomen hoger dan 130% maar niet hoger dan 140% van de voor hen geldende bijstandsnorm.

  • 3.

    Voor de toepassing van deze regeling wordt het vermogen niet in aanmerking genomen.

  • 4.

    De energietoeslag wordt per huishouden maximaal 1 keer toegekend.

  • 5.

    Het huishouden heeft een laag inkomen als gedurende de referteperiode het in aanmerking te nemen inkomen niet hoger is dan 140 % van de toepasselijke bijstandsnorm.

  • 6.

    Tot een huishouden wordt niet gerekend de persoon die op de peildatum:

    • a.

      in een inrichting verblijft als bedoeld in artikel 1 aanhef en onderdeel f van de wet, mits de inrichting voorziet in de energiekosten en deze energiekosten niet in rekening brengt bij de bewoners; of

    • b.

      18 tot 21 jaar is, tenzij deze een zelfstandige woonruimte heeft en geen of onvoldoende beroep op de onderhoudsplicht van ouder(s) kan doen gelden en eindverantwoordelijk is voor de betaling van de energienota.

  • 7.

    Personen die in 2023 naar de gemeente Zaanstad zijn verhuisd en daar de energietoeslag 2023 aanvragen komen slechts in aanmerking voor de toeslag indien zij deze niet al hebben ontvangen van de gemeente die zij hebben verlaten. Indien het huishouden slechts een gedeelte bestemd voor 2023 hebben ontvangen, komt het huishouden in aanmerking voor een aanvulling tot de in Zaanstad voor het huishouden geldende maximale energietoeslag .

 

Artikel 3 Ambtshalve toekenning

Het huishouden dat voldoet aan de doelgroepomschrijving van artikel 2, en:

  • 1.

    aan wie in 2022 een eenmalige energietoeslag is verstrekt;

  • 2.

    algemene bijstand ontvangt; of

  • 3.

    vanaf 1 januari 2023 tot en met 30 september 2023 incidentele of periodieke bijzondere bijstand heeft ontvangen of een uitkering heeft ontvangen op grond van de Individuele inkomenstoeslag, de regeling Meedoen Zaanstad of deelneemt aan de collectieve zorgverzekering voor de minima; of

  • 4.

    aan wie in september 2023 vanwege een laag inkomen een ZaansePas is verstrekt; of

  • 5.

    een uitkering ontvangt op grond van de IOAW en IOAZ; of

  • 6.

    in een traject van schulddienstverlening zit en daardoor een netto besteedbaar inkomen heeft, zoals bedoeld in artikel 1, vierde lid van deze beleidsregels; of

  • 7.

    algemene bijstand ontvangt van de Sociale Verzekeringsbank op grond van artikel 47a van de wet en niet in een instelling verblijft, zoals bedoeld in artikel 1 onder f van de wet;

ontvangen de eenmalige energietoeslag 2023 ambtshalve uiterlijk op 1 december 2023.

 

Artikel 4 Aanvraag

  • 1.

    Het huishouden dat voldoet aan de doelgroepomschrijving van artikel 2, maar niet in aanmerking komt voor een ambtshalve toekenning van de eenmalige energietoeslag 2023, kan vanaf 1 december 2023 een aanvraag indienen door gebruikmaking van het door het college beschikbaar gestelde (digitale) aanvraagformulier.

  • 2.

    De aanvraag voor de eenmalige energietoeslag 2023 wordt digitaal ingediend via de gemeentelijke website zaanstad.nl. In afwijking van deze digitale aanvraag is het tevens mogelijke om de aanvraag schriftelijk in te dienen.

  • 3.

    Een aanvraag voor de eenmalige energietoeslag 2023 kan worden ingediend tot en met 30 juni 2024.

 

Artikel 5 Hardheidsclausule

Als een huishouden niet in aanmerking komt voor een eenmalige energietoeslag 2023 kan het college, gelet op alle omstandigheden, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor een eenmalige energietoeslag 2023, indien dringende redenen hiertoe noodzaken.

 

Artikel 6 Inwerkingtreding en duur beleidsregels

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

  • 2.

    Deze beleidsregels vervallen op 1 september 2024, met dien verstande dat zij blijven gelden voor het afhandelen van aanvragen die gedurende het van kracht zijn van deze beleidsregels zijn ingediend.

 

Artikel 7 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Eenmalige energietoeslag Zaanstad 2023.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van Zaanstad, 31-10-2023,

drs. J. Hamming, burgemeester

drs. G. Blom, gemeentesecretaris

Toelichting

De Beleidsregels eenmalige energietoeslag Zaanstad 2023 staan niet op zichzelf, maar zijn gebaseerd op artikel 35 van de Participatiewet en de Beleidsregels gemeentelijke werk- en inkomensvoorzieningen Zaanstad 2019. Dit betekent dat wie niet aan de voorwaarden van de wet of de gemeentelijke beleidsregels voldoet, bijvoorbeeld omdat die persoon op de peildatum geen rechthebbende is of omdat een uitsluitingsgrond geldt, geen aanspraak kan maken op de toeslag. Soms kan dat een hardheid inhouden. Daar voorziet artikel 7 in.

