Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Amsterdam

Handhavingsstrategie muziekgeluid horeca 2018

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAmsterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingHandhavingsstrategie muziekgeluid horeca 2018
CiteertitelHandhavingsstrategie muziekgeluid horeca 2018
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

11-04-2018nieuwe regeling

30-01-2018

gmb-2018-73661

Tekst van de regeling

Intitulé

Handhavingsstrategie muziekgeluid horeca 2018

Handhavingsstappen op grond van Activiteitenbesluit Wet Milieubeheer en APV 2008 (hoofdstuk 3, Horeca)

 

Inleiding

 

Aanleiding

Horecabedrijven hebben te maken met verschillende regelgeving waar zij aan moeten voldoen. Voor de regels in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV), hoofdstuk 3, en in de Drank- en Horecawet heeft Amsterdam in de Handhavingsstrategie Horeca en slijterijen (inclusief winkels) 2013 (hierna: Handhavingsstrategie Horeca 2013) aangegeven op welke wijze overtredingen worden gesanctioneerd. Voor de handhaving van de regels over geluid (vastgelegd in het Activiteitenbesluit) geldt tot vaststelling van dit document de Beleidsnota handhaving milieuregelgeving Amsterdam 2007. In Amsterdam is een Eenduidige toezicht- en sanctie-strategie Wabo (als gevolg van de landelijke handhavingsstrategie omgevingsrecht) in voorbereiding, waarmee ook de rest van deze beleidsnota uit 2007 zal komen te vervallen. Voor wat betreft handhaving van overlast van muziekgeluid in de horeca is het echter wenselijk aan te sluiten bij de Handhavingsstrategie horeca 2013. Daarom is deze afzonderlijke strategie opgesteld die daar zoveel mogelijk bij aansluit. Gezien het specifieke wettelijke kader en andere bevoegdheden is niet gekozen voor integratie in de bestaande handhavingsstrategie horeca. De handhavingspraktijk is echter wel heel nauw met elkaar verbonden.

 

In de nota uit 2007 is geen onderscheid gemaakt in verschillende type overtredingen (normaal of ernstig). En in de praktijk is er geen uniforme werkwijze in de stad bij het sanctioneren van een overtreding van de regels over geluid in de horeca.

In 2013 is vanuit de gemeenteraad al de vraag gesteld of bij de sanctionering van overtredingen van de regels over geluid in de horeca kan worden aangesloten bij de systematiek uit de andere handhavingsstrategie voor de horeca met ‘three strikes you’re out’. De burgemeester heeft toegezegd daarmee met de stadsdelen aan de slag te gaan. Deze Handhavingsstrategiemuziekgeluid horeca is hiervan het resultaat.

 

Doel

Het doel van deze handhavingsstrategie is:

  • -

    Informeren van horeca-ondernemers over welke bestuurlijke maatregel volgt bij welke overtreding

  • -

    Uniformeren huidige handhavingspraktijk in de stadsdelen

  • -

    Aangeven in welke gevallen opvolgende overtredingen van de geluidregelgeving tevens worden gezien als overtreding van de APV, hoofdstuk 3 en er een sanctie kan worden opgelegd zoals het tijdelijk intrekken van de exploitatievergunning.

Uitgangspunten systematiek

De Handhavingsstrategie Horeca 2013 kent een systematiek waarin op basis van de zwaarte van een overtreding een bestuurlijke maatregel wordt opgelegd, volgens het principe ‘three strikes you’re out. Daarbij geldt dat in principe bij overtredingen als eerste stap eerst een bestuurlijke waarschuwing wordt gegeven. Daarnaast is er sprake van een verjaringstermijn van één jaar. Als er één jaar is verstreken zonder dat er een opvolgende overtreding heeft plaatsgevonden, begint de ondernemer weer met een schone lei. In deze handhavingsstrategie voor muziekgeluid wordt aangesloten bij deze uitgangspunten van de systematiek. De coulanceregeling, die in de Handhavingsstrategie Horeca 2013 is opgenomen, is in deze strategie ook van toepassing, in ieder geval gedurende het eerste jaar nadat deze strategie van kracht is geworden .

 

Leeswijzer

In Hoofdstuk 1 staat wat de relevante regelgeving omtrent muziekgeluid in de horeca is. Hoofdstuk 2 geeft aan volgens welke systematiek en met welke stappen verschillende soorten overtredingen worden gesanctioneerd.