 

In artikel 2 wordt de doelgroep nader omschreven. Met vermogen wordt geen rekening gehouden. Voor het begrip 'inkomen' wordt in afwijking van het gemeentelijk beleid uitgegaan van drie categorieën tot 140% van de voor huishouden van toepassing zijnde bijstandsnorm. Daarmee wordt afgeweken van het reguliere beleid voor de verlening van bijzondere bijstand, zoals is opgenomen in de Beleidsregels gemeentelijke werk- en inkomensvoorzieningen Zaanstad 2019. Voor deze afwijking zijn twee redenen. De hoge energielasten kunnen ook bij hogere inkomens tot financiële problemen leiden en het door de Rijksoverheid beschikbaar gestelde budget aan de gemeenten is toereikend om de toeslag te verstrekken aan de doelgroep met een laag inkomen tot 120% van de voor huishouden van toepassing zijnde bijstandsnorm.

 

Inwoners, die wonen in een gebouw voor begeleid wonen of in groepswoningen voor bijvoorbeeld ouderen komen voor de toeslag in aanmerking, als de woonlasten bij hen in belangrijke mate in rekening worden gebracht, zonder dat daar enige compensatie vanuit een voorziening tegenover staat. Van belang daarbij is, dat de kosten voor energie bij de inwoner in rekening wordt gebracht, deze kosten niet op andere wijze worden betaald en specifiek met bedrag in de huurovereenkomst genoemd wordt of op andere wijze expliciet geregeld is, met name ten aanzien van de betalingsverplichting van de inwoner. Indien de kosten voor energie na het ingaan van het huurcontract gewijzigd zijn, dient de inwoner deze wijzigingen te kunnen aantonen en zo nodig ter inzage te overleggen.

 

In de wet is niet expliciet geregeld hoe moet worden omgegaan met inwoners die verhuizen of verhuisd zijn. Het college is van mening dat inwoners erop mogen vertrouwen dat als zij voldoen aan hun informatieplicht, de gemeente de toeslag niet terugvordert. Ook niet als in de loop van het jaar sprake is van een verhuizing naar een andere gemeente. Vertrouwen in de overheid staat momenteel onder druk. Het college wil dit vertrouwen niet beschamen. In principe zal de toeslag dan ook niet worden herzien of teruggevorderd. Een uitzondering hierop is de situatie waarbij aantoonbaar sprake is van opzettelijke fraude. Bijvoorbeeld door het verzwijgen van informatie, het misleiden van de gemeente bij de aanvraag. Of door op te geven dat men inkomsten heeft, maar niet vermeldt student te zijn en dat er sprake is van inkomsten uit studiefinanciering, of onduidelijk is over de woonsituatie of het verrekenen van de energiekosten met medebewoners.

 

Hoewel de toeslag ook bedoeld is voor ondernemers met een laag inkomen, wordt er door hen minder vaak een beroep gedaan op de gemeentelijke Minimaregelingen. Daarom willen we op deze plaats uitdrukkelijk aangeven, dat de toeslag ook voor inwoners bedoeld is met een eigen bedrijf of voor hen die als Zzp'er werkzaam zijn. Het inkomen van zelfstandigen kan per maand sterk fluctueren. Vandaar dat voor hen een afwijkende referteperiode van toepassing is. Voor hen geldt als referteperiode het derde kwartaal van 2023. Daarbij moeten de kwartaalaangifte omzetgegevens worden verstrekt. Op basis van deze gegevens wordt de hoogte van het inkomen bepaald. Doet de ondernemer geen kwartaalaangifte omzetgegevens, bijvoorbeeld omdat de ondernemer geen omzetbelasting hoeft te doen of dit jaarlijks doet, dan wordt zo mogelijk op andere wijze het inkomen bepaald. Bijvoorbeeld op basis van facturen en bewijsstukken van de bedrijfskosten komen. Onder bedrijfskosten wordt niet verstaan: investeringen en aflossingen.

 

Een ambtshalve toekenning is mogelijk als vaststaat dat de persoon op bij de verwerking van de automatisch te verstrekken toeslag recht heeft. Dit kan worden aangenomen bij huishoudens die algemene bijstand ontvangen, een uitkering IOAW of IOAZ, bijzondere bijstand ontvangen, waaronder ook wordt begrepen de inwoners die vanwege hun inkomen gratis de ZaansePas ontvangen, algemene bijstand ontvangen van de Sociale Verzekeringsbank; de zogenaamde Aio-gerechtigden, in een schulddienstverleningstraject zitten bij Kredietbank Nederland of WSNP (Wet schuldsanering natuurlijke personen).

Inwoners, die in 2022 recht hadden op een energietoeslag in 2022, maar waarvan de gemeente onvoldoende informatie heeft, worden voor een inkomenstoets aan het Inlichtingenbureau aangeboden. Indien blijkt dat er recht op de toeslag bestaat, wordt ook aan deze inwoners de toeslag ambtshalve verstrekt.

 

Er zijn situaties denkbaar waarbij de aanvrager op de peildatum weliswaar niet voldeed aan de voorwaarden voor de eenmalige energietoeslag 2023, maar de (enige) uitsluitingsgrond slechts van korte duur was. Om in deze situaties te voorzien wordt in artikel 5 de mogelijkheid geopend om een toets op hardheid van de voorgenomen afwijzing uit te voeren. De hardheidsclausule in artikel 16 van de Participatiewet voorziet hier niet in.