1 Juridisch kader

 

Deze handhavingsstrategie is geldend voor horecabedrijven die geluid produceren. Geluid geproduceerd door horecabedrijven is relevant voor de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan het Activiteitenbesluit en de Algemene Plaatselijke Verordening.

 

1.1 Het Activiteitenbesluit

De regels voor muziekgeluid in de horeca staan opgenomen in het Activiteitenbesluit. Het Activiteitenbesluit is een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) gebaseerd op de Wet Milieubeheer. Het Activiteitenbesluit bevat algemene regels voor bedrijven om het milieu te beschermen en daarmee ook regels om geluidsoverlast door bedrijven te voorkomen.

 

De belangrijkste regels voor geluid van horecabedrijven in het Activiteitenbesluit hebben betrekking op:

  • 1.

    Melding en Akoestisch rapport

  • 2.

    Beschermingsniveau/wettelijke geluidsnormen

  • 3.

    Mogelijkheden voor maatwerk

1.1.1 Melding en/of akoestisch rapport

Op grond van artikel 1.10 van het Activiteitenbesluit dient vier weken voor oprichting of verandering van een inrichting hiervan een melding te worden gedaan bij het bevoegd gezag. In de praktijk gebeurt dit met behulp van de internetmodule AIM online (https://www.aimonline.nl). Bij verandering van een inrichting is een melding alleen nodig als een afwijking ontstaat van eerder verstrekte gegevens. Denk hierbij aan verbouwingen waardoor de akoestiek wijzigt of het wijzigen van het soort muziek dat in de inrichting gedraaid wordt. Hoe meer bastonen er in de muziek voorkomen, hoe lager het geluidsniveau wordt waarop de muziek maximaal gedraaid kan worden.

 

Indien de inrichting geluid van meer dan 70 dB(A)1 produceert, dient de ondernemer een akoestisch rapport in te leveren bij het bevoegd gezag, te weten het algemeen bestuur van een bestuurscommissie (artikel 1.11 Activiteitenbesluit). Uit het rapport van een akoestisch onderzoek blijkt volgens verrichte geluidsmetingen en/of geluidsberekeningen op welk geluidsniveau er binnen maximaal muziek gedraaid kan worden zonder de geluidsnormen van artikel 2.17 Activiteitenbesluit te overtreden.

1.1.2 Beschermingsniveau/geluidnormen

Het beschermingsniveau tegen geluidhinder is geregeld in Afdeling 2.8 Geluidhinder van het Activiteitenbesluit. Het Activiteitenbesluit geeft doelvoorschriften voor geluid. De voorschriften zijn doorgaans van toepassing op een bedrijf als geheel en niet op afzonderlijke activiteiten. Er staat niet voorgeschreven welke specifieke geluidsmaatregelen genomen dienen te worden, maar wat het maximaal toegestane geluidniveau is bij ‘gevoelige gebouwen’ (waaronder woningen). Het gaat om de volgende geluidnormen:

 

De geluidsnormen in afdeling 2.8, artikel 2.17 Activiteitenbesluit zijn :

 

07:00–19:00 uur

19:00–23:00 uur

23:00–07:00 uur

LAr,LT op de gevel van gevoelige gebouwen

50 dB(A)

45 dB(A)

40 dB(A)

LAr,Lt in in- en aanpandige gevoelige gebouwen

35 dB(A)

30 dB(A)

25 dB(A)

LAmax op de gevel van gevoelige gebouwen

70 dB(A)

65 dB(A)

60 dB(A)

LAmax in in- en aanpandige gevoelige gebouwen

55 dB(A)

50 dB(A)

45 dB(A)

(LAr,LT = langtijdgemiddelde beoordelingsniveau, LAmax =t maximaal geluidsniveau)

 

Het overtreden van de geluidnormen is een overtreding van artikel 2.17 Activiteitenbesluit en artikel 18.2 Wet Milieubeheer.

 

Bij het bepalen of voldaan wordt aan de geluidsnormen wordt door toezichthouders de landelijke Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai gebruikt.

 

N.B. Op grond van de Algemene Plaatselijke verordening (artikel 5.6) kunnen horecabedrijven twee keer per jaar een ontheffing van de geluidnormen aanvragen, ten behoeve van incidentele festiviteiten of activiteiten.

1.1.3 Mogelijkheden voor maatwerk

Het Activiteitenbesluit bevat algemene regels voor milieubelastende activiteiten. Soms zijn de algemene regels niet voldoende om te zorgen dat daaraan voldaan wordt. Daarom bevat het Activiteitenbesluit de mogelijkheid om in bepaalde gevallen van de algemene regels af te wijken met maatwerkvoorschriften (voorheen: nadere eis). Maatwerkvoorschriften kunnen op initiatief van het bevoegd gezag (bestuurscommissies) worden opgesteld of op verzoek van de inrichtinghouder. In de inrichting moet een exemplaar van deze nadere eis/maatwerkvoorschrift aanwezig zijn en op verzoek van een toezichthoudend ambtenaar worden getoond.

 

Het bevoegd gezag kan bij maatwerkvoorschrift bepalen welke technische voorzieningen in de inrichting worden aangebracht en welke gedragsregels in acht worden genomen teneinde aan geldende geluidsnormen te voldoen.

 

In Amsterdam zijn bij veel horecazaken, met name die gevestigd zijn in oude panden in Stadsdeel Centrum, maatwerkvoorschriften opgelegd. In de maatwerkvoorschriften staat bijna altijd het voorschrift opgenomen dat in de inrichting alleen muziek mag worden gedraaid als de ramen en deuren dicht zijn, behoudens het onmiddellijk doorlaten van personen. Dit wil zeggen dat als geconstateerd wordt dat muziek wordt gedraaid én er een raam en/of deur open staat dit een overtreding is waarop gehandhaafd kan worden.

 

Als nadere instructie bij dit voorschrift hanteren de toezichthouders in stadsdeel Centrum het zogenaamde ’10-meter scenario’. Dit houdt in dat pas handhavend wordt opgetreden in het geval van een open raam/deur als de muziek ook daadwerkelijk op een afstand van minimaal 10 meter nog goed te horen is2. Hierdoor wordt pas opgetreden wanneer de muziek harder is dan het omgevingsgeluid. Met het vaststellen van deze handhavingsstrategie wordt het 10-meter scenario voor de hele stad van toepassing verklaard.

 

Als er eenmaal maatwerkvoorschriften zijn opgelegd, dan blijven deze gelden ook als er een andere exploitant komt, omdat de maatwerkvoorschriften aan de inrichting zijn gekoppeld en niet aan de ondernemer. In het geval er toe wordt overgegaan om maatwerkvoorschriften op te leggen aan een inrichting, dan kunnen belanghebbenden daartegen bezwaar en beroep instellen. Als een exploitant van mening is dat er een ander geluidsniveau toepasbaar is in de inrichting vanwege bijvoorbeeld getroffen geluidsisolerende maatregelen en/of het wijzigen van het muziekgenre, dan kan de exploitant dat aantonen door middel van een nieuw geluidrapport. Als dat rapport door het bevoegd gezag is goedgekeurd, dan kan de muziekinstallatie met geluidbegrenzer opnieuw worden afgeregeld en verzegeld op het nieuwe geluidniveau.

 

1.2 De Algemene Plaatselijke Verordening

Op grond van artikel 3.16 lid 3 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) zijn de exploitant en de leidinggevende verplicht te doen wat nodig is voor een goede gang van zaken in het horecabedrijf en in de directe omgeving daarvan.

Artikel 3.24, aanhef en onder a en b, biedt aangrijpingspunten om op te treden als sprake is van gebreken in de bedrijfsvoering waaruit blijkt dat de exploitant zijn zaken (structureel) niet op orde heeft. Daarnaast kan opgetreden worden als sprake is van een situatie die gevolgen heeft voor de openbare orde en (of) het woon- en leefklimaat. Uit jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State komt naar voren dat verschillende soorten overlast die gehandhaafd kunnen worden op grond van andere regelgeving dan de APV, zoals de Wet op de kansspelen, de Algemene wet inzake rijksbelastingen en de Wet arbeid vreemdelingen, op grond van de APV kunnen worden gehandhaafd in het geval de wijze van bedrijfsvoering en/of het levensgedrag van de exploitant of de leidinggevende een bedreiging oplevert voor het woon- en leefklimaat en/of de openbare orde en de veiligheid. Geconcludeerd kan worden dat nu deze soorten overlast wegens bedreiging van het woon- en leefklimaat en de openbare orde en veiligheid op grond van de APV kunnen worden gehandhaafd, ook ruimte bestaat om geluidsoverlast op grond van de APV te handhaven indien handhaving op grond van de Wet milieubeheer niet tot resultaat leidt.

 

In het geval van herhaaldelijke constateringen van, in dit geval, muziekgeluidoverlast kan gesteld worden dat de ondernemer onvoldoende doet voor een goede gang van zaken in het horecabedrijf en de directe omgeving ervan. Hiermee doet hij onvoldoende om nadelige beïnvloeding van het woon- en leefklimaat en om aantasting van de openbare orde te voorkomen. In deze strategie wordt daarom, nadat de dwangsommen op basis van de Wet Milieubeheer zijn verbeurd en ingevorderd, overgestapt naar handhaving op grond van de APV. Vanaf dat moment wordt niet meer opgetreden ter handhaving van de geluidsnormen en/of maatwerkvoorschriften die ingevolge het Activiteitenbesluit gelden, maar ter bescherming van het woon- en leefklimaat en de openbare orde. Door te handhaven op grond van de APV , kan de exploitatievergunning geheel/gedeeltelijk voor (on)bepaalde tijd) worden ingetrokken.

2 Handhavingsstrategie

Voor het omgevingsrecht (o.a. Activiteitenbesluit) is voor alle overheden een landelijke handhavingsstrategie opgesteld. Als nadere uitwerking van de landelijke handhavingsstrategie wordt met de onderhavige handhavingsstrategie muziekgeluid horeca beoogd om uitvoering te geven aan de beginselplicht tot handhaven, passend te interveniëren bij iedere bevinding en in vergelijkbare situaties vergelijkbare interventies toe te passen.

 

In dit hoofdstuk staat verder aangegeven hoe in Amsterdam de overtredingen van de in hoofdstuk 1 beschreven regels worden gesanctioneerd.

 

2.1 Toelichting systematiek

In deze handhavingsstrategie wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende overtredingen, waarvan enkele zijn betiteld als ‘ernstige overtreding’. De volgende stappen gelden in principe voor alle overtredingen, tenzij het gaat om bijzondere situaties, waarmee in ieder geval de ‘ernstige overtredingen’ bedoeld worden (onderdeel 1.2, 2.5 en 2.6 van het stappenplan): dan wordt zowel de coulance (indien van toepassing) en stap 0 (waarschuwing) overgeslagen.

 

Exploitatieverleden/coulanceregeling

Om rekening te houden met het exploitatieverleden van de ondernemer geldt, in ieder geval het eerste jaar nadat deze strategie van kracht is geworden, een coulanceregeling. Deze houdt in dat bij een ondernemer die minimaal drie jaar achtereen geen maatregel of waarschuwing heeft gehad, als eerste reactie op een overtreding nog geen bestuurlijke waarschuwing wordt gegeven. Van de geconstateerde overtreding wordt wel een aantekening gemaakt in het dossier. Uiteraard wordt de ondernemer van de aantekening op de hoogte gebracht. Uiteraard kan bij een bijzondere situatie wel overgegaan worden tot een bestuurlijke waarschuwing of een bestuurlijke maatregel.

De constatering waarbij de coulanceregeling is toegepast kan er wel toe leiden dat de zaak gedurende enige tijd verscherpt in het toezicht wordt meegenomen. Een nieuwe toepassing van de coulanceregeling kan pas aan de orde komen als na de aantekening weer drie jaar is verstreken zonder maatregel of waarschuwing. Hier wijkt de coulanceregeling af van de bestuurlijke waarschuwing en maatregel waar een verjaringstermijn van één jaar geldt. De coulanceregeling is in ieder geval niet van toepassing bij:

  • Een exploitatieverleden waarbij in de voorgaande drie jaar een bestuurlijke waarschuwing is gegeven of een bestuurlijke maatregel is opgelegd, dan wel dat er sprake is geweest van andere overtredingen, zoals op grond van Handhavingsstrategie Horeca 2013;

  • Ernstige overtredingen;

  • Excessieve situaties;

  • Ondernemers die korter dan drie jaar exploiteren in de betreffende zaak.

In deze gevallen wordt direct een bestuurlijke waarschuwing gegeven dan wel een bestuurlijke maatregel opgelegd.

 

Na het eerste jaar na vaststelling van deze strategie, wordt bekeken of toepassing van de coulanceregeling wordt voortgezet. Ondernemers worden erover geïnformeerd als dit niet het geval is.

 

Stap 0: bestuurlijke waarschuwing

Dit betekent dat bij een eerste overtreding in principe een waarschuwing wordt gegeven, en pas bij een tweede (eenzelfde) overtreding binnen een jaar na de eerste overtreding een stap wordt opgelegd. Dat laat onverlet dat bij een bijzondere en/of ernstige situatie direct een bestuurlijke maatregel kan worden opgelegd. Het overslaan van de bestuurlijke waarschuwing dient uiteraard gemotiveerd te worden. Bij de bestuurlijke waarschuwing staat geen bezwaar en beroepsmogelijkheid open.

 

Stap 1: opleggen last onder dwangsom.

Wanneer binnen een jaar na de eerste overtreding opnieuw eenzelfde overtreding wordt begaan, wordt een last onder dwangsom opgelegd die in tweemaal vol kan lopen en met een totaalbedrag waarboven geen dwangsom meer kan worden verbeurd. De hoogte van de dwangsom wordt bepaald op grond van de zwaarte van het geschonden belang enerzijds en anderzijds de beoogde effectieve werking van de dwangsomoplegging (het economische voordeel dat de exploitant naar verwachting heeft genoten door de overtreding te begaan). Bij een eerst volgende overtreding wordt een dwangsom verbeurd van € 2.500,- en bij een tweede overtreding wordt een dwangsom verbeurd van € 5.000,-. Indien de omstandigheden daar aanleiding voor geven, kan van deze bedragen worden afgeweken en gekozen worden voor een hoger of lager bedrag.

 

Stap 2: Invorderen van de eerste verbeurde dwangsom.

Na het opleggen van een last onder dwangsom wordt bij een volgende (eenzelfde) overtreding die binnen een jaar na de vorige overtreding wordt geconstateerd een dwangsom verbeurd en ingevorderd (€2.500) Hiervoor wordt een invorderingsbeschikking vastgesteld.

 

Stap 3: Invorderen van de tweede verbeurde dwangsom

Wordt na de invordering bij stap 2 nogmaals eenzelfde overtreding begaan en wel binnen een jaar na de vorige geconstateerde overtreding , dan wordt opnieuw een dwangsom verbeurd en ingevorderd (€ 5.000). Hiervoor wordt een invorderingsbeschikking vastgesteld.

 

Stap 4: Zichtbare maatregel op grond van hoofdstuk 3 APV, intrekken exploitatievergunning voor een week (onder oplegging van een last onder bestuursdwang)

Conform de toelichting in paragraaf 1.2 wordt na de tweede invordering van de verbeurde dwangsom overgegaan tot handhaving op grond van de APV. Hierdoor wordt een koppeling gemaakt met de Handhavingsstrategie Horeca en Slijterijen 2013. Ten aanzien van ‘gebreken in de bedrijfsvoering’ staat daarin opgenomen dat dan per geval beoordeeld zal worden welke sanctie passend is. In dit geval volgt eerst een intrekking van de exploitatievergunning voor een week.

 

Stap 5: Zichtbare maatregel op grond van hoofdstuk 3 APV, intrekken exploitatievergunning voor onbepaalde tijd (onder oplegging van een last onder bestuursdwang)

Wanneer de ondernemer binnen een jaar, na de constatering op grond waarvan stap 4 is opgelegd, nogmaals eenzelfde overtreding van de geluidregelgeving heeft begaan, wordt de exploitatievergunning ingetrokken voor onbepaalde tijd.

 

Afwijken van de handhavingsstrategie

Indien de individuele situatie daarom vraagt, kan gemotiveerd worden afgeweken van de geldende maatregel uit de handhavingsstrategie. Er kan een stap worden overslagen of een extra stap worden ingebouwd, een hogere of lagere dwangsom worden opgelegd, voor een langere of kortere termijn voor het intrekken van de exploitatievergunning worden gekozen. Meegewogen kan bijvoorbeeld worden de ernst van de situatie en/of de mate waarin overlast en verstoring van de openbare orde wordt veroorzaakt of er risico’s voor de gezondheid zijn ontstaan.

 

Cumulatie van overtredingen

Om te komen tot hogere effectiviteit in de handhaving kan er in geval van cumulatie van overtredingen van de Wet Milieubeheer eveneens worden afgeweken van deze handhavingsstrategie. De ondernemer dient er in ieder geval rekening mee te houden dat bij cumulatie van overtredingen een stap kan worden overgeslagen.

 

Het afwijken van het stappenplan dient uiteraard gemotiveerd te worden waarbij de belanghebbende, conform de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht de mogelijkheid heeft een zienswijze in te dienen en zo nodig een bezwaarschrift in te dienen en een voorlopige voorziening te vragen bij de rechtbank.

 

Verjaringstermijn

Er is in deze handhavingsstrategie een eenduidige verjaringstermijn gehanteerd van 1 jaar. Dit houdt in dat indien een jaar (dus geen kalenderjaar) is verstreken na de laatste overtreding, zonder dat sprake is van een opvolgende overtreding voor hetzelfde feit, de ondernemer met een schone lei begint. Volgt na afloop van een jaar opnieuw een overtreding voor hetzelfde feit, dan wordt in beginsel weer eerst een bestuurlijke waarschuwing gegeven, tenzij er redenen zijn om van de handhavingsstrategie af te wijken.

 

De maatregelen van de handhavingsstrategie worden toegepast per ondernemer en niet per horecazaak

Als een ondernemer zijn onderneming tussentijds overdraagt aan een ander (nadat de handhavingsstrategie is toegepast) begint de nieuwe exploitant bij een overtreding vooraan in het Stappenplan. Deze regel is niet van toepassing als de ondernemingsvorm wijzigt, maar dezelfde ondernemer (natuurlijke persoon) nog steeds betrokken is bij de zaak.

 

Overgangsregeling

Wanneer een ondernemer een overtreding heeft begaan en hij in het jaar daaraan voorafgaand voor dezelfde overtreding een sanctie heeft opgelegd gekregen, zal er op grond van deze strategie een volgende stap worden opgelegd. Bijvoorbeeld: heeft de ondernemer al een waarschuwing ontvangen, zal deze de volgende stap, een last onder dwangsom, opgelegd krijgen. Was er al een last onder dwangsom opgelegd, dan zal deze worden verhoogd etc.

 

Awb-procedure

Op een beschikking van een bestuursorgaan is de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing. Dit houdt in dat het algemeen bestuur van de bestuurscommissie dan wel de burgemeester (of de stadsdeelvoorzitter in mandaat) voordat een beschikking wordt genomen het voornemen hiertoe aan de ondernemer kenbaar maakt en deze in staat stelt zijn zienswijze naar voren te brengen (artikel 4:8 Awb). Bij het opleggen van een stap (maar niet bij een waarschuwing) is het maken van bezwaar , het indienen van een verzoek om een voorlopige voorziening en het instellen van beroep bij de rechter mogelijk.

 

Hersteltermijn/begunstigingstermijn

Daar waar een last onder dwangsom of last onder bestuursdwang wordt opgelegd, dient op grond van artikel 5:24 respectievelijk 5:32a van de Awb een termijn te worden gesteld waarbinnen de in het besluit voorgeschreven herstelmaatregelen kunnen worden uitgevoerd. Na afloop van die termijn wordt de dwangsom verbeurd (of de bestuursdwang toegepast). Echter, bij veel van de in deze handhavingsstrategie genoemde overtredingen gaat het niet zozeer om het ongedaan maken van een overtreding, maar om het voorkomen van herhaling van een overtreding (bijvoorbeeld open raam/deur en muziek buiten de limiter om). In zo’n geval hoeft geen begunstigingstermijn opgelegd te worden3. In gevallen waarbij de overtreding niet direct beëindigd kan worden (bijvoorbeeld opnieuw laten afregelen en verzegelen van de limiter en het laten maken van een geluidsrapport) wordt wel een begunstigingstermijn opgelegd. Als laatste bestuurlijke maatregel is in deze strategie voorzien in het intrekken van de vergunning en het sluiten van de inrichting. Bij de last onder bestuursdwang die daarbij wordt opgelegd, wordt een begunstigingstermijn gegeven.

 

2.2 Stappenplan overtredingen en maatregelen

Zie tabel volgende pagina.

STAPPENPLAN OVERTREDINGEN EN MAATREGELEN

Eerste actie

Stap 0

Bestuurlijke waarschuwing

Stap 1

Last onder dwangsom opleggen

Stap 2

Last onder dwangsom invorderen (€ 2.500)

Stap 3

Last onder dwangsom invorderen (€ 5.000)

Stap 4

1 week dicht opleggen last onder bestuursdwang (l.o.b)

Stap 5

Intrekken vergunning voor onbepaalde tijd (+ l.o.b)

  • 1.

    Overtredingen geluidnormen (artikel 2.17 Abm) en meldingsvereisten (artikel 1.10 en 1.11 Abm)

  • 1.1

    Overschrijding geluidwaarden tot en met 10 dB(A)

0

1

2

3

4

5

  • 1.2

    Overschrijding geluidwaarden met meer dan 10 dB(A) (ernstige overtreding)

X (wordt niet toegepast)

1

2

3

4

5

  • 1.3

    Geen milieumelding (en of akoestisch rapport)

0

1

2

3

4

5

  • 2.

    Overtredingen maatwerkvoorschriften

  • 2.1

    Ramen en deuren open

0

1

2

3

4

5

  • 2.2

    Geen dranger bij de toegangsdeur

0

1

2

3

4

5

  • 2.3

    Niet werkende geluidssluis

0

1

2

3

4

5

  • 2.4

    Geen begrenzer aangebracht, of het is niet afgeregeld en/ of verzegeld

0

1

2

3

4

5

  • 2.5

    Geluidsbegrenzer gewijzigd zonder toestemming (bijvoorbeeld verbroken verzegeling)

0

1

2

3

4

5

  • 2.6

    Muziek ten gehore brengen buiten verzegelde muziekinstallatie (ernstige overtreding)

X (wordt niet toegepast)

1

2

3

4

5

  • 2.7

    Overtredingen overige maatwerkvoorschriften

0

1

2

3

4

5

  • 3.

    Overige, niet hierboven genoemde overtredingen

  • 3.

    overige overtredingen

0

1

2

3

4

5

 

2.3 Toelichting stappenplan

  • 1.

    Overtredingen geluidnormen (artikel 2.17 Activiteitenbesluit en meldingsvereisten (artikel 1.10 en 1.11 Abm)

Het eerste deel van de overtredingen gaat over de algemene regels uit het Activiteitenbesluit.

 

Voortdurende klachten over overlast van muziekgeluid en/of overtredingen kunnen eveneens aanleiding zijn om – naast de hieronder genoemde stappen – ook maatwerkvoorschriften op te leggen.

 

  • 1.1

    Overschrijding geluidwaarden tot 10 dB(A)

Dit gaat om overtredingen waarbij uit een geluidmeting blijkt dat de in artikel 2.17 van het Activiteitenbesluit genoemde geluidswaarden worden overgeschreden, maar niet met meer dan 10dB(A). `

 

  • 1.2

    Overschrijding geluidwaarden met meer dan 10 dB(A) (ernstige overtreding)

Dit gaat om overtredingen waarbij uit een geluidmeting blijkt dat de in artikel 2.17 van het Activiteitenbesluit genoemde geluidswaarden met meer dan 10dB(A) worden overschreden. Dit is een ernstige overtreding, waarvoor geen waarschuwing wordt gegeven, maar direct een last onder dwangsom wordt opgelegd (stap 0 wordt overgeslagen).

 

  • 1.3

    Geen milieumelding gedaan en/of een akoestisch rapport laten opstellen

Dit betreft een overtreding van de eis uit artikel 1.10 en 1.11 van het Activiteitenbesluit om een melding te doen, uiterlijk 4 weken na wijzigingen of oprichten van een inrichting. Tevens dienen inrichtingen waar meer dan 70 dB(A)4 geluid wordt geproduceerd, een akoestisch rapport in te leveren bij het bevoegd gezag.

 

  • 2.

    Overtredingen maatwerkvoorschriften

Dit tweede onderdeel heeft alleen betrekking op horecazaken waar maatwerkvoorschriften gelden. Hier worden de maatwerkvoorschriften opgesomd die het meest worden opgelegd. Overige overtredingen vallen onder 2.7. Overtredingen van maatwerkvoorschriften worden allen op dezelfde (standaard) wijze gesanctioneerd (zie hoofdstuk 2.1), met uitzondering van 2.5 en 2.6.

 

Voor de volledigheid wordt hieronder de tekst opgenomen van de meest voorkomende maatwerkvoorschriften:

 

  • 2.1

    Ramen en deuren

De ramen en deuren van de inrichting moeten, wanneer binnen de inrichting muziek ten gehore wordt gebracht, gesloten zijn, behalve voor het onmiddellijk doorlaten van personen. Er is pas sprake van een overtreding in het geval de muziek ook daadwerkelijk op een afstand van minimaal 10 meter nog goed te horen is (of in een smalle straat aan de overkant van de straat).

 

  • 2.2

    Geen dranger bij toegangsdeur

De toegangsdeur(en) moet(en) zijn voorzien van een goed werkende dranger, in combinatie met een zogenoemde dictator.

 

  • 2.3

    Niet werkende geluidssluis

De toegang van de inrichting moet bestaan uit een zogenoemde geluidssluis. Tijdens het in werking zijn van de inrichting moeten beide deuren gesloten zijn. De geluidssluis moet zodanig werken, dat tijdens het doorlaten van personen te allen tijde één deur gesloten blijft. De deuren moeten zelfsluitend zijn.

 

Geluidsbegrenzer

De in de inrichting aanwezige muziekinstallaties moeten zijn voorzien van een op de eindversterker gesoldeerde5, goedgekeurde geluidsbegrenzer. Deze begrenzer moet zijn afgeregeld en verzegeld op het niveau of op de waarde volgend uit het meest recente en goedgekeurde geluidsrapport. Het afregelen van de geluidsbegrenzer moet door een kundig bedrijf worden gedaan. Het verzegelen moet worden uitgevoerd door een door het bevoegd gezag aangewezen ambtenaar.

 

Bij overtredingen van bovengenoemd maatwerkvoorschrift, hanteren we het volgende onderscheid:

 

  • 2.4

    Geen begrenzer aangebracht, of het is niet afgeregeld en/ of verzegeld

Dit betreft de situatie dat het voorschrift van de geluidbegrenzer wel is opgelegd, maar een nieuw gestarte ondernemer deze (nog) niet heeft laten afregelen en/of verzegelen

 

  • 2.5

    Geluidsbegrenzer gewijzigd zonder toestemming (zoals verbroken verzegeling

Na het afregelen en verzegelen van de geluidsbegrenzer mag een muziekinstallatie niet worden gewijzigd zonder toestemming van het bevoegd gezag. Als een ondernemer dit wel doet,en uit omstandigheden blijkt dat de ondernemer dit niet verwijtbaar heeft gedaan, dan volgt als eerste stap in principe een waarschuwing. Als uit omstandigheden blijkt dat de ondernemer de situatie verwijtbaar niet op orde heeft (gebracht), dan kan dat een reden zijn om de waarschuwing en coulanceregeling over te slaan en direct een last onder dwangsom op te leggen. De ondernemer dient de geluidbegrenzer vervolgens opnieuw te laten verzegelen, conform het maatwerkvoorschrift.

 

  • 2.6

    Muziek ten gehore brengen buiten verzegelde muziekinstallatie(ernstige overtreding)

Ook als de verzegeling niet is verbroken maar er op een andere wijze dan conform het maatwerkvoorschrift muziek ten gehore wordt gebracht (buiten de verzegelde installatie) in de inrichting is dit eveneens een ernstige overtreding. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om situaties waarbij een dj muziek draait op een eigen meegebrachte installatie en boxen op een veel hoger volume dan waar de begrenzer op staat afgeregeld. Dit kan de oorzaak zijn van ernstige geluidoverlast, waardoor voor een zwaardere sanctionering is gekozen en de bestuurlijke waarschuwing dus wordt overgeslagen. Het is de verantwoordelijkheid van de ondernemer om er voor zorg te dragen dat, in het geval dit maatwerkvoorschrift is opgelegd, de muziek altijd via de afgeregelde en verzegelde installatie wordt afgespeeld.

 

  • 2.7

    Overtredingen overige maatwerkvoorschriften

Hierbij valt te denken aan het niet laten maken van een nieuw geluidsrapport terwijl daar wel om wordt verzocht. Dit bijvoorbeeld naar aanleiding van overlastmeldingen, of omdat er een ander muziekspectrum wordt gedraaid dan toen het geluidrapport werd opgesteld, of omdat de akoestiek is gewijzigd (als gevolg van een verbouwing)

 

  • 3.

    Overige, niet hierboven genoemde overtredingen

Overige overtredingen van regelgeving over muziekgeluid in het Activiteitenbesluit, die niet hierboven onder 1. en 2. staan vermeld, worden in beginsel gesanctioneerd volgens de standaard systematiek.

Vastgesteld door het college van B&W op 30 januari 2018


1

70 dB(A) indien er in- of aanpandige gevoelige gebouwen zijn; 80 dB(A) bij een vrijstaande inrichting.

2

Nb bij een smalle straat geldt dat de muziek niet aan de overzijde van de straat duidelijk te horen mag zijn.

3

Een begunstigingstermijn als bedoeld in artikel 5:32a Awb is bij dergelijke gevallen niet nodig, zo blijkt uit de jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

4

70 dB(A) indien er in- of aanpandige gevoelige gebouwen zijn; 80 dB(A) bij een vrijstaande inrichting.

5

De bedrading moet zijn gesoldeerd of op een vergelijkbaar duurzame wijze onlosmakelijk zijn aangesloten (zoals bij een mee verzegelde aansluiting van de geluidsbegrenzer).